VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Een dag voor de bruiloft,
Negende jaar.
Zaterdag 27° Januari 1894.
Nummer 5.
STADSNIEUWS.
Vlaamsche Ster.
De boeren gered
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. yoor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechte
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
1893 een groot gedeelte van den oogst door
de langdurige droogte en de brandende
hitte vernield werd.
Er zijn andere hervormingen noodig om
den landbouw van een gewissen ondergang
te redden. Den landbouwer, die zich op
't land van M. den Baron aftobt, eene sigaar
aanbieden, is stellig, zeer vriendelijk; hem,
in tijd van nood, op de kosten van het alge
meen, zaden verschaffen, is te prijzen
maar wetten uitvaardigen, die hem onaf
hankelijk maken van den grondeigenaar
het landbouwcrediet op zulken voet inrich
ten, dat hij zich de middelen kan aanschaf
fen om die verbeteringen in te voeren,
welke hem een goed bestaan verzekeren
de huurpachten derwijze door de wet rege
len, dat hij voordeel geniete van de verbete
ringen door hem aan den grond gebracht
landbouwcomices instellen, gelast met de
behartiging der gewestelijke landbouwbe
langen en samengesteld uit afgevaardigden
van de landeigenaars, landbouwers en veld-
arbeiders, door het algemeen stemrecht be
noemd instelling van landbouwgerechts-
hoven; kostelooze raadpleging in zake van
landbouwonderricht, in het bereik gesteld
van allen en kosteloos voor eeniederaan
zienlijke vermindering of afschaffing van de
zware lasten, die uitsluitend op den land
bouw drukken, enz., enz., dit ware onein
dig doelmatiger dan de sigaar van M. den
baron en de aalmoes van eenig zaad, om van
den Belgischen landbouwer een onafhanke
lijk en welvarend man te maken.
Maar hier juist ligt de knoop. De clericalen
willen den landbouwer niet onafhankelijk
maken, en door het behoud der overdreven
hooge pachten zullen zij wel weten te voor
komen dat hij ooit welvarend worde.
Zoolang ons land door de clericalen gere
geerd wordt, mag de landbouwer derhalve
op geene verbetering in zijnen toestand
hopen; want de groote clericalen, allemaal
goede vrienden ondereen, zorgen alleen voor
de zedelijke overmacht der geestelijkheid
en voor de stoffelijke overmacht der grond
eigenaren. De boer moet maar voorttobben
in zijn slafelijk bestaan; hiernamaals, in
den hoogen Hemel, wacht hem de eeuwige
belooningdaar zal voor hem de landbouw-
qusestie opgelost worden, en rijstpap met
zilveren lepels.
Wij hadden j.l. Zondag en Maandag het
genoegen de 3* vertooning, door de wak
kere tooneelmaatschappij De Vlaamsche
Ster haren inschrijvers en het publiek aan
geboden, bij te wonen. Evenals do voor
gaande keer, was de schouwburgzaal eiken-
keer geperst vol. 's Zondags vooral was het
gewoel ongehoord en in alle plaatsen was
men opeengetast. Geen wonder ookwant
het programma was meer dan aanlokkelijk.
Drie keurige blijspelen en een viertal aller-
puikste muziekstukken kwamen er op voor.
De Vleiers, blijspel in 2 bedrijven door
P. Geiregat, is een zeer lief stuk, vol zede-
lessen, die diep ingrijpen en doorweven met
de kluchtigste zinsneden.
Inhoud Vinkevleugel is een groote lief
hebber van vlinders Hij woont met zijne
dochter Dorethea, die verliefd is op Albinus,
jonge photograafDe meid Sofietje kan heel
goed vleien en vindt er haar profijt bij.
Albinus en Bruno, de knecht, zijn recht
voor de vuist. Albinus krijgt als een onheb
belijk mensch, als een kniezer, den zak en
Bruno, die op Sofietje een oogje heeft leert
aan deze ook fleemen en vleien. Emiel Gal
let, dansmeester, weet door zijne mouw-
vagerijen het hart der dochter en de gene
genheid van den vader te winnen, totdat
Patricius, oom van Dorethea, die in die
valschheid klaar ziet, de oogen komt openen
van vader en dochter en dansmeester, meid
en knecht dan de deur uitgewalsd worden.
Eenige vrienden hadden intusschen willen
den draak steken met den onvermoeibaren
en verwaanden vlinderverzamelaar. Albinus,
die er® van onderricht werd, komt hem ver
wittigen en tegen dien spot behoeden. Daar-
Landbouwers, luistert
Er zijn twee middelen, naar 't schijnt, om
de landbouwqusestie op te lossen.
Mgr de Harlez, hoogleeraar aan de Uni
versiteit van Leuven, heeft dezelve in den
Avenir Social een christelijk zoogenaamd
democratisch blad openbaar gemaakt.
Men weet dat de catholieke partij de be
scherming van den landbouw als zijn eigen
dom beschouwt. Buiten de clericalen heeft
de boer geene vrienden Pastoors, kasteel-
heeren en groote grondeigenaars, gebroe
ders in Christus, drukken den landbouwer
zoo hartstochtelijk aan hun broederhart, dat
de geliefkoosde boer er den adem bij kwijt
geraakt en dreigt te versmachten, als de
liberalen en democraten hem niet uit die
omarming redden.
Hoewel de boeren tamelijk hard van be
grip zijn, beginnen zij toch stilaan te begrij
pen dat die betuiging van liefde, maar eene
grove list is, een dekmantel waaronder de
clericalen hun eenig doel zorgvuldig verber
gen, namelijk hunne overmacht behouden
de priesters over hun geweten en de grond
eigenaren over hunnen arbeid.
De boeren beginnen te gevoelen dat al die
schoone bescherming geen ander doel heeft
dan de belangen dezer heeren te vrij
waren en de hooge pachten te bestendigen.
En de boer heeft voorleden jaar ondervon
den, tijdens de langdurige en schrikkelijke
droogte, die al de gewassen te veld vernielde
en het bestaan van den veestapel in gevaar
bracht, dat zijne clericale vrienden, die het
bewind in handen hadden en dus de macht
om hem te helpen, hem heel onvriendelijk in
den nood lieten
Het gouvernement deed niemendal, de
geestelijken gaven eenige gebeden om den
Hemel te bewegen reden te zenden en de
devote grondeigenaren verminderen de pach
ten niet.
Tengevolge is de boer wantrouwend ge
worden. Hij gelooft niet meer aan de vriend
schap zijner..... vrienden. En Mgr de Har-
leVervolg.
Bij zulke omstandigheden was voor hem,
zooals men zich licht kan voorstellen, de
keuze eens echtgenoots niet onverschillig
maar hierin bad hij aan zijne teederheid voor
Margaretha toegegeven, en eerst voor eeni
ge dagen, uit vreeze van haar te bedroeven,
de hand der geliefde dochter eenen jongen
man beloofd, die haar aanbad maar die in
de oogen van Aubry al die eigenschappen
niet bezat, welke hij in zijnen toekomstigen
schoonzoon wel gewenscht had,
Albert Degreef, de zoon van eenen rijken
houthandelaar, welke gedurende de onlusten
1793 op het schavot gestorven was, was de
uitverkorene van Margaretha. Het hart van
't jong meisje, tot daartoe gewoon zich met
de gloeiende droomerijen bezig te houden,
kon de neiging tot eenen man, die onder
den schijn van bescheidenheid, als zijne harts
tocht eenmaal opgewekt was, eene moeilijk
te bedwingen koenheid bezat, niet lang
weerstaan. Overigens ging hij voor rijk
door, waarvoor ook zijne gansclie handel
wijze pleitte. Aan zulke gunstige omstan
digheden paarde hij ook persoonlijke be-
lez, door dit verschijnsel voor de toekomst
zijner partij verontrust, heeft zich de vraag
gesteldHoe zullen wij het vertrouwen
van den landman herwinnen? en heeft,
na rijpe studie, twee middelen ontdekt.
Ziehier het eerste
Mgr. de Harlez heeft een dezer heeren ge
kend, die er een handje van had om het ver
trouwen der buitenmenschen te winnen.
Wanneer deze boerenvriend op zijne goe
deren kuierde en eenen arbeider ontmoette,
die zich behoorlijk van zijne taak kweet,
schonk hij hem eenige sigarenen deze
gunst bracht op het gelaat van den goeden
landman eenen zweem van voldoening, die
niet zonder eenige fierheid was.
Den boer, die zich voor menheer den kas
teelheer afslooft, eene sigaar aanbieden, is
voorzeker een uitstekend middel om de land
bouw-qusestie op te lossen, maar de boeren
willen wat anders dat niet in rook vergaat
en daarom is Mgr de Harlez bij de Chineezen
te rade gegaan, die, gelijk men wel weet,
uitstekende landbouwkundigen zijn.
In China bestond er eertijds een brave
prins, Lou genaamd, die groote voorraden
van allerlei granen en zaden bezat, welke
hij edelmoedig aaa de landbouwers uitdeelde,
door eene lange droogte tot ondergang en
hongersnood gebracht. Sindsdien heeft de
Chineesche Regeeriug altijd groote hoeveel
heden granen en zaden opgestapeld, welke
zij, in tijden van nood, tegen lagen prijs,
ter beschikking van het publiek stelt.
Welnu, zegt Mgr de Harlez en dit is
zijn tweede middel om de landbouwqusestie
op te lossen dit moest onze Regeering
ook doen.
Zeer goedDen landbouwer, door onder
gang en hongersnood bedreigd, hulp bieden,
op de kosten van het algemeen, is voorzeker
doelmatig en voorbeeldig daarenboven voor
de grondeigenaren alweer, die dan gerust
hunne beurs kunnen gesloten houden en
de hooge pachten behoudenmaar dit lost
de landbouwqusestie 'geenszins op.
Maar zelfs tot die almoes konden de cle
ricale regeerders niet besluiten, toen in
koorlijkhedeneen schoon gestalte, een
trotsch oog, dat hij somtijds sloot als een
tijger, die zich verveelt, en schoon lang
zwart baar. Dit alles had den jongen Albert
begunst, die na verloop van twee dagen de
geliefde gade van eene vrouw zijn zoude,
die hem aanbad.
Ook was deze geheele morgend door het
jong meisje besteed tot den aankoop en in
orde brenging van haar bruiloftsgewaad
zij had zelve alles willen zien en beschikken,
Zorgvuldig in hunne mantels gehuld, volgen
de reizigers snel hunnen weg, en klommen
het steile pad op, dat naar den grooten weg
naar Haverghem voert. Toen zij op den top
des bergs aangekomen waren, wierpen zij
eenen blik op den zoo even afgelegden weg,
die zich als eene lange zwarte slang achter
hun uitbreidde. Voor hen was de weg een
zaam en verlaten; achter hun kwam nu en
dan een boer, die, uit vrees van te laat te
komen, zijne schreden verhaastte en hen,
als hij hen voorbij kwam, groette met de
woornen: God zegene u op uwen weg!
De heer Aubry begon zich te verontrusten;
de wegen waren onveilig en dagelijks hoor
de men van nieuwe misdaden en gruwelen
eener rooversbeade, waarvan alle bemoeiin
gen of waakzaamheid der regeering het
land niet had kunnen bevrijden. Als men de
verstandhoudingen zekerheid bedacht, waar
mede de bende hare rooverijen uitoefende,
zoo zoude men haast gelooven, dat zij door
eene geheime'macht beschermd werd. Daar,
waar zich de policie-posten bevonden, slie
pen de inwoners rustig, maar roof, moord
en brand volgden hunnen aftocht.
Dit was de oorzaak, waarom de heer Au
bry met esne geheime opwelling van vrees
den dag tot het einde zag naderen, zondes
dat zich eene kar zien liet. De hemel werd
hoe langer hoe donkerder, doffe windvlagen
sneden door het woud, dat den weg aan
beide zijden bezoomde en veroorzaakten
een zeer schrikaanjagend en somber ge-
druisch. De ravenzwarte wolken ijlden snel
ler heen en schenen in hunne vlucht de top
pen der beuken te buigen, welke als riet
ruischten. Groote regendroppelen vielen ne
der en de wind, die immer heviger werd,
blies door groote woudlanen als docr zoo
vele monden met dat schrikkelijke gebrul
van dat fluiten, dat men in de bosschen van
het Noorden moet gehoord hebben, om de-
zelfs ganschen schrik te begrijpen.
Aubry en zijne dochter bev onden zich
ontegensprekelijk onder den invloed van de
ze ontmoedigende vrees. De blikken, welke
de eerste om zich henen wierp, om eenen
wagen te ontdekken, verrieden eene zekere
vrees, die hij de laatste niel gaarne wilde
mededeelen. Intusschen begon de regen met
eene hevigheid te vallen een besluit was
thans r.oodig.
Als gij wilt, Margaretha, zoo blijven wij
op de pachthoeve van Jacok Leroi, die is
omstreeks twee geweerschoten van hier; wij
kunnen daar in het drooge de aankomst van
eenen wagen afwachten, die ons naar Ter-
vueren voert.
- Zeer gaarne, - antwoordde Margaretha;
want ik begin bang te worden.
- Bang te worden, waarom gij kleine
gekkin zijt gij niet met uwen vader, en ben
ik niet goed gewapend?
- Wat ik vrees, kan ik niet recht zeggen;
mij dunkt thans dat wij beter gedaan hadden
niet naar de stad te gaan. Waarlijk de boom
groepen die ons aan beide zijden van den
weg tegenhuilen, schijnen mij even zoovele
ongeluksprofeten te zijn. Het beste, mijn
vader, is op de pachthoeve te vernachten:
slechts daar zal ik weder gerust zijn.
[Wordt voortgezel).
HET WEEKBLAD