VAN IJPRRSN EN HIT ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Zevensic jaar. Zaterdag 19" November 1892. .Nummer 47.
Het Vlaamsch in onze Scholen.
STADSNIEUWS.
Zou het waar zij a
Nut en vermaak.
Alles moet er aan.
Het feest der Bekwaamheidskiezer
Abonnementsprijs voorop betaalbaars 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechte
I' ke eerherstellingen: i fr- Per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centie men per nummer. - Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden een? gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen üoor den Office de Publicüé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd® artikels uiterlijk tegen Vrydag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
De personen die een abonnement
nemen aan Het Weekblad zullen
het blad kosteloos ontvangen van
heden tot 31" December.
Abonnementsprijs per jaar 2 50 fr.
per post 3 fr.
Elk abonnent heeft recht aan eene
kostelooze aankondiging.
Ja, zie, dat is een kwestie waarover wij
gansche kolommen zc-uden kunnen vol schrij
ven. En dan zouden wij er nog niet in geluk
ken al het ongerijmde op te sommen dat er
op dit gebied aan te merken valt. W ij moe
ten ons bepalen, en kunnen slechts enkele
punten aanstippen. Beginnen wij met to zeg
gen, dat de meeste flaminganten hunne we
tenschap aan zelfonderricht te danken heb
ben.
Buiten do normale scholen kennen wij er
gaene, waar men zeker is een volledig on
derricht in de taal te bekomen. In onze lage
re scholen leest men vlaamsch, ja, èn soms
op heel doelmatige wijze, maar de leerlingen
verlaten de school eer zij hoog genoeg onder
wezen zijn. Ten andere, een kind van dertien
of veertien jaar is nog te jong en te weinig
ontwikkeld, om al de taaigeheimen te kun
nen doorgronden.
In de collegiën onderwijst men de moeder
spraak, doch, al te dikwijls op gebrekkige
of onvolledige manier.
Daarbij gebruikt men er het fransch als
voertaal. Men verkeert over 't algemeen in
de dwaling, dat de leerlingen der humani-
teiten het Vlaamsch kennen, wanneer zij de
zesde latijnsche klas intreden. En, eene on
dervinding van veertig jaren is niet voldoen
de om de oogen onzer pedagogen te openen!
Het is nochtans uitgemaakt, dat de Vlaam-
sche humanisten welke geene buitengewone
liefde voor hunne taal bezitten, noch er zich
boven hunne verplichtingen op toe leggen,
niet in staat zijn een klein briefje zonder fou
ten te schrijven, zelfs na hunne studiën vol
trokken te hebben.
Aan de Iioogesscholen onderwijst men de
Viaamsche letteren, de esthetiek der taal,
maar men geeft dien kursus voor leerlingen,
welke, (voor de helft toch) de eenvoudigste
regels der spraakkunst niet kennen! Is dit
alles niet dom en ongerijmd genoeg? Waar
om geeft men in de collegiën geen volledig
onderwijs? En om maar kortweg onze mee
ning uit te drukken; waarom gebruikt men
er het vlaamsch niet ten minste zooveel als
het fransch, voor het aanleeren der andere
vakken? Wij kunnen het immers niet looche
nenmet't buitensporig gebruik der fran-
sche taal in 't onderwijs, heeft men het zoo
verre gebracht, dat de meeste Vlamingen
zich niet behoorlijk in 't vlaamsch kunnen
uitdrukken, in eene ernstige samenspraak
over politiek, wetenschap, kunst of zoo iets.
Is het niet droef zoo iets te moeten besta tigen.
Daarbij nog, met de kinderen te dwingen,
van op tien- of twaaljarigen leeftijd, al hun
ne gedachten in een fransch kleedje te ste
ken, breekt men in eens den natuurlijken
gang van hunne ontwikkeling. Alles wat
het kind van zijne eerste jaren gehoord, ge
zien, geleerd, gepeinsd heeft, omkleedde zich
met een vlaamsch hulsel. Het eerste, het
doelmatigste, het degelijkste onderricht ont
ving het kind van zijne moeder. En, als het
kind tot een min of meer denkende knaap is
opgevoed, komen onze hooggeleerde pedago
gen en zeggen 't is al voor niet gewerkt,
't is te herbeginnen, gij zult voortaan in
't fransch peinzen. Kan men nu toch een ge
schikter middel vinden om de opleiding van
het kind te stremmen, en ja, verscheidene
jaren te verachteren? Hoe begrijpen onze
geleerde schoolvossen niet dat men in 't on
derwijs altoos trapsgewijze moet opklim
men Hoe begrijpen zij niet, dat men bij het
aanleeren van vreemde talen gedurig moet
kunnen vergelijken Eu als men zijne moe
derspraak niet grondig bezit, waarop zal
men zijne vergelijkenis steunen? Op het
fransch? Dat gaat nietJ Alvorens men daar
mee geheel en al vereenzelvigd weze zijn de
studiejaren reeds lang voorbij. Het stelsel
dat men tot hiertoe gevolgd heeft is dus ge
heel en gansch gebrekkig. Ho aderde malen
hebben wij verstomd gestaan voor de hel
derheid van geest, de klare opvatting, de
wijze redeneering onzer Noordsche naburen
uit Nederland, en dit moet volgens ons toe
geschreven worden aan de eenheid van taal
ia 't onderwijs. Bij de Hollanders zijn de
rekenkunde, de geschiedenis, de natuurlijke
wetenschappen, enz., zoover gevorderd als
bij ons; inde Duitsche en Engelsche talen,
en vooral in het denkende laten zij ons ver
achteruit. Hun onderwijs is veel degelijker
dan het onze, omdat het, naar de gezonde
rede, op de moedertaal gegrond is.
Wij zullen hier maar zwijgen over gek
heden, zooals franschdolheid alleen er kan
uitvinden, bijv.van het vlaamscn te onder
wijzen bij middel der fransche taal, enz.,
enz. Dit alles zal, wij hebben er de vaste
overtuiging van, welhaast' tot de vergetel
heid behooren. Immers, de viaamsche bewe
ging, eerst een dropje, daarna een beekje, is
thans reeds gewassen tot eenen ontzaggelij
ken stroom aan welkers kloeke golven wel
dra niets meer zal wederstaan. In den be
ginne kon men de viaamsche strijders tellen
hedendaags vormen zij een onafzienbaar le
gioen. In alle sleden, in alle dorpen van het
viaamsche land vindt mpn kampioenen der
viaamsche zaak. Ons volk is de verdrukking
zoo moede als de verbastering. Er moet een
einde komen aan onze vernedering. Onze
taal zal en moet in eere hersteld worden.
Wij zullen niét langer meer gedoogen dat
men in onze streken ambtenaars zende, door
ons betaald, om ten onzen dienste te staan,
en die nochtans onze taal niet kennen. Langs
dien weg moeten wij er toe komen, in alle
onderwijs-gestichten het vlaamsch te doen
aanleeren. De oversten der pensionnaten en
andere scholen vergeten het niet: weldra
zal het vlaamsch zoo onmisbaar zijn als
het fransch, voor ai wie eenig openbaar
ambt wil bekleeden.
Eindelijk, en 't doet ons genoegen zulks te
bestatigen, vele ouders beginnen de oogen te
openen. Wanneer zij hunne zonen in eene
kostschool brengen stellen zij als onverbidde
lijke voorwaarde, dat er vlaamsch moet ge-
ieerd worden. Wordt die handelwijze alge
meen, dan is de verbastering binnen een paar
jaren den hals omgewrongen.
Voor dat het zoo verre gekomen zij zullen
wij noch den mond houden, noch de pen
nederleggen. Wij zullen strijden tot onze
algeheele zegepraal.
{Brusselaar).
Men zegt dat er ruzie is onder sommige
kooplieden van het klerikale kamp, die maar
niet kunnen dulden dat zij voortdurend ge
fopt worden van den veelbelover Iweins
d'Eeckhoutte.
Het schijnt dat die uitmuntende voorzitter
der Natie Kazakken besloten heeft zijne
muzikanten te voorzien van eenen mantel
om hen te beschermen tegen de koude en
hun kostuum te beveiligen voor de stortvla
gen die zij maar te dikwijls op hun lijf ont
vangen, en waaraan zij hunnen naam van
Natie Kazakken verschuldigd zijn. Dit ge
dacht is zeer goed, maar wat de zaak bederft,
is dat het laken te Brussel of elders aange
kocht wordt en dat de kooplieden van Ype-
ren, nogmaals eene blauwe scheen loopen.
Men herinnert zich nog hoe de kaloten be
loofden voortaan alles in Yperen aan te koo-
psn wat zij noodig zouden hebben iedereen
weet dat de brusselsche uniform, dien Hen-
ril je voor zijn muziek liet'knaken, hier veel
opspraak baarde en dat hij stellig beloofde
zi-ch niet meer in andere steden te gaan voor
zien. Maar die plechtige belofte werd gedaan
vóór de kiezing van 1891, en nu dat Henrie
tje gedeeltelijk zijn doel bereikt heeft, nu dat
hij denkt voor immer zijnen zetel van ge
meenteraadslid te bezitten, ziet hij die belof
ten over het hoofd en hij lacht fijn de yper-
sche lakenverkoopers, kleermakers en leve
ranciers uit, en het is niet te verwonderen
dat velen kwaad zijn en ook eene belofte
hebben gedaan, deze van met de naaste ge
legenheid den kunstbeschermer met zijne
kandidatuur naar de maan te zenden. Hij
zal het wel verdiend hebben ook.
Henrietje kent de Yperlingen, als het er op
aankomt hunne stem af te bedelen; hij kan
vleien en belovenmaar eens dat hij het niet
meer noodig denkt te hebben, schijnt hij te
vergeten wat hij vroeger zegde en gaat zich
wederom voorzien in andere steden. En dit
noemt het Nieuwsblad verlichte volksvrien
den.
Volgens het Journal d' Ypres ons meldt,
komt in December eene nieuwe maatschappij
tot stand, voor de verspreiding van bet on-
derwijs bij middel van aanschouwing.
Wij zouden dezen maa'regel toejuichen,
ware 't niet dat hij genomen wordt om de
reeds bestaande maatschappij te benadeelen
en haar het gras onder de voeten te maaien.
Wij hebben gezien hoe de opsteller van
het Journal Ypres begonnen heeft met
de huidige maatschappij te hekelen, hare
voordrachten met zichten af te keuren en
alles in het werk heeft gesteld om de noodi-
ge voordrachtgevers te ontmoedigen. Wij
vragen ons nu af of de nieuwe maatschappij
Nut en vermaak liet geluk zal hebben te
werken naar den zin van dezen die d-it on
derwijs afkeurde. Of hare voordrachten
leerrijker en belangwekkender zullen zijn.
Wij twijfelen er aan, maar één dingen is
zeker, 't is dat zij het voordeel zal hebben
de schooljongens eenig vermaak te verschaf
fen en deze 't grootste deel van 't publiek zul
len uitmaken. Alzoo zullen de kinderen daar
weinig acht nemen op de voordrachten,
maar zij zullen het heel prettig vinden al die
gezichten te bewonderen die men zal voor
stellen, zonder iets meer te verslaan,
of er uit te leeren alsof men hen in het
liebreeu wsch sprak.
Wat er van zij, wij moeten bier nogmaals
bekennen dat de kaloten slechts naapers
zijn, zij willen navolgen wat anderen vóór
hen deden en zij denken dat zij bet beter
doen zullen. Ja, maar boe dikwijls zijn zij
teleurgesteld
Dat zij zich zoo wijs, zoo verstandig, zoo
geleerd wanen als zij maar kunnen, alwie
hen kent zal met ons zeggen dat zij niet het
minste initiatief bezitten.
Verledene week spraken wij over de af
zetting van den heer Gryffon, als bediende
der waterwerken, en reeds hebben wij nog
twee staaltjes van klerikale verdraagzaam
heid, die bewijzen dat onze stadhuisbazen al
onze instellingen willen vernietigen, met de
mannen (ej! benoem m die op verre naar niet
in vergelijking mogen komen met dezen die
nu worden afgedankt.
Zoo komt het dat in de Commissie der
openbare blibliotheek, twee leden wegge-
borsteld zijn, om vervangen te worden door
mannen die geene andere verdiensten hebben
dan kaloten te zijn van het roodste rood.
In de teekenschool wordt een leeraar, de
heer Vaudendriessche afgedankt, onder voor
wendsel dat hij op de hoogte niet is om zijne
lessen te geven Iedereen weet nochtans dat
deze heer een goed teekenaar is en ruim
zoovele bekwaamheid heeft als sommige
andere die kortelings door het kalotebestuur
zijn benoemd geweest. Doch het schijnt dat
schepen Colaert andere hoedanigheden vergt
dan de bekwaamheid en dat hij in al de
veranderingen en benoemingen die hij doet
geen ander oogwit heeft dan zijne vrienden
te beschermen en te bevoordeeligen, al ware
bet ten nadeele der gestichten.
Deze hervormer, die alle gelegenheden te
baat neemt om zijnen hervormingslust te
voldoen, heeft meer dan eens ondervonden
dat hij de kaart mis speelt, en wanneer men
hem de gevolgen van zijne onbezonnen han
delwijze voor oogen legt, antwoordt hij met
hoogmoed Ik neem alles op mij Hij heeft
reeds zooveel op zich genomen dat zijn pakje
begint te zwaar worden en dat de kiezers
hem eerlang zullen zenden wandelen.
Nu, hij zal het niet gestolen hebben.
Zondag 1.1. vierden de liberale Bekwaam
heidskiezers hun jaardijksch feest in bun
lokaal Het Zilveren Hoofd.
Een schoon concert, ouder het bestuur
van den heer Tasseel, werd den leden aange
boden. Het bestond uiteen prachtig opening-
stuk voor symphonic, verscheidene schoone
romancen, die ons de gelegenheid gaven het
talent en de schoone stem te bewonderen der
heeren Alph. Delmotte, Art. Criem, de ge
broeders Ordies en K. Deweerdt; alsook
schoone muziekstukken voor violen, klari
netten en piano, waarin zich de heeren Wal
kers, Jolyt, Cailliez, Creton en Mej. Wal
kers onderscheidden. Wij bieden die heeren
liefhebbers en muzikanten onze beste geluk-
wenscben en onzen innigsten dank voor de
aangename stonden die zij ons lieten door
brengen.
Na het concert nam onmiddelijk het bal
plaats en het duurde niet lang of men zag da
P
iniin-nnmrtti■l»C!lTir1r!rlrljmr1»
WEEKBLAD
t
9