TAK IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Negende jaar. Zaterdag 20" Januari 1894 Nummer 4. Msg. Faict. STADSNIEUWS. Esn goede raad. Wie zijn de beste? Ab(jnnementsprys voorop betaalbaar.- 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: i ar. 5. A wonoern 15 cont. per drukregel. Rechte iijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centlemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. D« annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij e» onderteek end tos te zenden. Artikelen ongeteokend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Wij lezen in de Brugsche Beiaard 13 Ja nuari 1894. In ons laatste nummer hebben wij met een enkel woord het afsterven van den bis schop van Brugge gemeld Uit een gevoel van kieschheid en van eer bied voor den dood, hebben wij niet willen herinneren wie hij was als priester en wel ken invloed hij heeft uitgeoefend op de hon derd duizenden zielen, waarover hij den herderstaf gezwaaid heeft gedurende da vele jaren, die hij doorbracht aan het hoofd der kerk in West-Vlaanderen. Thans dat de afgestorvene in den schoot der aarde is neêrlegd en dat hij tot de ge schiedenis behoort, mogen wij met ons stil zwijgen afbreken en in volle vrijheid Msg. Faict en zijne werken beoordeelen. Onder de geestelijken die sedert 1830 aan het hoofd van ons Bisdom hebben gestaan, is Msg. Malou de eerste geweest, die zich op staatkundig gebied heeft bewogen en een werkelijk aandeel heeft genomen aan den strijd onzer twee tegenover elkander staan de partijen. Msg. Faict was zijn vicaris-generaal, zijn rechter arm. Hij werd aangewezen om hem op te vol gen. Dat hij zijnen voorganger waardig en vast besloten was de beginselen toe te passen die hij bij hem had aangeleerd, bleek van de eerste dagen zijner lange loopbaan. Msg. Faict zou niet als Msg. Boessen zich voordoen als een toonbeeld van zachtgeaard- heid en van stille en ingetogen vroomheid neenhij zal zich van den beginne af laten kennen als de priester der tweede helft on zer eeuw als de strijdlustige en strijdvoe- rende priester, die overtuigd is van de dege lijkheid der leerstelsels van Paus Pius IX en die meent, dat aan de Roomsche kerk alle vrijheid moet gelaten worden om hare zoo genoemde goddelijke zending op alle gebie den te volbrengendat gevolgenthjk alle jj vrijheid moet ontnomen worden aan alia burgers en aan alle staatslichamen, die de vrijheid der kerk zouden kunnen inkorten of insluiten, in welke geringe mate het ook zij. En deze neiging om alle macht in de han den der kerk te vereenigen en alle hinder palen die dit doel in den weg mochten staan, met stalen koppigheid of met sluwe behen digheid te verbreken, is bij hem nog sterker aan den dag gekomen na het beruchte Va- ticaansche Concilie in de jaren 1869 en 1870, Msg. Faict begon met de talrijke pries ters die ouder zijn beheer stonden tot strijd- voerende priesters op te leiden en zich zei ven voor te stellen als het voorbeeld dat zij te volgen hadden. Zij zouden voortaan niet meer als min of meer echte volgelingen van Jesus-Christus troost en moed en ondersteu ning aanbrengen bij alle noodlijdenden. Hun ne zending als priester, als dienaar van den God der christenen en van het Evangelie, zou tot haar minimum teruggebracht wor den, terwijl hunne zending als makelaars eener staatspartij zou aanbreken. Met welken gloed, met welk geweld na men de jonge priesters de nieuwe zending waar, die hun door den bisschop werd opgedrongen Langzamerhand zagen wij in al onze dorpen, priesters optreden die ijverden niet meer voor de bevordering van het zuiver godsdienstig gevoel, maar voor de bevorde ring van de clericale partij. In den preekstoel houden zij heftige ser moenen tegen alles en allen, die van libera lism verdacht staan. In den biechtstoel sporen zij de vrouw, de dochter aan het gezag van haren man, van haren vader te verachten en te ontkennen, om de eenige reden dat hij niet gekromd ligt onder' de hiel van haren lieven biecht vader en zoo vrij is zijne stem uit te bren gen ten voordeele der vijanden der kerk, de liberale dagbladen te lezen en de liberale gezelschappen te bezoeken. In de klerikale bladen zijn het voortaan priesters, die de pen voeren om de beginselen van het liberalism af te breken en meer nog om de mannen, die aan het hoofd der libe rale partij staan, onbarmhartig door de goot te sleuren en alle slag van gemeene, laf hartige aanvallen tegen hen te richten. Hier te Brugge hebben wij twee staaltjes van die priesterlijke gewrochien onder oogen gekregen Het walgelijke Beertje van de Logie en het bijna evenveel afstootende Brugsche Vrije. Het zijn nog die jonge priesters, die in ieder dorp genootschappen van den H. Xave- rius, congregatiën en gilden tot stond bren gen, waar mannen en vrouwen en kinderen ingelijfd worden, als in de eerewacht der kerk en doordrongen worden, tot in het hart en in de nieren, van blinden haat, van onbe zonnen afkeer voor hst groote en zoo men- schelijke beginsel van vrijheid, van vrij onderzoek, van verdraagzaamheid. Bij het naderen der verkiezingen, zijn het de priesters naar de nieuwe mode, die het wachtwoord uit den mond van den bisschop ontvangen en het ten uitvoer brengen. 't Is zij die over de keus der clericale candidaten beslissen't is zij die de kiezers bezoeken en de stemmen afbedelen, afdwin gen of afkoopen. Het zijn kiesmakelaars geworden En wee den priester, die waardigheid en vrij heidsgeest genoeg over had ooi aan Msg. Faict te antwoorden dat hij niet bereid was een kiesmakelaar te worden Hoevelen zijn er niet geweest, die naar 'een ver afgelegen en arm dorp zijn ver bannen ornaat zij de bevelen van Msg. niet hadden ingevolgd en zich wederspannig hadden getoond Wie kan geene namen, geene voorbeel den noemen Toen de schooloorlog van 79 aanbraK, stond Msg. Faict aan het hoofd der bewe ging van opstand tegen de wet en sleepte hij al de priesters van West-Viaanderen mede in den onmeedoogenden strijd voor de red- ding van de schoone ziel van 't kind. De herinneringen aan dien strijd zijn le vendig gebleven. Hoevele tranen zijn er dan niet gestort Hoevele inbreuken zijn er dan niet ge pleegd tegen recht en vrijheid Hoevelen zijn er niet vervolgd en ten onder gebracht, omdat zij hunne kinderen wilden in de gemeentescholen behouden Tot aan zijuen laatsten dag is Msg. de zelfde gebleven Hij is geen duimbreed achteruitgeweken en heeft den strijd i oor de bevordering der politieke belangen der kerk volgehouden met eene onwrikbare taaiheid en eene zeld zame standvastigheid Welke zijn de vruchten van zijne hande lingen 't Is aan hem dat de clericale partij' den algemeenen vooruitgang te danken heeft, dien zij sedert vijf-en-twintig jaren in West- Vlaanderen heeft gedaan. Maar 't is ook aan hem, dat wij vrijgezin- den, te danken hebben dat er zoo velen zich voor immer van de kerk hebben afgescheurd. 's Is bij het aanschouwen van het gedrag van zijne priesters-kiesmakelaars,- bij het zien van al de oneerlijke, geweldige en af- stoote'lijke middelen van omkooping, van drukking, van dwang, van broodrosverij die door die zoogenoemde volgelingen van Jesus werden gebruikt tijdens de verkiezingen en den schooloorlog, dat er zoovele mannen en zelfs vrouwen afkeer en verontwaardiging hebben gevoeld en van dag tot dag tot het besluit zijn gekomen, dat het eerlijker, waar diger, menschelijker is buiten dan binnen eene kerk te leven, die haar gezag tracht te vestigen op de afloochenirig van alle vrijheid en niet terugdeinst voor de lafste aanslagen tegen deze vrijheid om tot hun doel te komen. Al deze afgescheurden hebben gevoeld dat niet het buitenblijveu, maar alléén het bui tengaan is, dat verontrust. Eens buiten de kerk, zijn ze er buiten gebleven. Zoo heeft zich voor vele liberalen het woord van Emiel de Lareleye bewaarheid Men kan in denzelfden mensch, den bur ger van den geioovige niet afscheiden. Met zich te gedragen als een strijdvoe- rende priester en geheel zijne geestelijkheid op te leiden en te drillen gelijk een legertje, om slag te leveren tegen het liberalisme, heeft Msg. Faict de politieke macht der cle ricale partij in West-Vlaanderen ten hoogste gevoerd, maar tevens heeft hij eenen ge vaarlijken slag toegebracht aan den invloed en aan het gezag die de kerk uitoefende op louter godsdienstig gebied. W. H. De Tandmeester EM&NUËLi HUIS MAL; is allen Woensdagen te raadplegen van 3 tot 3 u. bij M. Charles NuyttenSchoenmaker, (in de Vergulde Pantoufle) Boterstraat 12 Yper. De schrijver van het Journal d' Ypres schijnt in kleine schoentjes te zitten sedert de liberale Associatie hier is heringericht en haar programma zooveel bijval verwierf. Eerst scheen hij met die herinrichting den spotte willen drijven, maar zijn lachen ging boven zijnen neus niet. Nu vraagt hij met angst of de heer advokaat Bossaert het voor stel zal aanvaarden deel te maken van het bestuur. Reeds tweemaal, zegt hij, heeft hij zich tot onzen franschen confrater le Pro- grès gewend om desaangaande ingelicht te worden en hij beklaagt zich dat zijne vraag onbeantwoord is gebleven. Welnu, wetende dat die godvruchtige schrijver met de beste inzichten bezield is voor al wat van verre of van bij de liberaletf aangaat, raden wij hein aan, zoo hij er aan houdt het fijne van de zaak te weten, zich tot den heer Bossaert zelve te wenden, die openhartig en recht zinnig genoeg is om hem vlakaf zijne mee ning te zeggen. Alzoo zal hij uit zijne ver legenheid geholpen worden en, volgens het antwoord dat hij bekomen zal, opnieuw met de herinrichting der liberale associatie spot ten, ofwel druipneuzend heengaan en mid delen verzinnen om met zijne venijnige tong al dezen te bezwadderen die van het bestuur deel maken, zelfs den persoon die zijne nieuwsgierigheid zal hebben voldaan. Sinds de burgerlijke begraving van den diepbelreurden heer Bolsius, droomt de schrijver van het Journal d' Ypres van niets meer dan van vrijdenkers, godlooche naars en wat weet ik nogal. Hij valt bijzon derlijk den heer Brunfaut te lijve omdat bij in deze omstandigheid eene lijkrede heeft uitgesproken waarin hij zegde wij zullen zijne nagedachtenis eerbiedigen met zijn voorbeeld te volgen. Daaruit besluit de schrandere schrijver dat M. Brunfaut de vrijdenkerij heeft verheerlijkt en luidop ver klaart dat alwie liberaal is vrijdenker moet zijn. Dit is natuurlijk nog eens een truc om de liberale partij hatelijk te maken bij sommige lieden, die niet weten wat er van de zaak is, en te doen gelooven dat de katholieken alleen godsdienstig, rechtvaardig en eerlijk zijn. Welnu, wij vragen ons af hoe het komt dat men in zekere katholieke associatie eenen voorzitter gevonden heeft die vrijmet selaar was en bij zijnen dood de vrijmetse- laarslogie een testament schonk. Hoe komt het dat uien onder de zoogezeg de katholieke partij mannen vindt die vroe ger opentlijk zich voor vrijdenkers deden doorgaan, die den spot dreven met geloof en kerk en zich slechts bij de katholieken aan sluiten uit eigen belang? Wie zijn dus de beste De zoogezegde katholieken, die, in den riaain van den godsdienst, vervolgen, brood- rooven, twist en tweedracht zaaien, lasteren en eerrooven, of dezen die recht voor de vuist, eerlijk ea oprecht zijn en geen valsch masker aantrekken om de menschen te mis leiden. 't Is in den naam van den godsdienst dat weleer zoovele gruwelen gepleegd werden tijdens de mkwisitie. 't Is in den naam van den godsdienst dat er over tijd zoovele koningsmoorden ge beurden. En 't waren opperhoofden van den gods dienst welke men onder de grootste gift mengers, moordenaars en dwingelanden telt. 't Is in de naam van den godsdienst dat bisschoppen en priesters den oorlog ver klaarden aan de wet op het onderwijs, dat zij de ouders en kinieren, de onderwijzers en leeraars in den ban der H. Kerk sloe gen en knarsetanden van spijt en woede om dat het volk met hunnen banvloek lachte. 't Is in den naam van den godsdienst dat Thonissen en zijne opvolgers zoovele eerlijke lieden vervolgden, broodroofden en uithon gerden, zonder het minste medelijden voor vrouwen en kinderen. De schrijver van het Journal is slecht gekomen met van godsdienst te spreken, na zoo dikwijls zelf bewezen te hebben dat de godsdienst nog slechts een ijdel woord is, HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1894 | | pagina 1