VANIJPEREN EB HIT ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Aimoncenblad.
l
Zeveiiste jaar.
Zaterdag 2" Juli 1892.
Nummer 27.
De Heilige Inquisitie in Spanje.
STADSNIEUWS.
Hoe logiek
Eens verhuizing met groot orkest.
St. Pieter en de Taaatevisschers.
Wat ze»-je nu daarvan
Posterijen.
Maatschappij Burgerwacht
Meessen.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncent 15 cent. per drukregel. Rechte
li ke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen Joor den Office de PublicitéMagdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
(10* Vervolg)
Boven die trappen zag men, onder een
loofdak, de zetel van den hoofd-inquisiteur,
welke zich boven de Koninklijke galerij
verhefte.
Aan de linkerzijde der galerij was er een
tweede amphithéatre, waar de veroordeelden
moesten geplaatst worden.
In het midden van den eersten amphi
théatre, waren hier twee houten kooien,
langs boven open, waarin men de veroor
deelden, binst de lezing van hunne vonnis,
plaatste.
Te midden dier twee kooien waren twee
preekstoelen, een voor den berichtgever of
lezer der veroordeelingen, de andere voor
den preekeren ten slotte plaatste men een
altaar nevens de galerij der raadsheeren.
De koning en de koninklijke familie-na
menplaats in de galerijen. Andere galerijen
waren nog gemaakt voor den adeldom, en
stellingen voor het volk.
Een maand na de afkondiging der auto-
da- fé, begon de plechtigheid met eene pro
cessie bestaande uit domlnikaners en ver
trouwelingen welke van de kerk naar de
groote plaats vertrokken, alwaar zij een
groen kruis plaatsen, met een zwarte sluier
overdekten, omringd door het vaandel der
Heilige Inquisitie. Dan verbleven de domini-
kaners daar een gedeelte van den nacht al
psalmen zingen en missen vieren.
Om zeven uren 's morgens verschenen in
de galerij de koning, de koningin en gansch
het hof.
Om acht ure kwam de processie uit het
paleis der Heilige Inquisitie, en begaf zich, in
de volgende orde, naar de groote plaaats
1° Honderd kolenbranders, met pieken en
musketten gewapend. Deze hadden het recht
aan de processie deel te nemen, omdat zij
het hout verzorgden die dienen moest voor
de ketters te verbranden.
2° De dominikaners, door een wit kruis
voorafgegaan.
3° Het vaandel der Heilige Inquisitie, door
een hertog gedregen. Dit vaandel was van
rood damast, op hetwelk men langs de eene
kant, de wapens van Spanje, langs de ande
re, een zwaard zag, door een lauweren
kroon omringd.
4° De adeldom van Spanje en de vertrou
welingen der Heilige Inquisitie.
5° Al de slachtoffers, zonder uitzondering
van geslacht, geplaatst volgens de min of
meer strenge straffen waartoe zij veroor
deeld waren.
Diegene welke kleine veroordeelmgen ont
vangen hadden, gingen de eerste blootvoets,
door een in lijnwaden san-benito overdekt,
met een geel kruis van den heiligen Andries
op de borst en een op den rug.
Daarna kwamen de gevangenen, veroor
deeld tot de geeseling, tot de galeien en tot
de opsluiting. Volksman.
Wanneer een persoon komt te overlijden
die verklaard heeft burgerlijk te willen be
graven worden, schreeuwen en tieren de
kaloten dalhooren en zien ervan vergaan en
zij vinden geene scheldwoorden genoeg om
in hunne gazetten den overledene en geheel
zijne familie te schandvlekken. Nog meer
sommige belhamers dér moordenaarspartij
schamen zich niet openbaarlijk op eene kra-
puleuze wijze tegen dergelijke begravingen
te protesteeren. Wij hebben er onlangs twee
voorbeelden van gehad, die ten volle onze
gezegden bevestigen.
Maar als nu een mensch niet mag begra
ven worden zonder de tusschenkomst van
kerk en priester, waarom dan kan men in
zekere omstandigheden op hunne medewer
king niet rekenen
Dinsdag namiddag moest de begraving
plaats hebben van den ongelukkigen soldaat,
die Zondag morgend overleed ten gevolge
der onvoorzichtigheid die hij begaan had met
zich te gaan baden na nauwelijks geëten te
hebben. Welnu de bloedverwanten van dien
jongeling waren gekomen en alles was ge
schikt en geregeld met den aalmoezenier van
't leger, die tevens pastoor van S' Nikolaas
kerk is, om hem Dinsdag 11. 's namiddags te
begraven. Op het gestelde uur was iedereen
tegenwoordig in het militaire hospitaal,
bloedverwanten, vrienden, kennissen en de
soldaten zijner compagnie; maar wie niet
verscheen, was de priester.
W aarom
'S morgens had de plechtige inhaling plaats
gehad van den nieuwen pastoor van Sl Pie-
ters en na de plechtigheid waren al de gees
telijken der stad vergaderd op een lekker
banket. Er werd lustig geëten en gedronken,
gefeest en gevierd, maar niemand dacht aan
de begraving die moest gedaan worden. Men
zag zich verplicht naar de Aloïsiusschool te
loopen om eenen priester te halen of anders
liep de ongelukkige soldaat gevaar burger
lijk te worden begraven, ofschoon het zijnen
uitdrukkelijken wil niet was.
Wat moeten de kaloten nu zeggen van
zulke ver waarloosheid? Zullen zij nu ook
hunne verontwaardiging laten blijken tegen
de geestelijken die zich alzoo aan plichtver
zuim schuldig maken?Neen, zij zullen
zwijgen dat zij zweeten en misschien den
overledene nog ongelijk geven gestorven te
zijn en begraven te moeten worden op een
oogenblik dat de priesters zich in de wellus
ten van Capua vermaakten.
Eenieder zal met ons bekennen dat zulke
handelwijze niet logiek is en dat een dienaar
der kerk, zoowel als de eenvoudigste ambte
naar, zijne plichten niet mag verzuimen voor
het vermaak eener lekkere maaltijd, al gold
het nog de installatie van honderd pastoors.
Maar ja, men heeft schoon die kerels op
heeter daad van onnauwkeurigheid te be
trappen, zij zullen de eenvoudige menschen
toch altijd doen gelooven dat de kiekens hooi
eten en Ons Heere maar een Fluppe is.
Donderdag 11. was de dag die bepaald was
voor de Maatschappij der Oud-Pompiers om
de zaal van den Gouden Arend te verla
ten en zich te gaan vestigen in de nieuwe
prachtige zaal van het Café de la Bourse.
'S avonds, om 8 ure vergaderden dus al
de werkende-, bescherm- en eereleden in de
oude zaal, vormden zich in stoet en, vooraf
gegaan door het muziek der maatschappij,
dat de vroolijkste deuntjes liet hooren, be
trokken zij het nieuw lokaal. Eene oneindige
menigte vergezelde hen en deze verhuizing
had het geheele voorkomen eener zegetocht.
Hoe groot en uitgestrekt deze nieuwe
zaal ook zij, nog kon zij met moeite de
honderden personen bevatten die deel namen
aan den stoet.
De heer A. Brunfaut, voorzitter der maat
schappij, toonde hoe ijdel het gezwets was
der kaloten die het nieuwe genootschap voor
een doodgeboren kind hebben uitgegeven
hij bewees hoe krachtig en hoe levendig
dit doodgeboren kind zich thans voorstelde
en wat men verwachten mocht van eene
maatschappij die op zoo een korten tijd
zulken vooruitgang had gemaakt.
Inderdaad, de muziekafdeeling telt verre
boven de zeventig leden, die allen bekwame
en volleerde muzikanten zijn. Iedereen
heeft hen reeds kunnen hooren en waar-
deeren, het ware dus overbodig er verder
over uit te weiden.
De Brabanconne en de Marseillaise
werden beurtelings aangeheven en daarop
volgden verscheidene schoone concertstuk
ken, die aller toejuichingen uitlokten. Ein
delijk kwamen een mengelmoes van volks
liederen en het lied van Reusje het feest
sluiten. De geestdrift was zoo algemeen, zoo
groot, dat men zich nog in de goede tijden
van het liberalisme waande en men voor
een oogenblik de kaloten en geheel hunne
moordenaarspartij vergat.
Het doodgeboren kind moet niet weinig
op de maag onzer tegenstrevers liggen, want
vele hebben wij er gezien die knarsetandden
en zich op de lippen beeten van spijt, bij het
zien van zooveel bijval.
Zie, hoorden wij een overtuigde kaloot
uitroepen: Wij hadden niet beter gewenscht
dan die maatschappij in hare wieg te ver
smachten, maar nu is zij reeds zoo straf dat
al de blauwe kousen en de tuimelaars te za-
men er geenen lap meer kunnen aan leggen.
Zulke bekentenis in den mond van eenen
tegenstrever is meer waard dan de grootste
loftuiging.
Leven de Oud-Pompiers! Leve het be
stuur! Leve de Maatschappij
't Schijnt dat de maatschappij der Taarte-
visschers, dit jaar met veel plechtigheid hun
patroonfeest gaat vieren. Sedert twee a drie
jaren hoorde men van hen niet spreken,
maar eindelijk zijn zij verrezen en zij willen
eens toonen wat zij kunnen.
's Zondags, om 4 ure namiddag, zal deze
ervarene maatschappij stoetsgewijze, met
muziek aan 't hoofd, zich naar de kaai bege
ven voor het koningvisschen. Daarna zuilen
er alle slach van vermakelijkheden plaats
hebben, om den zegepraal van den nieuwen
koning te vieren.
's Maandags, om 4 ure namiddag zullen de
volksfeesten en vermakelijkheden hernomen
worden, het muziek zal een allerschoonste
concert geven en gedurende de algemeene en
prachtige verlichting, welke 's avonds zal
plaats hebben, zullen de feesten gesloten
worden met een luisterrijk bal.
Bravodat heet men feest vieren en wij
weten het bij ondervinding, als het er op
aankomt plezier te maken, de Taartevis-
schers hebben er een handje toe en moeten
voor niemand wijken.
Wij lezen in Eet Volksrecht van Meenen
het volgende artikel
De moordpoging door een paap op een
liberaal te Oostende gepleegd, doet onze
aandacht vallen op het dragen van verbo.
dene wapens door verscheidene haantjes
vooruit der Ypersche papen wereld en wij
roepen er de aandacht van het gerecht op.
Wij zijn te wete gekomen dat de fana-
tieke paap B(wij zullen hem noemen
als het noodig is), in eene katholieke her-
berg op de Groote Markt, een dier ijzeren
knodVe\ waarmede men de politie van
Brus«$ Kieeft wihen wapenen en waar-
tegen ds pers] opgestaan is, rondgezwaaid
heeft, zeggende dat ze nu eens afkomen,
"de geuzen, wij hebben er alzoo drie; en
om de proef ervan te doen, hebben zij het
stoofijzer er mede krom geslagen.
Een ander. Een der 21 redacteurs van
het Journal d'Ypres (wij zeggen 21 en
geen 20) kreeg bij toeval van een vriend
een stoot op de borst; de vriend voelde dat
hij tegen iets botste dat zoo hard was en
maakte de opmerking ervan, waarop de
redacteur antwoordde dat het een revolver
was, die hij altijd op zich droeg.
Zal de politie haren plicht doen ol moe-
ten wij ons ook wapenen
Gedurende het 2e kwartaal van dit jaar,
heeft het telegraafkantoor van Yperen per
bode besteld 470 postverzendingen, waarvan
466 binnen den omtrek voor plaatselijke uit
reiking en 4 buiten dien omtrek.
Schieting van Maandag 20 Juni
Deweerdt Ch. 4
0
8
8
28
Froidure Robert 10
5
1
1
10
27
Bogaert Alph. 3
6
7
3
7
26
Beke Emile 8
6
1
0
7
22
Vantholl Henri 1
1
7
6
6
21
Maandag 27 Juni.
Bogaert Alph. 8
7
5
10
5
35
Boedt Leon 10
5
7
7
0
29
Vantholl Henri 6
1
5
10
6
28
Legon Emile 5
3
1
8
4
21
Ligy Albert 2
3
7
6
3
21
Jl. Zondag was ons dorp in volle feest. De
Turnmaatschappij Voortgang door het
werk had een heel puik Turnfeest weten
in te richten, waar de Turnmaatschappijen
van Komen (Belgie) Komen (Frankrijk), Kor-
trijk, Quesnoy en Wervick (zuid) deel aan
namen. De Brandweer met haar muziek
onder het kundig bestuur des heer Vestibule
luisterde het feest op.
Het was dus wel iets puiks, dat veel volk
uitgelokt heeft. Uit alle gewesten van 't
omliggende waren tallooze drommen aange
komen om van dat mooi feest te genieten.
Het krioelde van vreemdelingen in onze
straten, Yper was talrijk vertegenwoordigt.
Oia 4 ure vormde zich de stoet, die lang en
schoon was. Men doortrok de bijzonderste
straten om ter Groote Markt allerlei gymnas
tische oefeningen uit te voeren, die heel zeker
wel de moeite waard waren om zien. Na de
voorstelling der Turners, opende onze jonge
maatschappij de reeks lichaamsoefeningen
met eene gezamentlijke les met vrije handen.
Al die jonge knapen, beginnelingen, hebben
daar bewezen, dat zij zich moedvol en met
iever op de Turnerkunst toeleggen en het
verre brengen zullen.
Eene afdeeling der kortrijksche maatschap
pij bood ons een gezamentlijk werk met den
WEEKBLAD