VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. GEVANGEN Negende jaar. Zaterdag 24" Februari 1894. Nummer 9. De schatten van een klooster. Verschrikkelijke ontploffing in de poederfabriek te Wetteren. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft». 75. Annoncen« 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Naanaeren,"alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij es onderteekend toe te zenden. Artikelen ODgeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Drie millioen acht honderd duizend fr. gepreeuwd. Een monster proces Die eerlijke papen. De katholieke wereld wordt weer met een ongehoord schandaal be dreigd, dat weer licht zal werpen op de geheimen en de fortuinen der kloosters, 't Is voor de rechtbank der hoofd stad dat het zaakje zal dienen. Voorloopig is de held der zaak een jong advokaat, die zich moet meester gemaakt hebben van aanzienlijke sommen bij het verhandelen van lo ten, welke door den brand in het klooster der Cellieten, te Leuven, beschadigd werden. De advokaat is een goed gekend per soontje, geschoold bij een nog beter gekenden paap van Antwerpen, Een ander gekend persoon, katho lieke fondsenhandelaar, die ook in de zaak betrokken is, heeft de gren zen tusschen zich en het gerecht ge plaatst. De schat, waarvan men het heele bedrag nog niet opgeeft, was het eigendom van het klooster der Cel- lieten ge weet wel, die broerkens die in de armoede in cellen leven en zich alle dagen eens duchtig afran selen zonder ooit vleesch te eten van Leuven, dat afbrandde, waarna de broeders de armoede gingen dee- len met hunne antwerpsche confra ters. Toen men den naar Antwerpen overgebrachten schat nazag bevond men dat er ontbrak: drie millioen acht honderd duizend frank, een bagatel. (0) Sir George Tindal was een jong baronet uit goede Engelsche familie en kwam voor eenige jaren, onder vrij zonderlinge omstan digheden te Boulogne aan. Nog zeer jong, viel hem een aanzienlijk vermogen van zijn vader toe, maar hij had zich zoo zeer aan de modedwaasheden der jonge lieden van stand overgegeven, dat bijna al zijn geld in paar denrennen en harddraverijen doorbracht. Nog altijd evenwel behield hij goede vooruit zichten. Een oom van moederszijde, een koopman en een der rijkste in de hoofdstad, had geene kinderen, en daar hij zelf niet lang meer leven zoude, lag het in den na tuurlijken loop der dingen, dat hij zijn gan- sche vermogen aan zijn neef achterliet. Hij had den jongen man ook wezenlijk hartelijk lief, en slechts diens loszinnig gedrag was 't, dat hem in hooge mate verbitterde. Dit wist sir George ook zeer goed, en 't had al me nigmaal vrij ernstige bezorgheid bij hem doen opkomen. Eens dat hij juist ook weer daarover na dacht, kwam de bijna ten gronde gerichte De kuiperijen, listenen lagen wel ke sedert de overbrengst naar Ant werpen door het kloostervolkje ge pleegd werden, om aan een paart van den koek te geraken, zullen den kelijk weer de stof leveren voor een roman over de geheimen der kloos ters. Melden wij alleen: In het klooster te Leuven was alles in wanorde geraakt en moest men de verpleging van behoeftige waanzin nigen laten varen. De broeders wilden niets meer doen en deden anders niets meer dan twisten. Twee broeders die herhaaldelijk gedreigd hadden het schandaal be kend te zullen maken, werden met een cadeautje van elk honderd dui zend frank tot zwijgen gebracht en de wereld ingezonden. De overste, welke gedurende jaren heel alleen het bestaan van den schat kende, werd om zekere reden ver vangen, dan als broeder afgesteld, dan weggezonden met eene jaarlijk- sche rente van twee duizend frank waarvan hij nu leeft ergens op een buitengoedje op zijn gemakje. Nog anderen werden met derge lijke giften afgedankt en weggezon den. Enfin 't is weer een stichtende gesdhiedenis die nog altijd voortduurt daar de broeders Cellieten nog maar steeds vechten en kijven om den verachtelijken goudklomp. De zaak komt eindelijk voor de rechtbank en men meent wel dat zij weerklank zal hebben tot in de Ka mer. baronet op een inval, dien hij in den beginne al voor zeer gelukkig hield. Hoe kostelijk redeneerde hij Is 't mijn oom altijd in de papieren gelukt! Zou ik ook niet even goed langs dien weg mijn fortuin kunnen maken? Als ik het kleine beetje, dat mij nog over schiet, in de groote loterij waagde; wie weet met wat groote prijzen ik er uitkwam? Ik kan 't immers beproeven al wat ik te genwoordig nog heb, is 't bewaren niet waard, We kunnen eens zien! Arme sir GeorgeHij vergat, dat de zee ondoorgrondelijke diepten heefchij stak alles wat hij nog bezat in de papieren. Een maal, twee maal liep het geluk hem mee. Dronken van vreugde, waande hij nu, dat hij slechts te wagen had om te winnen. On gelukkigerwijze was hij nochtans een on- noozele nieuweling in de handen van vol leerde spelers. Hij viel in de handen van gewetenlooze woekeraars, die in hun boekje zorgvuldig hadden opgeteekend, hoeveel en van waarbij nog te verwachten had, en die, door een- of andermaal hem iets te laten winnen, hem een lokaas voorhielden tot zij hem door listen en streken, waarover men wel eenen gemeenen dief, maar niet zulk slag van schurken en afzetters op de publie- De werklieden zullen nog eens een duizendste vernemen van datgene wat gebeurt, over de millioenen wel ke opgestapeld liggen in die talrijke kloosters, welke in ons land als pad destoelen uit den grond oprijzen. En het zal weer wel eens bewezen worden, hoe dat goedje dat daar nes telt, zijn brood eet in het zweet zijns aanschijns, vol van verach ting voor het aardsche slijk 1 gekwetste, geene dooden. Donderdag, vijf minuten voor twaalf ure, deed zich door gansch de stad Gent een doffe slag hooren. De bewoners verlieten ver schrikt hunne woningen, denkende dat er een dynamietaanslag was gepleegd. Men zag groepen door de straten om te weten waar het feit voorgevallen was. De heer prokureur des konings Wurth telefo neerde dadelijk naar al de pölitie-commissa- riaten om inlichtingen te bekomen, doch nergens in de stad was iets gebeurd. Weldra bleek het, dat de ontploffing plaats had gehad in de poeierfabriek van Wetteren. Inderdaad, ia 1880 had er nog eene ont ploffing plaats gehad en Gentenaars herin neren zich dat deze ontploffing heel en al dezelfde scheen. Men beweert dat de ontploffing gehoord werd tot in Audenaerde. Reizigers van daar gekomen, bevestigen zulks. Te Ledeberg werden door het geweld van den schok ruiten gebroken. Honderden nieuwsgierigen namen om 1.35 u. den trein naar Wetteren, waaronder ver scheidene geneesheeren denkende dat er ge kwetsten waren. Te Wetteren. De reizigers waren zoo talrijk dat men verscheidene wagons moest bijvoegen. ke markt geeselen kan, in een poel van schulden hadden gestort, waaruit zelfs zijns ooms vermogen hem bezwaarlijk meer ge heel zou hebben kunnen redden. Nadat zij hem daarop door zijne schuldbekentennissen en acceptatiën geheel in hun net hadden ge trokken, wachtten zij rustig den tijd af, dat hij dé hem toegedachte erfenis aanvaarden zou, en hielden zich verzekerd, dat hun slachtoffer hun voortaan niet kon ontgaan. Gedurende de eerste maanden, die op deze ongelukken volgden, sloop sir George, als een man met een strop om den hals, in de stad rond en had tijd, om zich over een be langrijk onderwerp, in overpeizingen te ver diepen. Zij betroffen niets meer, dan geheel zijn te erven vermogen. De jonge baronet had van natuur een gezond verstand en hij was wel opgevoed, en zijne gezindheid je gens alle menschen onder gewone omstan digheden eerlijk; maar zijne manier van leven en zijn omgang hadden zijne zedelijke beginselen vrij wat van hare degelijkheid doen verliezen. Dit bleek thans duidelijk. Het punt waarop hij zijn gedachten draai de, was: of hij zich thans, daar hij ten volle overtuigd was, de gans geweest te zijn, die zijne schuldeischers geplukt hadden, ter De ontploffing heeft geene ongelukkeu veroorzaakt. Zij ontstond in de droogplaats alwaar alle dagen twee of drie werklieden arbeiden. De oorzaak der ramp is niet gekend. Op het eerste oogenblik dacht men dat de ontploffing ontstaan was in den molen. Ware dit zoo geweest, dan zou de ramp verschrik kelijk geweest zijn. Al de werklieden van de poeierfabriek, ten getalle van 125, hadden juist eenige oogen- blikken te voren de fabriek verlaten. Een werkman, die bij de fabriek zijn noen maal nam, werd aan den arm gekwest door een stuk steen. De droogplaats. Greene dooden. De droogplaats, waar de ontploffing plaats had, is gansch vernietigd. Het zinken dak werd weggeslingerd. Groote schade werd ook aangericht aan al de omstaande huisjes; al de ruiten zijn verbrijzeld en de daken be schadigd. Ook de kapel van een weezenhuis staande tegen de poeierfabriek, werd beschadigd. Het parket van Dendermonde is met den trein van 2 u. 59 m. aangekomen. De heer substituut van den Prokureur des Konings was vergezeld van den onderzoeksrechter Herfeuf en den griffier Broekaërt. De gouverneur van Oost-Vlaanderen is ook om 1 u. 35 aangekomen, bleef een uur ter plaats en vertrok vervolgens. De onderbestuurder. M. Vande Velde was de eerste ter plaats met den brigadier der gendarmen Paul. 5,000 kilos buskruid. In de droogplaats waar de ontploffing plaats had lagen 5.000 kilos buskruid. De ramp had geene schrikkelijke gevolgen omdat sedert 1880, wanneer 20 personen het leven verloren, de gebouwen afgezonderd werden derwijze, dat groote rampen niet meer kunnen gebeuren. De toeloop nieuwsgierigen is overgroot, talrijke trap wielrijders komen van alle kan ten aangereden Velen keeren teleurgesteld terug daar de vervulling zijner verplichtingen jegens hun gehouden moest rekenen, ja of neen. Zijn verstand zeide ja, want zij hadden zich bij hunne handelwijze binnen de grenzen der wet gehouden; zijn eergevoel zei ie hetzelf de, want zij bezaten zijne ban Jteekéning maar, zegde eene andere stem in zijn bin nenste, zij -versohalten zich die door slechte middelen en hebben door mij niet een en kelen schelling verloren. Ondervinding was het artikel, dat mijne dwaasheid ten koste van een traai vermogen van hen kocht, en daarover kwam geen penning uit hunne zakken. Bovendien ben ik tot den bedelstaf gebracht, als ik deze bloedzuigers betaal. Het einde van alles was dat, sir George's oom stierfen nauwlijks bevond de jonge baronet zich een paar uren in het bezit van zijn vermogen, dat geheel in papieren en geld bestond, of hij was daarmede ook reeds naar Boulogne op weg. De schuldeischers raasden en tierden maar vooreerst wisten zij niet, welke rich ting hij had genomen, en dan heeft het wat zwaarigheden in, zijn geld te bekomen van lieden, die naar het vasteland zijn gevlucht. (Wordt voortgezet). HET WEEKBLAD aasaaasimamaa.«BCT<mi)t?iir7

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1894 | | pagina 1