VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Het prins-bisdom Luik. Ghemin de fer Tiende jaar Zaterdag 4" Mei 1895. Nummer 18. Vroeger en thans. Wet op de personeele belasting. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft*. 75. Annoncent 15 oent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen por nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekeudmakingen ten bureele dezer gedrukt -worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanaeren, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteek end toe te zenden. Artikelen on ge teekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Heures de depart a partir du ler Janvier d'VPRES pour TRAM YPRES-FÜRNES. 4-40 7-22 9-46 1-00 3 40 6 30 10-36 (le saraedi seuleaaent). FURNES-YPRES. Destijds lazen wij in een vlaamsch weekblad, waarvan de naam ons ontvlogen is, een artikel onder bo venstaande titel dat verdient eens herhaald te worden en dat luide als volgt: Tenjare 1837 schreef Mgr. Sterkx, gewezen aartsbisschop van Meche- len: «De priesters mogen zich in den bicht- en predikstoel niet bezig hou den met al het gene in staat is, hetzij wie te beleedigen of te tergen, maar wel de zuivere leering ,van Christus in alles en voor alles volgen. Wat is hieruit te leeren'? Dat de priester eene verhevene zending be- (39° Vervolg). Op liet einde zijns levens verviel de prins in eene onbegrijpelijke, koddige godsvrucht. Bouille zegt: dat Everaert ieder jaar zijnen lijkdienst deed vieren, opdat zijne onder- danen immer de heilzame herinnering hunner dood zouden voor oogen hebben. De prins was de voorname acteur dezer sombere en tevens kluchtige plechtigheid. Van uit de doodkist, waar hij in uitge- strekt lag, antwoordde de bisschop, met akelige stem, aan het eentoonig geprevel en gepsalm der lijkbidders. Op 15 Januari 1538 bij het eindigen eens feestmaals, wierd hij door eene beroerte getroflen, aan de gevolgen derwelke hij de volgende maand (16 Februari) overleed. Aldus stierf de man, waarop de luiksche natie in den beginne zooveel hoop had ge bouwd, maar die later de algemeene ver wachting bitter te leur stelde. In dezen kleinzoon des Evers had het volk eenen vu- rigen verdediger meenen te bekomen, en helaas slechts eenen hartstochtelijken dwin geland gevonden. De hardnekkigheid, die zijn geslacht kenmerkte, had hij der dweep- kleed welke hij niet mag ten buiten stappen zonder zijnen staat te misken nen. De wave, oude, goede pastoors wisten dat maar al te wel. Vroeger zijn er vele pogingen moeten aange wend worden om hen naar de stembus te krijgen. Zij zagen met schrik in de verte, welke stroomen van boosheden vijandschap en twisten er gingen uit voortspruiten. Dikwijls genoeg moesten zij hunne jonge onderpastoors zonder ondervinding en vol persoon lijkedriften, vermanen hun voorbeeld tweedracht te zaaien. Zij gingen zoo zachtmoedig te werk en hadden eene wijde mouw, Niet alleen verkeerden zij met pilaarbijters en intriganten, maar al hunne parochianen waren hun even lief. De burgemeester de eerste, gewoonlijk een liberaal, was hem een vriend aan wien de pastoor zelf meer dan eens zegde Gij op het stadhuis En ik in mijn kerk, Zoo heeft ieder zijn werk. Dan, onder 't drinken van een goed glazeken wijn of bier, koutte men van vrouw en kinderen, in een woord van al die dingen waarvan brave en deugdzame vrienden ondereen klap pen en handelen. En wat was er het gevolg van Alle man kweet zich van zijne christelijke plichten de godsdienst was toen niet als nu, een dekmantel van schijnheiligheid noch geene geldkloperij, maar eene diepe overtuiging die recht uit het hart en de ziel kwam. De priesters werden geëerd en bemind van klein en tot groot kwa men zij zelfs in een liberaal huisgezin de steenen waren te koud voor hunne zucht ten dienste gesteld: zijn doel had hij nochtans niet volkomen kunnen bereiken; want, indien hij de algemeene inplanting des Protestantismus heeft verijdeld, zoo is hij er toch niet in gelukt om den Hervor mingsgeest in zijne Staten volkomen te verdempen. XVII. In de XVI® eeuw, van bloedige gedachte nis, verkeerde ons land in eenen netelachti gen, somberen toestand, die twee eeuwen onophoudend voortduurde. De prachtige ge meenten verloren hunne bevolking, hunnen rijkdom, hunne wilskracht. Alle letterkun dige of wetenschappelijke herleving wierd onmeedoogend ter neer gedrukt, verdempt! Handel en nijverheid, tot de landbouw toe kwijnden; alleen de kloosters vermenigvul digden en verrijkten zich op eens verbazende wijze. Het sticht, verraden, verkocht, door de geestelijkheid en den adel, verviel vol komen onder het spaansche juk, en zoo kwam het, dat Karei V een onbetwist gezag i'a het bisdom uitoefende, en beurtelings den bisschopstaf aan twee nietswaatdige gun stelingen, Cornells van Berg (1538) en Joris van Oostenrijk (1544), zonder iemands tusschenkomst, non overhandigen. voeten en kregen zij alles wat zij begeerden mijnheer de deken mijn heer de pastoor langs hier en langs daar. En dat was verdiend; ten waren geen oproermakers tegen 's land's wetten en instellingen als heden daags. Als men dat welwillend wezen bezag, daarop las men vriendschap en liefde den troost en d' onverschil ligheid in politieke zaken. Dan was het voor hen een leven ,- zij telden geene vijanden, en liberaal en katholiek was hun een vriend. 'tWas pleizierig voor hen, zoo geacht en bemind te worden, en nooit een gemoed te hebben, dat verbitterd was door het verdriet anderen aangedaan, en, om rechtuit te klappen: dronken de priesters toen niet zoo gaarn den liberalen- als den kwezelwijn, en was het voor hen ook niet echt aangenaam op tijd en stond te mogen verkeeren met geleerden en verstandige lieden Wie heeft dien toestand veranderd? Het gedrag der geestelijkheid zelf, hun ban en geldreligie, hun opstand tegen de schoolwet, hun haat en nijd tegen al wie niet gedwee het hoofd buigt voor al hunnne grillen. En als men 'tschoolenkwest leest, watzooal in den naam van altaar en kerk is geschied, als men de huidige pastoors voor de tribunalen rekening ziet voor slagen of wonden aan de leer lingen der gemeentescholen toege bracht, voor laster of aanslag op de zeden, voor diefte of schriftverval- sching; als mende kanunniken ziet wegloopen met de miljoentjes der zuurgewonnen afgetroggelde penin gen van burger en boer, kan men dan nog voor zulke kerels- den minsten De laatste kreeg voor opvolger Robrecht van Berg (1557) dia zes jaren later den troon aan Geeraert van Groesbeek (1563) afstond. Al deze vorsten volgden trouw het voorbeeld, hun door Everaert ge geven, en toonden zich in hunne vervolgin gen tegen de Luthers gezinden onverbidde lijk. Op eenen enkelen dag wierden te Has selt tien mannen levend verbrand, en tien vrouwen in den Demer verdronken. Een be sluit van Groesbeek bepaalde dat al degene, die de nieuwe leer omhelsden, aanzien wa ren als muiters en landverraders. Deze maat regels hitsten de gemoederen meer en meer op, en maakten dat het grootste deel der bevolking van Hasselt, Tongeren, Sint-Trui den, Maestricht, Stockheim en Maeseyk openlijk de Hervorming bijtrad. De inwoners verbrijzelden de heilige va ten en beelden, en herschiepen de roomsche kerken in protestantsche tempels. Aan het hoofd eener sterke krijgsmacht, onderwierp de bisschop deze verschillende steden, deed kerken en kapellen op kosten der burgers herstellen, legde deze laatsten zware krijgs lasten op, en deed een groot getal der aan- leiders hunne vrijheidsmin met den dood bekoopen. t eerbied gevoelen? Neen, want 'tZijn geen christenen meer of schoon zij het heeten. Die met den vloek van 'tVaticaan, hun mede- mensch tegen 'tvoorhoofd slaan, zulke lieden verdienen de achting der libe ralen niet meer. Wat dient er gedaan te worden Dat zij op hunne beurs worden geklopt, deeenigste gevoelige plaats waar ze men nog treffen kan. Deze maatregel zou door het gan- sche land met vreugde onthaald worden en tot de gematigde katho lieken toe, zouden er hunne goedkeu ring aan schenken en zeggen: zij krijgen nu maar wat zij sinds langen tijd hebben gezocht. Het Staatsblad bevat de wet, waardoor er wijzingen gebracht worden aan de wetgeving op de personeele pelasting. Wij laten er hier de voornaamste bepalingen van volgen Vrijdom der personeele belasting wordt verleend wegens huurwaarde, deuren, ven sters on meubelen, aan degenen die eene woning betrekken eoner jaarlijksche huur waarde van 42 fr. 40 tot 106 fr. te weten: In de gemeenten van 10,000 lot 25,000 inwoners Van 42 fr. 40 c. tot 53 fr. uitsluilelijk ge heel vrijdom Van 53 fr. tot 74 fr. 20 c. uitsluitelijk, vrijdom voor de helft. In de gemeenten van 25,000 tot 50,000 inwoners. Van 42 fr. 40 c. tot 63 fr. 60 c. uitsluite lijk, geheele vrijdom Van 63 fr. 60 c. tot 84 fr. 80 c. uitsluite lijk, vrijdom voor de helft. In de gemeenten van 50,000 lot 75,000 inwoners Van 42 fr. 40 c. tot 74 fr. 20 c. uitsluite lijk, geheele vrijdom Van 74 fr. 20 c. tot 95 fr. 40 c. uitsluite- In 1568 drong Willem van OraDje het bis dom binnen; hij had op eene algemeene, vrijwillige bijtreding der steden gerekend; verscheidene openden hem inderdaad hunne poorten. Doch zijne benden, meestal uit woeste, vreemde huurlingen samengesteld, pleegden zulke buitenspoorigheden, dat de verontwaardigde burgers de wapens opvat- teden, en Oranje tot eenen schandelijken af tocht dwongen. Datzelfde jaar wierd de heerlijkheid van Hoorn bepaald bij het bisdom ingelijfd. Da voorlaatste graaf had, uit zijnen echt met Anna van Egmont, Joost van Montmorency's weduwe, geene kinderen gekregen; hij droeg bij zijn afsterven, in 1544, zijne bezittingen aan Filips van Montmorency, eenen zoon uit het eerste huwelijk zijner vrouw ge sproten, over. Men weet dat deze laatste in 1568 door Alva's Bloedraad ter dood veroor deeld, en met zijnen vriend, den graaf van Egmont, op de Groote Markt te Brussel ont hoofd wierd. De ongelukkige Hoorn stierf zonder nakomelingschap, en zijn graafschap keerde, bij gebrek aan bevoegde erfgena men, tot zijnen wettigen leenheer, den prins, bisschop van Luik terug. (W. V.) HET WEEKBLAD Poperinghe, 5-20 6-54 8-52 9-03 9-43 11-45 2-43 3-43 6-24 8-10 9-41. Poperinghe-Hazebrouck, 6'54 8-52 9-03 11-45 3-43 6-24 8-10. Houthem, 5-13 8-00 10-59 5-02 7-38 Comines 5-13 7-44 8-00 —9-41 9-46 10-59 2-29 2-35 5-02 7-38 8-40 Uomines-Armentières, 5-13 7-44 10-592-29 5 02 8-40. Roulers, 5-58 6-45 - 7-46 - 10-20 - 12-03 2-38 3-47 6-23. Langhemarck-Ostende, 6-56 9-45 11-573-39 6-03. Oourtrai, 5-13 8-00 9-41 - 10-59 2-29 5-02 7-38. Oourtrai-Bruxelles, 5-13 9-41 10-59 2-29 5.02. Courtrai-Gand, 5-13 8-00 10-59 2-29 5-02 7-38. De Poperinghe vers Hazebrouck, 7-11 9-19 12-03 4 01 —6-38 8-27. 4-15 7-26 9-50 1 05 3 45 -6-22.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1895 | | pagina 1