BEAUX MEÜBLES Mobilaire Voorwerpen £t! w Meesen. Volkskunde. Folklore. Em. K. de Bom. In de Tongersche - zaag <- is het jongsken debooze kwast, terwijl het meisje zijn slacht offer worclt. Ook in afwijking van het hier boven opgegeven vertelsel, wordt het man neken door zijne ouders, en niet door zijne moeder alleen, van kant geholpen. YERSCHILLIGE TIJDINGEN. Yille d'Ypres. anciens et modernes. Le Jeudi 19 Septembre 1889 EXPOSITION le Mercredi 18 Septembre a pai-tïï* de midi. Koopdag- te Zandvoorde op Dinsdag 24 September 1889, Akkeralaam Vruchten en Beestialen ,k jjjjjn neusnijper in den wagen poerde, zin- ëefaudate Dominetiens, Hens, Hens. ia mm cceur! ne stoet is gesloten door het magistraat: irje komiekste schapekoppen, die ik van IL leven gezien heb. Ghristene zielen, wat zichten' Duivekaters, alleen voor die drie zichten zien beklaag ik mijne zending 5 ure namiddag. De stoet ls binnen. De menigte stroomt statiewuarts. Ik geef mijn koepon van terug- keer aan eenen braven IJperschen werk man en ik stop mij in den char-a-bancs van \nnibal Bracqué, huurhouder te IJperen. Woensdag keer ik niet terug, zulle 1 Gup Jan. Zaak Joufvrouw De Poorter. In ons toekomend nummer zullen wij onze bemerkingen over die zaak mededeelen, vol gens de pleidooien die wij hebben doen ver schijnen; verders, een uittreksel van het testament van Joufvrouw de Poorter, met al offlciëele stukken die in ons bereik zijn. In den eersten jaargang van Volkskunde maandschrift bij Ad. Hoste te Gent uitgege ven) vinden wij van Emanuel Karei de Bom een vertelsel, dat in zijne hoofdtrekken veel overeenkomt met eene der Tongersche zagen. Ziehier hoe onze vriend het we dergeeft. JANNEKBN EN MIEKEN. Daar waren eens twee kinderen, die heetten Janneken en Mieken. En de moeder kon Janneken niet lijden; maarzij was zot van haar Mieken. Zekeren dag zei ze tot de kleinenGaat naar het bosch, om hout te rapenEn Mieken kreeg een lekkeren, wit-tarwen boterham, terwijl Janneken, och arme, niets bekwam dan een droge snede roggebrood. Dat was me goedmaar onderweg kwa men zij een oud vrouwken tegenhet was Deezekens moeder. Krijg ik van uliê geen stuksken brood, kinderen? vroeg zij. Mieken was een gierig stuk, en zij ging verder, zonder haar iets te geven; het ventje echter schonk haar van harte de helft van het beetje dat hij zelf bezat. (1) Als nu de jongen en het meisje naar huis keerden, had Mieken bijna al liet doode hout geraapt, en had een vollen schoot, terwijl Janneken bijkans niets had kunnen verza melen. Moeder gaf Mieken, als zij dat zag, een schoonen blozenden korpendu (2) maar aan Janneken niemendal. Krijg ik nu ook geenen appel? vroeg hij, trislig. Gij?!. riep de moeder, met nijdi- gen blik. En zich bedenkende: Allo toe, ja, ga dan maar op den zolder naar de kist, en haal er 'nen appel uit. Maar het leelijke wijf volgde Janneken loozekens op haar sokken de trappen op, en als de jongen het scheel van de kist had opgeheven, en zijn hoofd er juist instak, boef! sloeg zij uit al haar macht de kist terug toe, dat de kop af was, en mot een harden bons neerviel. Nu kapte het slecht mensch haar kind in stukken om er soep van te koken, en de beenderen liet zij Mieken onder den noteboom in den hof begraven. Als de vader 's noenens van zijn werk thuis kwam, vroeg hij waar zijn Janneken ■was, want hij zag het knaapken heel gaarne. Het is hout gaan rapen, zei de vrouw. "....Maar wat aardigen smaak heeft die soep toch 1 merkte de man eenige oogen- blikken daarna weer aan. Och, 't is nikske: een beetje aange brand. 5 Als hij geëten had, ging de vader in zijnen hof, en toen hij onder den noteboom kwam, begon opeens daarboven een vogeltje te zingen Mijn moeder heeft mij vermoord, Mijn vader heeft mij geeten, (lees geëten) En mijn zuster heeft mijn beentjes al Onder den noteboom gesteken... En roef! daar viel een volle zak met geld vóór vader zijn voeten neer. Dadelijk liep hij naar binnen, en vertelde wat aardig gevat hein nu overkomen was. En Mieken ging ook in den hof zien. Weer begon het vogeltje van: Mijn moeder heeft mij vermoord, Mijn vader heeft mij geeten, En mijn zuster heeft mijn beentjes al Onder den noteboom gesteken.,. En zie, daar viel uit de lucht een schoon blauw satijnen kleed, vlak vóór Mieken haar voeten. Eindelijk ging ook de moeder eens zien of zij ook van dat vogeltje geen geschenk zou krijgen. Maar pas was ditmaal het lie deken ten einde, of krakviel er een zware zak met kareelsteenen recht op de slechte moeder haren kop zoodat zij moz-sdood bleef liggen. Endaar kwam een varken meteen langen snuit, en't vertelsel ken is uit. DJEFKEN) EN MIEKE(N). Er waren eens twee kinderen, Djefke en Mieke. En hunne ouders gingen de stad in en zegden dat de kinderen iets zouden krij gen, als ze te huis bleven. En toen de ouders terug keerden, kreeg Djefke een gouden schopken van zijn vader, en Mieke een gouden korfken van hare moeder. Toen gingen de kinderen wandelen en spelen naar het bosch. Djefke groef daar een putje en riep toen zijn zusje Marieke, geef me uw gouden korfken eens. Mieke kwam bij en werd door Djefke in den put gestooten. De jongen gooide aarde op het meisje en ging toen naar huis. Maar op de plaats waar Mieke gedolven was, ontschoot eene witte violet en bloeide op 't graf. Als Djefke te huis kwam, vroeg hem zijne moeder Waar is Mieke gebleven? 't Is in 't bosch blijven spelen. (1) De ouders gingen naar het woud om Mieke te zoeken en bleven staan bij de witte violet welke de moeder plukte orn naar huis mede te dragen. Toen hoorden ze zingen Papake, Mamake, Djefke heeft mij vermoord Al voor mijn gouden korfj i en daarom ben ik dood De witte violet werd te huis in een glas geplaatst en 's morgens en 's avonds zei een rood bloempje Dag papake, dag mamake Een koopman, die door het bosch trok met eene schop, ontgroef den violetstruik en hoorde zingen Koopman, koopman, Djefke heeft mij vermoord Al voor mijn gouden korfken en daarom ben ik dood De koopman begon aanstonds dieper te graven, haalde Mieken uit (2) en droeg het te huis. Te huis had vader de trap met zeep be smeerd en moeder gebood aan Djefke zijne kousen (3) van boven af te halen. Hij viel van de trap af, en was de beenen kapot Als hij dood was, werd hij met eene groote ket ting aan den balk opgehangen en den kop afgehouwen. Toen werd hij in eene gruote vierkante kist gelegd en in eenen poel water gegooid. Zoo luidt de Tongersche zaag De ver teller houdt er aan Djefkes straf in al hare bijzonderheden te verhalen. Nochtans be kennen wij dat het vertelsel veel van zijne eigenaardigheid verliest, wanneer het niet in de eenvoudige kindertaal voorgedragen wordt en vooral in den kleurrijken Tonger- schen tongval gelijk wij het bij onze optee- kening hoorden 't Luidde nagenoeg als volgt DJEFKEN EN MIEKE. Doo woren ins twee kinder, Djefken en Mieke, en hun aas goenke nwo de stad en zaagten dat de kinder iet zouwe kraaige, as ze thaus bleefte. En waai de aas trukkome, kreeg Djefken e gouwe schupke van zene Peer, en Mieke e gouwe kurfke van beur Meer. Toen goenke de kinder warm ilen in de bosch. Djefke grofde doo e klein koet in de gront en roep toen op ze zusterke: Mieke, gef me oer gouwe kurfken ins. Mieke koom baai en Djefke stoet heur in het koet. De jong gooide drek op het metske en goenk doonwo thaus. Mer op de plak boo Mieke begröve log, schwot ene witte fluttestroek aut, wö bloem droeg op 't gróf. Waai Djefke thaus koom, vroeg zen Meer hum Boo is Mieke gebleve? Z'is in de bosch blaaive spele. De aas loepe toen nwo de bosch vur Mieke te zükke en bleve stun nève de witte flut, wó Meer ófplukde en met thaus woul neme. Toen heurde ze in ins zingen Peerken en Meerkë, Djefke hetmichvermwot Al vur me gouwe kurfke doorvur bin ichdoot! De witte flut wont thaus in e gluske ge- zatte en 's murgens en 's woves zaag e rood blümpke Dög Peerke, dog Meerke Ene koupman wö dur de bosch koom met en schoep, grofde de fluttestroek aut en heurde ouk wier zinge Koupman,koupman,Djefke hetmichvermwot, Al vurmegauwe kurfke, doorvur bin ichdoot De koupman begon seffes dieper te gróve, holde Mieke traut en droeg heur nwo heur haus. Thaus hó Peer de trap met zeip besmêrd en Meer deu on Djefke zen schün bwove höle gwon. He viel van de trappen öf en brwok zen bein. Waai ter dood wos, wont Djefke met en groote kettel on de balk opgehange en de kop öfgehouwd. Toen wont er in en groote vierkêntige kis gelaag en in ene poel met wotter gesmete. Na deze eerste proeve van lokalen tongval in betrekking met folklore, hopen wij het daarbij niet te laten en zullen later meerdere sagen of vertellingen in 't dialekt van andere plaatsen mededeelen. S. i Met het meeste genoegen! Leuth, 29 April 1888. Met het meeste genoegen verhaast ik mij de deugdelijkheid uwer Zwitsersche Pillen Hertzog van Parijs te prijzen, mijn borstzeer, mijn hoesten bra- kingen zijn Verdwenendaarenboven hebben zij mijnen zoon van eene zeer lastige ver koudheid genezenaan ons beiden hebben zij eenen eetlust teruggegeven dien we nooit gekend hadden. (Handteeken gewettigd). Vrouw We Op den Camp. Aan M. Pelerin, apotheker, Schildknaap straat, Brussel. Eisch rond elke doos eenen band ter waarborg met handteeken van M. Pelerin. (37) Vakantie-reizen. Wilt gij aan bui tengewone voorwaarden Parijs en zijne ten toonstelling bezoeken? - Wend u dan aan "L'Excursion* die verzekert u het verblijf, voor den prijs van 135 fr. gedurende eene week te Parijs, het voedsel, de rijtuigen, de geleiders, ingangen, enz. Vertrek eiken zaterdag. Verkiest gij vreemde landen te bezoeken L'Excw sion kondigt aanvoor den 3" Sep tember eene schoone reis door gansch Italië, met terugkeer langs Parijs, voor 650 frank; den 9 September eene reis naar Zwitserland, te beginnen van 195 frank; reizen naar de Pyreneën en naar I.ourdes, aan 350 frank. Al deze reizen kunnen bijzonderlijk inge richt worden op andere tijdstippen, volgens het verlangen der reizigers, voor groepen van 2, 3, 4, personen en meer. De personen welke kosteloos de pro gramma dezer reizen wenschen te ontvan gen, gelieven de aanvraag van te doen aan M. Ch. Parmentier, Bestuurder der Excur sion, 109, Boulevard Anspach, te Brussel. Mijnheer Meier, tandmeester van Kortrijk, heeft de eer het achtbaar publiek en zijne talrijke kalanten kenbaar te maken, dat zijn kabinet voor kunsttanden verplaatst is ten huize van Mev. We Van Kemmel, Groote Markt, 5, te IJperen, waar hij, als naar gewoonte, alle Zaterdagen zal kunnen geraadpleegd worden van 9 ure 's morgens tot 2 ure 's namiddags. Tarwe Rogge Haver Erwten Boontjes Aardappels Boter Eiers de 25 r5 5 6,300 900 900 300 400 4,000 17,221 18,25 13,50 14,00 17,00 18,00 0,00 300,00 2,30 7,000 3,300 700 000 300 6,000 16,411 18,25 43,00 13,00 00,00 19,00 5,50 590.00 2,30 H W w öi a 2 heures de relevée, il sera procédé par le ministère de l'huissier A.m HOF, a Ypres, a 1'Hotel de Gand, rue des Chiens, au dit Ypres, a la vente publique de Meubles anciens et modernes, con- sistant notamment en; Au comptant avec augmentation de 10 ten huize van Beernaere Bartholo- meus, nabij de Basse-Ville om 2 ure namiddag, bestaande namentlijk in Gereed geld en verhoog van 10 °|0 door het ambt van den deurwaarder ilk. HOF, Dixmudestraat, 8, te Yper. !#- re jr" af" (1) Dit eerste gedeelte komt vrij wel overeen met de aadere zeer talrijke vertelseltjes, waarin Janne ken en Mieken de twee onvermijdelijke typen van kinderen in al de recht Nederlandsche sprookjes de hoofdrol vervullen. Cfr. b. v. het door Pol de Mont te Leuven opgeteekend Janneken en Mieken in Jong Vlaanderen, jgg. 1882, hl. 572, waarin ech ter Janneken het gierige en Miekun het milde kind voorstellen. (2) Court-pendu (appel). (1) Andere vertellers geven als reden van 't ach terblijven op: De wolven hebben het verscheurd. Ofwel: Een oud vrouwken heeft het medege nomen. (2) De naïve verteller meldt hier niet, indien de koopman het kind dood of levend terugvond. (3) Andere zeggenscltocn. ffs>'xx_a O pi 25 Pl 25 - middenprijs per 100 kil. j Verkochtte kwantiteit middenprijs per 100 kilo cn O CT O 00 00 O UI CD T3 cr o co co O ES3 VEIVTJE PUBLIQUE DE Bahuts, Scriban, Armoires en vieux chêne, Gar nitures de Cheminée, Tables de Nuit, Lavabos, Bois de Lit avec Ressort, Matelas, Rideaux, Ciel de Lit et autres Literies, Commode, Secrétaire, Tables de Salon et autres, Fauteuils, Chaises bourrées et autres, Cadres, Cuisinière, Poële de Salon et autres, Tapis, Glacés, Nécessaire de fumeur, un Réveil, Malle de Voyage, Table étagère et beaucoup d'au- tres objets trop long a énumérer. VAN Stoelen, tafels, kleerkassen, kornmoden, beddebak ken en beddegoederen. gleis- glas- en aardewerk en het keukengerief Akker- kuip - enkeernalaam. Een hectare 32 aren tarwe, haver, aardappels, beiten en loof, verdeeld in koopen telks gerief'. Vérders 2 MELKKOEIEN, een vet verken en het pluimgedierte. y-*

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 3