dat hij gemist heeft toen hij in w Een kostelijke voordrachtgever. Botermarkt, Het bataillon Liberaal Congres. Schoone werken. Gewezen Pompiers. Propere vuilaards. Zal bet daarmêe al zijn Benoemingen. Nog eene heldendaad. Burgerstand der stad Poperinghe. van den 1 tot den dezer maand deze som deze van 27656,45 voegende, hij besluit dat het verschil tot de fr. 75,956-45c. beloopt. In de besprekingen die gevolgd hebben op de nederlegging der rekening, heelt hij ge- zeid dat de flnantie de toestand der stad be- klagelijk is, dat de kas ledig is, dat er geen loopende geld meer is en, met dit doel doet hij ons de uitgaaf stemmen van 50.000 kas- mandaten! Dit is zeven maanden geleden. Geen één kasmandaat is uitgegeven geweest. Toen ik over drie maanden aan den heer Burgemeester gevraagd heb hoe men zou kunnen voorzien in de uitgaven van het Be stuur, heeft hij mij geantwoord Wij leven met de opbrengst der markten. De waar heid is, Mijnheeren, dat wij leven met de overschotten der vorige dienstjaren en bij zonderlijk met de winst der rekeningen van 1890, 't is te zeggen meer dan 50.000 fr. Het zijn die 50,000 fr. overschot die gij, in goede en klinkende munt, in de kas gevon den hebt op het oogenblik dat gij op het stadhuis gekomen zijt, die u toelaten nu te leven en die u onder andere toegelaten hebben, om maar deze te noemen, de groote onkosten van het officieel bezoek des heeren Gouver neur te betalen. Ziedaar de waarheid 1 De finantieele toestand der stad was goed toen gij aangekomen zijt I Zij is goed geble ven. De wijze op welke gij uw budjet op maakt, bewijst het overvloediglijk. Inder daad, het gewoon dienstjaar sluit met een overschot van 12,000 fr. der ontvangsten op de uitgaven, juist gelijk onder het oude be stuur, en dit niet tegmstaande de gedeelte lijke ontlasting der slachtrechten (omtrent 3000 fr.) Ik eindig, Mijnheeren, met te verklaren dat ik mijne goedkeuring aan het budjet ge ven zal. Ik zal maar opzettelijke en uitdruk kelijke uitzonderingen maken op tweo pun ten: de vergunning van een hulpgeld van 500 fr. aan de Aloïsiusschool, waarover ik mij in de laatste zitting heb verklaard en het hulpgeld voorgesteld voorden katholieken zie kentroost Ik ben groot voorstaander der Maatschappijen van Onderlingen Bijstand en ik heb altijd uit ganscher herte het hulpgeld gestemd aan de Maatschappij der Oud-leer lingen van de gemeenteschool, door het Gou vernement erkend, maar zij moet ons voor deze omstandigheid jaarlijks hare rekeningen onderwerpenwij zien alzoo wat er gebeurd en het gebruik dat van onze hulpgelden ge maakt wordt. Het ware geheel anders met den katholie ken ziekentroost, die misschien eene uitmun tende instelling is, maar waarvan wij vol strekt niets kennen dan den naam, en die daarenboven de zwarigheid heeft eene poli tieke maatschappij te zijn. Haar naam wijst het aan. Behalve die twee punten dus, zal ik eene goedkeurende stem aan eet budjet van 1892 geven en ik wensen dat het nieuwe Bestuur de stadsünantien met zooveel wijsheid, voor zichtigheid en spaarzaamheid bestiereals zijne voorzaat. De bijzonderste punten van den heer Sur- mont's verslag, waarmede de kaloten zooveel ophef gemaakt hebben, zijn dus door M. Bruntaut op eenp krachtige wijze bestreden geweest en al wat bij verzonnen had om het liberale bestuur te hekelen, komt uit op eenige drogredens, die toonen dat Burgemees ter Surmont vóór niets achteruit wijkt als het er op aankomt de Yperlingen te foppen en zijne tegenstrevers hatelijk te maken. Doch gelukkiglijk komen de bemerkingen des heeren Brunfaut hier wel te pas, en zoo valt Surmont's verslag in duigen. Maandag 2SC December gaf M1' Cartuivels (maakt eene buiging) eene voordracht in de zaal van het oud Scbastiaan waar woord en ingang vrij waren ja ge zijt er wel mede, waar ingang 2 frs. koste, legt ze mij daar. En dat zijn thans die mannen, wanneer wij arme duivels eene meeting geven en dan soms eens eene omhaling doen voor den stri.jdpenni.ng waarin wij ook nog zelf onze Zondagcenten geven ons dan verwijten dat wij het volk zijn geld aftroggelen, zooals zij het te Zonnebeke gedaan hebben. Zegt eens Nieuwsbladje gij die ook nog al eens onze voordrachtgevers doet doorgaan als zouden zij een vet leven slijten met voor drachten te geven (waarvoor zij nooit eenen rooden duit krijgen) wat zegt gij van dienen Monseigneur (maakt eene buiging) die 2 frs. ingang doet betalen om naar zijne priet praat te gaan luisteren? Hoe noemt gij dat, binneh spelen of com merce doen in blagues? En hoe zonderling toch voor een hemelventer eene voordracht geven die maar voor geld mag gehoord wor den; is dit ook al het geloof prediken zooals diegenen welke gij zegt te vertegenwoordigen en zijne apostels het deden Maar die leefden arm, en hunne discpels moeten een wijnkelder hebben en maitressen en daartoe moet er geld zijn niet waar comedianten. Het woord is aan 't Nieuwsbladje. Z. Onze groote Botermarkt een der meest be zochte van ganscli Vlaanderen, is met onder gang bedreigd. Bjna al de boter op onze markt verkocht trekt naar Rijsel, Roubaix, enz. Welnu het Fransch Staatsbestuur zal eerlang een inkomrécht van 3 fr. per kilogr. op de boter heffen. Natuurlijk zullen de fransche kooplieden in Frankrijk blijven en de beste bron van uitvoer aan onze markt onttrekken. En meent ge dat onze godzalige kadodders eens hunnen gebenedijden mond open doen om dien toestand te voorkomen, dan zijt ge van 't goê jaar. Zij vagen wel hunne hielen aan Yperen's belangen en den welstand der landlieden. Hoe meer ellende hoe beter zij 't volk dwingen en onder den hiel houden kun nen. van het 3"6 linieregiment, dat hier in garni zoen ligt, vertrekt den ln April naar Ant werpen. Proficiat Yperlingen! Stemt nu nog voor de kaloten. De heeren P. De Swarte van Nieuport en P. Vermeulen van Yperen, hebben eene vergadering opgeroepen, van afgevaardigden van het vooruitstrevend liberaal congres voor West-Vlaanderen, op Maandag 11 Januari, ten 2 ure namiddag, in het lokaal St-Barba- ra, te Rousselaere. Men zal op deze bijeenkomst maatregelen nemen voor de zittijd van het eerstvolgende congres te Brussel. Onze jappers gaan er met vuile voeten door. In de laatste Raadszitting hebben zij ineen ademde kosteloozejapschool aangenomen, de heer Vandaele in den Godshuizenraad ver vangen door Ijeef Lambin en de heer Gravet in het Bureel van Weldadigheid door kadod- der Flipje Vandenberghe, een Meenenaarke. 't Ziet er lief uit in onze stad 1 En zeggen dat zulks het werk is van eenige gewetenloozen, die hunne stem voor een goudstuk verkoch ten. Morgen Zondag, om 7 1/2 ure stipt, geeft deze Maatschappij onder het bestuur van M. P.Deliége, hare eerste muziekfeest den leden aangeboden, in stads-tooneelzaal. Het programma luidt als volgt Eerste deel. Tweede deel. In den nacht tusschen Dinsdag en Woens dag hebben eenige propere vuilaards den ge vel van M. Brunfaut's huis met str... be schilderd; wij denken te mogen zeggen dat het dezelfde kerels zijn die overtijd het huis van M. Bossaert bevuild hebben en dan de poort van M. Colaert hebben besmeerd om de verdenkingen van zich af te wenden. Als eene partij geene andere middels heeft om zich over eenen tegenstrever te wreken, moet men bekennen dat deze partij met recht de str...partij mag heeten, en dat zij geweldig stinkt, In de laatste zitting van den Gemeen teraad heeft de Burgemeester bekend zijn verslag beweerde dat de liberale drukkers zooveel te veel gere kend hadden voor het werk dat zij voor het stadsbestuur verrichtten, Dit wil zeggen dat de liberale drukkers geene uitbuiters zijn, gelijk de Burgemeester het heeft willen doen gelooven, en wij vra gen ons af of M. Surmont deze eerherstelling zal openbaar maken gelijk hij de beschuldi ging heeft openbaar gemaakt. Het is niet ge noeg vandaag iemands reputatie te schenden en hem in zijnen handel en zijn vak te bena- deelen, om zes maanden later zich tevreden te houden met te zeggen dat men gemist heeft, men moet den moed hebben de bena deeling te herstellen in de mate zijner krach ten, dan alleen geeft men voldoening aan de belanghebbenden. Zal de Burgemeester zulks verstaan? De volgende benoemingen komen gedaan te worden in het pompierskorps, en alzoo v ordt de kader volledigd Eerste Brigade Wachtmeester, Dethoor Hector, Brigadier, Hof Henri. Tweede Brigade Wachtmeester, Hauspie Prosper, Brigadier, Verbeke Arthur. Derde Brigade Wachtmeester, Vandemoortel Henri, Brigadier, Dewachter Petrus. Vierde Brigade Wachtmeester, CredisAmand, Brigadier, Van Assche Jules. Vijfde Brigade Wachtmeester, Bras Louis, Brigadier, Casier Petrus. Zesde Brigade Wachtmeester, Didier Amand, Brigadier, Gheysen Alfons. Zevende Brigade, (de ladder) Wachtmeester, Verstraete Isidore, Brigadier, Tanghe Louis. De heer Buseyne, sedert 19 jaar pompier en kleermaker van het korps, komt door den h. Surmont aan de deur gezet te worden. Sieur Buseyne kon geheel wel het weinige werk alleen verrichten, maar Burgemeester Surmont vond dat men benevens Buseyne zeven nieuwe lappers moest benoemen, om aan zijne beloften te kunnen voldoen; na 19 jaren goeden dienst kon Buseyne zulks niet verkroppen en bekwam zijn ontslag. Ziedaar hoe een burgervader als Surmont zijne inwoners beloont. Amicus pot ens 1 BURGERSTAND. van den 1 tot den 8 Januari 1892. Geboorten. Mannelijk geslacht 2. Vrouwelijk id. 5. Oves-Iï jilciis. Polley Maria, 76 j. zonder beroep, weduwe vanTidrick Etienne, Bollingstraat, 12. Indevuyst Virgenia, 20 jaar, dienstmeid, ongehuwd, Meenenstraat, 5. Burggraeve Hector, 48 jaar. daglooner, weduwaar van Bekaert Silvia Meenenstr., 5. Peirsegaele Irma, 34 jaar, zonder beroep, ongehuwd, S' Nikolaas-buiten. Richels Theodoor, 21 jaar, soldaat bij het 3de ligne-regiment, ongehuwd, Vleeschhou- wersstraat, 8. D'Ooghe Carolina. 80 jaar, herbergierster, echtgenoote van Huyghebaert, Benoit,Boom gaardstraat, 26. Aernout Sophia, 68 jaar, zonder beroep, echtg. van Tanghe Adolphe, Neerstraat, 24. Geeraerd Karei, 23 jaar, landbouwer, on gehuwd, S'.Jacobsbuiten, 53. Riem Maria-Theresia, 43 jaar, zonder be roep, ongehuwd, Rijselstraat, 38. Kinderen beneden de 7 jaar- Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 2. Huwelijksaankondigingen. Alphonse Ingelaere, schoenmaker en Ga- brielle Schoonaert dienstmeid, beide te Po peringhe. GEBOORTEN. Mannelijk. 3 Vrouwelijk. 2 STERFGEVALLEN. Verhaeghe Charles oud 65 jaren, echtge noot van Rosalie Baert. Vanhille Eugenie, ongehuwd, oud 82 jaren. Vanheule Cecile oud 60 jaren, echtgenoote van Aloïse Vram- bout Boutten Sophia, oud 70 jaren, echtg. van Aloïse Roy. Merveille Amelie, oud 82 jaren, wed. van Livinus Flou. Thooris Benoit, echtg. van Louise Allaeys. Lefe- vere Joanna, oud 78 jaren, wed. van Fran- ciscus Beddeleem. Verhaeghe Maria, oud 69 jaren, ongeh. Delbaere Charlotte, oud 61 jaren, ongeh. Kesteman Joanna, oud 75 jaren, wed. van Pieter Campagne. De- byser Amelie, oud 67 jechtg. van Benoit Gombert. Frutsaert Catherine, oud 83 j wed. van Joseph Corselis. Gruwier Ch., oud 69 jaren. wed. van Amelie Vandevoorde. Deconinck Marie, oud 88 jaren, wed. van Louis Lefebvre. Bonte Ciemence, oud 78 jaren, ongeh. Weens Henriette, oud 62 j. wed. van Charles Declerck. Briche Leonie oud. 43 j. echtgen. van Petrus Debandt. Hinders beneden de 7 jaren, f Mannelijk. 4 I Vrouwelijk. 5 Bedenkingen over de Boterfabriek te KEMMEL. ('Aan de hand van Veritas.) Maanden geleden begon M. Bruneel pogin gen aan te wenden om te Kemmel eene boterfabriek in te richten. Eene jonge boerin ging op zijne kosten studiën naar Wevelghem doen over het be reiden van boter en kaas, en na een exaam onderstaan te hebben keerde zij naar Kem mel terug, alwaar M. Bruneel reeds een huis gehuurd had en waarin hij al de ver beterde toestellen liet aanbrengen om boter te vervaardigen. Kort daarop liet dezelfde heer een landbouwingenieur komen om die boterfabriek te besturen. In den beginne zonden een dertigtal land bouwers, alleen huurboeren, melk daar naar toe, doch weldra hun getal verminderde en nam zoodanig af dat er ten laatste slechts vier of vijf voort melk aanbrachten. Elkeen te Kemmal en in het omliggende beweert dat M. Bruneel geld en veel geld daaraan verloor toch laat hij den moed in de schoenen niet zakken toch liet hij nieuwe en kostelijke gebouwen zetten om daar boter en ongetwijfeld ook kaas te maken. Dat ailes gaf bij ons aanleiding tot eenige bedenkingen welke wij gaarne voor beter geven het ware ons zelfs zeer aange naam wanneer iemand ons wilde weerleg gen. In hoeverre de tegenwoordige gedrukte toestand van den landbouw zijn invloed heeft laten gelden op M. Bruneel (die in deze inrichting ontegensprekelijk de bijzonderste is) kan moeilijk uitgemaakt worden. Maar zeker is de gissing niet al te gewaagd dat de verwachting, door de oprichting van eene boterfabriek te zullen meewerken tot ophef fing van dien staat van kwijning, mede haar gewicht in de schaal heeft gelegd, even zeker als het niet gewaagd is te onderstellen dat de hoop hunne zaken die al niet te best staan, door de boterfabriek te herstellen sommige, misschien al de landbouwers die in den beginne meewerkten, zal bewogen heb ben aan de oprichting dier fabriek een handje bij te steken, ten einde zich zelf te bevoordeelen. Wij kunnen ons vooral voorstellen dat huurboeren die in dezen tijd moeite hebben, sommige zelfs om de huur te maken, maar in elk geval de meesten om boven hunne huur het noodige te winnen om behoorlijk in het onderhoud van hun gezin te voorzien zonder achteruit te gaan, dat die huurboeren gretig een middel aangrijpen ten einde in dien toestand verbetering te brengen. Wij meenen te kunnen aantoonen dat liet den huurboer althans op den duur, volkomen onverschillig is waar en hoe zijn melk tot boter verwerkt wordt. Of dat geschiedt lijk vroeger bij den boer aan huis, hetzij om ze naar Yperen, Belle, Nieuwkerke, Meesen of elders naar de markt te koop te brengen, hetzij om ze voor burgers in potten te slaan of dat het in het groot gebeurt in de fabriek, daarover behoeft de boer zich in 't minst niet te bekreunen, om de eenvoudige reden dat het hem op den duur geen voordeel aan brengt. Verre van ons 't gedacht dat de fabrieken de vloek zijn van de maatschappelijke ver houdingen, lijk kortzichtingen beweren noch dat de fabrieken geen voordeel aahY" brengen. Immers, wij erkennen volgaarne dat in 't algemeen door fabriekmatige bereiding met oneindig veel minder arbeidskracht veel meer of veel beter voortbrengselen geleverd worden, dat dus frabrieken in hooge mate de voortbrenging bevorderen, 't zij door, zoo de hoeveelheid al niet vermeerdert veel beter waar voort te brengen, 't zij door -- bij gelijke deugdzaamheid van het voort brengsel den mensch in staat te stellen met behulp van denzelfden of zelfs minder arbeid, een veel grooter hoeveelheid voort te brengen. (Wordt voortgezet.) H N PP Ph H pp .2, S 1. Allegro militaire. X. 2. Le Conquérant, ouverture. A. Govaert. 3. Prineesse Henriette, gavotte. J. Steenebrugge. 4. Les Mousquetaires au couvent, fantaisie. L. Varney. 5. La jolie Hongroise, valse. E. Fischer. 1. Le Denier laïque, marche milit. E.Van Elslande. 2. Le Brasseur de Preston, fant. Adam. 3. Aline. mazurka. P. Deliége. 4. Le grand Mogol, fantaisie. Audran. 5. A vos souhaits! polka X. Hï W Oi co ei G a cS <M O oo cS as G cS :a? S-i -r-i O. M fl o <v o 'O r—i o M o .ia o lO O iO O O W O N O LO CvL i qT qO W H W W 02 M J CO O O o O O O O O o O O O t> TC T* CO W H r-H r—1 LO IC O O O O O o I> O P O O O <M w o o S o\ oT )o co O) Cv} r-H cv) H co Q o o >o o O O O O O Có O co -T CO O O CK) r-1 OP tij tc O tó cn G O O cS O \o <M T3 cS H W M D3 B

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 3