VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Het prins-bisdom Luik.
Negende jaar.
Zaterdag 25" Augusti 1894.
Nummer 35.
De klerikalen en de vrijheden
door de Grondwet gewaarborgd.
STADSNIEUWS.
Eene goede tijding.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar roor de stad. 3 fr. roor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annonceru 15 cent. per drukregel. Rechte
lïjke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centlamen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle
berichten ran verkoopingen of andere beke udmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij eo
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen,
w
Moest men de klerikalen gelooven,
loopen er geene menschen onder de
zon die de vrijheid meer liefhebben
dan zij.
Maar men dient eens na te gaan of
dit geblaf dat nu, onder de klerikale
heerschappij bij sommigen voet ge
vonden heeft, wel als waarheid mag
aanvaard worden.
De vrijheid van geweten. O, voor
deze zijn de klerikalen bijzonder fel
ingenomen. Roepen hunne haantjes
vooruit niet altijd en al waar het
maar kan gehoord worden, dat al
degenen die niet peinzen wat zij wil
len laten peinzen, verdoemd en brand
stokken der hel zullen zijn.
'n Mensch zou er van ijzen, schud
den en beven moest men al die ver
vloekingen en verdoemenissen in acht
nemen. Wee ook al de opstellers van
liberale week- en dagbladen, van
leerzame boeken, vrijgezinde woord
verkondigingen enz., enz., de groot
ste ongelukken en hiernamaals een
eeuwig branden in solfer en pek
zullen hun te beurt vallen.
De vrijheid van godsdienst. Geen
andere godsdienst dan die der kleri
kalen zou er mogen bestaan. De ware
godsdienst ook niet meer, welke den
Zaligmaker verkondigd heeft en die
het goede, het ware, het rechtvaar
dige, het verdraagzame uitroept.
Neen, alléén de godsdienst die den
winkel der klerikalen doet draaien
mag heerschen omdat zij in hem al
leen haat, nijd, wraak- en hebzucht
kunnen zoeken en vinden.
De vrijheid van vereenirjing
Tegen deze zijn de kadodders schrik
kelijk verbitterd. Gij die vrijgezind
zijt, waagt u niet op de buitengemeen
ten om vergaderingen te houden, om
de slaafsche kudde der politieke
priesters en kloosterlingen te onder
richten in alles wat de samenleving
aangaat, om hen te doen beseffen die
zij jegens hen zelve en jegens an leren
moeten vervullen, om hun te leeren
hoe zij het goedkoopst en het best
hun land zullen bebouwen en op wel
ke manier zij het duurst hunne wa
ren aan den man kunnen brengen.
Zeker is het dat gij er niet gemakke
lijk zult van t'huis komen. En op
zulke wijze eerbiedigen de klerikalen
de vrijheid van vereeniging.
De vrijheid van onderwijs. Deze
is sukkelachtig bediend geweest van
af 1884 sinds de klerikalen het be
wind hernomen hebben. Toen de li
beralen in 1879 het onzijdig onder
wijs, het eenige dat nationaal kan
zijn, uitriepen, stelden de klerikalen
alles in 't werk om die vrijheid den
nek in te slaan.
Hoe menige onderwijzers en huis
vaders zijn er met gebroodroofd ge
weest, hoevele zijn er niet ten grave
gedaald door de schuld der afschu
welijke daden van de domme dwee-
pers uit het klerikaal leger.
De vrijheden door de Grondwet
uitgeroepen, lijden dus allen schip
breuk wanneer de klerikalen ze moe
ten doen eerbiedigen. Zij zijn maar
goed als zij ten hunnen voordeele
kunnen bewerkt worden.
De haat der klerikalen tegen 's
lands vrijheden heeft het liberalismus
doen ontstaan, welk uitroept dat elk
een mag peinzen wat hij wil, dat
eenieder mag onderwijzen, dat men
zich mag vereenigen waar en zoo dik
wijls men wil, dat men de Godheid
mag eeren op die wijze welke men
verkiest en in zulke mate als men het
goedvindt.
Zoolang dus er ongelukkigen zul
len bestaan welke door eigenbaat en
haat des menschdoms die vrijheden
zullen verkrachten, zoolang ook zul
len de liberalen of vrije mannen niet
ondergeven om die zelfde vrijheden
te doen bloeien en eerbiedigen. Daar
blijft voor gezorgd. En zoo] doende
zullen wij vrijgezinden, voor den
vooruitgang werken, welke de kleri
kalen wel tijdelijk kunnen tegenwer
ken maar nooit kunnen tegenhouden.
Immers, de vooruitgang baart spoed
voor elkeen, behalve voor de kleri
kale achteruitkruipers, die slechts in
de ellende en beproevingen hun be
staan vinden.
Jammer maar dat, onder sociaal
oogpunt, de handelwijze onzer tegen
strevers zulke schrikwekkende
vruchten teelt. Met de vrijheid te
krenken, met opentlijk op te,staan
tegen koning en 's lands bestuur
wanneer de vrijheid wetten tot stand
brengt welke hun mishagen, prenten
zij den burger onvaderlandsche ge
voelens in en wakkeren hem aan tot
oproer, weêrstand en euveldaden.
't Is volgens ons op dit terrein dat
men de oorzaak moet zoeken der
monsterachtige gebeurtenissen welke
het einde der negentiende eeuw ken
schetsen.
(lle Vervolg).
Na den dood van Albéron I (1128) oogste
Alexander Van Gulik, de vruchten zij
ner misdaad in. Het gelukte hem inderdaad
het kapittel om te koopen en zich tot bis
schop te doen uitroepen. Men kan licht be
grijpen dat er niet veel goeds te verwachten
■was van eenen man, die door moord en om-
kooping, op den troon was geraakt. Zijn be
stuur was zoo willekeurig., zijne levenswijze
zoo walgelijk, dat de verontwaardigde be
volking tegen hem opstond, zoodat de Kerk
vergadering van Pisa, in 1835, gedwongen
was zijne afzetting uit te spreken.
Wanneer mannen zooals Alexander I met
de bisschoppelijke waardigheid bekleed wor
den; wanneer men gansch een Kapitel be
staande uit leden der voornaamste adellijke
stamhuizen kan omkoopen, dan begrijpt men
licht dat het peil der zedelijkheid diep moet
gedaald zijn. Ook maakten vele edelen van
deze regeeringsloosheid gebruik om alle ge
zag te miskennen, om gewapenderhand hun
ne persoonlijke veeten te wreken, en om, al
roovend en moordend, de gansche streek af
te loopen. Gilbertus van Duras onderscheid
de zich bijzonder in deze beroerde tijden. Hij
leefde als een ware bandiet, en had zich,
door zijne strooptochten, den wrok des bis-
schops en des hertogen van Limburg. Wal
ram II, op den hals gehaald. Zij besloten
den heer van Duras eene voorbeeldige kastij
ding toe te dienen, en daar deze laatste zich
niet bij machte gevoelde om aan zulke twee
vijanden het hoofd te bieden, haastte hij zich
de hulp des hertogen van Brabant, Godvried
mei den Baard, in te roepen. Gilbertus van
Duras had hier aan eene goede deur geklopt,
want een diepe haat scheidde sinds lang de
hertogen van Limburg en Brabant, en deze
hijgde naar de geschikte gelegenheid om zich
met zijnen vijand kunnen te meten. Ook
brachten de partijen welhaast twee machti
ge legers in het veld, die, na gruote verwoes
tingen aangericht te hebben, op 7 Augustus
1130, in de vlakte van Wilder en, slaags
geraakten! In den beginne scheen de zege
naar de zijde des Brabanders over te hellen
maar het heldhaftige gedrag des hertogen
van Limburg en des graven van Loon deed
de bondgenoten zegevieren. Zij gelukten er
zelfs in, den rijken standaard, dien Godfried,
der engelsche koningin ten geschenke ont
vangen had, te overmeesteren. De Luikena
ren waren zoo fier over de verovering dezer
bannier, dat zij haar jaarlijks in de proces
sies der kruisdagen plechtig ronddroegen,
een gebruik dat in 1794 afgeschaft werd.
Deze veldslag stelde nogtans geen einde aan
de vijandelijkheden, want de overwonnen
brachten weldra nieuwe krijgsscharen in het
veld, en leverden met afwisseling van geluk,
nog talrijke, bloedige gevechten. Dan trad
keizer Lotharius als bemiddelaar tusschen
de strijdende partijen op, en de vrede werd
geteekend; aan geenen enkelen der krijgs-
voerenden kende men eenig voordeel toe;
en de graaf van Duras, de spil van dezen
beroerden toestand kreeg, mits eene gelde
lijke boete, die tot het oprichten eens kloos
ters gebruikt werd, volkomene vergiffenis
voor de euveldaden, die hem in gansch Has-
pegouwen. zoo berucht hadden gemaakt.
Reinout van Bar had van den wanorde
lijken staat, waarin het bisdom verkeerde,
gebruik gemaakt, om het kasteel \an Bouil-
De Tandmeester EMANUËL
HUISMAN is allen Woensdagen,
te raadplegen van 9 tot 3 u. bij M.
Charles Nuytten Schoenmaker (in
de Vergulde pantoufle), Boterstraat,
12, Yper.
Wij zijn gelukkig onze lezers te mogen
aankondigen dat de Liberale Associatie van
Yperen besloten heeft den strijd aan te gaan
voor de wetgevende kiezingen die zullen
plaats hebben in October aanstaande. Kom
aan, de handen uit de mouwen, neerstig en
ernstig gewrocht om het arrondissement te
verlossen van het juk der bisschopsstaven,
die het sedert zoo langen tijd onder den hiel
houden. De strijd zal zeer ernstig kunnen
zijn: alles zal afhangen van den keus der
kandidaten.
Volgens het algemeen gedacht zouden de
landbouwers, die meer genegen zijn voor
den vrijhandel dan hunne grondeigenaars,
goed en degelijk moeten vertegenwoordigd
zijn.
Zij hebben ernstige grieven tegen de uit
tredende volksvertegenwoordigers en den
senateur. En niet zonder reden. Want, als
men alles wel nagaat, wat hebben deze man
nen voor den landbouwer gedaan Niets,
volstrekt niets
Zij lezen jaarlijks dezelfde redevoering af,
om den schijn te hebben zich met de belangen
van den landbouwer bezig te houden, maar
zij weten op voorhand dat de ministers be
sloten zijn zich gedurig de ooren te stoppen.
Welnu, dit is bedrog, men noemt zulks poe
der in de oogen der kiezers werpen en
hen doen gelooven dat zij zich met ziel en
hart aan het welzijn der landbouwerswijden.
Wij hebben er een voorbeeld van gehad toen
zij de tabakkwestie bespraken (afschaffing
van het accijnsenrecht) en eene vermindering
vroegen op hot vervoer der hoppepersen
alles is in zijn vorigen staat gebleven, het-
gene eens te meer bewijst dat onze senateur
Ion te overmeesteren (1.134). Hij besefte vol
komen dat hij van den bandeloozen Alexan
der I niets te duchten hadmet dezes op
volger Albéron II (1136-1145) was zulks
het geval niet.
De bisschop eischte de teruggave van den
burcht, en sloeg, bij de weigering des hec-
ren van Bar, het beleg voor de vesting. In
den beginne was de prelaat enkel door zijne
leenmannen vergezeld. Om de inneming der
stad te verhaasten, vergde hij de hulp der
Vrije Burgers. Die van Luik echter, voor
wendende dat zij sedert eenigen tijd zoo
dikwerf opgeroepen werden, namen slechts
de wapens om dezen tocht te ondernemen,
wanneer het Kapittel der Kanunikken zich
met de reliquikas van sint Lambertus, en de
wapenvaan van Karei den Groote aan hun
hoofd gesteld hadden.
De belegerden leverden het kasteel in de
handen des bisschops op 22 September 1141
publieke en kerkelijke feesten werden tot
aandenken van dit langdurig beleg ingesteld,
en op 28 April, onder de benaming van
Triomf van St-Lambertus gevierd.
(Wordt voortgezet.)
HET WEEKBLAD
MiM» 0 0 8 mmm