VAR IJPEREN ER HET ARRONDIS SEMBET. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Eene ontslagene gevangene. Achtste jaar. Zaterdag- 28" Mei 1893. Nummer 22. Wat Liberalismus is. STADSNIEUWS. Sterfgeval. Zij durven niet, 't is 't katje. Abonnementsprijs voorop betaal!»?» ar« 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6' maanden: 1 fr. 75. Annoncen» 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen foor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamdc artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij ea onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden et opgenomen. Voltaire, beste lezer, heeft veel bij gedragen, om de oude samenleving af te breken, 't is te zeggen om vrije menschen te maken van slaven of lijfeigenen, die gebukt gingen onder den wil en de tuchtroede van konin gen bij Godsgenade en kasteelheeren, die slechter het' onderworpen volk be handelden dan hunne lastdieren, ter wijl die koningen en die heeren smeerden en feestvierden met de vruchten van het zweet der boeren, hunne lijfeigenen. Voltaire en zijne geestverwanten de Encyclopedistenzooals men ze noemde, hebben dat lieve wereldje van potentaten, uitbuiters langs de eene zijde en slaven aan de andere, doen in puin storten. 't Is waar, dat is niet alleen gegaan. De fransche revolutie heeft bloed ge kost, zoowel als de oorlogen der ko ningen bij Gods genade; maar, wie is daar de fout van? Zij, welke de katholieke volksver tegenwoordiger Nothomb onlangs aanduidde met deze woorden. «De grootste schuldigen in eene revolutie zijn degenen, die haar noodzakelijk maken door zich als vrekken aan hunne voorrechten te kleven en van geen recht voor an- deren te willen hooren Ge ziet dus, lezer, dat die Voltaire die zoo erg in den neus zit der sa- kristij-schrijvers, nogal wat gedaan heeft om u en mij en veel anderen, waaronder zoowel katholieken als liberalen, 't gareel van den hals te Op een Novemberavond, den dag vóór S" Catherine, knarste de getraliede deur der gevangenis te S' Auberive op hare hengsels en verleende uitgang aan eene vrouw van ongeveer een en dertig jaar, wier kleeding bestond uit een verschoten wollen japon en linnen muts, die op eene vreemde wijze haar gelaat omsloot. Het was eene gevangene, aan wie men de vrijheid teruggaf. Haar gelaat had die eigenaardige tint die men in de gevangenis krijgt; het was opgezet en vaalbleek. Hare lotgenooten noemden haar de meid van Bretagne. Zij was veroordeeld geweest wegens kindermoord en het was juist zes jaar geleden, dat de gevangeniskar haar hier heen gebracht had. Met hare eigene kleederen aan en de zelf verdiende spaarduiten op zak gevoelde zij zich eindelijk vrij. De haar op schrift aan gewezen weg voerde naar Langres. De bode naar Langres was echter reeds vertrokken. Beschroomd en verlegen richtte zij nu haar schreden naar de voornaamste herberg en met onvaste stem vroeg zij om een nachtverblijf. De herberg was vol en de waard, die er niet erg opgesteld was, van houden, waaronder onze vaderen bloed zweeten moesten, en dan nog voor troost van die mannen, bij Gods genade, de lieve scheldwoorden naar 't hoofd kregen, un viiain un rustre wat in onze taal wil zeggen: een dorpere kerel, een grove lompe rik Welke menschlievendheid, niet waar, vanwege die heeren, die alles bezaten, die de wetten maakten naar beliefte en die al wie geen edelman was voor iets beter aanzagen dan hun vee, maar toch voor geen mensch. Al had Voltaire maar die verdien sten van al die schoone theoriën, die dan de wereld regeerden, onder zij nen bijtenden spotlach te hebben doen vallen, dan ware het reeds veel. Maar hij is de vader van het libe ralismus? Och! het liberalismus is zoo oud als de wereld zelve. Liberalismus beteekent vrijheid. 't Liberalismus heeft volstrekt niets tegen den godsdienst, zijn geloof aan een hooger wezen en zijne hoop op een beter leven, en als verkondiger van zedelijke voorschriften: bemint uwen naaste, enz. Maar 't liberalismus stelt zich strij dend tegenover degenen, die zich bij die schoone zijde van alle beschaafde religiën niet bepalen, maar den gods dienst willen doen dienen als een middel om zich van alles meester te maken: het wereldlijk gezag, de aardsche goederen en, wat meer is, het geweten der menschen. Het liberalismus bestond zoo tegen- dat soort te huisvesten, ried haar aan naar de tweede herberg te gaan, die zich aan 't andere einde van 't dorp bevond. Nog beschaamder en verlegener ging zij heen en klopte aan d8 herberg of liever aan een verblijf voor de arbeiders. De herber gierster aanzag haar wantrouwend van 't hoofd tot de voeten, en bespeurende dat het eene vrouw was die uit de gevangenis kwam, zond zij haar weg en wendde voor dat zij geen nachtverblijf had. De ontslagene durfde niet aandringen zij verwijderde zich met gebogen hoofd, maar in haar binnenste verhief zich de haat tegen die wereld, die haar verstiet. Er bleef haar dus niets anders over dan te voet naar Langres te gaan. Einde November valt de avond spoedig en weldra werd zij in den duisteren gehuld op een weg aan weerkantea door kreupel- bosch omzoond, waar de scherpe noorder- wind doorheen floot en de opgehoopte dorre bladeren in de lucht deed dwarrelen. Zij non niet meer loopen na zes jaar opge sloten te zijn geweest en een zittend leven geleid te hebbende gewrichten harer knieën schenen vastgegroeid, en hare voemn, die aan klompen gewend waren, voelden zich beklemd in de nieuwe schoenen. Zij over alle eerediensten en is ouder dan het katholicismus zelve. Socrates, de grieksche philosoof, die vergift moest innemen, omdat hij de goden der priesters niet wilde aan bidden, was een liberaal, reeds vóór Christus geboorte. Luther, de geleerde en welspre kende Duitsche kloosterling, die walgde van het schouwspel dat de katholieke kerk met haren verkoop van aflaten en allerlei losbandighe den toen opleverde, was een liberaal, j En tal van katholieken moesten 't zij ze wilden of niet, liberaal wor den, wanneer vroeger nog de kerk door drie pauzen geregeerd werd: uit Rome, Avignon en Rimini, die niets deden dan twisten en elkander in den ban sloegen, dat de brokken er af vlogen. Dan kwamen er liberalen op. man nen van gezag en diepe geleerdheid, die men wel ketters noemde, maar die vooral moeten beschouwd wor den als mannen, die protesteerden tegen het schandelijk tooneel dat het katholicismus soms vertoonde, toen het zich meer met wereldsch gezag en aardsche goederen, dan met evan gelische voorschriften bezig hield. Een heel droevig nieuws verspreidde zich verleden dinsdag in onze stad; Mevrouw de barones Gaston de Vinck was, zegde men, 's avonds er voor ten elf ure overleden. Men kon daar vooreerst heel moeilijk geloof aan hechten. liad ternauwernood eene mijl afgelegd of hare voeten waren vol blaren en zij kon bijna niet meer voort. Zij zette zich op eene mijlpaal neer en vroeg zich af of zij hier in den donkeren nacht van honger en koude zou moeten omkomen door den adem van den scherschen noorderwind, die haar deed verstijven. Eensklaps meende zij, door het loeien van den storm heen, de slepende tonen van eene stem te hoorenzij luisterde, en nu onderscheidde zij dadelijk de maat van een dier eentonige wiegeliederen. Zij stond weer op, liep voort in de richting vanwaar bet geluid kwam, en bij den draai van een kruisweg zag ze een roosachtig schijnsel door de boomen heen. Zoo liep ze nog eene minuut of wat voort en kwam zoo eindelijk aan eene vervallen hut, waarvan het uit stroo en klei bestaande dak tegen eene rots leunde. Het eenige vensterraam, dat er zich in bevond, verspreidde een zachten gloed in 't, ronde. Met een angstig hart besloot zij er toe aan te kloppen. Het gezang hield op, eene vrouw van denzelfden leeftijd als zij, doch door 't harde werken verouderd en afgeleefd, opende de deur. Het was immers niet anneembaar dat die jonge, beminnelijke slotvoogdes, die men den 14n nog zoo frisch en zoo wel te pas het weldadigheidsfeest, waarvan wij in ons laat ste nummer verslag gaven, zag voorzitten, zoo onverwachts en in zoo korten tijd zou bezweken zijn. En nochtans het was, he laas I maar al te waar, Mevrouw de Vinck, zoo liefdadig als bevallig en minzaam, en nauwelijks 25 jaren oud, is door de scarla- tine (purperkoorts) aan de liefde der haren in min dan 4 dagen wreedelijk ontrukt. Al wie ze gekend heeft of zelfs eenigs- zins met haar in betrekking kwam, en de armen in de eerste plaats, zullen haar te vroegtijdig afsterven bitterlijk betreuren. Gisteren Vrijdag werd zij te Zillebeke in den familiekelder begraven. Eindeloos was de treurige stoet en talloos de schaar vrien den en kennissen, die uit den omtrek en uit alle hoeken des lauds toegesneld waren om eene laatste hulde, een laatsten blijk van verkleefdheid te brengen aan de uitgelezene en edele Mevrouw, die reeds zooveel goeds verricht heeft, maar die er heel zeker nog oneindig veel had verricht, ware de onver biddelijke- dood haar zoo jong niet komen wegmaaien. Wij nemen rechtzinnig]ijk en grootelijks deel in den diepen rouw, dien de edele fami lie de Vinck-Osterrietk zoo smartelijk tref fen komt. Het Journal d'Ypres spartelt als een pa ling in eene braadpan, omdat het Progres de moedige mannen heeft gehekeld die een achtbaren inwoner onzer stad, den heer Ed. Toussaert, den nieuwen Groote Majoor der Burgerwacht hebben beleedigd om zich te wreken over de nederlaag hunner vrien den in de kiezing voor de burgerwacht. Iedereen weet waarin de beleediging be stond: eene spolprint, te Yperen opgevat en misschien gedrukt, naar Brussel verzonden en daar in den post gesteken om hier in Yperen te worden uitgedeeld. Haar jakje, dat hier en daar gescheurd was, liet eene door de zon verbrande huid zien; vanonder haar wollen mutsje kwamen de roode haren wanordelijk te voorschijn. De grijze oogen keken, de bezoekster, die iets eigenaardigs over zich had, verbaasd aan. Goeden avond, zeide zij, terwijl zij de lamp, die ze in de hand had, in de hoogte hield, wat verlangt ge Ik kan niet verder voort, fluisterde de ontslagene met eens door tranen verstikte stem; ge zoudt me een grooten dienstbe wijzen met mij een nachtverblijf te geven. Kom maar binnen, antwoordde ze. na een oogenblik aarzelens. Daarna vervolgde ze, meer uit nieuwsgierigheid dan uit wan trouwen; waarom kunt ge niet herbergen? En de oogen neerslaande, zeide zijom lat ik uit de gevangenis kom, begrijpt ge, en dit wekt geen vertrouwen bij de menschm. Om 't even, komt binnen, ik ben be vreesd voor niets, om lat ik nooit anders dan ellende gekend heb. Maar om met zulk weêr iemand weg te zenden, daar moet men geen geweten voor hebben. Kom ik zal u gauw een bed van bladeren klaar maken. Wordt voortgezet). HÉT WEEKBLAD"

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 1