YAR IJP1REN ER HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. HOURRA! Men verzoekt ons aan te kondigen dat, spijts de be slissing door ons klerikaal bestuur genomen, de leer gangen van het Stadseolle- gie zullen heringericht wor den en herbeginnen te rekenen van 1° October met het volledig programma der Ko ninklijke Atheneums van het land. Wij wenschen onze vrien den vuriglijk geluk over hun wijs besluit en wij deelen het met vreugde mede aan de ouders, die voortaan zullen bevredigd zijn, voor wat de studiën hunner kinderen be treft. Aan den schandpaal! sam** Achtste jaar. Zaterdag 29:) Juli 1893. Nummer 31. Aan den schandpaal! Aan den schandpaal Aan den schandpaal! Aan den schandpaal! Aan den schandpaal! Inwoners der stad Yperen Hoe kinderachtig zijn toch onze bestuurders Een ander voorbeeld. Abonnementsprijs voorop betaalbf ar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 £r. 75. Annoncent 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, ems. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen of andere bekf edmaiiingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen looi den Office de Publicité, Magdale:.astra.at; u sel. Men wordt verzocht alle hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij eo onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. De zeuraars, de omkoopers, de be- lovers, de bedriegers, de valsche volksvrienden De verdrukkers, de dwingelanden, de vernietigers van 't onderwijs, de woordverbrekers De vreemde schuifelaars, die ge zworen hebben Yperen ten onderen te brengen De verbasterde Yperlingen, die uit dweepzucht of uit domheid de vreemdelingen in hun vernielings werk helpen Want zij zullen geschandvlekt in de geschiedenis der stad Yperen aan- geteekend staan en de namen van Surmont en zijne medeplichtigen zullen door alle ware Yperlingen tot in de verste nakomelingschap ver maledijd en gevloekt worden. Daar om moeten zij Thans zien wij op de hoeken der straten overal plakbrieven van d en volgenden in houd De gemeenteraadsleden, die den ln Febru ari 1891 op het Stadhuis gekomen zijn door het schaamtelooste bedrog en omkooperij, hebben uw stadscollegie afgeschaft. M. de Baron Surmont de VoJsberghe had in eene kiesrede beloofd, in zijn naam en in den naam zijner vrienden, nooit de onderwijsgestichten aan te raken. Hij is aan zijn woord te kort gebleven De eerste magistraat der stad Yperen heeft zijn woord verbroken MM. Justin Berghman, Breyne-Devos, Eugeen Struye, Henri iweins, Cyriel Boone, René Begerem en Louis Biebuyck hebben met hem hun woord verbroken Het Stadskollegie kostte volgens de be- grooting voor 1893, 25,900 fr. De stad kwam in deze som maar lusschen voor fr. 8,172,42't is te zeggen voor min dan een derde. Die 25,900 francs waren in de stad ver teerd De koophandel van Yperen verliest dus 25,900 fr. M. Brunfaut heeft in den ge meenteraad voorgesteld zijn ontslag te geven met al zijne kollega's en zich wederom allen te zamen voor het kiezerskorps aan te bie den, dat zou beslist hebben of het stadscolle gie, welk meer dan een eeuw bestaan telt, ja of neen moest afgeschaft worden MM. Surmont en consoorten hebben deze uitdaging niet durven aanvaarden, wel we tende dat gij hunne schandalige handelwijze niet zoudt goedkeuren. Op de uitdaging door M. Brunfaut gedaan, antwoordden zij dat gij, inwoners van Yperen, kiezers en lastenbe- talers, niets te zien hebt in de be stuurzaken der stad Yperen. De Vereeniging der Oud-Leerlingen van het stadskollegie heeft het aanbod gedaan het deel van tusschenkomst der stad in de kosten van't kollegie te betalen. M.Ferdi nand Merghelynck sprak borg voor de beta ling dezer som. De mannen van den nacht van ln februari hebben geweigerd Ziedaar, inwoners van Yperen, kiezers en lastenbetalers, in welke handen uw lot zich bevindt. De kierikalen wilden het stadskol legie afschaffen onder het voorwendsel be sparingen te doen, een groep edelmoedige mannen stelt hun voor het aandeel der stad te betalen, en zij weigeren 't Is een schandaal 1 En wie zal door dit schandaal lijden? 't Zal zeker de Ypersche koophandel zijn! Eigenaars, bakkers, slachters, kruide niers, kooplieden en slijters van allen aard zullen er door lijden. Inderdaad die 25,900 fr. dat het stadskol legie kost, zulien in de stad niet meer verteerd worden. Nog meer, de stadskas zal omtrent 6000 fr moeten betalen voor wachtgelden die bij den vreemde zullen verteerd worden. De vreemde leerlingen die naar het kollegie kwamen, zullen geen geld meer in de stad verteeren. 't Is een verlies van 50,000 fr. ten minste. Uwe meesters hadden u fabrieken beloofd. Waar zijn zij? Zij gingen den handel en de nijverheid doen herleven. Wat hebben zij met dit doel gedaan? Y/erklieden, gij gingt uwe stad niet meer moeten verlaten om in uw onderhoud en dat uwer vrouwen en kinde ren te voorzien. En ziet gij er niet alle da gen vertrekken die werk in Frankrijk gaan zoeken? Van al de schoone en aanlokkende beloften die vóór de kiezing gedaan werden, is niet ééne gehouden geweest, daarentegen uwe meesters hebben uw geld verkwist, zij heb ben in den tijd van een jaar en half 40,000 fr. verteerd voor het pompierskorps, zij hebben de stadskas uitgeput en heden ont nemen zij u nog eene jaarlijksche winst van 50,000 franks. Hun doel is u uit te hongeren om u beter te kunnen overmeesteren, onder hunnen hiel te houden. Zult gij het lijden? Neen, duizendmaal neen Eenige edelmoedige harten komen de stich ting van een nieuw kollegie te besluiten, in gericht op dezelfde grondbeginselen als dat gene dat komt afgeschaft te worden. Gij zult hen in dit werk van herstichting en vernieu wing helpen. Gij zult hunne poogingen be gunstigen en gij zult uwe kinderen toever trouwen aan het nieuwe kollegie wier deuren den ln October naastkomende zullen geopend worden. Weg met de mannen van den nacht van ln Februari 1891. Leven de liberalen Zou men het beter kunnen zeggen? Is het zoo niet? Is het niet de waarheid? En wordt de schandpaal, waaraan wij de zeuraarsliende gespijkerd hebben, niet van langsom grooter, van langs om zichtbaar der? Verwezenlijkt zich onze voorspelling niet? Verleden Zondag zijn de Pompiers gaan schieten naar Co men, waar zij, naar men zegt eenen prijs gewonnen hebben van 50 fr. Spoedig zond Kommandant Baus eene depeche naar Yperen om dit gewichtig nieuws mede te deelen en aanstonds werd er beslo ten dat het stadsmuziek de prijswinnaren triomfantelijk zouden inhalen, hetgene ook gebeurde. Wij kuunen wel zien dat de zon in 't wa ter schijnt en dat het stadsmuziek eere be wijst aan 't is gelijk welke Maatschappij of welken persoon van stad die het waarlijk verdiend heeft, maar wij kunnen niet be grijpen, dat wanneer een stadsgenoot zich onderscheidt door zijn talent en den naam van Yperen bij den vreemde verheerlijkt, ons verlicht bestuur nooit gebaart iets te weten en zelfs niet de minste aanmoedi ging aan den bekroonde geeft. Bij voorbeeld, de heer Moerman behaalt in twee verschillende prijskampen prijzen van uitmuntendheid als komponisthij is in betrekking en wordt gelukgewenscht door de grootste meesters; zijne medekampers zijn allen muzikanten van aanzien, die reeds eene zekere vermaardheid in de kunst heb ben bekomen, en hier blijft het bestuur on verschillig aan zulke onderscheiding, men bewijst den jongen kunstenaar geene eere, men doet zelfs alsof men niet wist dat er ooit een prijskamp heeft plaats gehad. Waar om? Omdat de heer Moerman te zedig is om zijnen bijval op de daken uit te tromme len, omdat hij tevreden is met de goedkeu ring en de waardeering van bevoegde kun stenaars en dat hij zich niet zou willen ver lagen tot de rol van sleppedrager, om eene gunst te bekomen, die men hem nochtans verschuldigd was. Ha! ware het een Baus geweest die zegepraalde, de stad zou te klein geweest zijn, niet één maar twee muzieken zouden hem ingehaald hebben, het karilion zou zijnen lof over stad en veld hebben ver kondigd, de vaandels zouden gewapperd heb ben aan de huizen van al de kaloten, uit hooger bevel. Waarom? Omdat Baus de vriend, de sleppedrager de alter ego is van Surmontomdat Baus wel weet dat het kle rikale stadsbestuur hem niets kan of mag weigeren. Kortom, omdat BausBaus is. Twee jongelingen der stad, de heeren B. en L. wonen een jaar lang de lessen bij der Akademie van Antwerpen. De eerste, M. B. bekomt den vierden prijs in uitmuntendheid •t is te zeggen in elf verschillende vakken is hij overwinnaar en bekomt den eersten prijs in figuur naar het leven, den eersten in geschiedenis en den eersten in teèkening van geraamte. De tweede, de heer L..., bekomt den eer sten prijs in boetseering, 3e klas, hoofd naar de oudheid. Beiden verdienen lof en aanmoedigingen, want beiden werken niet alleen voor hun eigen geluk, maar ook voor de eer en roem van Yperen, die reeds zoovele verdienste lijke kunstenaars telt. En denkt gij, beste lezer, dat onze schrandere stadhuismannen iets gedaan hebben om die twee jonge lau reaten te verheerlijken? Gij zijt er wel medeIntegendeel, de kafratte van het Journal d'Ypres heeft gepoogd den heere B te benadeeligen en hem zijn karig hulp geld (150 fr.) te ontnemen, (150 verstaat gij het, waarheidverdraaier, maar geen 200 gelijk gij in uw blad schrijft?) terwijl hij den heer L. tot in den zevenden hemel verhief. Waarom? Omdat die kerel niets kan dan lasteren en liegen en venijn werpen op iedereen, zelfs drijft hij de leugens zooverre dat hij de zegepraal van B. in twijfel trekt en wil doen gelooven dat hij zich niet waar dig maakt van de bescherming der stad. Welnu, om dien aartsleugenaar nogmaals te overtuigen, om die kafratte nog eenen stamp op zijnen kop te geven, deelen wij hier eenen brief mede die bewijst hoe de heer B, zoowel als de heer L, en misschien nog beter, alle bescherming verdient Antwerpen, 26 July 1893. Mijnheer, de opsteller van hei Weekblad, Met minachting heb ik Zondag laatst het artikel (les beaux arts) gelezen uit het Jour nal d'Ypres, hierom vind ik het als plicht de rechtvaardigheid te laten kennen. De heer Emile Bendel, bij mij inwonendè' sedert de maand Augusti 1892, heb ik met den grootsten vlijt de klassen van de Akade mie van Antwerpen zien volgen, vele nach ten in studiën zien doorbrengen en nu, na gezegepraald, na ellende en armoede ter eere van zijn geboortestad doorgestaan te hebben, komen katholieke gazetten hem de schanda ligste leugens toe te werpen, wij die gansch vreemd zijn aan hem hebben ons gansch opgeofferd om zijn droevig lot te verzachten en om het einde van het schooljaar te ziea HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 1