7 AN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Tierde jaar. Zaterdag 20" Juli 1889. Nummer 29. Een armzalige list. De Feesten. Klerikale kiesmiddels Een listige bedrieger. Op 14° Juli. Abonnementsprijs voorop b8taalbaai'! 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. P$r 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. pér drukregel. Reclu - lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per inaand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor'artikels, enz. 8 fr. per 100. Alm berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen tón bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor -België,, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsme J die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel.Men wordt verzocht alle hoegenaamdé 'artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vry au nderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnalitelten bevattende worden niet opgenomen. Grove zaak De heer Colaert heeft aan den Gemeente raad voorgesteld feesten te geven ter gele genheid der opening van de buurtspoorweg- lijn Yperen-Veurne, en de Raad heeft het voorstel verworpen. Kiezers, gij zult u dat bij de naaste gele genheid moeten herinneren Ziedaar wat de Tartufen der klerikale partij sinds een tiental dagen over alle daken schreeuwen. Ode grove list met grof wit garen bij- eengenaaid Voor welk slach van onnoozelaars neemt men dan de IJperlingen? Gaat, volksbedriegers, die aan niets twij felt! Gij zult schoon tot de kiezers eenen oproep doen, deze zullen geen enkel woord gelooven van al wat gij hun zult willen wijs maken. Ook wie heeft er niet begrepen dat, wan neer meester Colaert zijn vermaard voorstel deed, hij geene andere drijfveer, geen ander doel en geen ander hoop had dan zijne raad- genooten in nesten te helpen, en voor hem zeiven eene kleine goede kiesaanbeveling te smeden. Had men eenen stond over zijne meening getwijfeld.de vlaamsche omzendbrief, eenige dagen later rond verspreid, ware voldoende geweest om aan den bliudsten de oogen te openen. Een feest? en waarom Om de in exploita tiestelling van eenen buurtspoorweg te vie ren f De schoone zaak Gold het eene heel eerste stoomgemeen- schapslijn, het zou er nog door kunnen en daarbij zou het nog moeten bewezen zijn dat de stad, aandeelhebster in de zaak, er geene van hare schijven bij in schieten zal! Maar het geldt hier enkel eene eenvoudige volledigingslijn, en het schijnt dat de stads kas, uit hoofde dier exploitatie, telkenjare een tekort uit te vagen hebben zal. Men is te weet gekomen dat, reeds daags na het voorstel van meester Colaert, de aan- leggingsmaatschappij van de stad eene som van omtrent 3.500 fr. geiëscht heeft voor haar deel in de kosten van voor de tendienst- stelling. Ziet gij onze bestuurheeren haastiglijk nog eene groote som stemmen om aan inhul digingsfeesten te hangen? Men doet den Voorzitter des Raads zeggen dat zulke feesten wel 1000 franks zouden kosten Het is van verscheidene duizenden dat de heer Schepened.d. Burgemeester gesproken heeft. En, inderdaad, de inhuldiging met groot orkest, door den heer kontroleur der stadspenningen uitgedacht, zou eene uitgave van 5.000 fr. ten minste veroorzaakt hebben. Maar eene als dergelijke omstandigheid ver- eischt dat een bestuur zich in vertegenwoor- digingskosten steekt, waarom heeft het heel klerikaal bestuur van Veurne, die het ander hoofd der lijn vormt, zich in plaats van IJpe- ren niet met de inrichting der feesten ten profijte zijner ingezetenen bezig gehouden? En waarom ook heeft het niet min kleri kaal bestuur van Roeselare, ter gelegenheid der onlangsche ten dienststelling des ijzer- wegs op Meenen, geene volks vermakelijk heden ingericht, met uitnoodiging van Mi nisters en Gouverneur als toemaat Elders, men ziet het, beschouwt men de zaak ais hier men loopt er niet hoog mede op en men wacht zich wel van de nieuwe rijken na te volgen, die voor een niet het geld door het venster gooien. Nog eens de heer Colaert heeft geenszins gedacht dat de Raad zijn voorstel stemmen zou en het is juist daarom dat hij het gedaan heeft, zeggende tot zichzelven, de vos met afgeknotten staart, dat er ergens altijd eenige snullen van herbergiers zijn zulleD, die hem ernstig opnemen, aan zijn lokaas bijten en zijne vlieg slikken zullen, behoudens de muil nadien te trekken. Aan anderen, meester Escobar? Feesten en feesten, men spreekt in zekere kringen maar daarvan meer. Ware dat alles rechtzinnig, men zou er over spreken kunnen en er ware waarlijk middel om er iets vol doende uit te trekken, maar met de klerika- len moet men altijd het oog open hebben, en liever de twee oogen dan maar één. De eerste kwestie, die zich aanbiedt, is te weten of een tram, voor de eerste maal loopende, zijne officiëele reis niet zou kunnen doen zonder trommels of trompetten. Het schijnt van ja en de alledaagsche ondervin ding bewijst liet ten overvloede. Maar ten slotte, nemen wij aan dat men die inhuldi ging met tralala doe, hoe zal men aanvangen? Daarvoor zijn er twee manierende groote tralala en de kleine tralala. De groote tralala bestaat uit verscheidene vermakelijkheden, die verscheidene dagen of minstens eenen dag en eenen nacht duren, maar in alle geval opgeluisterd metal de pracht der feestelijk heden, waar bloemen, versiersels en loof werk zich met de blijde tonen van luidruch tige muziekmaatschappijen vermengelen. Dat slach, zooals men weet, kost stukken van menschen en gaat recht naar den grond der geldbeurzen, ledigt ze met eene zwierig heid, waarvan men enkel de verwoestingen bemerkt, wanneer alles gedaan is. Die groote tralala kan enkel door eene milde tusschen- komst der stad bewerkstelligd worden. Mis schien zou de stad zich daarvoor wel niet vrekkig toonen, maar men mag verzekerd zijn dat de klerikalen, vooral zij, die er het meest zouden toe aangezet hebben, de eersten zijn zouden om eens het gat te toonen, daar door in de gemeentekas gemaakt, en er zich over te verheugen als over een gewonnen veldslag. Dus dat de voorzichtigheid, in dit geval, niet heelmaal te versmaden is. Maar dat is misschien maar eene beweeg reden van tweeden rang, er is meer en erger. De ondervinding is daar om ons de heeren kaddodders te tponen, die graag de openbare feesten dwarsboomen. Dat is namelijk tijdens den Tuindag van 1887 te zien geweest. Met welken ijver hebben zij het muziekfeest niet tegengewerkt en met welke vreugde voor zegden zij de fiasko van dat feest, dat zooveel vreemdelingen naar stad lokken moestHet feest heeft gelukkiglijk voor hunnen neus en te hunner schande gelukt: het heeft gelukt dank aan de pogingen der liberalen, maar wat komen die onverbeterlijke dwarsboo- mers ons dan ter gelegenheid van eenen tram opvesten? En meenen zij dat men hun gedrag vergeten zij, tijdens de komst in onze stad van den heer Gouverneur Heyvaert? En hoe gedroegen zij zich tijdens het schoolfeest, voorgezeten door den heer Minister Yan Humbeeck? De eene verscholen hen achter hunne vensterblinden; anderen lieten hunne stoors neer; nog anderen huilden, floten. Gouverneur of Minister, niemand werd ge spaard en zij mochten zich te midden wilden gelooven, die in eenen hoek der beschaafde wereld verloren waren. Neen, dat alles is nog niet vergeten, en men mag zich terecht afvragen of IJperen wel de plaats is, waar men nog welvoegelijk Ministers of Gouver neurs roepen kan? Is de groote tralala moeilijk zoo niet on mogelijk te verwentlijken, door de fout der klerikalen, dan blijft er ons nog de kleine tralala. Waarin bestaat de kleine tralala? De kleine tralala, de straatfeesten verworpen zijnde, kan enkel bestaan, hetzij in een ban ket, hetzij in een dansfeest, hetzij in een banket gevolgd van een dansfeest. Voor wat het banket betreft, dat kan aan de onverzadelijke smuldersbevallen, waar blijft dan het profijt voorden neringdoender? Wat in blok op 't banket binnengespeeld is, is het niet in 't klein bij elkeen der genoodig- den. Er is één beenhouwer die voor allen levert, de anderen leveren zooveel te min aan hunne kalanten. Voor het overige, het is der moeite niet waard en het volk zal er geene ons te vetter om worden. Wil men dus iets voor de neringdoenders verrichten, men moet een dansfeest, een groot, prachtig en luisterlijk dansfeest geven. Daardoor zal ie dereen leven de laarzenmakers, de kleerma kers, de snijdsters, de naaisters, de hemden makers, de waschvrouwen, de strijksters, de modewerksters, de borduursters, de haar- kaïumers, de reukwerkverkoopers, de lin nenverkoopsters, de handschoenmaaksters, de optooisters, de muzikanten, de eetwaar- verkoopers, de juweliers, de pasteibakkers, de stoffeerders, de vernissers, de huurhou ders, de diners, de likeurverkoopers, de bloemverkoopers, de iampenmakers, terwijl de congregaais onze vaders knabbelen zullen. Maar daarvoor is er volk, veel volk noo- dig en de katholieken dansen niet, zij zouden met pielde pek niet samenspannen. Dus in den ketel, de kleine tralala. Zedeles. Feesten geven, 't is goed, maar hoe het aan boord geleid De klerikalen be letten ze, en als zij ze niet beletten kunnen, zij bederven ze. Weet ge wel, lezers, hoe onze kadodders het aan boord leggen om kiezers langs hun kantje te winnen Neen, hewel luistert dan Beurtelings en van tijd tot tijd gaan onze klerikale kopstukken in zekere herbergen en ze trakteeren er met een glas bier al de per sonen, die zich op dat oogenblik in huis be vinden. Zoo jagen ze eene populariteit na Zoo trachten ze zich milde en spraakzaam te too nen En 't onwetende volk laat zich beet nemen. Wanneer zal men dan maar den afzichtelij ken kartonnen neus zien, dien men ons op draaien wil In den loop der verleden week is voor de rechtbank van Brugge verschenen zekere Amand Berghof, gezegd Pater Berghof, oud 48 jaar, geboren te Poperinghe en zon der vaste woonst, rondleurder. Deze persoon zegde gewezen zouaaf van den Paus te zijn en van Z. H. de mac'at ontvangen te hebben zekere ongeneesbare ziekten te genezen; bij zegde maaralleen in Europa te zijn, die deze overgroote macht bezat, en een ambtgenoot te hebben in Ame rika. Serk zijnde door deze gewaande macht en voorzien van een groot kruis, hetwelk hij altoos op zijn bloot lichaam droeg, was Berghof bij eenen braven, doch al te bijgeloovigen landbouwer van Ruysse- lede gegaan, alwaar een der kinderen zie kelijk was. Hij deed den zieke voor zich verschijnen, die zijne borst moest ontblooten, en Berghof, met zijn zoogezegd machtig kruis, teeken- de de ziekte af, onverstaanbare woorden uitsprekende en gebaren makende. Hij vergat niet, na zijne bewerkingen geëin digd te hebben, aan deze personen de groot ste stilzwijgendheid op te leggen, want zegde hij, indien gij daarvan moest spreken, de ziekte zou al met eens verergeren; hij vergat ook niet, na goed geëeten en 'ge dronken te' hebben, de betaling te eischen eener zekere som geld, welke moest dien n om missen te lezen. Hij is alzoo verschei dene keeren bij deze personen teruggekeerd en heeft ook slachtoffers van hunne bijge- loovigheid gemaakt te Wyngene en te Doomkerke. Aldus heeft hij aan deze menschen eene totale som van boven de 1,000 fr. afge troggeld! Onnoodig te zeggen dat. de zieken niet genezen waren. Berghof had noch te verantwoorden over feiten te Oostende en te Mariakerke gepleegd, alwaar hij den kaartlegger speel de. Toen de heer voorzitter de betichte Berg hof ondervroeg en hem zegde, dat hij nu eens, om zichzelve te genezen, zou gebruik maken van het kruis en zijne verkregene pauselijke macht en zou trachten aan het gerecht te ontsnappen, met te bewijzen dat de hem opgelegde feiten in waarheid niet bestaan, zegde Berghof dat hij, wel is waar, de feiten gepleegd had, maar er toch zooveel niet aan gewonnen had De rechtbank heeft den zoogezegden pa ter Berghof veroordeeld: 1° tot vijfmaal 7 maanden gevangenis en vijfmaal 2ö fr. boete, of vijfmaal 8 dagen zitten2° tot vijfmaal 1 maand gevangenis en vijf boeten van 2ö fr. of 8 dagen voor ieder en tot de kosten en is aanstonds door de rechtbank aangehouden. Men ziet hoe onvoorzichtig buitenlieden zijn en hoe zij zich gemakkelijk laten Dép pen en bedriegen door hun fanatism. Geheel de beschaafde wedeld heeft de honderdjarige verjaring der inneming dor Bastille gevierd. In al de landen van den aardbodem werden er feesten en eetmalen ingericht. Al de talen die het menschdom spreekt vermeldden en verhaalden dien dag wat de menschen al geleden hebben, wat al zelfopoffering zij zich getroostten, wat al tranen en bloed zij vergoten hebben om Bastille in te nemen. De Bastille was niet alleenlijk een ge van a, maar zij verpersoonlijkte de willekeurige handeling van adel en geestelijkheid. Zij ver- JïfTwe e k b l ad fn 1 iiiiliTm 'trusiigüir -n - Q- g i» »«;nrr»—

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1