YAK IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
DE PRINSES MARIA
Vierde jaar. Zaterdag 3" Augusti 1889. Nummer 31.
Onze Statie.
Een jubilé.
STADSNIEUWS.
Het rijfeest iü de Rijschool.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraar., Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
inderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Het is reeds lang gebleken dat het pastoors-
ministerie alles voor de vriendjes over heeft
en niet anders betracht dan de liberale steden
te benadeelen en zoo mogelijk ten onderen te
brengen. De hulpgelden door den Staat ver
leend worden op eene ongehoorde wijze ver
minderd, tan einde de liberale steden te ver
plichten nieuwe lasten te heffen, zoo de
kiezers moede te maken en een godgewijd
kadoddersbestuur in de plaats te krijgen.
Waar dat middel niet lukken kan, om dat
de stadsbeheerders zeer voorzichtig met de
stadsgelden te werk gaan, daar vindt men
algauw andere middelen om die steden te
plagen en te tergen.
Het is reeds meer dan 20 jare n datdepagad
ders pogen het liberaal stadsbestuur van IJper
omverre te werpen en altoos hebben zij blau
we schenen geloopen. Dat is onze kadodders
uit het ministerie te veel en het doet hun bij
hooge en bij lage zweren de stad IJperen
over zooveel vrijmoedigheid te straffen.
En zij houden woord op eene wijze, die
om wraak roept. IJperen vraagt eene nieuwe
statie in evenredigheid met hare bevolking
en de belangrijkheid der plaats. Voor de kie
zingen beloven de kadodders gouden bergen,
maar eens de kiezingen voorbij dan dagen er
langs alle zijden onvoorziene moeilijkheden
op, onderhandelingen worden aangeknoopt,
die op niets uitloopen, omdat men onder
duims stelselmatig alles tegenwerkt.
Durven de pagadders uit het ministerie
niet opentlijk met hunne doenwijze jegens
het liberale IJperen vooruitkomen, durven
zij niet opentlijk toonen dat zij zich om de
belangen en de verfraaiing der stad IJperen
bekreunen als eene slek om eene politiemuts
zonder voering, in hunne bijzondere vertrek
ken en in de tegenwoordigheid van hunne
politieke vrienden, daar durven zij den aap
uit de mouw laten komen, daar durven zij
hunne hatelijke handelwijze in al hare
naaktheid laten zien; en daar ook durven zij
rondborstig zeggen dat IJperen niets van hen
verwachten moet.
Een welsprekend bewijs daarvan is de
verklaring van pater Boem, minister van
spoorwegen, aan den heer Colaert gedaan,
toen deze hem over het bouwen eener nieuwe
statie ondervroeg. Die pagadder der spoor
wegen aarzelde niet te zeggen dat hij
("19° Veiwolg.)
De edele feestelingen moesten over een
voorplein trekken om in de spijszaal te
komen, die aan de rechtervleugel van het
slot gelegen was. Hier vervoegde de prinses
Maria weder haren bruidegom. De koning
zag hoe zij er bleek en angstvallig uitzag en
vroeg
Hemel, wat bevangt u, jonkvrouw?
Zuster, wat deert u, gij verbleekt!
Doch stiller tot haar alleen: Zult gij bezwij
ken?
Neen! antwoordde zij hem besloten.
Het is niets, niets, mijne heeren! sprak zij
lachend tot de bezorgde edellieden De koude
nachtlucht greep mij eensklaps aan. Geef
mij mijnen mantel, Gerald, en laten wij de
tocht voortzetten heeren. Gansch mijne om-
liever een millioen in 't water werpen zou
dan eene nieuwe statie te IJperen te bou
wen. En toen de heer Colaert daar tegen
protesteerde behield pater Boem zijne ver
klaring in al hare hatelijkheid.
Ware het niet de klerikale heer Colaert
die zulks zegt, men zou het niet gelooven
kunnen.
Ziet daar, IJpersche kiezers, wat gij van
de klerikalen te verwachten lieht
En uwe vertegenwoordigers, door de ge
nade des bisschops en de macht de boei'en-
kiezers, laten die kadodderministers maar
straffeloos begaan en openen hunnen gebene-
dyden mond niet om daartegen op te komen.
Is uwe statie te klein, is zij daardoor eene
hindernis voor de uitbreiding van den handel
en de nijverheid van de stad en den omtrek,
en is zij daardoor een bestendig gevaar voor
uwe gezondheid en uw leven misschien dat
alles kan pater Boem en de kadodders Colaert,
Struye, Berten en Surmont bitter weinig
schelenzij dragen u toch in hun hart niet,
omdat gij te mjzinnig zijt. Gij moet wel met
uwe zuurgewonnene centen de Staatskasse
helpen vullen maar pater Boem zou dat geld,
uw geld dus, nog liever in 't water werpen
dan het ten uwen voordeele voor nuttige
werken te gebruiken.
Dat is ongehoord, wraakroepend en zegt
meer dan al de artikelen en redevoeringen,
die over die zaak kunnen geschreveu of uit
gesproken worden en wij hopen dat die mi
nisteriële verklaring de oogen aanjde ziende-
blindsten openen en de kiezers overreden zal
om die pastoorshansworsten voor goed naar
den weerlicht te zenden.
Wordt de heer Colaert door den deken nu
eens eventjes op de kneukels geklopt omdat
hij die hatelijke verklaring aan .'den dag ge
bracht heeft, dat is zijne zaak die zijne on-
derrugge verbrandt, moet zelve op de blaren
zitten, is 't zoo niet, meneere Colaert
ME1' Faict geeft op 6 Oogst toekomende
zijnen jubilé en dat is geen klein bier, als ge
nen keer peinst dat do drietuiten dan zouden
vergeven dat ze in ordinairen tijd niet kun
nen. De biechtvaders verlangen van nu al
hun herte uit om al de secreten te kennen
van de menschen die onnoozel genoeg zijn
om dat aan eenen mensch zooals ze zelf zijn,
geving versmelt zich reeds in een liefelijk
muziekde nacht moet aan de vreugde zijn
en ik wil, dat het heden weze, wanneer op
slach van middernacht de priester des Hee
ren den band tusschen de kronen van Frank
rijk en Brabant zegenen zal. Komt naar de
bruiloft, naar spel en zaug, naar de vreugde!
De koning scheen verrukt over die plotse-
lijke vreugdeopwelling.
Schoone bruid, de engelen moeten u
benijden, sprak hij.
Dat heet ik dichterlijk gesproken,
lieve zuster, voegde Jan I erbij; meester van
lleelu zou 't niet beter doen.
Langzaam verdwenen allen, gasten en
gastheer, in de heerlijke spijszaal, waar al
wat de drie werelddeelen keurigst en sma
kelijkst hadden aan voedsel en drank stond
opgedischt. De Nar alleen was met zijn kind
op het voorplein achtergebleven. Hij drukte
het meisje krampachtig aan zijne borst en
beiden weenden stomme tranen.
te gaan vertellen. Elk zijne goeste, zei Sis
sen, en hij beet in eenen rouwen aardappel!
Maar de groote zake van dien jubilé, is het
geld. Men moet veel biechten, ^communicee-
ren, bij hopen lezen, en schromelijk veel
goede werken doen. Hebt gij het vast? want
door goê werken verstaan de zwartjes de
offerblokken vul steken, missen doen lezen,
zich in confreriën laten inschrijven en derge
lijke meer, waardoor het geld altijd te rechte
komt in de kas yan den pastor
Geeft dus maar vele aan die schamele lie
den die toch maar 1 fr. 75 daags inkomen
hebben. Zie hunne aangezichten en hunne
buiken; hunne rijkgestofleerde huizen met
dienstmeiden en denkt dan aan hunne menig
vuldige smulpartijtjes en zeg mij of ons
Heere, die geen steen had om er zijn hoofd
op te rusten, niet tot achter de ooren zou
rood worden van schaamte moest hij in hun
ne tegenwoordigheid gezien worden
Niet te min viert Mgr Faict zijn jubilé te
Leffinglie in zijn geboortedorp. Ter dier
gelegenheid zal men smullen een luchtbal
zal opgaan (men zegt niet of Mgl' meevliegt)
en een prachtige stoet zal de straten
doorloopen.
Het programma van den stoet is reeds ge
kend. Het bevat overhoop: Ste Godelieve met
jonkvrouwen, Ste Barbara met maagden, het
Wapenschild van Zijne Hoogwaardigheid,
gendarmen te paard, het H. Hart van Jesus
te voet, de Tempelridders der commanderij
van Slijpe te paard, en... de duivenmaat-
schappij van Leffinghe op 'nen wagen
Dit laatste waarschijnlijk ter eere van den
HGeest...
Het rijfeest, dat Zaterdag 11. het uitgangs-
exaam der Rijschool sluiten moest, heeft
enkel gedeeltelijk kunnen plaats lebben,
daar de groote renbaan niet bruikbaar was
tengevolge der plasregens van de vorige
dagen.
De generaal Coupez, voorzitter van den
onderzoeksraad, hopende dat het weer zou
beteren, had het feest tot 's zondags 's mor
gens verschoven. Maar, daar de regen niet
ophield, moest men liet programma verande
ren en zich bepalen bij den rijwedstrijd die
Gij hebt hem erkend, Geraldina? sprak
Manasses.
Ja, vader, zei de dochter, de Satan is mij
niet hatelijker dan deze man.
Op het stille en verlaten plein waren die
twee lijdenden echter niet alleen. Als een
steenen beeld stónd achter de rozenstruiken
de Dolfijn en staarde met strakken blik naar
het helder verlichte paviljoen waar het
nachtmaal nu aanvang nam. Zijn vorstelijke
vader en dezes kamerheer dachten hem reeds
op de baan naar Frankrijk en nog was hij
hier als aan de plaats genageld door zijue
liefde en zijne smart.
Zij loopt naar de vreugde! mompelde
de verliefde jongeling, die van uit zijn schuil
hoek Maria's woorden had vernomen. Zij
heeft gelogen; zij mint mij niet
En als een waanzinnige, zonder den Nar
of deze3 kind te bemerken, liep hij hen
voorbij, recht naar de valbrug van het slot,
alwaar zijn schildknaap hem afwachtte,
aan de onderofficieren en brigadiers aange
boden werd en in de grootste overdekte
rijbaan plaats had.
De uitslagen van dat deel van het feest
hebben iedereen verwonderd doen staan zien;
een veertigtal mededingers boden zich aan
een enkel peerd heeft tweemaal geweigerd
over de laatste hindernis te springen en is
zoo buiten mededinging gesteld geweest; al
de andere hebben op eene uitmuntende wijze
gesprongen.
Vijf ruiters hebben den omtrek doorloopen
zonder eene enkele feil te begaan en hebben
vervolgens voor de prijzen gedongen, die vol
genderwijs toegestaan werden
lc prijs. Een gouden zakuurwerkden
heere Wouters, onderofficier-onderrichtge-
ver, van het 4" lansiers.
2" prijs. Een zilveren zakuurwerk den
heere Motte, brigadier-leerling, van het 2"
jagers te peerd.
3a prijs. Eeu zilveren zakuurwerkden
heere Reumont, onderofficier-leerling van
het 4e schutterij
4a prijs: Een zilveren zakuurwerk: Den
heere Bernard, onderofficier-leerlingvan
het 3° schutterij.
Het feest werd gesloten met eene rijpartij
van hooge school, uitgevoerd door de huip
on lerrichters en de onderofficieren-onder-
richtgevers, onder het verstandige bestuur
van den luitenant-onderrichter Servais. Dat
schoon werk heeft onze ruiters laten bewon
deren, volmaakt in houding, nauwkeurigheid
enfijnheid. De ware kenners,die onder de be
geesterde toeschouwers talrijk waren, juich
ten van harte de merkwaardige uitslagen
toe, bekomen door het onderricht in de rij
kunst in onze Rijschool, uitslagen die den
bekwamen en onvermoeibaren hoofdman,
onder wiens bevel zij sedert 4 jaren staat,
ter eere strekken.
De examens van het jaareinde hebben
overigens eens te meer bewezen hoe uit
muntend de leerwijzen zijn zoo voor de be-
schouwingsleer als voor de praktische oefe
ningen, en de generaal toeziener heeft des-
aangaande opentlijk zijne voldoening in zijn
loezichlsorde uitgedrukt.
Hieronder geven wij de namen der officie
ren en onderofficieren die in elke afdeeling
de eerste zijn.
sprong in den zadel en reed heen in vliegen
den ren.
Zweer mij, Geraldina, sprak Manasses,
bij de schim uwer moeder, dat onkel het,
bloed van dien man uwen haat kan uitwis-
schen,
Ik zweer het bij de gedachtenis mijner
moedersprak liet kind plechtig de handen
vouwend, en hare betraande schoone oogen
ten hemel gericht.
Men had echter het achterblijven van den
Nar en van den lieve page bemerkt. Er
daagden toortsen op, gedragen door lieden
die hen moesten opsporen en niet toefden
beiden te vinden. Nader en dochter moesten
in de spijszaal komen, alwaar zij opnieuw
ten vermake van het edele gezelschap en ten
aanschouwe van den hatelijken Bayeux al de
smarten der hel zouden verduren.
Einde van het eerste deel.
HËTWEEKBLAD"
T-rrn frQ O ■aim-wi
M L Offfl