VAN ÏÏPEREN EN HEI ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. KIEZERSLIJSTEN Het prins-bisdom Luik. Negende jaar. Zaterdag 1" September 1894. Nummer 36. Yperen. Liberale plicht. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanaeren, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicitè, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht allo hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. BEVOLKING. Het Collegie van Burgemeester en Sche penen der stad Yperen roept de aandacht der belanghebbenden op de bepalingen van het kieswetboek (wet van 12 April 1894) be trekkelijk de kieswoonplaats. Benevens de voorgaande bepalingen, zijn er andere, welke het Schepen Collegie herin nert aan wie het behoort, en waarvan het niet genoegzaam de strenge nakoming kan aanbevelen. Het zijn de volgende, genomen uit het ko- (12® Vervolg). In 1850, onder het bestuur van Hendrik van Leyen (1145-1165) stond het bisdom op nieuw onder de wapens. Hendrik de Blinde, graaf van Namen en Luxemburg, een wispelturige en tevens strijdzuchtige prins, maakte door zijne onophoudende strooptochten gansch een gedeelte des bis- schoppelijken grondgebieds onveilig. Hij had zelfs de stad Ciney overrompeld en geplun derd. Leyen trok den Luxemburger, aan het hoofd van een machtig leger te gemoet, en behaalde eene glansrijke overwinning in de omstreken van Andenne (1153). Een tweede tocht, waariD meer dan veertig dorpen ver woest werden, was evenwel noodig om den roofzieken graaf alle lust tot verdere stroo- perijen le ontnemen. Deze bisschop stierf in Italië te Pavia alwaar hij keizer Frederik I, in eemen krijgstocht tegen het pausdom, Vergezeld had. De regeering van Alexander II, (1165) die aan de gevolgen der pestziekte in Italië overleed, daarna die van Radulfus (1168- 1191) lieten veel te wenschen. Evenals velen hunner voorgangers, sloegen zij de plichten ninklijk besluit van den 31 October 18G6, betrekkelijk het behouden der bevolkings boeken Boa Surmont de Volsberghe. Wij hebben het nogal gezegd de aanstaande kiesstrijd is nu duidelijk afgeteekend. huns ambts volkomeu in de wind, en oogden enkel op zingenot. Om zich de noodige sommen tot de bevre diging hunner driften te verschaffen, ver kochten zij de geestelijke en wereldlijke ambten. Zij waren uit het bisdom bijna im mer afwezig, pronkten in steekspelen, of voerden met andere gekroonde hoofden het zwaard in ver afgelegene gewesten. Meermalen togen zij de Alpen over om onder de krijgsvaan van keizer Frederik met den Rooden Baard tegen het gezag der pauzen Adriaan II en Alexander III te velde te trekken. Het sticht wierd onderwijl bestuurd door het kapitel, meestal samengesteld uit latere afstammelingen van adelijken huize, die, volgens het heerschend gebruik, ten voor- deele huns oudsten broeders, van alle erf recht op de ouderlijke goederen ontbloot wa ren, en slechts door de rijke inkomsten, welke aan eene kanunikplaats verbonden waren, aangespoord werden, om den pries terlijken staat te omhelzen. Ook bleven zij hartstochtelijk aan de oude gebruiken, die de ridderschap kenmerkten, gehecht. Noch de gloeiende predikatiën van Sint-Bernardus, noch die van paus Innocetius III, en later Alle anti-clericaal verbond is on mogelijk geworden, tengevolge der definitieve besluitselen door den al- gemcenen raad der Werkliedenpartij gestemd. De citoyens willen van geen ver bond met de gematigde liberalen hooren. Met'de katholieke democra ten-genre Helleputte, Pottier en Daens zouden ze veel liever mee gaan. Wat de Vooruitstrevers be treft, die zoudeu ze wel voor bond- genooten willen, maar ze weten het nog niet te best; ze moeten er eerst eens over nadenken; en in alle geval mogen de Progressisten met de So cialisten den strijd niet aangaan of de eersten moesten zich bewonde raars, voorstanders en verdedigers van 't collectivism verklaren! Ze zijn niet heel difficile de socia len, maar ze hebben toch nog algaar- ne veel. 't Is te hopen, dat deze zaak nu uitgevochten en afgedaan is. De so cialisten weigeren de hulp der libe ralen zeggen wij merci, en daar mee punctum. Men kan deze beslissing nu goed of afkeuren; men kan ze toejuichen of betreuren; men kan de verplettering der socialisten voorspellen, of men kan, droomende aan hunne schitte rende zegepraal, de gelukkige toe komst der coliectivisten benijden dat alles raakt ons niet meer, dat is hunne zaak. Wij, liberalen hebben andere katten te geeselen. Doctrinairen, gematigden, vooruit strevers, radikalen, vrijdenkers van Lambrecht den Stotteraar (le Bègue) brachten eenige verandering in het zedelijk leven der domheeren te weeghet gedrag dezer laatste was zoo ergelijk, dat wij de schandalige feiten, door de kroniekschrij vers van dien tijd verteld, niet duiven aan halen. Het volk regelde natuurlijk zijne levens wijze op die zijner bestuurders, en men be grijpt licht dat het zedenbederf ten top was geslegen. Ook aanzagen degenen, die door de algemeene verbastering niet waren aan getast, den brand der St-Lambertuskerk (1185) als eene straffe Gods aan. Men beweert dat Radulfus door de wroe gingen zijns gewetens gefolterd, in 1190 met keizer Frederik I, naar Palestina trok, om Salah Eddin, die Jerusalem veroverd had, te bestrijden, en dat hij er het leven liet. Nieuwe twisten zetleden het bisdom in rep en roer, wanneer in 1191 een opvolger aan Radulfus moest gegeven worden, want tu wijlhet kapittel Aalbrecht van Leuven, broeder des hertogen van Brabant, tot bis schop benoemde, verkocht de keizer van Duitschland, Hendrik VI deze waardigheid voor eene som van drie duizend gouden marken, aan een zijner vrienden Lotharius Waalsche en Vlaamsche vrijzinni genkortomalle liberalen hebben zich nu maar om ééne enkele zaak meer te bekommeren, en dat is om de eendracht in hunne gelederen Eendracht voor alles en in alles dat moet voortaan onze leuze wezen. Geene ruzie meer, alle persoonlij ke kwesties terzij, alle veeten verge ten, geene oude koeien uit de gracht gehaald, alle misplaatste eigenliefde onderdrukt, geene verwij tingen, gee ne grove woorden, geene nuttelooze polemieken meer, eendracht, niets dan eendracht! Iedere tint van 't liberale leger behoude haar programma en hare verzuchtingen. Niemand moet afstand doen van zijne princiepen! dat wordt niet gevraagd, dat kan niet gevraagd worden. Maar al de nuancen vereenigen zich tot een onverbreekbaar geheel, tot eecn zelfstandig en machtig leger van liberalen, niets dan liberalen. Elke groep kieze hare vertegen woordigers en kieze ze zoo bekwaam en zoo knap mogelijk; deze vertegen woordigers der \erschillige groepen worden op eene enkele lijst veree- nigd, en deze lijst van Vereenigde Liberalen worde vrank en vrij tegen over de lijsten van de clericalen ge steld. Geen wankelaars, geen twijfelaars meer partij gekozen tusschen de drij tinten van 't Liberalism, maar een drachtig en krachtdadig gewerkt, geijverd en gewroet om de Liberale Lijst te doen zegepralen Dat is Liberale plicht. van Hoslade. Aalbrecht toog naar Rome, deed zijne benoeming door den paus Celes- tinus III bekrachtigen, doch wierd, op zijne terugreis naar het bisdom, te Reims verra derlijk om het leven gebracht. Hendrik de Strijdzuchtige, hertog van Brabant, vatte de wapens op, om den dood zijns broeders te treken, en, geholpen door den graaf van Limburg, Hendrik III, en eenige andere Duitsche prinsen, dwongen zij den keizer de moordenaars te straffen, en verscheidene godsdienstige werken als zoen offer der misdaad in te stellen, Lotharius van Hoslade wierd in den kerkelij ken ban geslagen en den bisschops staf aan Aalbrecht van Cuyck over handigd (1105- 1200). Zijne troonsbeklim ming kenmerkt een der vermaardste tijd stippen in Luiks geschiedenisboeken. Van dit oogenblik af breekt openlijk de strijd tusschen de volksklas der eene, den adel en de geestelijkheid der andere zijde los. Deze strijd zal onophoudend voortduren tot in 1789, en de zege eindelijk den volke blijven maar stroomen bloeds kost die zegepraal, want meermaals zal de burgerij onder de vereenigde krachten van vreemde verdruk kers den nek moeten buigen... W. v. HET WEEKBLAD I. Om te kunnen op de kiezerslijsten eener ge meente geschreven worden, moet men daar, op ln Juli van het jaar der herziening, zijne woonplaats hebben sedert ten minste een jaar,'t is te zeggen, een gewoon en wezentlijk verblijf van ten minste een jaar. (Art. 55 en 56.) Daarenboven moet dit verblijf bestatigd worden door de regelmatige in schrijving in de bevolkingsboeken, sedert ten min ste een jaar, op ln Juli (Art. 58). II. De kiezer die van verblijf verandert moet, volgens art. 57 1° Op het oogenblik van zijn vertrekaan het ge meentebestuur der plaats welke bij verlaat, zijne aangifte van verandering van woonst doen 2" Zijne inschrijving vragen op de bevolkings registers zijner nieuwe verblijfplaats, binnen de maand van de voorgaande aangifte. De kiezer die deze dubbele formaliteit vervult, zal, indien hij de andere voorwaarden van het kies recht vereenigt, gedurende één jaar behouden blij ven op de kiezerslijsten van de gemeente welke hij verlaat, en het verwerven zijner nieuwe kieswoon plaats werkt, in dat geval, terug tot den dag waar op bij de aangifte van vertrek gedaan heeft. Het onderhouden der hoogervermelde bepalingen is van het hoogste belang onder betrek van het uitoefenen van het kiezersrechtDe burger die de zelve niet zou nakomen, hetzij met geene aangifte te doen, hetzij met dezelve te laat te doen, 't is te zeggen, na de gemeente sedert eene maand verlaten te hebben, zou uit de kiezerslijsten geschrabt wor den en zijn kiesrecht verliezen in de gemeente welke hij verlaat, en, daar hij nog geen jaar verblijf zou hebben in de gemeente waar hij zich gevestigd heeft, zou hij, gedurende ten minste een jaar, op geene enkele kiezerslijst geschreven staan. Art. 7. Alle persoon die zijn verblijf wil overbrengen, hetzij naar eene andere gemeente van het rijk, hetzij naar een ander land, moet, ii voor zijn vertrek, er de verklaring van doen aan het Gemeentebestuur der plaats welke hij bewoont en de noodige inlichtingen verschaffen ter opma- ii king van het bewijsschrift model nr 2 van veran- x dering van verblijf.) >i Art. 8. Wanneer een huisgezin, uit verschei- dene personen samengesteld, vau verblijf veran- ii dert, wordt de verklaring gedaan door het hoofd n des huisgezins, voor al de personen die met hem it in gemeenschap leven, daaronder begrepen de ii dienstboden en inwonende werklieden. x Art. 10. Binnen de vijftien dagen van zijne ii verklaring, moet de belanghebbende zich aanbie- ii den bij het Gemeentebestuur der plaats waar bij x zich komt vestigen, het bewijsschrift voortbren- n gendc waarvan hij drager is. ii Art. 11. De inschrijving op de bevolkings- x registers geschiedt niet dan op zicht van dit be- x wijssohrift. Nochtans bekleedt een pasport of een gelijk- x geldige titel de plaats er van voor de vreemde- x lingen die zich in het land komen vestigen. Uit de voorgaande bepalingen volgt dat de aan giften betrekkelijk de verandering van verblijf {aankomst of vertrek) niet kunnen ontvangen wor den in het bureel van politie, noch door de indienst zijnde politie-agenten. Zij moeten gedaan worden in het bureel van bevolking (Burgerstand) waar de belanghebbende gehouden is de noodige inlichtin gen te geven, hetzij tot zijne inschrijving en deze van de leden zijns huisgezins, hetzij tot hunne uit- schrabbing in de bevolkingsboeken. Het art. 26 van voormeld Koninklijk besluit be paalt, dat de overtredingen der voorgaande veror deningen zullen gestraft worden met eene boete die de vijf en twintig franks niet mag te boven gaan. Yperen, den 25 Oogst 1894. De Burgem. en Schepenen, DOOR BEVEL De Secretaris M, Gorrissen. güBL-HVe-O—SSJ

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1894 | | pagina 1