VAK IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
KIEZERSLIJSTEN.
VASTENAVONDZOTTE.
Zevenste jaar.
Zaterdag 18" Augufti 1892.
Nummer 34.
Toestand in den Congo.
STADSNIEUWS.
Hoe men zich zeiven
en 'soms gekitteld wordt.
ntsoriis voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annonben: 15 cent. per drukregel. Rechte
__Abonneme .P regel Akkoord per jaar of per maand.—10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels,'enz. 8 fr. per 100. Alle
lijke earners e Qf ander° bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens,gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, ajsmede
berichten van ver- p ontvangen ioór den Office de Publicity, Magdalenastraat,' Brulsef. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office
onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnalitei ten oevattende worden met opgenomen.
Wij raden al onze vrienden aan
hunne inschrijving op de kiezerslij
sten te vragen.
Dat bericht wordt bijzonderlijk ge
richt.
1° Tot de personen die lasten in
andere gemeenten betalen.
2° Deze die, ten gevolge' van'st.erf-
geval, de zaken voortzetten of goede
ren hunner ouders bewonen:
3° De oudste'zonen of schoonzonen
der.we'uwen die den kiescijns be
talen
4°-De burger's die, hetzij door "hun
ambt, huune graden of hunne diplo
ma's, als békwaamheidskiezer zouden
kunnen ingeschreven worden, (wet
van 24 Augusti 1883);
Ingevolge de wet mag het .gemeen
tebestuur geen g&yolg..geven aan de
inschrijvingen die na dsn 30 Augusti
zouden aangeboden worden.
Wij verzoeken vuriglijk onze poli
tieke vrienden niets te verwaarloo-
zen, want het is meer dan waarschijn
lijk dat de klerikalen zullen den
draad spinnen met de herziening Her'
Grondwet en dat al de kiezingen, die
in 1893 zullen plaats hebben, zullen
moeten gedaan worden volgens de
kiezerslijsten die dit jaar moetea
worden opgemaakt.
DE
(Vervolg).
Intusschentijd waren de peerden van bet
rijtuig opgericht geworden, en kon de be
koorlijke zoetelaarster er weder gebruik van
maken. Zij reed naar het bal.
Nauwelijks was zij er hinnengetreden, of
M. Adolf in zwierige hofpaadje verkleed trad
haar minzaam.te gemoet, en bood haarden
arm aan. Ik werd reeds zoo ongeduldig,
sprak hij met fleemde" stem,-;*- want zonder
u, o zonder u zou er hier vermaak noch ge
noegen voor mij zijn
Een stil-glimlachen beantwoordde zijn ge
zegde, waarop de verleider hernam
Hermance, ik gevoel het zonder u zou ik
niet^meer kunnen leven: wilt gij de eènige
beminde mijner ziel zijn
Ja, ik wil, want ik bemin u sprak
de zoete stem der schoone zoetelaarster.
Hermance, gelukkiger kan ik niet zijn,
hernam mijnheer Adolf, o nu gedanst,
gesprongen en gedronken: geleefd en geno
ten
Adolf, sprak Hermance' nu 'zacht,
hier is te veel gewoel in het bal: ik wil uwe
liefde op proef stellen. Kom, wij begeven ons
elders volg mij, ik heb een rijtuig.
Allertreurigst zij tl de. .berichten
welke ons uit het zwarte broederland
'toekomen De negers zijn in vollen'
opstand, pijnigen èn vermoorden de
Europeanen wélke als handelaars of
beschavers derwaarts getrokken.zijn.
De ware oorzaak van dezen oproer,
tusschen de anders zoo vreedzame
zwarte bevolking, is tot heden nog
niet opgehelderd, ofschoon ze döor
velen aan de kuiperijen der" anti
slavénmaatschappij van kardinaal
Lavigerie wordt toegeschreven, wël-
..ke gewapenderhand clen menschen-
hanflel bestrijden en zware'belasting
en van de doortrekkende'karavanen
eischen; van eeiien anderen kant
wordt de oproer aan den naijver der
'Arabieren of slaven en ivoorhande
laars toegeschreven, welke tot heden
het monöpolium van den midden
AfVikaanschcn handel -bezaten,--ëtt-
geené vreemde concurentie gedoogen.
Het zoo doodend klimaat is niet
meer alleen de grootste vijand der
moedige Europeanen, welke broe
ders, zusters, kennissen en vrienden
„verlaten om ginder'in dien .gapenden
'grafkuil de negers te beschaven of
fortuin te'zoeken.
De zware bevolking aan 't slaven
juk onttrekken, hun het genot der
Europeesche, beschaving,, dqen sma*
.ken, hun .tqobon en ,-leeren dat zij
mensch zijn, en waarop zij als mensch
recht hebben, i§ schoon, is edel, is
Zij is aan mij, dacht Adolf in zich
zel'ven, en hij volgde de schoone zoetelaarster.
Zij iluisterde den koetsier eenige woorden
toe, 'en beide namen plaats in het rijtuig.
Waar voer.gij mij heen, mijn teér ge
liefde? vroeg-Adoïf.
-Gij zu-lt het haast weten, was het
antwoord.
Het rijtuig hield voor het hotigër gemelde
klein huizeken stil, en daar nam de schoone
Hermance den verleider bij den arm, en trok
hem mat geweld er binnen.
Daar zag hij het meisken voor zich, die hij
vroeger had verleid
Hij sidderde bijv dat zicht zij was maar.
een schim meer, van wat zij vroeger was ge
weest .- hare schoonheid was weg zij zag
er bleek en teeringachtrig uit.
Ach schrikte do verleider, en hij
deinsde onwillig achterwaarts.
Zie nu'lner riep de schoone Herman
ce, en zij nam het licht, en hield, het ovêr
het lijk der moeder, gij zijt den tnoorde-
naar dezer vrouwe. - ■-
De verleider huiverde.
Nu hoorde hij de schreijende stem van een
kindje, die hem verwijtend op het hert drong
en hij sloeg de handen voor het oog, als om
den nieuwen beschuldiger zijner schanddaad
niet te moeten zien.
Verleider klonk hu de stem der schoone
Hermance, ziet gij nu wat rampen gij
sticht, door een "oogenblik genot, dat gij u
-lofwaardig; maar moester wél over
*zee -getrokken worjien ona zulk
■mehschlieventl werk te verrichten;
'.moesten millioenen franken en kost
bare menschenlevens ginder verre
opgeo'fferd. worden, om de verdruk-
•king'tedöen ophouden
Zien wij .slechts rondom ons, -wat
in ons land' gebeurt, hoe "wild en
Woest onz-e landbewoners zijn', wat
eerbied zij voor eens anders denk
wijze; goed of leven over hebben, 'en.
klaar blijkt het, 'dat hier veel, ja
zeer veel te doen valt, en de moedi
ge .besclxavers hier veel beter en
„'^doelmatiger e;n minder ''gevaarlijk,
'werk-, kunnen! ver richten dan ginder
-in het zwarte, land.
Hoe min vjescjiaatd de negers ook
"zijlij toch zoud'èn.zij zich „schamen te
diandqlen .gelijk ons klerikaal gou
vernement, dat zijne trouwste" die-,
4aar§/,broodrooft-,en wegzendt, alleen
"ÏJiÏÏctkt" zij 'aan'' Vei-'én plicht zijrTge-
trouw gebleven; nimmer zouden zij
een der hunnen fan Honger laten
stervcrGgelijk de bewoners van Ciér-
gnon met den ongelukkigen onder
wijzer "Dethisede wildste" wilden
zouden nooit vreemdelingen behan
delen gelijk de boeren van Solt, de
luchtvaarders Toulet en Cle. Geene
enkele boerenkermis gaat er yoor-bij
zonder vechtpartijen, waar de mes
sen voor den dag komen. Zelfs in'
kiezingên wordt er gemoord, getuige
Oostende.
Waarom dan niet eerst ons land
geeft? op-gij mannen zijt zelfzuchtige wree
daards Eu nu, weg .van hier, bezoedel
deze plaats niet-langer door uwe hatelijke
tegenwoordigheid, ga terug naar het bal,
schoone paadje, en trachker in zwijmeldron
kenschap te vergeten wat hier gebeurd is.
Traag achteruitdeinzende en zonder een
woorfl te1 durven uitbrengen, verliet de ver-
- leider het huizeken.
De moeder werd ordentelijk begraven door
de zorg der schoone Hermance, en het ver
leide meisje nam zij met. haar kindje bij zich
in huis.
Eenige dagen later liet de verleider zich
bij de»schoone"Hermance aanmelden.
Wat hebt gij-gedaan, wreede, sprak hij
-tot deze, gij hebt mijn leven vergiftigd
nergens is er rust meer voor mij, nergens
Avon ik vermaak vinden altijd zie ik voor
mijne oogen het lijk der moeder, en het bleek
gelaat der dochter S altijd hoor ik in mijn
oor het geschrei van het kiqdje.
God straft u./ was het antwoord,
gij zult geene rust meer genieten, voor aleer
uw misslag hersteld zij.
En welke herstelling zou ik moeten
doen-? vroeg hij nieuwsgierig.
-- Het verleide meisje tot vrouw-nemen
een naam aan uw kind geven
Ik zoo rijk, zij zoo arm neen neen
dat nooit, riep mijnheer Adolf, en zoo
verliet hij de woning.
Nu verliepen er maanden, en dan nog eens
beschaafd
Het beschavingswerk, door onzen
koning ondernomen in het verre
Afrika mag zclcer als een parel aan
zijne kroon blinken, maar veel schit
terender zou hij geweest zijn, wan
neer onze vorst zijne fortuin zou op
geofferd. hebben om onze landgeno
ten," te beginnen met zijne ministers,
menschliévettder princiepen in te
b'oezemen.
ColaerL -Mijnheeren, ik houd er aan u
te-bedanken "voor de wewillende medewer
king die gij verleend hebt gedurende de tuin-
dagfeesten. Ik beken volgaarne flat gij onze
npoeilijke taak nê*bt verlicht en' dat het succês
de'rTeesten aan uwé waakzaamheid en aan
uwe'medehulp grootelijks te danken is. Gij
verstaat dat i vflvls eerste sehepgrt, werk ge
noeg had om al Üle oiïicieële feesten voor te
zitten en tnij niet'de vermakelijkheden niet
kon bezig* hbuden. liet was steeds de eene
prijsdeeling na de andere en ik ben zoodanig
afgemat dat ik gevreesd-heb onder het last
te" bezwijken.
Dobbelen Rosten. Daar is nood van
Brouwers. Wat wij gèdaan hebben
hger voorzitter, deden wij gaarne, wij hiel
den er aan dat de feesten meer bijval hadden
en aantrekkelijker waren dan onder de geu
zen.'
Fraèys. 't Is jammer dat de lieeren
Commissarissen in het algemeen en het scbe-
pen-collegie in 't bijzonder niet meer takt
hebben aan den dag gelegd.
Colaert.Wat wilt gij' zeggen
kwam mijnheer Adolf bij dg. schoone'Her
mance terug. Hij was vermagerd en geel ge
worden, en zijn blik was onrustig en ver
wilderd...
Ik neem uw voorstel aan, sprak hij
wrevelig. Het is het_ eenig middel om fe
kunnen bl'jven leven: des daags worde'ik
als door onzichtbare geesten achtervolgd, cn
des nachts kwellen mij de schrikkelijks te
droomen kom, breng haastig Leonora met
mijn kind hier, dat ik het omhelze
De schoone ilermmco deed Eleonora roe
pen. Zij kwam mgt haar kindeken op den
arm.
Wilt gij dien man voor echtgenoot, Eleo
nora sprak Hermance.
Hij heeft mij schandelijk bedrogen
sprak Eleonora bevend, hij heeft'mijne moe
der gedood, neen ik wil hem voor echtge
noot niet, ik veracht hem; liever zal ik ster-
ven^!
De schoone Hermance wees» de verleider
de deur uit en hij mocht heengaan.
Er verliepen weder «eenige maanden, en
dan nog eens kwam mijnheer Adolf terug.
De beenen staken hem nu van magerte uit,
en hij scheen ziek. Hij viel voor de schoo
ne Hermance op de knien, en smeekte
Ach mejufler, heb toch medelijden met
mijnen toestand: spreek bij Eleonora een
schoon woord voor mij gij ziet hoe ik ver-
kwijne: .o dat zij mij toch hare hand schen-
ke dat zij mij mijn kind geve; booze gees-
HET WEEKBLAD
Kt v v~