TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Een dag voor de bruiloft. STADSNIEUWS. Negende jaar. Zaterdag 10n Februari 1894. Nummer 7. De kloosters. Belastingen. Stadsgronden. Vastenavond. Abonnementsprijs voorop betaalbaars 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncenz 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen Dikwijls hebben wij hier bewezen op den rassen vooruitgang, den bloei en den rijkdom der kloosters. Terwijl landbouw, koophandel en nijverheid kwijnen, zwemmen zij in het goud en spreiden zij de grootste pracht en weelde ten toon. En hoe kan het anders Om in een klooster opgenomen te worden, moet men doorgaans weg op voorhand, eene zekere som gelds stor ten. Of wel men moet zitten, om er des noods geld mede te verdienen. Anders wordt er den jongelingen en jonge dochters, den toegang gewei gerd. "Wij kennen vele juffers van goede familie, die in het klooster ge treden, hedendaags als onderwijzeres imde ketholieke scholen, de kloosters helpen verrijken. Dit geld blijft, natuurlijk den eigen dom der kloosters en keert nooit meer naar de familie terug. Sterft er een oom, eene moei, een broeder of zuster eener kloosterlinge en laten zij wat fortuin achter, andermaal worden de geldkoffers der kloosters daarmede gevuld. En langs den anderen kant, komt er eene rijke kloosterzuster of broe der te overlijden, die wat achter laat, dan is het meestal... scherreweg voor de wettige erfgenamen. Is het dan te verwonderen dat de millioenen in de kloosters opgestapeld liggen, terwijl er dagelijks ongeluk kig geruïneerde hoeren worden op straat gezet en werklieden sterven van honger en gebrek. 3e Vervolg. Twee uren daarna werd Margaretha door het gedruisclï der klok gewekt, die midder nacht sloeg. Hare eerste sluimering had haar bloed verfrischt en door zoovele verschillen de gevoelens bezig gehouden, gaf zij zich aan de zoete droomen eener gelukkige toekomst over. De hemel had zich van zijne zwarte donkere wolken gezuiverd, zij stond op om eenen blik op den landweg te werpen, dien zij uit haar venster zien kon. Nog altijd hoorde zij het ruisschen van het woud, maar zwak en onduidelijk, even als een droom; overigens was alles in stilte en eenzaamheid. Aan den voet der hoogte, waarop de pacht hoeve, liet zich onduidelijk de groote dijk van het dorp Averghem zien, die onder de bleeke stralen der maan scheen te slapen. Voor en achter de pachthoeve bereidden zich de beide armen van het Zindhoutsche woud uit, die 'Let landschap met eene scha- duwlinie omsloten, welke van tijd tot tijd onder het hevig bruisen van den wind scheen te leven. Dit geheele sombere schouwspel Zooals gekend is, bezitten de doode hand, de kerkfabrieken en kloosters in onroerende goederen reeds onge veer het negende gedeelte des lands. In roerende goederen dit heeft ons het proces van kanunnik Bernard, van Doornijk, in den laatsten tijd bewezen hoeveel millioenen zou den er niet in de bisschoppelijke kas sen bijeen geschaard liggen. En hoeveel kloosters gaan tenge volge der schoolwet Jacobs, nog uit den grond niet verrijzen en het land verarmen? En hoeveel rijkdom en macht gaat de geestelijkheid nog niet bij winnen in geval het algemeen stemrecht hunne macht versterkt Wordt daaraan wel genoeg ge dacht, door de liberale en onafhanke lijke kiezers Om al het gevaarlijke van den toe stand te doen inzien diende er voor iedere provide of wel voor geheel het land eene kaart opgemaakt te worden over het getal kloosters, hun nen rijkdom aanduidende evenals dezen der kerkfabrieken en der doode hand. Aldus zou het publiek te weten komen, wat de kloosters al bezitten in onroerende goederen. En 't ware eene goede propagande. Dit heeft men gedeeltelijk in 1878 begonnen, voor de stad Gent. En daaraan was misschien de groote li berale zege van den 11 Juni te dan ken. Nu ook moeten de kiezers ingelicht worden. Alsdan zal het volk oogen hebben om klaar te zien in den poli- tiken toestand des lands. Zoo zullen burgers, boeren en werklieden rede- blies Margaretha vrees in en zij haastte, zich terug te bed waar zij den dag met verlangen te gemoet zag. Nauwelijks waren er vijf minuten ver- loopen, toen zij een onduidelijk gerucht hoor de, alsof verscheidene menschen heimelijk met elkander spraken. Zij richtte zich in het bed overeind om beter te luisteren, maar op dit oogenblik floot een schrikkelijke wind vlaag door de beuken van het woud, en daar door werd een lang klagend gebruisch ver wekt. Margaretha kruiste zichhet scheen haar, als ware zij aan een groot gevaar blootge steld, zij beproefde God te bidden, dat Hij het van haar mochte afwerenmaar thans klonk dat gedruisch van menschenstemmen duidelijker dan te voren, en scheen zich juist onder haar venster te verheffen. Zij hield den adem in, om beter te kunnen hooren en overtuigde zich dat verscheidene mannen zeer heimelijk met elkander sprakenmaar z j kon geen woord verstaan. Bevende van angst vroeg zij zich af, welk v >ornemen, menschen op dit uur Daar hier hadde kunnen voeren, terwijl zij ook hunne tegenwoordigheid wilden verbergen. Eene neeren, om in het algemeen belang en in hun eigen voordeel, paal en perk te stellen aan de kolossale uit breiding van rijkdom, pracht en weelde der kloosters, die een drei gend gevaar wordt, niet alleen voor de burgerlijke onafhankelijkhied maar voor den bloei van handel, nij verheid en landbouw. Gedurig vraagt men inkomende rechten op graan en vee. Het graan is te goedkoop, het vee is te goedkoop, en bijgevolg ook het brood en het vleesch. Het brood is goedkoop, ja; en toch zijn er honderden en honderden ouders en kinder- kens die 's avonds zonder boterham naar bed moeten omdat vader zonder werk is of te weinig wint om een brood meer per dag te koopen. En dan vraagt men verhoöging van den prijs van het brood. Van 't vleesch zullen wij niet spreken, want onze fabriek en zelfs onze landbouw- arbeiders kennen het maar bij naamtoch moet het opslaan ons volk zou te kloek en te forsch worden. Laat het brood en vleesch duur wezen, zullen daarom onze buitenwerklieden een centiem meer winnen of zal er een werk man meer noodig zijn? Neen, maar de grond eigenaars zouden terug hunne pachten ver- hoogen en daar is de ware oorzaak. Verhoogt de loonen in de stedenzegt mendoch verhoogt terzeifdertijd den prijs der eetwaren en de toestand blijft gelijk. Daarom vragen wij goedkoope levensmid delen; geene inkomende rechten dus. Daarom waarschuwen wij ook de werk lieden tegen degenen, die met vleiende woor den afkomende de uitvoering vragen van wetten, die het volk nog armer, nog ellen diger en nog krachteloozer zouden maken. Een Werkmansvriend. schrikkelijke herinnering trad haar voor den geest en eene ijzige siddering doorliep hare leden. Plotselings klonken hevige slagen op de deur des huizes en wekten haar uit haren droom; luide stemmen lieten zich thans hoo ren en antwoordden elkander. Wat wilt gij, en wie zijt gij? vroeg de krachtige stem van Leroi. Open, gij zult het hooren. was het antwoord. Ik hoopen slechts aan lieden die ik ken, gij zijt allen gemaskerd en zwart gemaakt Wilt gij geld, dan wil ik u dat wat ik heb toewerpen; wilt gij met geweld indringen, zoo zoude het u spoedig Kunnen berouwen. Niet zooveel woorden; vviltgij ons open doen of niet? Necnl Welaan I dan met dien balk er op los klonk de stem van onder. Vier mannen zag men in het donker zich bewegen, die eenen langen zwaren balk droegen en daarmede de deur naderden. Gedurende dit korte gesprek was Aubry opgestaan, en had de beide knechten van het voorgevallene verwittigddeze kwamen De houtkooplieden, die de onbebouwde stadsgronden aan de statie in pacht hebben, zijn verwittigt dat zij die gronden tegen ln april e. k. moeten ontruimen, ten einde de werken te kunnen aanvangen die ons meert en betertwater moeten geven. Daar zullen onze schrandere bollen een wa terkasteel bouwen met zuiverende kommen en waterdrukkers, alles in werking gebracht door een krachtig stoomtuig. 't Zal wat gaan zijn als wat is. De uitslag dien men bekomen zal is, volgens bevoegde deskundigen heel twijfelachtig, maar wat hoegenaamd niet twijfelachtig zijn kan, 't is dat men daar weeral hoopeD geld met ha mers breken zal en Yperen's eertijds zoo bloeiende financies daar voor goed in den kolk der waterwerken verdwijnen gaan. Nu de onkoopbare Ypersche cijnskiezers maar allen, ongelukkiglijk dit zullen onder vinden. Dat is de keerzijde der medalie en dat is erg voor onze arme moederstad. De vastenavond feesten zijn hier hunnen zwanenzang aan 't zingen. Van jaar tot jaar verminderen hier de vermomden in getal en in hoedanigheid. De drie eerste dagen waren hier totaal onbeduidend. Er was noch leven, noch bedrijvigheid, noch beweging in onze straten, en de gemaskerden waren zoo raar als blauwe honden. Het slecht, onaangenaam weder en ineér nog den. ongelukkigen klerikalen tijd, dien wij beleven zijn daar de grootste oorzaken van. Voor den werker is er hier geen roo- den duit meer te verdienen en heel de schaar menschen moeten te huis blijven omdat zij het reeds niet meer weten, hoe in koopjes te leggen om hun huisgezin een korstje droog brood tusschen de tanden te kunnen steken. De kleine burgerij is ook ontzenuwd, omdat het bij haar ook heel magertjes gaat en reeds vele kompartimentjes van den porte- spoedig, ieder met dubbelen loop. Wilt gij met uwe dochter de vlucht be proeven zeide de pachter tot den heer Aubry, dan zal een mijner lieden u de deur naar het woud openenmaar het huis zou kuunen omsingeld zijn, het zekerste is daar om, mijns dunkens, te blijven. Overigens zullen eenige geweerschoten de bandieten tot rede te brengen. Dat gave Godzeide Margaretha s vader, bleek van schrik. Daar dreunde het huis onder eenen vree- selijken stoot van den balk, welke de roo- vers tegen de huisdeur gevoerd haddenLe roi en zijne lieden ijlden naar de vensterope ningen. De bandieten maakten zich tot eenen tweeden aanval gereed, toen geweerschoten drie van hen nederwierpen. De roovers hadden eene zoo ruwe bejege ning niet verwacht, spoedig lieten zij zich door de stem van hunnen aanvoerder weder bemoedigen, die met een breekijzer in de hand den aanval regelde, zonder zich om het moordende vuur der pachthoeve te bekom meren. Wordt voortgezel HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1894 | | pagina 1