VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
T^nli+.ifik. Nieuws-. Handels- en Annoncenblad.
Zevenste jaar.
Zaterdag 24" December 1892.
Nummer 52.
Ze beginnen te smelten.
STADSNIEUWS.
Liberale Vereniging.
Vlaamscke Ster.
Een mooi feest.
Ah -mnementsprijs voorop betaalBf»ars 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncent 15 cent. per drukregel. Rechte
ï-v •herstellingen- 1 fr per regel - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
vhtHT, van verkoonin-en of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. - Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
IZ voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. - Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteek and toe te zenden. Artikelen od ge teekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Men herinnert zich dat M. Beernaert in
den loop der maand Februari, zijne budjet-
ten voor 1893 neerlegde en aankondigde dat
zij een boni zouden laten van 3 miljoen 800
duizend frank.
Het schijnt dat deze bonis van sneeuw
moeten gemaakt geweest zijn en dat de over
tollige hitte van den afgeloopen zomer er
zeer veel nadeel aan toegebracht heeft, want
nu meldt men dat die 3,800,000 frs. gesmol
ten zijn tot slechts 900,000 frank 1
Er schiet dus geen kwart meer van over I
900,000 frank, in plaats van bijna 4 mil
joen, dat is geen klein verschil
Welke misrekening voor M. Beernaert,
den grrrcooten financier
M. Graux had wel gelijk te zeggen, toen
zijn opvolger blufte over zijne bonis, dat
het evenwicht van de budjetten steeds maar
een tijd duurt en dat vroeg of laat de nood
aan de deur komt kloppen.
Dit oogeablik is gekomende nood staat
voor de deur.
In zijn vertoog aan de Kamer waarschuwt
M. Beernaert, dat het gevaarlijk of ten
minste onvoorzichtig wezen zou hem veel
te vragen, want dat hij niets zou kunnen
geven zonder hem nieuwe geldmiddelen te
verzekeren.
Dit wil zeggen, iu anderewoorden: dat
het ministerie besloten of gedwongen is, bij
gebrek aan geld, alle nieuwe vragen tot
kredieten te weigeren, wel te verstaan, als
het niet ten voordeele van paperij of kies-
belang zou wezen.
Zoo ver is het klerikaal ministerie geko
men, dat het ondanks het behoud der belas
tingen van M. Graux, en de nieuwe belas
tingen die het zelf heeft ingevoerd, reeds
voor eene bijna ledige kas zit en genood
zaakt is kredieten te weigeren en aan bespa
ringen te denken.
Schoon vooruitzicht, voorwaar!
't Zal niet lang meer duren, eer dat wij M.
Beernaert zullen hooren verklaren, dat zijne
bonis toiaal gesmolten zijn en het noodig is
zijne toevlucht te nemen totverhooging
van belastingen.
Dit zal noodlottig gebeuren.
Ziehier vergelijkende cijfers, die aantoo-
nen hoezeer de jaarwedden sedert ongeveer
veertig jaar een steeds grooter' gat in de
schatkist sloegen. De Staat betaalde aan
zijne ambtenaars
In 1855 fr. 21.361.000
1865 29.853.000
1875 44.359.000
1875 60.235.000
en op dit oogenblik overschrijdt het cijfer
zeker de 70 millioen
Wij vragen geene uitsparingen; maar't
ware billijk dien reusachtigen kaas naar
verdienste te verdeelen.
Da arme douaniers en da brievenbestel
lers op den buiten, die voor een hongerloon
werken; de ondergeschikte bedienden der
spoorwegen, vaarten, enz.de duizenden,
die minder dan 1000 of niet meer dan 1500
frank 's jaars verdienen voor afmatten Jen,
vaak gevaarlijken arbeid, zullen een droevig
gezicht trekken bij 't vergelijkeu van hun
gering loon met de 70 millioen welke jaar
lijks uit de Staatskist voor de openbare
diensten worden betaald.
In de Kamer wordt ieder jaar verhooging
van jaarwedde voor facteurs, douaniers,
enz., gevraagd, en telkens deelt de minister
veel wijwater uit en belooft verbeteringen...
voor later. Gedurig verbetering en opslag
voor de groote ambtenaars, die gewoonlijk
nog andere inkomsten hebben, en zelden
of nooit iets doen voor de kleine bedienden,
die met vrouw en kinderen van hunne be
lachelijke jaarwedde moeten leven.
MAANDAG 26 DECEMBER 1892
om 7 ure 's avonds sipt,
ALGEMEENE VERGADERING
in het lokaal De Beurs, Cartonstraat, Yperen
DAGORDE
Bespreking en stemming van het regle
ment.
LI. Zondag bood de wakkere tooneelmaat-
schappij De Vlaamsche Ster hare leden en
het publiek eene heel puike vertooning aan.
Van af vier ure reeds verdrong eene talkoze
menigte zich voor de deuren. Wanneer deze
geopend werden stroomde het volk met zulk
geweld binnen, dat de zaal wel wezentlijk
stormenderhand scheen ingenomen te zijn.
In een oogenblik was er geen plaatsje meer
beschikbaar. Velen waren verplicht zich in
de gangen op een te tasten of wel buiten te
blijven. De schouwburg was weeral veel te
klein. Nu de goede faam onzer dappere Ster
relingen is ook ver en naar gekend en ieder
een haast zich van hunne genotvolle, leer-
rjke en verzedelijkende vertooningen te ge
nieten en iedereen heeft overschot van gelijk.
Op het dagorde kwamen
1° Pompier en Rifleman, kluchtspel met
zang door B. Yalckenaere, een heel mooi
stukje, dat krioelt van geestige zetten en
lachwekkende tafereeltjes, die door spelers
en speelsters meesterlijk weergegeven wer
den.
Inhoud: Balthazar Magerman, een oud pa
triot, verneemt de komst der Engelsche Ri-
flemannen en in zijne ijdelheid wil hij zijne
eenige dochter Elisa wegschenken aan eenen
dier vreemdelingen, hoewel hij er geen enke
len kent of ooit gezien heeft en spijts dat
zijne dochter reeds aan Isidoor van Korten-
snee verloofd is. Hij doet zijne meid Siska
een lekker maal bereiden om den onbekenden
aanstaanden schoonzoon waardig te onthalen.
BombalJus Waterlings, pompier, op de meid
verliefd en deerlijk jaloersch, wil zijn buikje
eene zielmis doen en verkleed zich in Rifle
man om zich te doen uitnoodigen. Isidoor,
die van zijne verliefde verneemt wat er op
handen is, vermomd zich ook in Engelsche
Rifleman en beide valsche Riflemannen,
met John Makintosch, ware Rifleman, zijn
de gasten van Balthazar, isidoor bekomt zoo
gemakkelijk de hand zijner Elisa voor de
tweede maal en zich dan bekend makende,
stemt, de vader toch toe op voorwaarde dat
nooit iemand wete, hie hij bedot werd.
Daarin hebben uitgemunt de heeren P.
Aernout, met de rei van BombalJus, die hij
onder a!Ie opzichten cppei best vertolkt heeft.
Wat hij heeft doen lachen is on zeg gel ijk. H.
Creus, inet de rol van Baffhazar, Deweerdt
K., met die van John, een echte engelsch- j
man, en A. Magerman, met die van Isidoor. j
Allen hebben zich onverbeterlijk van hunne
taak gekweten.
De Jufvrouwen A.Cuvelier, met de rol van
Elisa en I. Ameel met die van Siska, hebben
zich zeer goed uit den s'ag getrokken. Zij
verdienen volop een ruim deel in de herhaal
de en luidruchtige toejuichingen die hun al
len te beurt vielen. Beide bevallige speelsters
doen zichtbaren voortgang in de moeilijke
kunst. Een gul bravo voor haar.
2° De Belgische Vrijschutter, blijspel
met zang, door H. Van Peene, ook al een
puik brokje, dat heel doorweven is met joli
ge tooneeltjes.
Inhoud Isidoor Stoffels, een Hollandsche
handelsreiziger voor het huis zijns vaders,
heeft Julia, de dochter van Van Woert, ren
tenier, opgemerkt en lief gekregen. Onge
lukkiglijk is vader Stoffels een koppige Hol
lander, die de Belgen, muiters met blauwe
kielen, een hevigen haat toedraagt en vader
Van Woert is van zijnen kant een jaarden-
tijger, die de Hollanders, die kaasbollen, noch
zien noch lijden kan. De twee verliefden zit
ten dus in eenen neteligen toestand. Julia,
echter, vertrouv/t haar geheim aan haren
broeder Isidoor, een Beigische vrijschutter,
die belooft de zaak te helpen tot een goed
einde te brengen. Eensklaps, evenwel, valt
vader Stoffel, die zijnen zoon kwam afspie
den ais de dender in huis en de twee onver-
zoenlijken zouden elkander deerlijk in 't haar
gevlogen zijn, waren de kinderen niet juist
daar geweest om zulks te verhinderen. De
Belgische Vrijschutter gelukte er in, niet
zonder moeite, de oude vete te doen verge
ten en alles eindigde met een blijd huwelijk.
De heeren E. Deweerdt, met de rol van
Van Woert, A. Kelmotte met die van Belgi
sche vrijschutter, G. Mailliard, met die van
Stoffels, eene echte Hollandsche tijpe, en K.
Deweerdt, met die van verliefde hebben zich
allen onderscheiden en hunne wederzijdsche
rollen met veel vernuft en kunst weergege
ven.
Mejuffer Louisa Creus, die reeds proeven
genoeg leyerde van haren bijzonderen aanleg,
heeft hier met de rol van Julia weeral eens
te meer bewezen dat zij nu reeds voor geen
speelsters van beroep hoeft achteruit te dein
zen. Zij vertolkte meesterlijk hare rol en
heeft zeker veel bijgedragen tot den onge-
hoorden bijval, dien het stukje genoten heeft.
Een hartelijk proficiat voor die talentvolle
speelster.
3° Ogarila of de Wilde Vrouw, blijspel
met zang door H. Van Peene, nog al een
heel lief stukje, dat eene aaneenschakeling
heeten mag van lieve tafereeltjes, vooral
dank aan de uitmuntende figuratie en de vol
leerde vertolkers.
Inhoud Pauline het nichtje van Sprin
gers, is smoorlijk verliefd op Gustaaf, neef
van kapitein Westman, die haar niet opmer
ken, noch minnen wil. Springers en West
man zagen de jonge lieden graag een paarke
worden. Pauline, overhaalt de Kabel, stuur
man, om haar in kajuitjongen te vermom
men en zóó de reis naar Surinam mede te
maken. In wilde vrouw verkleed trekt zij de
aandacht van Gustaaf op haar en brengt
hem het hoofd op holhij wil en moet de
wilde Ogarita huwen. Pauline, echter, met
de medewerking van Geert, matroos, ook in
wilden man vermomd, geneest hem voor
goed van zijne minneziekte voor wilde vrou
wen. Dan komt het meisje in een bevallige
tooi, bij Gustaaf, die seffens op haar verliefd
is en met haar trouwt tot groote vreugde der
twee ooms.
Verdienen eene heel bijzondere melding de
heeren K. Deweerdt, met de rol van zeeka
pitein, A. Delmotte, met die van oom Sprin
gers, G. Mailliard, met die van Geert, A.
Declercq, met die van Gustaaf, en P. Aer
nout, met die van de Kabel. Zij hebben op
eene manier waar niets op af te dingen valt,
hunne wederzijdsche rollen weergegeven.
Het zijn ook allen heel goede tooneelspelers
wier goede faam alom gekend is.
Mejuffer Louisa Creus heeft zich zelve
overtroffen, zij was onbetaalbaar nooit za
gen wij eene rol beter vertolken. Zij ten
minste kent hare rollen onder alle oogpun
ten. Houding, voorkomen, gebaren, gelaats
uitdrukking, alles stemt volkomen overeen
met de toestanden, die zij weergeeft. Haar
spel is van alle gemaaktheid ontdaan, onge
dwongen en natuurlijk. Haar taal is be
schaafd en zeer zuiver. Het is een parelke
van een speelster, die in dit laatste stukje
vooral hare vela en in 't oogspringende hoe
danigheden volop heeft laten blijken.
Een driedubbel hip hip hoeravoor die
uitmuntende speelster, eene kunstenares in
den vollen zin des woords.
Het keurig orkest, onder het kundig be
stuur van den heer M. Tasseel, heeft, tijdens
de tusschenpozen, het publiek vergast op een
drietal puike uitmuntend gespeelde muziek
stukken, die op dreunende salvo's onthaald
werdeD. De heer Tasseel en zijne ijvervolle
muziekanten zijn volkomen op de hoogte hun
ner taak en halen ook eere van hun werk.
Voor hen ook een gul en welgemeend bravo I
Het was eene der beste vertooningen die
wij ooit te genieten kregen en die in gulden
letteren mag aangeschreven zijn iu de jaar
boeken onzer koene tooneelmaatschappij De
Vlaamsche Ster.
Een hartelijk dankwoord aan hen allen
die bijgedragen hebben om ons op zulk een
genotvol en heugelijk feest te vergasten.
D.
Verleden Maandag had er ten lokale der
Francs-Arbaletriers, Bronzen Hoofd, een
heel aandoenlijk feest plaats ter eere van
L. Pinteion, Deken en Koning, en Aug.
Brunfaut, Onder-Voorzitter, die beide hun
25e verjaring als lid vierden. Vooreerst greep
er eene schieting plaats om heel prachtige
prijzen, die door al de flinke kruisboogschut
ters hevig betwist werden, v- Ans ver
gaderden allen rond eenen j~ een
lekker avondmaal lien wa ""^.a het
eerste gerecht stond de heeaÉKider-Voor-
zitter Aug. Brunfaut recht en bracht een
welgemeenden heildronk aan Z. K. H. den
graaf van Vlaanderen, aan wien de maat
schappij den titel van Koninklijke Maat
schappij te danken heeft.
Eene depêche werd aan zijne hoogheid ge
zonden, en twee uren nadien was de ant-
woorde van Brussel aan den Voorzitter
overhandigd die er lezing van gaf in tegen
woordigheid van al de leden, die hartelijk
toejuichten.
Op zijne beurt nam de h. K. Deweerdt,
het woord om den heer deken en koning,
L. Pinteion te vieren. Hij sprak volgender
wijs terwijl een prachtig zilveren geschenk
den Jubilaris ter hand gesteld werd
HET WEEKBLAD