BEAUX MEUBL Yille £Jpres- MAISON DB CAMPAGI anciens et modernes. Le Jeudi 19 Septembre 188 EXPOSITION le Mercredi 18 SeptemE a partir die midi. A VENDEE une belle i>e kleine gemeente Austruweei. van slechts 400 zielen, heeft schrikkelijk geleden. 70 tot 80 personen zijn er g.-kwolst door het vallen van gloeiende kogels,stukken hout en steen, pannen, glas, enz. De gekwetsten en de lijken zijn deerlijk gehavend. Men vindt er met half afgerukte ledematen, zonder hoofd, rompen zonder armen noch beenen, meest allen zonder kleeren De zakken mcnschelijke overblijfselen bevatten niels dan vormlooze klompen vleesch en beenderen, ingewanden, enz. Veel slachtoffers zijn aan liet hoofd, borst en schouders gekwetst door de kogels, die dicht als eene hagelvlaag uit de lucht viel. Op het hulpbureel van policie der 7e wijk was het uitwerksel verschrikkelijk. Het negenjarig zoontje van den adjunct van dienst, de heer Berben, is doodelijk ge kwetst, het I4jarig dochterken zal een oog verliezen en mad. Berben met de andere kinderen zijn insgelijks gekwetst doch min der erg. Alleen de heer Berben is ongedeerd. Op de Oostkaai der Kattendijkdok, werd een douanier gedood door een stuk ijzer. Verscliillige andere douaniers moeten zich tusschen de dooden en gekwetsten bevinden, daar er in de buskruitfabriek voortdurend in dienst waren. Men heeft eene douaniersklak gevonden waarvan de eigenaar nog ver mist is. Al de lijken en gekwetsten zijn zwart, als kwamen zij uit eene koolmijn, waar het grauwvuur zijn werk heeft verricht. Een jaar geleden ontving de heer Corvilain 4000 kisten kardoezen, toebehoort hebhende aan de Garlisten, maar door het spaansche gouvernement in beslag genomen. Vijf of zes maanden lang bleven die kisten, onder bewaking van inspecteurs en dokagen ten op de kaai liggen, terwijl de heer Corvi lain met de stad in onderhandeling was voor het huren van een stuk grond, waar hij een gebouw wilde oprichten, ten einde er die kardoezen te ledigen. De fabriek was gelegen op eenen grond van 90 meiers lang en 25 breed. De heer Corvilain huurde daar 60 meters lengte van en richte er een gebouw op dat 30 meters groot was. De andere 30 meters bleven on gebruikt, opdat derwijze het gebouw geheel afgezonderd zou staan. Een ketel en machien stonden in dit ge bouw. Het werk dat er door de 100 arbei ders en arbeidsters verricht werd, bestond in hot opendoen der kardoezen, het afschei den van de drie verschillende poeierssoorten die zij bevatten, en voorts het afscheiden van het lood en het koper. Hoe is nu het ongeluk ontstaan, dat zulke schrikkelijke gevolgen'moest hebben? Dit zal wellicht nooit gekend zijn. Zij die het zouden kunnen verteilen, waren de eer ste slachtoffers. Geheel den avond en een groot deel van den nacht, en zaterdag stroomde het volk naar de plaats van de ramp. Wij zegden dat de kardoezen overal met duizenden zijn gezaaid. Velen zijn nog in behouden toestand. Het is een bewijs dat niet allen gesprongen zijn, en zij door de ontploffing, door den schok werden opgeworpen en verspreid. De loodbrokken en het koper voortko mende van de kardoezen zijn gezaaid over den omtrek, als had het lood en koper ge hageld. I)e slraafjoiigens rapen hunne zakken vol kardoezeneenigen gaan daarmede on voorzichtig te werkzij slaan ze open met hamers en steenen. Er zullen, zonder twijfel ongelukken van voortkomen. De heer De-Volder, minister van binnen- landsche zaken, heeft met den heer gouver- verneur en denschepene Nauts de gasthuizen 'bezocht. Hij heeft er zooveel het mogelijk is, de gekwetsten doen ondervragen. Een hunner heeft gezegd dat er op het oogenblik der oniplofiing 54 vrouwen en meisjes en 40 mannen en jongens aanwezig waren. Vervolgens heeft de minister al de zalen doorwandeld waar de gekwetsten lagen en het personeel, de doctors en internen be dankt. In de gasthuizen zag men nooit zulk een schouwspel. Eene talrijke menigte omringt de gebou wen. Vrouwen, kermend en weenend, ko men er, dezer eene dochter, gene een vader, een echtgenoot opzoeken. Het is een tooneel die u met afgrijzen vervult. Twee zalen in het Stuivenberggasthuis liggen vol lijken, men telt er een zeventigtal. Links en rechts, op houten britsen zijn de lijken tentoongelegd. Het is afgrijzelijk om ze te aanschouwen! I-lier ligt een man, in den vollen bloei des le vens, wiens aangezicht, zwart van het poeier, onkennelijk is. Een jong man ligt er nevens; bij hem is 't aangezicht daarentegen wit als was, doch men zou te vergeefs zoeken naar het onder deel van het lichaam. Ginder eene groep jonge meisjes. Hoe onkennelijk het gelaat ook zij, op geen enkel ligt vrees te lezen. Men kan het er bijna op zien, dat alles plotselings, sneller dan 'de gedachte, vit het leven zijn gerukt Over elk lijk over groepen lijken te samenliggen lakens uitgestrekt. Bloedige vlekken toonen de plaats aan der vreezelijke wonden. Op zij, afgezonderd, liggen de zakken, in houdende menschelijke overblijfsels, hier en daar iu de weiden, op de Austruweelbaan opgeraapt. Wie is verantwoordelijk? is de vraag die bij iedereen opreist. Wij hebben inlichtingen genomen zegt het Handelsbladen ziehier wat wij hebben vernomen, wat aangaat de voorwaarden waarin het werkhuis Corvilain werd opge richt: De heer Ferd. Corvilain had 50 mil- lioen kardoezen gekocht, uitschot, voortko mende van het spaansch gouvernement, dat zijne wapens heeft veranderd. Deze kardoe zen wérden bij hunne aankomst geborgen in een entrepot fictif, aangenomen door de douanen en gelegen in de Steenborgerweert- polder, tusschen de antwerpsche dokken en den dijk der Schelde. De heer Corvilain was voornemens de kogels uit deze kardoezen te halen, om ze opnieuw in loodstaven te hervormen. Het koper, het poeder en het karton voort komende van de buisjes, waren ook tot ver schillende nijverheids-doeleinden bestemd. Deze uithaling moest door verschillende be werkingen gebeuren, welke in afgescheiden lokalen moesten plaats hebben. Op 30 Januari 1889 huurde de heer Corvi lain nogmaals van de stad AntwerpeD en nevens zijn fictief entrepot, verschillende lokalen, waar hij zich voorstelde zijne werk plaats in te richten. In den loop der maand Juli vernam de bestendige deputatie dat de fabriek in volle werkzaamheid was. Welnu, volgens de be woording der koninklijke besluiten van 29 Januari 1863, 27 December 1886 en 31 Mei 1887, mocht zij alleen er de opening van toelaten. Ook gaf de bestendige deputatie aan de stad bevel aanstonds de sluiting van het gesticht Corvilain te bevelen. De stad ging over tot deze sluiting, den 16 Juli. Middelerwijl zond de heer Corvilain eene vraag aan de bestendige deputatie. Hij beves tigde dat hij reeds was overgegaan tot het uithalen van 26,500,000 kogels en dat er slechls 21,000,000 kardoezen moesten be handeld worden. Hij had dus dat belangrijk werk reeds ge daan zonder eenige regelmatige machtiging. Toen de stad geroepen was om haar advies te geven aan de bestendige deputatie, schreef deze aan den heer gouverneur den 9 Juli: Het blijkt uit het onderzoek, aan hetwelk wij deze vraag (die van den heer Corvilain) onderworpen hebben, van wege onzen tech nieken dienst, dat het depot van metalieke kardoezen, de uittrekking der kogels, de snelle verbranding der geledigde kardoezen, de smelting van het lood, enz., geen enkel ernstig geval oplavert, maar dat, iutegendeel de inrichting veel te wenschen overlaat. Het is zoo dat men de kardoezen leeg maakt in een lokaal, open voor iedereen, dat het los gemaakte poeier in eemers geworpen wordt en bij middel van deze in een toestel van zif ting, en eindelijk in houten kassen, bevat tende elk een twintigtal kilos. Die kassen worden geladen op wagens en gebracht naar de inschepingsplaats. De stad was dus van gedacht dat de ver nietiging der kardoezen geen enkel ernstig gevaar opleverde; maar dat het behandelen van het poeier, in het werkhuis Corvilain, gebeurde in de slechtste voorwaarden. De stad meende alzoo dat dit werkhuis zeer gevaarlijk was, en dat er geene redens be stond de gevraagde machtiging toe te staan. De vraag bepaalde zich tenslotte tot het nemen van maatregels, bij het behandelen van het poeier. De heer Corvilain, die uit zijn fictief entrepot, kassen met kardoezen haalde naarmate hij er noodig had voor het fabrikaat, bood aan om alle voorwaarden, die hem waren opgelegd te voldoen. De deputatie deed de vraag bestudeeren door haren technieken dienst en legde ten slotte aan den heer Corvilain bij vonder stren ge voorwaarden ophet verbood hem niet meer dan 300 kilos poeier in zijn magazijn te hebben. Het is echter onmogelijk dat eene zoo wei nig belangrijke hoeveelheid poeier, eene ont- ploffinge veroorzake gelijk die van Vrijdag. Wat is er gebeurd? Wij weten het niet. Zal het onderzoek het ons leeren De wet legt de bewaking der gevaarlijke gestichten aan het gemeentebestuur op. De heer Corvilain heeft zijne bepaalde goedkeuring ontvangen op 7 Augustiheeft het gemeeetebestuur van Antwerpen zijne fabriek sedert dien datum doen bewaken. Op die vraag kunnen wij niet antwoorden. Men zegt dat de kardoezen niet beantwoor den aan de voorwaarden, waarin zij ver- kocht zijn. Men beweert dat er julmi-coton in besloten is en dit zou +e verklaren zijn door de projectie neerwaarts, die er heeft plaats gehad. Dit punt kan slechts later vastgesteld wor den. Onder de weinige personen die aan de ont zettende ramp ontsnapten, mogen in de eerste rang worden geplaatst, de klerk van M. Rieth, M. Van de Vliet en de knecht van M. Vantichelen van Bouchhout. De eerste zat voor zijnen lessenaar toen hij daarvan werd afgeworpen door het onweer staanbaar geweld der ontploffing. Zonder nog te weten wat er was gebeurd, kroop hij onder zijnen lessenaar, waaronder hij later uitkwam met eenige onbeduide verwondin gen aan bet gelaat, onder andere eene kleine kieuf in het linker oor. Er waren twee heeren op het kantoor. Hij heeft geen van beiden nog terug gezien. Het is nog niet uitgemaakt wat er van hen ge worden is. M. Van der Vliet liep zonder omzien recht naar zijne woning te Merxem, viel daar als eene bom in huis met den kreet Hier is Jan - Zijne vrouw erkende hem enkel aan de taal, zoo was zijn gelaat gesteld, niet zoozeer van de bekomen wonden, want dat zijn enkel schrammen, maar het was geheel zwart uit geslagen. Zijn jachthond, die bij hem op het kantoor lag, nam de vlucht en toen de klerk te huis kwam, vond hij het dier in achter zijn hok weggekropen. De knecht van den heer Vantichelen was des morgends van huis gereden met eenen wagen om ledige petroolvaten te laden. Tus schen de droge dokken en de Afrikadok, lig gen of beter lagen bergen hooge stapels ledige petroolvaten, waarvan hij zijne lading moest nemen. Eensklaps werd de voerman van zijnen wagen geslagen, hij vloog met het hoofd op de straatsteenen, krabbelde weer recht zoo goed en zoo kwaad het wilde, op den maakle zijn paard los, dai even als hij was grond geworpen en reed daarmede weg te midden van den kogelregen. Ofschoon zwaar gekwetst, is de man be houden verder het gevaar ontloopen. Vrijdag namiddag dwaalden drie kleine kinderen, weenende in den omtrek der ramp Zij hadden hun vader, moeder, broeder en zuster in de ramp verloren. Dit droevig schouwspel heeft menigen traan aan de ge voelige harten ontrukt, Een douanier in dienst aan den entrepot St-Felix. is door eenen kogel in het hoofd getroffen en dood weggedragen. Het getal vermiste personen schijnt zeer groot. Er moeten nog vele lijken onder de puinen liggen, in de dokken of ia de Schelde. Men beweert dat verscheidene dokwerkers vermist worden. In het Museum zijn door den schok, drie schilderijen van den muur gevallen, doch de lijsten alleen zijn beschadigd. In het Nieuw Museum, der Volksplaats, werden honderden ruiten verbrijzeld. In de petroolinrichting van de heeren Van Rieth en C° werkten op het oogefibiik der ramp, zestig arbeiders. Vier werden gedood en verscheidene gekwetst. Doch van de an dere is weinig of niets geweten, daar zij die nog leven, natuurlijk daar vandaag niet teruggekeerd zijn. Het getal petroolvaten die zich daar be vonden bedroeg zes duizend. Gansch Antwerpen is door de ramp in verslagenheid en rouw gedompeld. Zondag hebben alle openbare feesten geene plaats gehad, ten teeken van deelname in de droef heid der huisgezinnen, die door deze afgrijse lijke ramp getroffen werden. Z. M. de koning heeft zaterdag morgend den volgenden telegram gezonden aan den heer burgemeester van Antwerpen Laken, Paleis. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft u gisteren gezegd, welke diepe en droe vige ontroering mij veroorzaakt is, door de afgrijselijke ramp, welke de stad Antwerpen teistert. De koningin en ik verzoeken U, ons te laten weten hoe het heden morgend gesteld is met de gewonden. Uit ganscher harte voegen wij onze wen schen voor hen bij de zorgen, waarmede gij hen omringt. LEOPOLD. Het gerucht der aadhouding van den heer Corvilain heeft zaterdag geloopen. Het is tot nu toe nog niet bevestigd. Men heeft meer dan 40 bijzondere treinen moeten inrichten om de menigte te vervoeren van alle punten des lands naar Antwerpen gestroomd. Duizende Gentenaren hebben zich, vooral met den spoorweg van het Land van Waas, naar da Scheldestad begeven. Ons bezoek ter plaats. Wij zijn zatordag namiddag het tooneel der ramp gaan bezichtigen. Bij de lezing van de verslagen der dag bladen hoe goed die ook geschreven zijn kan men zich geen denkbeeld vormen van de ontzettende vernieling die de ontploffing van het gesticht des heeren Corvilain heeft aangericht. Geene pen is machtig genoeg om dit tooneel van verwoesting te beschrijven. Men moet het zien om er zich een denkbeeld van te vormen een huiveringwekkend denkbeeld. Die verwoesting is bij niets te vergelijken. Een veldslag, een bombardement kunnen zooveel verdelging niet te weeg brengen. Verder voor een half ingestort huisje, door raam men de verbrijzelde welks open beien ziet, zijn arme lieden Sozeten zwijgend, uitgeput, de mannen met'i zakken, hopeloos; zij hsbb^ tl den in de nacht vóór hunne vernietigde wonin»"- open lucht doorgebracht. 8, ij Verder staat een wagen vol geja gebroken meubelkens van mensche611 huis is ingestort. De weg is bezaaid Ji', doezen, stukken hout en zink, die! regen over het gehucht zijn gevW, menschen verwondende, en welke n stadvagers samenvagen en in hunne v groene kruiwagens wegvoeren. Men verhaali hartverscheurende gevan Eene moeder met drie dochters wasjn den dag der ontploffing voor de eerste in da fabriek gaan werken. Allen k\v, om. De vader is matroos en kwam den genden dag te huis: de lijken der viJ minde wezens liggen in het doodenhuis het hospitaal. Wij hebben den moed niet gehad het h, pitaal te bezoeken. Een geneesheer vang, met wien wij in gesprek waren, kwa®6 het hospitaal: ik heb, zegde hij, jn leven reeds veel verschrikkelijk vèr®irj lijken gezien, maar nog nooit zulke meest al de slachtoffers is de schedel gesL gende bulk is gezwollenschier al S ken zijn naakt, zwart, verbrand, 'u zichtelijk, een wezenlijk slagveld gelijk Maar 't zicht der lijken is het niet v/ati meesten ihdruk maakt, 't zijn de jammert: ten en het geween der moeders, vafe zusters en broeders. Ik vroeg eene moeder, zegt de o.„ heer ons, hoeveel haar kind op delate won en zij antwoordde mij 75 centie® daags Hoe is het mogelijk dat gij uw kind gevaarlijk werk liet verrichten Oh, mijnheer, was het antwoord moeder, men had ons gezegd dat heti gevaarlijk was, dat de meiskens maar weinig poer moesten behandelen! Ziedaar, de ongelukkigen dachten dat, verzekerd was en er geen gevaar bestond De maatschappij Hulp voor allenr. de andere liefdadige maatschappijen bijj om te beraadslagen der te nemen maatrt; len. De Bank van Antwerpen geeft 5000 fr.; Centrale Bank 3000 fr.de heer Latinie lft fr.; de heer Alf. Havenith, 500 fr.; de R curseur, 200 fr.; de redactie van de Ga., van Gent, 100 fr.de heeren Fr. Delvaui" D. Mery, elk 100 fr. Dat zijn de eerste gilti die zullen gevolgd worden door duizei anderen, groote en klein; elk zal en n» geven, volgens zijn vermogen. UEtoile opent ook eene inschrijving. Hi tweede lijst bedraagt reeds 3232 frank. Men meldt uit Parijs dat het blad Voltai vraagt om in de tentoonstelling van Pai een feest in te richten ten voordeelei slachtoffers van Antwerpen. VEMTE PL'HLIQIE a 2 heures de relevée, il sera procédé par le ministère l'huissier iV. MIOS% a Ypres, 1 Hotel de Gand, rue des Chiens, dit Ypres, a la vente publique Meubles anciens et modernes, co sistant notamment en: Au comptant avec augments de 10 J/0. contenance de la propriété 80 af# Le batiment est un vrai biM la campagne est en plein rapp01 Serre, remises, écuries, située Vilvoorde, a troisminutes de la le long de la voie ferrée. Les personnes qui désirent votf photographie de la propriété, dob' s'adresser au bureau du Jou1'" ainsi que pour tout autre renset ment. P. S. Les communications chemin de fer entre Vilvorde et b xelles sont continuelles et le traje fait en un quart d'heure. Ieperen, drukk. K. Deweerdt, RijselstP DE Bahuts, Scriban, Armoires en vieux chêne,Gi nitures de Cheminée, Tables de Nuit, Lavabos, de Lit avec Ressort, Matelas, Rideaux, Ciel dé et autres Literies, Oommode, Secrétaire, W de Salon et autres, Fauteuils, Chaises bourrea autres, Cadres, Cuisinière, Poële de Salon Tapis, Glacés, Nécessaire de fumeur, un Rs.,: Malle de Voyage, Table étagère et beaucoupd tres objets trop long a énumérer. iff!

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 6