Een feest in de Pompierszaal.
Liberaal geschenk door Vrouwen
25e Verjaringsfeest.
Franscli Tooneel.
Vlaamsch Tooneel.
Vlaamsche Ster.
Maatschappij Burgerwacht
Rechterlijke Kronijk.
Burgerstand der stad Poperinghe
Boekbeoordeeling.
Maandag 11. vergaderden de muzikanten
der pompiers niet te verwarren met de
oud-Pompiers in hun lokaal, (benedenzaal
van 't stadhuis) om Sinte Cecilia te vieren.
Het feest bestond uit een avondmaal.
Die deftige muzikanten op eenige klei
ne uitzonderingen na begaven zich dus
r.aar hunne bestemming in eenen staat die
alle permissie te boven gaat. Zij hadden een
aanzienlijk getal druppels en glazen bier
verobberd onder voorwendsel der eetlust
aan te prikkelen. Maar hunne maag was zoo
zeer ontsteld door die herhaalde prikkelin
gen, dat zij verplicht waren die te ontlasten
en zich niet schaamden te spuwen in de zaai,
bij de tafel zelve waar zij eten moesten.
Men vertelt dat een policiebeambte de
zaal kwam ingestormd en vroeg wie zich
veroorloofd had de gemakken der policie
zoodanig te bevuilen dat een verken er van
zou gewalgd hebben.
Het feestmaal was alles, behalve aange
naam en vermakelijk. De rekels, die zooveel
om de welvoegelijkheid geven als een aap
om eenen mostaardplaaster, scholden elkan
der uit voor een stukje vleesch en hielden
er een ongedoef en een leven dat hooren en
zien er van verging. De overheden hadden
wel willen de redens middelen met de onge-
manierdsten aan de deur te zeiten, maar zij
durfden niet, uit vrees eenige harde waar
heden te moeten hooren en te ondervinden
dat men met gedwongene en uitgekochte
mannen niet veel doen kan.
Om aan al die dweersdrijverij en krakeel
een einde te stellen, besloot Colaert eene
romance te zingen. Dit voorstel werd met
gretigheid door de eenen aanveerd en door
de anderen afgekeurd, doch de melomaan
bekommerde er zich niet om en hij zong
eene romance die door Bouquet met de piano
begeleid werd. Wat nu eigentlijk die roman
ce beduidde, dit weet niemand, want het
was italiaansch dat Colaert zong, en mis
schien wenschte hij in zijn lied al die onhe-
schofteriks naar de duizend gestampte dui
vels. Dit belet niet dat hij dapper toegejuicht
werd en dat men hem gelukwenschte over
zijne schoone stem en zijn fijn gehoor.
Alsdan dacht de volksvertegenwoordiger
schepen dat hij, gelijk Orpheus, de wilde
dieren getemd had die hem onringden en hij
waagde het eene aanspraak te doen om zijne
mannen, zooals hij ze noemde, tot bedaard
heid en welgemanierdheid aan te manen en
hen te vragen dat zij zich in de straten en
in de herbergen zouden gedragen derwijze
dat men niets in hun gedrag te weerleggen
vond.
Maar 't was al boter aan de galg. Ziehier
er een voorbeeld van
In een Café waar eenige liberalen veree-
nigd waren, traden twee muzikanten bin
nen. De eeDe was betamelijk en in burgers-
kleêren, de andere was in tenue en hoedje-
dronken. Zoodra zij gezeten waren, wilde
de beschonkene muzikant het hooge woord
voeren en niemand had het recht van spre
ken meer. Weldra dreunde het lied door de
zaal, dat zoo dikwerf in de staminets van 't
Klaverstraalje weergalmde en waarvan wij
slechts het refrein onthouden hebben
En die geen geld en heeft
Kan niet betalen,
a la coa la coquette.
De in pompier verkleede muzikant sloeg
de maat, en schreeuwde nog luider dan de
andere, maar weldra verveelde hem dit on
schuldig vermaak en hij begon wederom te
dweersdrijven en de aanwezige personen aan
te vallen, tot zijn gezel hem eindelijk aan
raadde naar huis te gaan en van kleederen
te veranderen, zeggende dat, indien hij zich
zelf niet eerbiedigde, hij ten minste zijn
uniform moest eerbiedigen. Dat hij wel wist
wat de heer schepen Colaert in de feestzaal
gezeid had, en dat bij dien raad volgen
moest.
Ik vaag er mijne klbotten aan,
riep de zatterijk uit.
Aan wat, aan wie? vroeg een der aan
wezigen, het is toch aan Colaert niet.
Ja, aan Colaert is het en aan zijn
sermoen.
Iedereen kon bestatigen hoeveel eerbied
zulke kerels voor hunne overheden hebben
en men vroeg hem of hij het niet beklagen
zou dergelijke taal te voeren. Maar de pom
pier gaf om niets ter wereld en hij vaagde
zijnen broek aan al wat er was, en die niet
tevreden was, moest het maar weten.
Ziedaar hoe sommige tuimelaars zich ge
dragen en bij elke gelegenheid staaltjes van
hunne goede opvoeding geven. Moest zulks
met een oud-pompier gebeuren 't Nieuws
blad en het Journal d'Ypres zouden te
klein zijn om zijn gedrag te laken.
Een paar dames deden hier bij de vrijzin
nige vrouwen eene omhaling om aan het li
beraal muziek eene prachtige banier te schen
ken. Velen en wij ook al eens, meenden dat
onze vrouwen de vrijzinnige partij ongene
gen waren.
'(Schijnt echter eene dwaling te zijn:
want die omhaling heeft veel meer opge
bracht, dan men wel gedacht had. Alle vrou
wen wilden het hare bijdragen. Zelfs de ne-
derigsten, waar nooit iemand zou om geld
gegaan zijn, liepen de inzamelaarsters achter
na en baden ze ook hare stuivertjes te willen
aannemen.
Zij ook, hoewel niet rijk, wilden bijdra
gen aan dat liberaal geschenk. Dat is ver
heugend en tevens een goed teeken dat de
onverschilligheid overal de plaats geruimd
heeft voor een nieuw liberaal streven.
De stiijd met die vereenigde krachten
moet den besten uitslag opleveren: het alles
dwingend en alles verdrukkend klerikalism
moet en zal in 't zand bijten.
Des te beter en hoe eerder hoe liever.
De maatschappij De Ware Kruisboog
schutters gevestigd in den Prince Royal,
Statieslraat, vierde verleden Maandag haar
25e verjaringsfeest. Dat jubeleum mag onder
de puikste feesten gerangschikt worden, die
wij ooit beleefden. De zaal was heel mooi en
met veel smaak versierd. De vaderlandsche
driekleurvaan wapperde aan den gevel.
Eenige prachtige transparanten versierden
de vensters en gaven het lokaal een heel
feestelijk uitzicht. De achterplaats was rijk
verlicht. Geheel het lokaal was in zijn beste
feestgewaad gestoken en alles deed voorzien
dat het hier een prachtig, rijk, opperbest
gelukt feest goldt.
De leden vergaderden om 4 ure namiddag
bij hunnen gildebroêr, Em. Courtrez, In de
Academie, Neermarkt. In de groep trokken
zij naar het lokaal, waar de eere-wijn hun
aangeboden werd door den eere-hoofdman,
Heer Emile Rabau de Roriff, die hen allen
in gepaste en welgemeende woorden wel
kom wenschte,
Het was immers dank aan zijne onuit-
spruitelijke mildheid dat de 25® verjaring
zoo luisterlijk gevierd werd.
Om 5 ure begon eene groote en luisterlijke
prijsschieting, waarvan de mooie prijzen door
de deelnemers hevig betwist werden.
Om 8 ure zette men zich aan lafel, waar
een lekker feestmaal opgedischt werd, weer
al aan de maatschappij opgedragen door
haren beminden eere-hoofdman, Heer Emiel
Rabau de Roriff. De spijskaart, waarop een
tiental gerechten en nagerechten, benevens
drie soorten van fijne wijnen aangekondigd
waren, deed reeds 't water in den mond ko
men. Onnoodig te zeggen dat allen eere
deden aan dat lekker maal en zich de dam
pende en geurige spijzen smaken lieten, ter
wijl alles met menig glaasje van den fijnsten
overgoten werd.
Nadien boden zij den heer hoofdman en
den heer onder-hoofdman eenen schoonen
bloemtuil en eene prachtige kroon aan als
den blijk hunner erkentenis. Overbodig te
zeggen dat de tongen los geraakten, dat men
aan gezelligen kout, aan zang en vermaak
vollen toon liet en dat tot laat in den nacht.
Heildronken werden voorgesteld en deden
de gulste geestdrift ontstaan.
De heer eere-hoofdman heeft op zijne beurt
de leden bedankt voor hunne diepe ver
kleefdheid en hem op voorhand verklaart bij
5 jaren de 30e verjaring, zoo mogelijk met
nog meer luister te vieren.
's Anderendaags om 6 ure 's avonds, hield
rüen tot slot nog eene gezellige bijeenkomst,
eene soort kandeeltje, waar weeral niets dan
vermaak en hartelijkheid heerschten. Het
was een feest, in woord, zooals wij er wei
nigen beleven mogen, en dat bij allen het
genotvolste aandenken achterlaten zal.
Aan allen dank die iets bijdroegen om ons
op een zoo vermakelijk, aandoenlijk en te
vens zoo genotvol feest te onthalen. J. R.
Maandag 5den dezer geeft de uitgelezen
Operatroep van den Schouwburg van Brugge
op onzen schouwburg eene heel puike ver
tooning, die bestaan zal uit
Opéra en trois actes,
LE FflAITRE DE CHAPELLE
Opera en un acte.
Het zal dus eene echte kunstvertooning
heelen mogen en al de liefhebbers van goede
en keurige muziek zullen daarvan willen
genieten.
De Tooneelzaal zal gewis eivol zijn en
allen, die aan eene goede plaats houden we
zen dus op tijd.
Maandag 12" dezer komt de Vlaamsche
Tooneel troep, onder 't bestuur van den heer
Van Doeselaere, van den Nederlandschen
schouwburg van Antwerpen, op ons tooneel
het beroemd drama DE TWEE WEE
ZEN van Ad. D'Ennery opvoeren. Iedereen
die den wijd vermaarden roman gelezen heeft
of het stuk eens zag vertolken zal die schoo
ne gelegenheid willen te baat nemen om van
dat puik drama te genieten. Er zal plaats (e
kort zijn.
De derde vertooning van het abonnement
1892-1893 zal plaats hebben op Zondag 18"
December en zal bestaan uit drie blijspelen
met zang, te weten
Ogarita of de wilde Vrouw.
Pompier en Riffelman.
De Belgische Vrijschutter.
Schiating van Donderd. 1 Decemb.
Gewoonen cibel.
Ligy Albert
25
25
20
20
25
115
Boedt Léon
15
20
25
25
25
110
Butaye Arthur
25
20
15
25
25
110
Vermeulen H.
25
15
20
25
20
105
Froidure Robert
20
25
20
20
15
100
Legon Emile
15
20
15
20
25
95
In hare zitling van 2" December 11. heeft
de Burgerlijke Rechtbank van 1" aanleg van
Yperen. Den heer Eduard Froidure, opstel-
er van het Journal d'Ypres, tot 800 fr.
schadeloosstelling en de onkosten van 't pro
ces veroordeeld voor laster jegens de heer
A. Thiebault, bediende van 't parket. De ver
oordeeling zal in drij weekbladen bekend ge
maakt worden, naar keus van den beleedig-
de.
BURGERSTAND.
van den 25 November tot den 2 Decemb. 1892
Geboorten.
Mannelijk geslacht 4. Vrouwelijk id. 4.
O verll.j dens.
Costenobel Charles, 50 jaren, deurwaar
der, weduw van Desiere Sophie, nieuwhout-
marktstraat.
Vermeulen Rosalie, 67 jaren, landbouw
ster, weduwe van Duplacie Charles, St. Ja
cobs buiten.
Hof Cathérine, 59 jaren, landbouwster,
ongehuwd, Thouroutstraat.
Lapiere Sophie, 54 jaren, zonder beroep,
ongehuwd, Thouroutstraat.
Heze Eugène, 67 jaren, zonder beroep,
ongehuwd. Vleeschhouwerstraat.
Liebaert Caroline, 75 jaren, zonder beroep,
weduwe van Vermeersch Fidéle, Plateel
straat.
Kinderen beneden de Sr jaar.
Mannelijk geslacht 3. Vrouwelijk id. 3.
vari den 25 IMov. tot den 1 dezer maand
GEBOORTEN
Mannelijk. 7 Vrouwelijk. 6
HUWELIJKEN.
Cyrille Crevyts beenhouwer, eu Mathilde
Adriaen, bijzondere, beide te Poperinghe.
Theodule Malesys, ronnleurder, en Marie
Devos werkster te Poperinghe.
Aloïse Allernon werkman te Brielen, en
Marie Maet, werkster te Poperinghe.
STERFGEVALLEN.
Dehoeck Rosalie ongehuwd, oud 48 jaren,
werkster, Komstraat.
Dewachter Arthur, ongehuwd oud 22 ja
ren, smid, Pottestraat, overleden te Gent.
Kinders beneden de 7 jaren.
Mannelijk 2 Vrouwelijk 4
ran gansch gebuurte zoo gaarn gezien is
dat men ze in den hemel zou dragen om ze
kwijt te zijn. 0.10
Hare plaats was beter op de kaai, hier zou ze
dan de menschen niet meer klen daar
de wildeman uithangen. 0.10
Omdat S. den beerput heeft doen sluiten in
het kwakelporfje in het klaverstratje uit
vrees dat hij 75 c. zoude te kort komen. O,
diene grëe. 0.10
Omdat F, C. en twee zijner mattjes 's zon
dags zoo niet meer zouden beurelen van
si les femmes savaient - nabij het stand
beeld op de Vandenpeereboomplaats. C.10
Omdat Bruntje zijnen halven kilo niet heeft
kunnen uitdrinken in den Salon d'Appolon,
il était endormi dans ie Seigneur, 0.41
E. V. uit de herberg S. DE V., zoude beter
doen in zijn huis meer en beter te scherpen
dan bij die oude molenaarster buiten de
M poort. 0.15
Opletten dat er in uw huis geene redens meer
zijn met uwe beste vrienden want die lom
periks zullen u zelf nog den ketel indraaien 0.15
J. Protêt zou beter sparen dan na de schouw
burg te gaan 0.10
Achter een meisje gaan en ze niet durven be
kijken of aanspreken, dat is comique Pros
ten. O,10
Hoor, kameraad elk zijn beurt is niet te veel,
gij zult er nevens pakken. 0.10
H. en V. zouden hun dood drinken als zij het
voor niet hebben. 0.10
S' Catharine heeft wel gelukt bij Marie F.
door de aankomst van haren broeder Elie. 0.10
De kiekens van Marie F. zijn overgoten ge
weest met petrolie van haar broeder Elie 't
is jammer. 0.10
Marie F. uw pap zal wel koelen zonder blazen
weest gerust. 0.10
Omdat Stintje na haar kinderbezoek enz. 0.10
Omdat ik gaarn naar St. Jan ga. 0.10
Colaert zong in 't italiaansch en de pompiers
braakten in 'tvlaamsch. 1.00
Voor de solo van J. Eeckhout, hij begon aan
tafel en eindigde in zijn bed de honden
hebben goé dagen gehad met de witte en
zwarte noten dat zij langs straat vonden. 1.00
Van d'oude zegden dat het schandaleus was,
't is een proper affaire. 0.25
'k Geef nog 10 cent. voor den pompier die
hem ontkleede 's nachts ten 11 1/2 onder 't
Nieuwwerk, ten 12 ure was hij reeds de
doos in. 0.10
EN
Lijkbegraving en lijkverbranding (2e deel).
DE LIJKBEHANDELING BIJ DE CHRISTENE
VOLKEREN,
door Dr Is. Bauwens. Gr. 8° 425 blz. versierd met
35 platen. Prijs fr. 3 00.
Roeselaere, H. Desseyn-Yerhougstraete, uitgever,
1892.
Dr Bauwens gaf in 1888 eene verhandeling uit
over de Lijkplechtigheden bij de Reidensche volken,
en genoot allerwegen den meesten bijval met zijn
boek, dat zelfs een Benedictijner werk geheeten
werd, zoodanig waren daarin de uitslagen eener
uitgestrekte belezenheid, de inhoud van ontelbare
artikels, brochuren en vlugschriften opgehoopt.
Heden zet de schrijver zijn werk voort en behandelt
de Lijk- en rouwplechtigheden bij de Christene vol
ken, nogmaals een boek, dat, evenals zijn oudere
broeder, van veelvuldige opzoekingen getuigt. Dit
tweede deel der trits zal gevolgd worden door een
laatste werk, waarin Dr Bauwens zal trachten te
bewijzen, dat lijkbegraving boven lijkverbranding
moet verkozen worden. Immers strijdt hij sinds ja
ren tegen het invoeren der lijkverbranding en zegt
met Bilderdijk, dat hij van't allereerste begin (in
ons land nl.) aan het nog geneesbaar kwaad wil
wederstaan. Uit het te verschijnen derde boek kon
digt schrijver, sinds lange maanden reeds, een
hoofdstuk af, in den VLAAMSCHEN KUNSTBO
DE, onder den titel van Het wezenlijke en het Dich
terlijke bij de lijkbegraving en de lijkverbranding.
Om dergelijke werken, als het hier besprokene,
te laten verschijnen moet de auteur zich jaren stu
die en vervelende opzoekingen getroost hebben
tevens met een engelachtig geduld en waren moed
bezield wezen, om te strijden in een pleit, dat hij
waarschijnlijk verliezen zal; ten slotte, een helder
begrip hebben over eene omvangrijke stof, om ze
zoo methodisch in te deelen en ze voor den lezer
eenigszins verduwbaar of aantrekkelijk te maken.
Dit zegt genoeg hoe hoog wij oploopen met de
stof en de indeeling van ditn iangdurigen arbeid,
al hebben wij minder vrede met het doe!, dat de
geleerde schrijver bereiken wil, nl. het stelselmatig
verwerpen der lijkverbranding. Doch 't is hier de
plaats niet om te redetwisten over een geschilpunt,
dat honderden geleerden in 't harnas joeg en karre-
vrachten geschriften ter boekenmarkt zond.
Spreken wij dus liever over den inhoud des
yverks
De eerste Christenen begroeven hunne dooden,
naar het voorbeeld der Joden, omdat Christus zelf
begraven was geworden en waarschijnlijk naar
een uitdrukkelijk bevel der apostolische leer.
Andere redenen, welke sommige schrijvers daar
omtrent vooruitgezet hebben, worden in 't eerst®
hoofdstuk bestreden.