Kemmel.
Keninghelst.
Voormezeele.
ijzeren stok aan, die veel bijval genoot en
getuigde van de handigheid dier volleerde
Turners.
Verder gaven de Avenir van Komen ^zuid),
de Fraternelle vanWervicq (zuid), de Espé-
rance van Quesnoy opvolgentlijk gezament-
lijke oefeningen, die ook luidruchtig handge
klap deden ontstaan en met juistheid, gelijk
heid en handigheid uitgevoerd werden.
Het werk op de tuigengelijkloopende ba
ren, ringen, koorden, eoz. was heel merk
waardig en toonde ons hoe de gymnastiek of
Turnkunst den mensch in zekere ongevallen
zeer te stade komen kan.
De les met den koninklijken stok door
Voortgang door het werk die met de knot
sen, door de Jonge Leiwacht van Komen
(Belgie) en de worsteloefeningen door de
espérance deden daverende salvos losbar
sten en waren echt prachtig om zien. Verder
kwamen nog sprongen in de hoogte en de
wijde, met de persen de aanloopplank, die al
veel ophef maakten en de nieuwsgierigen
veel vermaak en aangenaam tijdverdrijf ver
schaften. De spitszuilen het gaan en loopen
ook waren wel 't zien waard. Het was een
feest zooals wij er nog weinig beleefden.
Alles is er om ter best van stapel geloopen
en de onschatbare menigte zal haar uitstapje
naar Meessen gewis niet beklaagd hebben.
Er was verzet, vreugde bij de vleet, en allen
hebben er zooveel van genoten als 't hun
herteken lustte.
Eere hulde en dank aan de heereu ir li
ters en vooral aan den uitmuntenden en
takt vollen bestuurder M. Isidoor Deleu. die
niets onverlet liet om alles goed op ziya
pootjes te zetten, te schikken en te regelen
en die in zoo weinigtijds zijne jonge turners
zoo knap wist te oefenen.
Eere en dank ook aan de vele en volleerde
werkers, die uit de naburige steden en dor
pen opgekomen waren om ons feest door
hunne uitstekende kunst en keurige oefenin
gen, aantrekkejijkheid en luister bij te zetten.
Aan' allen, die tot het wellukken van dat
onvergeeflijk feest medewerkten, den besten
dank. V- ^A*
Een fameus mirakel.
Mundus vult decepi, ergo décipeator.
De wereld wil bedrogen zijn, dus worde
zij bedrogen. En zoo gebeurde het dat paap
en kasteelheer te Kemmel, twee kalanten
die belang hebben het volk in de onwetend
heid en het domste bijgeloof te houden, om
het des te beter en op hun gemak te kunnen
verdrukken en uitbuiten, overeenkwamen
eene succursale te openen van de vermaar
de geldklopperij welke te Lourdes op groote
schaal geexploiteerd wordt. De kasteelheer
liet op zijne kosten eene nagemaakte grot
zetten waar weldra een plaasteren vrouwen
beeld, in een daartoe gemaakt hol, zou ge
bracht worden.
Daar waren wel is waar in 't dorp reeds
vrouwenbeelden die vereerd werden, ja zelfs
men trof er aan van hetzelfde merk
O. L. V. van Lourdes onder andere in
de kerk, doch nieuwe bezems vagen het
best; het laatste nieuw zou misschien meer
vermogen dan al de andere.
Ik zeg niet dat er mirakels zullen gi
beuren, maar er kunnen er gebeuren zoo
sprak Callens in beide missen, den Zondag
der wijding van die kapel, want, ge moet
weten, die kapel werd met grooten tralala
gewijd.
Voor deze die niet te best weten hoe zulks
gedaan wordt, zullen wij het in korte woor
den verklaren.
Stoetsgewijze, met al wat de kerk telt
aan vaantjes en lintjes en gemaakte bloemen
en andere vodden, werd het nieuwe vrou
wenbeeld, naar haar verblijf gebracht. Voor
de gelegenheid was de deken en eene hoe
veelheid andere liemeldragonders toegesneld,
natuurlijk meer om hunne liere te smouten
dan wel om het beeld aan te gapen. Enfin,
na wat mondvollen keukenlatijn de wijde
wereld ingezonden te hebben, na eene korte
presentatie van de vrouw, de wonderbare
vrouw die zonder wettig diploma, genees
kunde zou uitoefenen, (doch slechts wan
neer zij welgezind zou wezen), eene presen
tatie zeggen wij door den deken, benevens
eene opheldering van de ongemeene welda
den van den kasteelheer, versta goed,
lezer, het was nog altijd de deken die sprak,
dus geen boer immers;
Om der wille van het smeer
Likt de kat den kandeleer,
daarmee was de zaak geklonken voor het
vulgum pecus.
Het beeld was geplaatst; het kon maar
zijne werkzaamheden beginnen, want: - Ik
zeg niet dat er mirakels zullen gebeuren,
maarer kunnen er gebeuren!...
De hemelverkoopers vlogen als schichten
naar tafel, smulden daar de lekkerste spij
zen, zopen van de fijnste wijnen, argueer-
den wat over de, voor hen voorname zaak
hoe men het best het volk in slape wiegt
en verkwezelt, en vlanl het was gebeld
voor de kaartjes. De plechtige wijding was
afgeloopen
Ja maar, Callens is altijd haastig; wach
ten, dat verstaat hij niet. Het ijzer moest
gesmeed worden binst het warm was, in
andere woorden er moest ten spoedigste een
mirakeltje geschieden, een mirakeltje van
het systeem lijk er kunnen geschieden.
Hoe gedaan?
Ex ore parvulorum Veritas. De
waarheid vloeit uit den mond van het kind
bedacht de heilige man, en "hij had de zaak
bij het haar.
Een ongelukkig meisje, sedert maanden
van de beenziekte (carie des os) aangedaan,
had weken te bed moeten blijven, doch dank
zij de goede zorgen van dén ervaren ge
neesheer Reypens. was het kind reeds zoo
verre aan de beterhand, dat het met eene
knie op eenen stoel steunend, zich kon ver
plaatsen. Eene novene ter eere van het
plaasteren vrouwenbeeld zou haar ten volle
genezen!!!... Negen opvolgentlijke dagen
sleepte het arme schaap zich naar die kapel
en den laatsten dag, O wonderhet tot dan
ongelukkig kind sloeg zijne beentjes in zijn
achterste, en al dansend en al springend
vloog het huiswaarts!...
Pardon, vriend liefzich vastklampende
met eene hand aan den arm zijner moeder
en met de andere hand steunende op eenen
kloeken gaanstok kon het met moeite huis
waarts geraken.
Ret kind was dus geen haar beter dan
te voren, in tegendeel! De stoel bleef toch
in de kapel, ad perpetuam rei memoriam,
als bewijsstuk van het vlonder!
Ziedaar in alle eenvoudigheid het fameus
mirakel dat Callens op trouw gezet heeft,
hetwelk hij ongetwijfeld zal exploiteeren
en als de zaakjes naar wenschen draaien,
waarmee hij nog jaarlijks een v&t Bourgo
gnewijn te meer zal mogen afzuipen en
waardoor zijn bloeiend neusje wellicht nog
van eenen nieuwen knop zal verrijken!
Zullen er onnoozele sullen gevonden wor
den, die aan dat met wit garen genaaid
mirakel zullen geloof hechten? Onmogelijk
Zou iemand zich durven inbeelden dat 85
kilos plaaster beter en spoediger een zieke
kunnen genezen dan de wijdvermaarde ge
neesheer Reypens?
Te Kemmel, nooit!
We zullen eens alles zijnen gang laten
gaan, en zien en ondervinden of Callens,
komt hij eens zich een arm of been te bre
ken, waar hij zijne toevlucht zal nemen,
ofwel naar het beeld waarvan hij de macht
verkondt, ofwel naar eenen geneesheer, al
ware 't een geus?
We zullen verders zien en ondervinden
wanneer Callens nog geld zal noodig hebben,
hetgeen maar al te dikwijls gebeurt, en
bijgevolg niet lang wachten zal, of hij zich
tot de 85 kilos plaaster zal wenden, of als
hij lijk voor dezen zal gaan kloppen op de
lichtgeloovige parochianen
Callens, zoo goed als iemand weet dat
gansch de Lourdes zaak eene geldklopperij
is, waarvan de schaamtelooze bedriegers
welke van die zaak partij treKken, door
het gerecht dienen voorbeeldig gestraft te
worden.
Ja, Callens weet dat, anders zouden wij
hem verzoeken met ons een mirakeltje te
beproeven, hierin bestaande: Hij, Callens,
zou de bescherming der 85 kilos plaaster
mogen inroepen; wij van onzen kant, zouden
hem daarop eene gepeperde trommeling
mogen geven, zooals hij er zoo dikwijls eene
van menigen Kemmelnaar verdiend heeft.
Wanneer wij naar hartelust zouden ge-
wrocht hebben en dat hij daarna eene tweede
ranseling zou vragen, dan riepen wij op
i alle daken mirakel! want ten minste, dat
ware er één, wij spreken er borg voor.
Tot later.
Onze ekster heeft Zondag 11. een beetje
uit zijn nestje gevlogen, al zingende, in de
vroegmis heeft hij eenige opmerkingen ge
daan op het lezen van slechte geschriften
en gazetten. Het was juist gelijk expres ge
daan, achter de mis stond er iemand bij de
doodbarriere met slechte gazetten. Hewel
beminde christen, zegde de ekster, gij weet
dat het verboden is van slechte liedekens,
geschriften en gazetten te lezen en nog meer
van te koopen. Wat dat gij moet doen is
dat manneken naar de mane zenden en
dat hij elders voyageert.
Ja Reninghelst zal zich haasten omdat
te doen en gehoor geven aan een manneken
van zijn eerste broekje. Hoort eens beter
naar Jan, gelijk of gij met eenen been in
den put zit, hadde gij veel beter het potje
gedekt gelaten en u uit den slag gehouden.
Is het misschien baaske die het u gekom-
mandeerd heeft? Als het zoo is, gij moest
doen gelijk dien van Westouter, zeggen
doet het zelve baas.
Nu als het anders is, Rousselare en is
niet te ver voer mij om ne keer te gaan
kijken uit welk voor een nest gij gevlogen
zijt.
Hij gaat voort, en zegt Zondag zullen
wij eene omhaling doen voor de onbeschaaf
de menschen van den Congo (dat is beter
of slechte gazetten lezen). Zijn er misschien
geen arme menschen in ons landeken, die
nood hebben? Veel zijn er dat wij het licht
door hunne kaken zien, die wankelen langs
de straten en schier bezwijken van honger
en bijkans op de lucht niet en kunnen kijken
van flauwte, die met moeite een stukje dro
gen brood kunnen krijgen om hun te eten
en maar een teugje water hebben om het
in te spoelen. Ah, gij uitgeputte boeren en
gij lijdende burgers ten gevolge van den
slechten tijd, luistert wel naar Jan. indien
gij een centiemtje kunt missen geeft het aan
de arme menschen in plaatse van aan die
zwarte duivels te geven om vette smeer
buiken te kweeken. Gij wreede dienaars
des heeren, doet liever een omhaling voor
de boeren die gij zoo lief hebt in plaatse van
hunnen laatsten duit uit hunnen zak te zui
gen.
Daarna zaagde onze ekster nog een kwart
op het nalatenschap van de erfzonde van
Adam. Mijn braaf eksterke, gij zijt zeker in
het bezit van meer verstand of gij spreekt
ik geloof het niet, gij en zoude! alzoo niet af
geloopen hebben, ik ben er zeker van. Heb
ben wij niet allen geleerd geweest, dat God
den eersten mensch Adam geformeerd heeft
van een handeken vol slof en aarde en dan
eene ribbe genomen uit Adam om Eva te
maken. God heeft die twee menschen ge
maakt naar zijn beeld en gelijkenis en doen
gehoorzamen aan de natuur geschikt om te
paren en de wereld te doen bevolken.
Nu sedert meer dan achttien-honderd jaar
willen onze driestekkers ons doen gelooven
dat Adam en Eva daarmede gezondigd heb
ben. Wien zal dat gelooven die mensch is,
niemand. Hoort mijnheer den ekster, ten is
al te maal niet van hetgeen gij vertelt hebt.
Zoo tracht in het toekomende, zooveel niet
meer af te loopen, of zoo niet zullen wij
Reninghelstnaren u naar de maan zenden
wandelen in plaats van onzen gazetteverkoo-
per. Dat zal beter zijn? Jan Straal.
pe_ Dag Disten, maar wat is dat met
u, gij loopt en zwoegt gelijk eene slaaf?
Disten. Ochja, wij geringe burgers,
wij zouden wel mogen dansen gelijk onze
meesters fluiten.
pe_ ja, a propos van dansen, zegde
men niet dat men een danswachter zou aan
gesteld hebben om gedurende de kermisda
gen het strenge verbod van dansen te doen
eerbiedigen
Disten. Een danswachter! wat is dat?
Dat is iemand die moet alles gade
slaan en overdragen alles wat hij hoort en
ziet; net gelijk een swis in de kerk.
Disten. Wat zullen wij nog al hooren?
mijne opinie is, dat elk eenieder de plicht
vervulle die het aanvaarden zijns ambt van
hem vergde; bijvoorbeeld; is Let de plicht
niet van wie het aangaat alle middelen in te
spannen; ja, zelfs geene onkosten te sparen
om de parochie-kermis, door allerlei spelen
en vermakelijkheden aantrekkelijk te maken
ten einde zooveel volk mogelijk uit te lok
ken om den herbergier, den vleeschhouwer,
den bakker en alk. stildoeners zooveel moge
lijk te bevoordeelden, veten zij niet dat
allen zware, zeer zware pachten en lasten
te betalen hebben; dat het meerdere getal
veel kinderen hebben aan wie zij verplicht
zijn opvoeding en onderwijs te bezorgen
dit is, mij dunkt, van het allergrootste be
lang! ja, wie weet zoo onze kinderen niet
eens geroepen worden om, op hunne beurt,
het gemeente-bestuur in handen te nemen
de hoedanigheden hier toe vereischt zijn zoo
talrijk als onontbeerlijk; bekwaamheden,
wijsheid, plicht besef onpartijdigheid, billijk
en rechtvaardigheid daar is de steunpilaar
der samenleving.
Pe. Alles wat gij daar zegt is waarheid
mochten uwe vermoedens zich verwezent-
lijken, men zou onze gemeente zien bloeien
en in plaats van oneeniglieden, van allerlei
buitensporigheden, bestond niet dan vrede
en welvaart; wij zouden aan dieften niet
hoeven te denkenramours makers en an
deren zouden den molen voorbij gaandeze
of geene dochter zou onderdanig zijn aan
hun vader en niet blootgesteld worden op
straat te vliegen met gevaar van armen of
beenen te brekenmen zou de nachtrust van
ons braaf kapelaantje zoo ongeschoft niet
stooren en Petorre, ware ook niet. verplicht
zich dreigend voor zijn venster te stellen
om, als ware policieman, die baldadigheden
te verbieden.
Disten. Hadden wij een nachtwaker,
dan zouden wij op onze twee ooren mogen
slapen.
Pe. - Ja, maar het zou geen dronkaard
mogen zijn die de nachten in herbergen
overbrengt, een stuk in den kraag drinkt
de deur niet meer vindt en eindelijk des
morgens als een schatserijder al struikelen,
al tuimelen naar huis vaart.
Disten. Met zulken ne vent zouden wij
wel zijn; het is nog beter gelijk het nu is; wij
zijn het voorwerp van onuitputtelijke voor
zorgen en belangstellingen dagelijks gaat
men de zakken betasten der grassnijders, is
dat niet wel
Pe. Waren het allen mannen gelijk
Leo Vandenkiekebusch, is dat geen ware
vader? Zou hij iets doen die de belangen
zijner kinderen zou kunnen hinderen Zou
hij zich laten geleiden door ne Petorre of
andere ten nadeele zijner kinderen allen?
zou hij ook aan zijne kinderen verbieden
zich te vermaken of een liegen te dansen
met Trien of Anne-Mietje-Coba? zeker niet,
hij zou even als onzen goddelijken meester,
hen tot vermaaak en uitspatting aanspooren
met hen een goed glas wijn te doen drinken
gelijk het gebuurde in den bruiloft van
Canadaar wilde den Heer toonen dat den
mensch uitspatting noodig heeft zoowel naar
ziel of naar lichaammaar nu, Eilaas! weten
de vetgemeste zwijns niet meer dat de ma
gere honger hebben.
Disten. Gij doet mij lachen, gij zijt
toch nen aarJigen duivel; ik geloof waarlijk
dat gij een gemiste pater zijt! zit er nog
iets in uwe snuifdoos! laat maar te voor
schijn komen; gij moet niet aarzelen.
Pe. Ziet eens de gemeente Dickebusch,
bijvoorbeeld: is deze gemeente niet door wijs
beleg en vaderlijke zorgen van burgemeester
en pastoor bloeiend geworden? Ziet men niet
jaarlijks, bijzonderlijk op hunne kermis,
ontelbare menigte volks er naar toestroomen;
zich lustig vermakende; is dit geen profijt
voor alle neeringdoenersZiet men niet dat
dit veel bijdraagt; niet alleen tot welstand,
maar zelfs dat hier uitvolgt dat de paro
chianen in vrede en genoegen leven! ook, ik
herhaal het, het zijn de heeren pastoor en
burgmeester die, het mag ter hunner eer ge
zegd worden, bezield zijn met een gevoel
van menschlievendheid en geene moeite spa
ren om hunne parochianen voordeelig te
zijn! hieruit volgt onvermijdelijk dat die
heeren het voorwerp aller achting, aller
eerbied zijn! maar hier eilaas! opend men
den hemel; sluit men den kelder en de
schrapraai dat het vel van onzen 'buik wel
haast aan onzen rug zou plakken tot dat
men zinge
Recht in Putje.
Ik zou nog veel te zeggen hebbendoch
hebt geduldwij zullen elkaar nog zien? zegt
wel aan de herbergiers dat zij zich op hunne
hoede houden en wel zien dat zij zich als
fraaie kinderen gedragen, opdat zij toch den
officier danswachter mogen behagen; alles
tot meedere eere en glorie van moeder weet
het al.
t
s^3s»38®Ss®«Sr!=ï=»=«"-
.-.gr.g-S-8 "»i'i
MKMM