STADSNIEUWS.
Eene kostbare bekentenis.
't Kittelt in hunnen neus.
Anne menschen
Sterfgeval.
Vlaamsche Ster.
Willemsfonds.
Maatschappij Burgerwacht
Schieting van 27 October 1893.
Zeer dikwijls reeds hebben wij gezegd en
geschreven dat het Journal d' Ypres opge
steld is door mannen, die voor niets achter
uit wijken, als het er op aankomt een poli-
tieken tegenstrever te bevechten.
Verledene week nog hebben wij gemeld
dat een der schrijvers van dat godvruchtig
lasterblad niet beschaamd was geweest de
grofste lasteringen, de grootste eerlooshe
den, de hatelijkste beschuldigingen uit te
kramen tegen een eerlijk man, die algemeen
geacht en bemind is. VVij hebben er bijge
voegd dat moeder Themis zich wel de zaak
zou kunnen aantrekken en den lasteraar
eens eene duchtige oorrekking geven, 't
Schijnt dat het Journal van onze meening
is, want in zijn nr van Zaterdag 11. verhaast
het zich te verschoonen op eene belachelijke
en huichelachtige wijze en het wil doen ge-
looven dat de Redactie geene schuld heeft
aan deze lastering.
Om onze lezers te laten zien hoe moedig
de opstellers van het godvruchtig lasterblad
zijn, hoe zij de verantwoorlijkheid van hunne
daden dragen durven, willen wij eene let
terlijke vertaling geven van hunne ellendige
uitvluchtsels. Wij zullen hun artikel niet
in stukken trekken om er onze bemerkingen
tusschen te lasschen gelijk zij gedaan heb
ben met het antwoord van M. Verduyn, wij
zullen slechts die kale verschooning nadien
bespreken.
Ziehier het meesterstuk dat zij in de eer
ste kolom hunner eerste bladzijde doen ver
schijnen
In de afwezigheid van onzen uit-
gever is een artikel in druk gege-
ven en buiten onze wete in ons
laatste nummer gelijfd geweest,
onder den titelLes Illustrations
du Progrès.
Dit artikel, waarvan de schrijver
ons nog onbekend is, behelst per-
soonlijkheden en onrechtvaardige
beleedigingen, welke eene gezonde
M polemiek' afkeurt.
5-Het is bijna niet noodig te zeg-
55 gen dat wij niet alleen die beleedi-
55 gingen en die persoonlijkheden,
55 maar geheel het artikel intrekken,
55 waarvan de vorm ons niet meer
55 bevalt dan de grond.
55 In het toekomende zullen maat-
regelen genomen worden opdat, in
de afwezigheid van onzen uitge-
ver, niet één artikel moge verschij-
55 nen in het Journal zonder vooraf-
gaandelijk de goedkeuring der Re-
55 daktie bekomen te hebben.
55 Wij hopen dat de schrijver van
55 het artikel de rechtschapenheid zal
55 hebben zich te doen kennen en de
55 verantwoordelijkheid zijner belee-
55 digingen op zich te nemen.
5» De Redactie.
Heeft men nog ooit armzaliger verschoo
ning gelezen
Weihoe! Zij willen doen gelooven dat men
de afwezigheid van den uitgever heeft te
baat genomen om buiten hunne wete een
artikel in te lijven! Is het dan de uitge
ver cf is het de Redaktie die de artikels
overziet en goed- of afkeurt'? En wie
leest en verbetert de proef? Wij hebben
altijd gemeend dat een uitgever, als deze
van het Journal en het Nieuwsblad, die
door de redaktie betaald wordt, slechts een
strooien man is, die gedwee al doet wat
zijne meesters hem bevelen. Dus dit verde
digingsstelsel valt in duigen
Dit artikel, waarvan de schrijver nog
onbekend is,... dit is de kolossaalste leugen
dien men ter verdediging eener slechte zaak
kon inroepen. Wie in Gods naam zou durven
een artikel doen inlijven en onbekend zijn
aan de Redaktie Ten ware er ergens een
liberaal ware die, om de Redaktie te foppen
en haar onaangenaamheden op den bals te
trekken, een politieke:» vriend op de eerloos
te wijze belastert en beleedigt.
behelst 'persoonlijkheden en
onrechtvaardige beleedigingen, welke
eene gezonde polemiek afkeurt. Hier
is de kostbare bekentenis. Het Journal
d' Ypres bevestigt dus wat wij over acht
dagen schreven. Jammer maar dat het de
vrees is die hem die bekentenis afperst, want
nimmer hreft het schijnheilig blad een woord
ingetrokken van al de lasteringen en leugens
waarvan al zijne nummers krioelen.
Het is bijna niet noodig te zeggen
dat wij niet alleen die beleedigingen
en die persoonlijkheden, maar geheel
het artikel intrekken... Te laat, jongen;
het kwaad is gedaan en kan niet hersteld
worden dan door het gerecht. Ahgij meent
dat het genoeg is in te trekken, om er van
onder te schieten? Gij hebt het mis op, want
een moordenaar zou zich ook op die wijze
kunnen vrijpleiten, en 't is eene zedelijke
moord die gij begaan hebt. Weet gij dan
niet, Journal, gij, die zoo slim wilt zijn en
aanspraak maakt op groot verstand, dat men
met 1 woord kan breken wat men met geen
duizend woorden kan herstellen' 't Is hier
het geval en al uw schrijven kan niet baten.
....waarvan de vorm ons niet meer
bevalt dan de grond. Ons bevalt het ook
niet en daarom hebben wij geprotesteerd.
En het zal de rechters ook niet bevallen,
want zij zullen u weten loon naar werken
te geven.
In het toekomende zullen er maat
regelen genomen wordenopdat in
de afwezigheid van onzen uitgever,...
nogmaals de uitgever?.... Maar wat is toen
de Redaktie? Die uitgever moet wel een
aanzienlijk man zijn om zoovele gezag te
hebben.
niet een artikel moge verschij
nen in het Journal zonder vooraf
gaandelijk de goedkeuring der Re
daktie bekomen te hebben. Ja maar 't is
te laat den put gevuld als 't kalf verdronken
is. De Redactie had sedert lang reeds een
waakzaam oog moeten in 't zeil houden. Zij
weet immers wel dat zij verantwoordelijk
is voor al wal in haar blad verschijnt, en
hare belofte kan hier weinig baten.
Wij hopen dat de schrijver van het
artikel de rechtschapenheid zal héb
ben zich te doen kennen.,.. Wij niet,
want een vuige kerel die zich veroorlooft
zulke beestigheden te schrijven, kan noch
rechtschapenheid noch eerlijkheid beziiten.
En zich doen kennen zal hij nimmer, (in de
veronderstelling dat hij niet gekend is) want
het ware den wolf in den muil loopen.
en de verantwoordelijkheid op
zich te nemen. Ja, wacht er maar naar
Men ziet van hier dat die onbekende las
teraar zal zeggenik ben het die gelogen,
gelasterd en geëerroofd heben ik alleen
moet vervolgd worden. Als de Redaktie
zich zoo iets inbeeldt is zij van het goê jaar,
maar 'tis al komedie wat zij zegt en schrijft
en zij weet niet wat uitkramen om de vlie
gen van haren rug te keeren. 't Is arm
zalig, wat zij doet, en 't is lafhartig.
De Redaktie van het Journal d' Ypres
beweert dat zij een muzeiim bezitwelnu,
wij bezitten er geen, maar zullen er een op
richten. Daarom zullen wij het ellendig ver
dedigingsartikel uit het Journal snijden,
het met eene lijst omgeven en het in onze
vitrien ten toon stellen tot dat het gerecht
uitspraak hebbe gedaan, als een bewijs van
de eerlijkheid van een blad, dat door alle
rechtschapene lieden verworpen en mis
acht is.
Nu nog iets
Heeft een liberaal blad onzer stad ooit
zijnen toevlucht moeten nemen tot- zulke
armzalige middels om te ontsnappen aan de
gevolgen zijner polemiek? Is dit niet een
klaar bewijs dat de lasteraars en eerroovers
niet bij de liberalen te vinden zijn
Zijn het zulke ga zetten niet die de slechte
drukpers uitmaken en overal zouden moeten
verboden worden
Kan eene partij, die zulke organen bezit
en bezigt, nog langer voor eene eerlijke
partij doorgaan
Is dit niet schaamteloos met iedereen den
zot houden als zulkdanig blad den titel van
katholiek orgaan aanneemt
Is het den katholieken niet bevolen, door
de leering des Zaligmakers,aan anderen niet
te doen, wat zij niet zouden willen gedaan
worden
Heeft Christus niet gezegd (en dit was de
grond zijner leering) bemint elkander
En is er eene partij die meer haat, twee
dracht en verdeeldheid zaait dan de gewaan
de katholieke partij
Komaan, huichelaars, gij zijt zoo min ka
tholiek als de grootste vrijdenker der we
reld. Gij zijt nog slechter, want een
vrijdenker zou niet doen wat gij doet en
geen schapenvacht aantrekken om de men
schen te misleiden.
Neen, gij zijt geene katholieken, gij zijt
bedriegers, huichelaars, lasteraars, ruzie
makers, zeuraars en kwakzalvers. Heb-je
't weg?....
Het nieuw Kollegie der Unie kittelt zoo
danig in den neus der opstellers van het
Journal dYpres dat zij er gedurig van
niezen en onophoudelijk er over schrijven,
als waren zij ;van de nachtmerrie bereden.
Zij pogen te spotten en schijnen te lachen,
maar die lach is groen, en hij gaat boven
hunnen neus niet. Het nieuw Kollegie is een
gedenkstuk dat immer tegen de onverdraag
zaamheid van het katholiek stadsbe
stuur zal pleiten en laten zien waartoe
woordverhrekers bekwaam zijn.
Misschien zullen die oolijke opstellers ook
eerstdaags schrijven dat zij deze artikels
intrekkken, maar in afwachting geven zij
een staaltje van hunne gezonde polemiek.
Luistert, schrandere opstellers, als men
in zijn blad zulke artikels durft schrijven als
dit welk wij op uwe eerste bladzijde vinden,
is men niet wijs beraden iets of iemand nog
aan te vallen, en vooral te spotten met de
herstelling van hetgene uwe mannen gebro
ken en vernietigd hebben.
Maar wat wil men
Daarover spreken wij later.
Verheug U arme menschen
De klerikale meerderheid van den gemeen
teraad heeft besloten, eene som van 2853.90
fr. te besteden om de bestrating van de St.
Jacobsstraat te vernieuwen. De straat waar
de heer Colaert en de schatrijke M. Struye
wonen.
Die heeren hebben gereklameerd dat de
oneffenheden in hunne straat oorzaak zijn
vau het breken der ressorts van hunne rij
tuigen.
Om die interessante troetelkinderen der
kaloten te believen, zal men op speciaal
verzoek van M. Colaert, nieuwe groote lang
werpige kalseisteenen leggen opdat den heer
Struye daarover zachtjes en zonder schok
ken zoude kunnen vervoerd worden
Zoude men niet oneindig meer nut stich
ten, door eerst en vooral de kleine wijken
der armere bevolking in behoorlijken staat
te brengen?...
Is het waar of niet dat de meesten dezer
kleine straatjes zich in eenen ellendigen toe
stand bevinden?...
Is het geen schande voor ons bestuur wan
neer den vreemdeling, die bij toeval in die
stegen verdwaalt geraakt, in gevaar van
over bulten en gaten de beenen te breken
het aan zijne reukorganen maar al te zeer
moet bestatigen hoe het vuile water overal
ligt te rotten en te stinken in slecht aange
legde rioolen
Is dat niet een voortdurend gevaar voor
de openbare gezondheid en een staat van
zaken die den afkeer moet opwekken zelfs
van de arme lieden, die tegen wil en dank
gedwongen zijn, in zulke verpestende wij
ken een verblijf te zoeken
Doch daarmede bekommeren zich de ver
kwezelde stadhuisbazen al heel weinig. Het
voornaamste is wel, dat de ressorts van M.
Struye heel blijven; dat M. Colaert als ge
woonlijk, zijn eenmaal opgevat voorstel
heeft kunnen doordrijven en dat Surmont
die aan zijne boezemvrienden niets kan wei
geren de met goud beslagen domperskliek
nogmaals heeft kunnen voldoen.
En als dan misschien later de puntige en
versleten kalseisteenen waarvan MM. Colaert
en Struye niet meer willen, zullen dienen,
om de omgezonde straatjes der arme men
schen in 't droge te leggen; dan zullen die
godvruchtige verwaarloozers van de bijzon
derste belangen der behoeftige bevolking,
nog de onbeschaamde pretentie hebben van
te komen beweren dat zij veel, zeer veel ge
daan hebben voor den werkman, dat zij
alleen de ware vrienden van den armen zijn.
Arme menschen van Yperen, geef u de
moeite hierover na te denken. Herinner u
alle de beloften die de kaloten gedaan heb
ben en vraag aan u zeiven of die geweten-
looze stemmenkoopers niet bezig zijn u op
schandalige manier voor den aap te houden.
Demohraat
Eene achtbare familie onzer stad komt
een smartelijk verlies te ondergaan. De heer
Daniel Lapiere, oud leerling van ons Stads-
kollegie, luitenant bij het 3e lanciers en
zoon van den heer Henri Lapiere-Vande-
vyver, is Zondag 11. overleden te Beveren-
Waas, waar hij zijn verblijf had, na eene
kortstondige ziekte, die slechts twee of drie
dagen geduurd heeft.
Donderdag morgend had de plechtige lijk
dienst plaats te Beveren, na welken de stof
felijke overblijfsels van den jeugdigen officier
overgebracht werden naar Brugge, om in
den grafkelder der familie zijner gemalin
begraven te worden.
Om twee ure namiddag kwam de lijk
stoet in de statie van Brugge aan. Het 3'19
regiment Lanciers, afgevaardigden van al
de ruiterijregimenten des lands, officieren
van het 4e linieregiment, opgeleid door ko
lonel Gauchin, andere burgerlijke en mili
taire overhedenafgevaardigden der rijschool
van Yperen, bevonden zich aan de statie
om eene laatste hulde te bewijzen aan den
betreurden overledene en hem naar zijne
laatste rustplaats te vergezellen.
Verscheidene lijkreden zijn uitgesproken
geweest, namelijk door den baron Van Zuy-
len van Nijevelt, den kolonel Montegnie, den
luitenant Riflet en den onder-luitenant Ton-
giet.
De begrafenis van den luitenant Daniel
Lapiere waren zijner waardig. De bewijzen
van innige sympathie die men de familiën
Lapiere en Siron toebracht, zullen, hopen
wij, eenigzins de smart verzachten die dit
onverwacht en schrikkelijk verlies hij hen
deed ontstaan.
Zij ontvangen ook onze rechtzinnigste
deelneming in hunnen rouw.
Op Zondag 12 November geeft deze maat
schappij hare eerste vertooning van 't abon
nement, bestaande als volgt
1' Raad en daad,
De Kamer met 2 bedden,
3" Tamboer Janssens,
Wij wenschen hun denzelfden bijval als
verleden jaar, niet meer want de zaal was
telkenmale te klein.
De personen die een abonnement wen
schen, zijn vriendelijk verzocht zich bij den
heer Karel Deweerdt te wenden.
Met genoegen vernemen wij, dat het eer
ste feest, gegeven door het Willemsfonds,
aan hare leden en huisgezin aangeboden, op
Zondag 19" November, ten 7 ure 's avonds,
in de zaal der Oud-Pompiers zal plaats heb
ben.
Het feest zal bestaan uit zang, muziek,
en danspartij. Conferentiespreker: M. Ret-
sin. Geen twijfel of de zaal zal als gewoonte
te klein zijn. In ons naaste nummer zullen
wij 't programma aan onze lezers mede-
deelen.
Gewoonen cibel.
Legon Emile 25 25 25 25 25 125
Ligy Albert 25 20 25 25 25 120
Justice Jean 25 25 25 20 25 120
BoedtLeon 25 20 25 25 20 115
Vantholl Henri 25 20 25 25 20 115
Vermeulen Henri 25 20 20 25 20 110
Schieting van Donderdag 2 November.
Gewoonen cibel.
Boedt Leon 25 25 20 25 25 120
Ligy Albert 25 25 20 25 25 120
Froidure Eug. 20 25 20 25 25 115
Masscheleyn A. 20 25 20 25 20 110
Gaimant Arthur 20 25 20 25 20 110
Butaye Arthur 20 25 25 20 20 110
Vautholl Henri 25 25 25 15 20 110
BURGERSTAND.
van den 27 October tot den 3 November 1893.
Geboorten.
Mannelijk geslacht 4. Vrouwelijk id. 2.
O verlij dene.
Onbekende, mannelijk geslacht, van 70
tot 80 jaren hebbende.
La mer y passerait sans-laver la souilure.
Chassez le naturel, il revient en sabots
Blijspel met zang,
Kluchtspel,
blijspel met zang in 2 bedrijven.