VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Een dag voor de bruiloft,
Negenste jaar.
Zaterdag 13" Januari 1894.
Nummer 3.
De liberalen en de boeren.
STADSNIEUWS.
Wat zegt ge nu daarvan
Men wordt slechts door een zwar
ten pot bevuild.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft*. 75. Annoncent 15 cent. per drukregel. Rechte
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere beke udmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor bet buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd» artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Tegenwoordig worden de liberalen
hevig uitgemaakt als vijanden der
boeren. Echter de waarheid is dat de
landbouwers nooit betere vrienden
dan de liberalen gehad hebben.
Het is slechts maar wanneer de
liberalen aan het bewind gekomen
zijn dat het vaderland geheel van
aanzien veranderd is.
De liberalen zijn het die de hulp
middelen aanbrachten om de Vlaan
deren uit den vreeselijken honger
snood der jaren 40 te redden.
Ook waren het de liberalen die
overal de schoonste steenwegen lieten
leggen en den landbouw tot eenen
hoogen trap van voorspoed brachten
gedurende vijf-en-twintig jaren lang.
Het waren de liberalen die de veld
vruchten en het vee der landbouwers
vrij stellen van de oktrooien der ste
den, welke afschaft werden en ver
vangen door een 32 miljoen rijks
fonds ten voordeele der gemeenten,
die er mede vele schoone verbete
ringen hebben kunnen tot stand
brengen.
Het zijn de liberalen die de barie-
ren op de steenwegen hebben afge
schaft.
De afschaffing der belasting op het
zout heeft men aan de liberalen te
danken, een zoo groote weldaad voor
den landbouw.
Het zijn de liberalen die de wet op
de buurtspoorwegen maakten waar
door steden en dorpen broederlijk
verbonden worden en in dagelijksehe
gemeenschap leven.
Ook waren het de liberalen die het
Een vochtige koude Novemberdag heeft in
Belgie, en vooral in het Noorden, iets zoo
treurigs en ontmoedigends, dat men licht
begrijpen kan, hoezeer een vreemdeling het
heimwee gevoelen moet, die onder oenen
schoonen hem<4 geboren is.
Den 17 November 1802 was duisterder dan
gewoonlijk geweestvan den donkeren he
mel hingen zware regenwolken af, welke
een kouden oostenwind voor zich henen dreef,
slechts nu en dan drong een bleeke licht-
si raai door den dikken hemel en verlichtte
met zijnen matten glans de vensters eener
herberg die aan den weg van Brussel naar
Tervueren lag. Blijkbaar wachtten de heide
personen, die zich op dat oogenblik in de
herberg Het Roode Kruis bevonden, op
de aankomst van een wagen, die hen naar
Tervueren voeren kon.
De eene was een man, ruim 50 jaren oud,
van deftige houding, die zijne verveling met
geduld scheen te verdragen. Hij doorliep met
landbouwkrediet ingericht hebben,
eene instelling die geroepen is dezelf
de diensten aan den landbouw te
bewijzen, als de banken voor de
nijverheid en den koophandel aan
brengen.
Wij zouden nog honderde en hon-
derde zaken kunnen noemen ter eere
der liberalen. Doch waartoe goed,
f de erkentenis is van onzen tijd niet
i meer.
Maar wat hebben de klerikale
ministers daartegen te stellen? Bijna
niemedalle van eenige beteekenis.
Wel integendeel. In het begin der
jaren 1870 schafte M. Malou, om te
zien dat hij ook iets kon, het invoer
recht op het koren af, een half
frankske per 100 kilo, maar dat nog
2, 500,000 frs aan de schatkist op
bracht en tegen welke nooit niemand
gereclameerd had. De heer Frère-
Orban noemde de daad van M. Malou
eene dwaasheid zonder nut voor den
verbruiker en eene groote schade
voor de ontvangsten. Hij had duizend
maal gelijk.
Wat de klerikalen nog gedaan
hebben? Niemedalle. Ah ja! eene
schandalige wet op de bedelarij ge
maakt die voor de kinderen wraak
roept en eene wet op de weldadigheid
de steden ruïneert. Dank je wel, M.
Lejeune.
Genoeg voor vandaag. Geloof ech
ter niet dat al de klerikale snoeverijen
en valsche beloften daarmede ont
maskerd zijn. Nog menigmaal keeren
wij op deze belangrijke zaken terug
tot beschaming der valsche boere-
vrienden.
rasse schreden de met roode tichelsteenen
bevloerde, zwarte en berookte gelagkamer,
in welke men niets hoorde dan het eentonige
getik aan eene groote aan de muur hangende
klok. De vreemdeling, die zijne schreden
juist naar het tikken der klok regelde, en nu
en dan een ongeduldigen blik naar de lucht
wierp, naderde nu het venster, sloeg met de
vingers eene march op de ruiten, zag dan op
de klok en zette daarna zijne wandeling
weder voort. Plotseling liet zich het geratel
van eenen wagen hooren; de reiziger ijlde
oogenblikkelijk aan het venster, zag echter
tot zijne niet geringe teleurstelling, in plaats
van de gewenscüte reiskoets, eene lange
zwaar beladene molenaarskar zich met moei
te bewegen.
Zeker, Margaretha, z ide hij tot een
zeer schoon jong meisje, hetwelk gedurende
dezen ganseden tijd in eene diepe droomerij
verzonken, daar gezeten had. Zeker, wij
zijn niet gelukkig; het is thans twee ure,
de diligence naar Terveuren moest reeds lang
voorbijgekomen zijn; de huisknecht heeft
zich bedrogen, en wij hebben een uur met
onnuttig wachten doorgebrachteen des te
De Tandmeester EMANUËL
HUISMAN is allen Woensdagen
te raadplegen van 9 tot 3 u. bij M.
Charles Nuytten; Schoenmaker, (in
de Vergulde Pantoufie) Boterstraat
12 Yper.
Men herinnert zich nog dat het
Journal d'Y'pres. in de eerste maan
den dat de mannen van 1" Februari
aan het bewind waren, onophoude
lijk vroeg wanneer men het stadhuis
ging zuiveren van al de bedienden,
die zoolang het liberaal bestuur ge
diend hadden. Het schijnheilig leu
genblad wilde kost wat kost zich
verblijden in den val van voorbeel
dige ambtenaren met de hoop er een
geheelen reesem sleppedragers te zien
opdagen. Maar het schepencollegie
wij moeten het zeggen ter zijner
eer heeft er anders over beschikt
het heeft ondervonden dat zij, die het
vertrouwen hunner oude meesters
hadden bezeten, ook wel het ver
trouwen hunner nieuwe meesters
mochten genieten en daarom heeft
het hunne jaarwedde merkelijk ver
meerderd, spijts de aanhitsingen van
zekeren menschenhater, die onver
poosd iedereen met zijn vuig venijn
beklad.
Wij juichen die handelwijze toe,
het is misschien de eenige rechtvaar
dige die onze meesters verricht hebben.
Tijdens het Sinte-Barbara feest
lokte een onder-officier der Pompiers
grooter verlies, daar het reeds tegen vier ure
begint donker te worden.
Als wij te voet heengingen, vader.
antwoordde het meisje, dan konden wij
misschien onderweg eenen wagen aantref
fen, en dan hadden wij nog niet veel ver
loren.
Gij komt eene gedachte voor, mijn kind,
die ik niet waagde u mede te deelen. lier-
nam de vader. D® weg van heden morgend
moet u vermoeid hebben maar een meisje
dat de benoodigheden voor hare bruiloft
inkoopt, vreest eene kleine wandeling niet.
- In het geheel niet, was het antwoord,
maar ik heb uwe goedheid misbruiktgij
zult door al het heen- en weerloopen ver
moeid zijn, en in dat geval willen wij nog
wat wachten.
Wachten! ach neen, liever wil ik den
ganseden nog overigen weg te voet afleggen,
dan nog een half uur in deze verwenschte
kamer door te brengen, waar ik van ver
veling sterf; reeds twee malen heb ik de
koperen spijkertjes aan de stoelzitting ge
teld.
u Welnu, laat ons dan den weg slechts
f
zijne collega's mede naar Sl Laurens,
waar eene politieke vergadering ge
houden werd.
Dit was wellicht een gemaakt spel,
want zoohaast schepen Colaert, die
juist eene aanspraak deed, hunne
tegenwoordigheid benerkt had, riep
hij uit dat hij wel hoopte dat die wa
ter onder-officieren zich niet zouden
verwijderen vooraleer zich te hebben
doen inschrijven als leden der katho
lieke wacht. Hetgeen men hem van
lieverlede toestond.
In den loop zijner redevoering druk
te Colaert zijne verwondering uit over
den grooten toeloop van volk die tel
kens het muziek van Brunfaut
vergezelde, terwijl de Groote Fan
fare en het stadsmuziek bijna gansch
alleen de straten der stad doorlie
pen, zonder dat de inwoners er zich
om bekreunden.
't Zijn al schandalen riep een lid
der jonge Wacht uit.
Colaert deed opmerken dat die be
naming onbetamelijk was en dat hij
de denkwijze van iedereen eerbie
digde
Verder sprak hij den lof uit van
het oude pompierskorps dat hij zelf
ontredderd had en hij drukte de hoop
uit dat de nieuwe pompiers zich moe
dig zouden gedragen en den goeden
naam dien hunne voorzaten verkre
gen hadden, zouden trachten te be
houden.
Wij zullen het nog heter doen
riep dezelfde kwast.
En als men keek wie die ijverige
onderbreker was, stond men heel
verwonderd te zien dat die kerel nie
mand anders was dan zekere klad-
opgaan. zeide Margaretha lachende; hierop
hulde zij zich in een zwaatzijden mantel en
volgde haren vader, die intusschen den
waard betaald had. De laatste deed hem uit
geleide tot aan den weg, en nam met de
woorden: Goede reis, mijnheer Aubry
afscheid van hem.
Vraagt men, wie deze Aubry was, zoo zijn
een paar woorden voldoende, om hem te
schetsen. Hij had in Brussel eenen magis-
traatpost bekleed, en zich, na een twintig
jarigen trouwen dienst, gevestigd op een
kiein land, in Tervueren, een schoon dorp,
drieuren vanBrussel; hier waszijne gansche
zorg aan de opvoeding zijner eenige dochter
gewijd, die hij meer dan alles beminde en
die het geluk en de hoop zijner oude dagen
uitmaakte. Hun rustig ingetogen leven maak
te, dat niemand eenigen grond konde heb
ben, hen vijandig te zijn of te laken. Eene
strenge opvoeding, zooals hij die zijne doch
ter gegeven had, dacht Aubry, gaf de harts
tochten slechts zooveel ruimte, als noodig
ware om liet leven te veraangenamen, niet
het te verwoesten.
f Wordt voortgezel).
HET WEEKBLAD