VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Het prins-bisdom Luik. Ghemin de fer. Tiende jaar Zaterdag 2n Maart 1895. Nummer 9. Een vrijwilligers leger. Erfenisrechten. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen» 15 oent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 ft*, per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen Joor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Heures de départ a partir du ler Janvier d'YPRES pour Poperinghe, 5-20 6-54 8-52 9-03 9-43 TRAM YPRES-FURNES. 4-40 7-22 9-46 1 -00 3-40 6 -30 10-36 (le samedi seulement). PURNES-YPRES. Een leger geheel samengesteld uit vrijwilligers, dat is de uitzinnige droom sommiger katholieke dag- en weekbladen, die niet eens het gevaar noch de onmoogelijkheid inzien van het verdedigingsstelsel, welk zij aan ons land wenschen op te dringen, waarom? Omdat zij in de militaire- of soldatenkwestie niets anders zien, dan de verdediging der katholieke eigendommen. Volgens hen, zij hebben het honderdmaal verklaard, is eene sterke, vermeederde gendarmerie (31* Vervolg). Maar Heinsberg's zwakheid en hartstoch ten zouden den lande grootere rampen be rokkenen. Ware hij een bezadigde vorst ge weest, hadde hij de plichten zijns ambts waargenomen, dan hadde hij wellicht, den strijd tusscben het bisdom en de burgondi- sche hertogen vermeden. De vrijheidsmin- nende Luikenaars droegen deze fransche prinsen, en de natie waarover zij regeerden eenen diepen haat toe. (Othée en Jan zonder Vrees waren hun nog versch in het geheugen). Verschil van geslacht en instellingen, ze den en belangen, maakten de kloof, die de twee volkeren scheidde, dagelijks grooter. Doch wie hadde het einde dezes strijds kun nen voorzien' Men hoefde geen profeet te zijn om de eindelij ke zegepraal des machti gen burgondischen Huizes te voorspellen? En ware het niet de plicht eens wijzen vorsten geweest, om de botsing tusschen de twee naties zooveel mogelijk te vermijden? Wij zullen weldra zien dat Heiusberg aan dien plicht te kort bleef; dat hij, door zijne wufte levenswijze, den burgondischen hertog, Phi lips den Goede, meer en meer met de binnen- landsche belangen des bisdoms in betrekking stelde, en zijne tusschenkomst in de luiksche zaken voorbereidde. voldoende; wij hebben geen ander leger noodig! En zij trachten voor namelijk aanhangers voor dit stelsel te winnen met te zeggen dat dit eene groote spaarzaamheid zou teweeg brengen. Wij zullen hier tegenwoordig niet breeder de gevaren bespreken, welke een vrijwilligersleger zou opleveren. Wij zullen alleen onze lezers toonen welke overgroote kosten wij zouden te betalen hebben voor een betrekke lijk klein getal mannen. Het budjet den gendarmerie voor 1895 bedraagt het schoon sommeken van 4,484,650 fr., of 4 1/2 millioen, voor 2,632 man. Aan dezen prijs berekend, zou het onderhoud van de 44,000 man onder de wapens te houden; nagenoeg 82 millioen 's jaars kosten, dus veel meer dan heden. En, wanneer we zeggen 82 mil lioen frank, dan reken wij noch de kazerns, noch de paarden, noch de andere koeten, welke de Staat niet gewoon is te betalen voor de gendar merie. maar welke hij toch moet betalen voor het leger. Zoodat we zonder overdrijving mogen zeggen, dat de 44,000 vrijwilligers minstens 100 millioen 's jaars zouden kosten. En zelfs in de veronderstelling dat men de vrijwilligers zou betalen aari den zelfden prijs als de gendarmen, waar zal men in België 44,000 man vinden en blijven vinden voor ons leger? Men zou ze voorzeker niet vinden, zooveel te meer, dewijl de eischen der vrijwilligers zouden ver- hoogen naarmate dat het getal der noodige manschappen grooter wordt. Wat meer is, in gewone tijden, en in vele kantons die niet langs of in de nabijheid der grenzen liggen, heeft de gendarmerie over het algemeen geen slecht leven; in de gemeenten waar de brigade huisvest, is de gen darm een man van eenig gewicht en aanzien; men kan hem gemakkelijk een goed onderkomen geven en goed voeden; daarbij huwt hij gewoonlijk in voor hem zeer voordeelige voor waarden. Meent men dat de 44,000 vrijwilli ge sodaten hetzelfde lachend vooruit zicht zouden hebben en de zelfde voordeelen genieten? In het geheel niet, en dit is eene tweede reden, waarom men de vrijwilligers meer zoude moeten betalen dan de gen darmen; dus eene nieuwen verhoo* ging van lasten, vermits de 100 millioen niet meer zouden voldoende wezen. En met dat schrikkelijk budjet zouden wij nog zeer verlegen zijn den dag dat er al ware het maar eene werkstaking van eenig belang uit- barste. Dan zou men geene klassen van vroegere jare kunnen binnenroe pen. Welnu, indien tegenwoordig de 44,600 onder de wapens zijnde solda ten niet voldoende zijn, de 44,000 vrijwilligers zouden dan ook niet toereikend wezen! Doch, zal men ons misschien zeggen dit vrijwilligers leger zou kunnen ondersteund worden door een leger milicianen Maar, dat ware toch een ander leger er bij houden! En dat men ons eens zegge hoeveel millioen dat twee de leger jaarlijks zou kosten, al ware het maar voor zijne kleeding, zijne wapens, zijn onderhoud gedurende den noodigen tijd om hun het noodig militair onderricht te geven? In een woord: Een vrijwilligers leger is eene katholieke dwaasheid, die ons jaarlijks vier of vijfmaal zoo veel zou kosten als ons tegenwoordig legerstelsel en die daarbij nog wat het ergste is geene zekerheid zou opleveren, maar de inwendige rust en ons nationaal bestaan zou in ge vaar brengen. Daarom is een vrijwilligers leger in België een droom, eene volstrekte onmoogelijkheid. De socialisten hebben onlangs in de Kamer een wetsontwerp neerge legd, voor doel hebbende de erfenis rechten aanzienlijk te vermeerderen tusschen broeders en zusters, ooms en neven en zelfs in rechte linie, tus schen ouders en kinderen. Volgens het ontwerp zou men voor taan de volgende erfrechten betalen Tusschen broeders en zusters 8 p. h. op het aandeel in de erfenis dat 100,000 fr. niet overtreft, tiet recht zou 1 p. h. opklimmen voor elke hon- derd duizend fr. of fraktie boven de 100,000 frank zonder echter de 15 p. h. te kunnen overtreffen. Vroeger hebben wij gezien dat, na de bloedige neerlaag tan Othée, op bevel van Jan zonder Genade, de bolwerken der voor naamste steden gesloopt, doch, door de bij zondere toelating van keizer Ségismond, eenige jaren later, ook weder opgetrokken wierden. En de Dinantenaren maakten van deze vergunning gebruik, om den toren van Montorgueil, op zijne vorige standplaats, recht tegenover het naamsche stadje van Bouvignes te herbouwen. Het graafschap Namen was tot dan toe bestierd geweest door den liederlijken Jan III-, en deze had zich niet geschaamd om zijn volk aan den hertog -van Burgondië te verkoopen (1429). Mont- orgueil's herópbouwing verschafte aan Fi- lips den Goede die sinds zoolang verbeide gelegenheid, om den strijd tegen de vrij heidslievende luiksche natie te beginnen, en zijne onverzadigde lust naar nieuwe verove ringen te bevredigen. VVant merken wij wel op, zijn eenig doel was: de inlijving des bisdoms in zijne reeds zoo uitgestrekte staten. Onder het voorwendsel dat de nabijheid dezes torens zijn graafschap van Namen on veilig maakte, verzette liij zich tegen de heroprichting dezer versterking. De Dinan- tenaren bekreunden zich geenszins over dezen oübiiligen risch; zij uadden immers met het Burgonoische Huis niet te stellen I Filips de Goede trachte alsdan den nieu wen burcht door list te overmeesteren, doch bij werd met kracht teruggeslagen en uit weervraak richtten de leden van Dinant eeni ge verwoestingen op het naamsche grond gebied aan. Eenigen tijd bleven de twee par tijen werkeloos. De hertog, die nog niet ge reed was om te velde te trekken, knoopte, ten einde tijd te winnen, met zijne tegen strevers onderhandelingen aan maar de vernieling door de Hoeienaren, van het sterk kasteel van Beaufort, deed den oorlog los barsten. De Burgondiers verwoestten de bis schoppelijke stad Fosses; de luiksche benden deden hetzelfde lot ondergaan aan Golzinne, en overrompelden Poilvache, eenen burcht die men onwinlijk waande. Daarna sloegen zij het beleg voor Bouvignes, en gingen hierin met zooveel spoed en beleid te werk, dat de stad op het punt stond zich over te geven, toen zij eensklaps vernamen dat de vrede geteekend was. Heinsberg had inder daad zijn land verraden! Hij deed het beleg opbreken, en sloot, niettegenstaande hem, tot dan toe, de kans der wapens voordeelig was geweest, op 15 October 143.1, te Meche- len eenen schandelijken vrede. Hij verbond zich tot de uitbetaling eener som van rond de veertien milloenen franken, tot de slech ting van Montorgueil en verplichtte zich daarenboven den burgondischen vorst ver giffenis gaan af te smeken. De lafheid bracht onder het volk eene die pe verbittering te weeg. Onder de aanleiding van Walter Dantine, burgemeester van Luik, vormde zich eene machtige volkspartij, die des bisschops macht openlijk bestreed en tegen dit verdrag opkwam. Doch Heinsberg en zijne aanhangers wisten, op behendige wijze, valsche geruchten onder de menigte te verspreiden deze aantijgingen, die de eer baarheid des burgemeesters in verdenking brachten, deden den volksaanleider een deel zijner volgelingen, en dus zijner macht ver liezen; en de prins maakte van deze omstan digheid gebruik om Dantine uit het bisdom te verbannen. Duur zou het volk deze on dankbaarheid komen te staan want niet zoohaast had de burgemeester den weg des ballingschaps ingeslagen of Heinsberg toonde openlijk hetgeen hij in het schild voerde. Te vergeefs kwam het volk tegen de vrijheids- hatende plannen des prinsen op Te vergeefs riep het de hulp des mannen, die het eenige maanden vroeger aan den haat zijner vijan den had opgeofferd Het was te laatOnge hinderd had de bisschop zijne klachten ver zameld, en wanneer de volkspartij hare stem dreigend verhief, viel het den prelaat niet moeilijk, om haar eene bloedige neerlaag te doen ondergaan. En de beteugeling was wreed want een aantal burgers bestegen het schavot. (Wordt voortgezet]. HET WEEKBLAD i 11-45 2-43 3-43 6-24 8-10 9-41. Poperinghe-Hazeh.rouck, 6 54 8-52 9-03 11-45 3-43 6-24 8-10. Houthem, 5-13 8-00 10-59 5-02 7-38 Oomims 5-13 7-44 8-00 —9-41 9-46 10-59 2-29 2-35 5-02 7-38 8-40 Oomines-Arm»ntières, 5-13 7-4410-592-29 5-02 8-40. Roulers, 5-58 6-45 7-46 10-20 12-03 2-3 S 3-47 6-23. Langhemarck-Ostende, 6-56 9-45 11-573-39 6-03. Oourtrai, 5-13 8-00 9-41 - 10-59 2-29 5-02 7-38. Courtrai-Bruxelles, 5-13 9-41 10-59 2-29 5.02. Courtrai-Gand, 5-13 8 00 10-59 2-29 5-02 7-38. De Poperinghe vers Hazebrouck, 7-11 9-19 12-03 4-01 -6-38 8-27. 4-45 7-26 9-50 1-05 3-45 6-22.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1895 | | pagina 1