DE BLAUWE VLAG.
Leest
Stadsnieuws.
De Waterwerken.
De Rupsen iu het Volkshuis.
VEREENIGING
Eene waarschuwing.
Leugens bij de vleet.
annalen en 't beknopt verslag meer kosten
dan zij opbrengen. De ware reden is hier
boven aangeduid.
De wijzigingen in den tarief zullen de
opslagen dezer uitgaven met drie kwaart
verminderen.
Men ziet dat de klerikalen de partijgan
gers zijn van licht en propagande....
De domper er op is hunne leus... En zoo
de boeren willen weten wat er gezegd wordt,
moeten zij het maar in onze blaadjes lezen...
Dan zijn de lezers zeker op de hoogte
P. S. Het laatste woord hierover is
echter nog niet gezegd. Reeds vernemen wij
dat Georges Lorand eene interpellatie over
dien maatregel zal doen en zal voorstellen
het beknopt verslag gratis aan al de kie
zers te sturen. M. Coremans van Antwerpen
zou op zijne beurt voorstellen den prijs van
het abonnement op één fr. te brengen.
(Vervolg).
Wij hebben nog het minste antwoord niet
ontvangen op onze vragen, sedert drie maan
den aan het Nieuwsblad gedaan. De
redakteurs van 7 Plaatselijk hebben mis
schien de kap over de hage gesmeten en
zijn waaarschijnlijk op speelreis naar de
Ypersche kiezers die voor 't oogenblik bui
ten stad zijn.
Nu, wij zullen maar altijd onze vragen
voortzetten, klinkt het niet, zoo botsehet;
wij weten toch dat Surmont geen acht geeft
op de dagbladenen zich om onze artikelen
niet bekommerd, tenzij om gezegeld papier
te zenden en ons benauwd te maken.
Is de stadsrekening reeds vereffend voor
het gebruik die de aannemers gemaakt heb
ben van het materiaal aan de stad toebehoo-
rende en de brandpompen der pompiers
Hoeveel kosten de schoone geele briket-
jes die moesten gebruikt zijn?
Hoeveel boete is er voor achterstel in de
grondwerken van het aardewerk der drie
bakken f
Het cimenteeren gaat zeer wel vooruit,
sedert er een nieuwen onder-aannemer aan
nemer aanvaard is.
Wij wenschen er den man geluk over.
Over drie weken hebben wij, naar het
verslag van het Journal d' Ypres, verteld
dat eenige landslieden een proces waren
aangedaan geweest voor nalating in zake
van het ontrupsen van hagen en boomen,
voorgeschreven door het landelijk Wetboek.
Wij hebben getoond hoe de Burgemees
ter, die gelast is met het doen uitvoeren der
wet, zich openbaarlijk beroemde geene be
velen tot deze vervolging gegeven te heb
ben en dat, met het inzicht de landelijke
kiezers niet te misdoen en hunne stem in
de naaste kiezing te bekomen, hij alles van
zijnen rug wilde schudden en alles den heer
Politiecommissaris ten laste legde. Wij heb
ben er bijgevoegd dat M. Surmont dreigde
dien ambtenaar te vervolgen en te straffen.
De wetovertreders zijn door de rechtbank
van enkele Politie veroordeeld geweest en
allen zijn in beroep gegaan tegen dit vonnis
voor de rechtbank van eersten aanleg.
Ziehier nu hoe onze fransche confrater
Le Progrès de houding van M. Surmont
de Volsberghe, burgemeester van Yperen en
senateur, schandvlekt.
Wij laten hem het woord
Met de voortaan beroemd gewordene
ezels van M. Colaert, zijn de rupsen, door
M. Surmont beschermd, het Volkshuis bin
nen gedrongen.
Na de verklaringen in zitting van den
Gemeenteraad, de uitleggingen in 't Nieuws
blad en het Journal dYpres na deze,
de verdediging vóór de katholieke associa
tie. Het was noodlottig en in de noodwen
digheid der zaken. Eens dat men tracht
zijne redding te zoeken met slechte rede
nen, wikkelt men zich in eene slechte zaak
en men verwart zich hoe langer hoe meer.
De houding door M. den Burgemeester in
den Gemeenteraad aangenomen, was reeds
eene gewichtige zaak. Deze die hij voor de
vergadering zijner kiezers heeft aangeno
men, is eene ongehoorde en omstootende
zaak. Indien ik er in geluk te weten,
heeft M. Surmont de Volsberghe in het Volks
huis uitgeroepen, dat de Politiecommissa
ris gezegd heeft dat hij, voor de ontrusping,
op mijne bevelen gehandeld heeft, welnu 1
ik zal hem straffen? - (1) Eu de Moniteur
van 't Stadhuis, die het verslag van de ver
gadering geeft, vertelt dat, op die woorden,
langdurige toejuichingen door gansch de
zaal hebben weergalmd.
Welnu wij aarzelen niet te zeggen,
wij, dat dit een schandaal daarstelt, en een
schandaal misschien zonder voorgaande in
de annalen onzer politieke worstelingen.
Weihoe 1 Ziehier een ambtenaar die ge
handeld heeft voor de uitvoering der wet;
die heeft moeten, volgens de voorschriften
der wet zelve, bevelen ontvangen van wege
den burgemeester, bijzonderlijk gelast te
waken over deze uitvoeringen omdat die
ambtenaar toevalliglijk zou gezegd hebben,
(indien hij het gedaan heeft) dat er hem be
velen waren gegeven geweest door dien ma
gistraat, die ambtenaar zou moeten gestraft
worden, en gestraft door dezen zelf die er
zich op roemt aan de wet niet te hebben
gehoorzaamd? Maar indien zulks mogelijk
ware, indien dergelijke ijselijkheid zich ver-
vvezentlijkte, het is niet met een stembriefje
dat men zulken magistraat van het stadhuis
zou moeten jagen, maar met knuppels en
bezemstokken 1
Het zot worden voor de kiesbus heeft
alleen den heer Burgemeester zulkdanige
verklaringen kunnen ingeven. Nooit hebben
de oneenigheden van denkwijze ons kunnen
beletten de bekwaamheden of de hoedanig
heden van eenen tegenstrever te erkennen.
M. Surmont is zekerlijk een zeer verstandig
man en zeker verre boven al dezen zijner
partij. Wij hebben hem zelfs altijd eene ze
kere vrijmoedigheid van karakter toege
kend, die, ofschoon bitter en barseh, ons
verkieslijk scheen aan de suikerzoete en je-
zuietische huichelarij van vele zijner vrien
den. Ook, kunnen wij ons zijne manier van
spreken, de vergetelheid waarin hij geval
len is, niet uitleggen als door den schrik
die hem op de hielen zit, en alzoo schijnt
het ons klaar als de dag dat al de verzeke
ringen waarmede hij te koop loopt, hij en
zijne partij, nopens den begonnen strijd,
niets dan ijdel gezwets, grootspraak en
veinzingen zijn om de vrees te verbergen
die men heeft voor de aanstaande uitspraak
en de kiezers en de denkwijze te misleiden.
Neen, wat M. Surmont de Volsberghe
cok doe of zegge, nooit zal hij zich kunnen
ontmaken van die bloodaardigheid, zonder
voorbeeld, van eenen magistraat die de stem
men der kiezers afbedelt met te bevestigen
dat hij niet heeft willen eene wet doen uit
voeren, die hij zelf heeft helpen maken
En dat hij niet kome zeggen, om zijne
verschooningen meer kracht te geven en
zijne verdediging te plaasteren, dat de wet
vernietigend en moeielijk is uit te voeren
't is het oogenblik niet meer deze opmer
kingen te maken, 't Is wanneer de wet on
derworpen was aan de beraadslagingen van
den Senaat, na in de Kamer besproken te
zijn geweest, waar M, de Schepen Colaert
ze eerst gestemd had, dat de heer Burge-
meester-Senateur, die in dien tijd op zijn
buitengoed leefde, deze bemerkingen moest
maken en amendementen moest vorderen.
Hoe zij ook zij, slecht of goed, de wet be
staat en moet gehoorzaamd worden, en ten
eerste gehoorzaamd door dezen die, zooals
de burgemeesters, bijzonderlijk gelast zijn
op hare nauwkeurige uitvoering te waken.
Ahl hoe zeer verschilde, inde zitting
der boetstraffelijke rechtbank, de houding
van het openbaar ministerie dat gezeteld
heeft in de zaak der beroepen gericht tegen
de vonnissen van den rechter van enkele
politie
Het Journal liegt wanneer het zegt dat
M. de Substitut te verslaan heeft gegeven
dat de lieer Commissaris maar bevelen ont
vangen heeft van het Parket.
De achtbare en onpartijdige magistraat
heeft niets dergelijks te verstaan gegeven.
Hij heeft, zooals de welvoegelijkheid het hem
oplegde, M. den Burgemeester buiten de
zaak gelalen. Maar hij heeft luidop uitge
roepen dat M. de Commissaris, bevelen ont
vangen hebbende van het Parket, wel ge
daan heeft proces-verbaal op te maken en
dat, voor wat hem persoonlijk betrof, hij,
magistraat ook gelast met te waken op de
uitvoering der wetten, hij het altijd als
eenen plicht zou beschouwen de onderge
schikte agenten te beschermen die hem ia
deze belangrijke zaak zouden geholpen heb
ben.
Men ziet het overgroot verschil tusschen
de twee magistraten. De eene verdedigt,
beschermt en prijst den agent die zijnen
plicht doet; de andere loochent, laakt en be
dreigt hem te straffen en werpt hem over
boord, bijna ten prooi aan de menigte zijner
persoonlijke vijanden.
Verheven gevoel van verantwoordelijk
heid en gerechtigheid van den eenen kant.
Schandelijke vreesachtigheid, beween-
lijke lafhartigheid van den anderen (1)
Ah! Mijnheer den baron, welken val se
dert uwe pocherij in de zaak van het ge
rechtshof 1
Het is waar dat M. de Gouverneur geen
kiezer is te Yperen.
VRIJZINNIGE EN GRONDWETTELIJKE
Algemeene Vergadering van 27 October.
De tweede algemeene vergadering der Li
berale Associatie heeft de geestdrift, die bij
onze vrienden heerscht sedert dat onze kan
didaten gekend zijn, nog wat doen stijgen.
Liberalen kunnen malkander niet meer ont
moeten zonder zich te zeggen: De zaken
gaan goed voort 1
Als men onze prachtige vergaderingen ver
gelijkt met de bleeke en gedwongen bijeen
komsten van het Volkshuis, waar redenaars
niets anders vertellen dan dat water geen
champagne is, en dat zij liever zitten dan
recht staan, dan mogen wij in onze handen
wrijven.
Zondag dus namen plaats aan de bestuur-
tafel MM. Brunfaut, voorzitter, Bossaert,
Leleup, Laheyne, Maleveys, Verschaeve en
Harteel.
De kandidaten zetelen achter 't Komiteit.
Om 8 ure 15 m. opent M. Brunfaut de zit
ting voor eene proppensvolie zaal.
M, Harteel, die eenige minuten te laat
aankwam, wordt hevig door het publiek
toegejuicht.
Hij bedankt, zeggende dat hij al zal doen
wat hem mogelijk is om later te toonen dat
hij zulke blijken van vertrouwen waardig is.
M. Brunfaut neemt het woord onder he
vig handgeklap.
Na eene langdurige redevoering en bewe
zen te hebben hoe de tegenwoordige katho
lieke stadhuismannen het geld van de Yper
sche neringdoeners nutteloos verteeren gaf
hij de cijfers op waaruit blijkt dat de libe
ralen in de 4 laatste jaren hunner regeering
de stad verrijkten, door amortissement der
schuld, door aankoopen van goederen, van
ongeveer 37,000 franken, terwijl de kleri
kalen in een tijd van 4 jaren, 91 tot 94 de
stad verarmden door verkoopen van goe
deren, leening aan de Hospicen, enz., van
ongeveer 41,000 franken.
De pompiers hebben gedurende die 4 jaren
het schoone sommetje van 65,000 frank ge
kost, hetgeen meer dan het dubbel is van
de kosten onder de liberale regeering.
En dat is hunne administratie 1
Ik herhaal het, Mijnheeren, ze zijn met
leugens en bedrog op het stadhuis gekomen
zij willen er zich behouden door bedrog en
leugens, dat kan niet!... dat zal niet zijn;
Wij willen allen hen zien verdwijnen van
ons stadhuis, wij zullen allen stemmen om
den zegenpraal der liberalen te verzekeren.
(Langdurige en geestdriftige toejuichin
gen).
Nadien nam M. Vermeulen het woord;
na eene welgemoede redevoering over de
waterkwestie werd hij met langdurige toe
juichingen begroet.
Dan was het de beurt van M. G. Lapiere
die eene zeer schoone redevoering uitsprak
over de stadswerken en den toestand van
den werkman die veel te wenschen laat en
vele verbeteringen noodig heeft.
Na nog eenige woorden door den heer
Voorzitter Brunfaut, werd de vergadering
om 10 1/2 ure gesloten, en met volle geest
drift namen de toehoorders afscheid belo
vende allen Zondag aanstaande op de vol
gende vergadering tegenwoordig te zijn.
Ja, de liberalen zijn doodwelnu ze zullen
aan de negen vreemdelingen van uwe
lijst laten zien dat er bij het Yüersch volk
nog liberaal bloed in hunne aderen zit en
zij niet meer dienen willen tot slaven van
gansch uwen kalotenboel, die met hun geld
den werkman en burger tracht te bedrie
gen en te verblinden.
De katholieke weekbladen Journal d' Y-
pres en Nieuwsblad beginnen, volgens laf-
felijke gewoonte eene polemiek aan te gaan
uitsluitelijk gesteund op personnaliteiten.
Wij verwittigen die schaamtelooze wijwa-
terkwispels dat zij op dat terrein niet mogen
voortgaan, want wij zouden het hun kun
nen doen beklagen. Wij hebben een geheel
schoon pakje inlichtingen in handen, die
alles behalve vleiend zijn voor de kaloten.
Zij houden het zich voor gezegd.
YPERSCHE
LIBERALE BRABANCONNE.
1.
Komt, Broeders, op de tijd is aangebroken
Dat elk van ons moet strijden voor zijn recht,
Geen dralen meer, den slavenband verbroken
Dien 'troomsch gebroed op onze vrijheid legt
'tGeldt immers hier de duurbaarste der panden
Die een vrij volk met spijt verkrachten zag;
Wij hebben heil en voorspoed in onz' handen
Indien gij strijdt onder de blauwe vlag 1 (bis)
2.
Yier jaren lang hebben wij moeten zuchten
Onder den dwang van eene zeuraarskliek
Die schaamtelooze en zonder iets te duchten
Ons heeft gebelgd door hare politiek.
Maarte vergeefs, zij kon ons toch niet temmen
Omdat men niet eenvrjj mensch tergen mag
Broeders, daarom moeten wij allen stemmen
Als éénen man onder de blauwe vlag. (bis)
3.
Het onrecht moet uit Yperen verdwijnen
Met de uitroeiing van een dweepers bestuur,
De Vrijheidszon zal weêr de stad beschijnen
Want dwing' landij heeft nimmer eenen duur
Strijden wij dus voor al onze instellingen
Die men alzoo met woede aanvallen zag
En, eensgezind, wij zullen mogen zingen
De zegepraal van onze blauwe vlag (bis)
4.
Wij zullen niet, g'lijk de kaloten deden,
Twee maanden lang ons vaandel als een vod
Blootstellen aan de weerongesteldheden,
Opdat het diene aan iedereen tot spot 1
Zij eeren slechts het geel vaandel van Rome
Het vaderlandsche is iets dat rotten mag
Maar dat de dag van zegepraal eens kome
Wij steken 't uit nevens de blauwe vlag (bis)
in 't Journal d' Ypres van 30 October
de redevoering van pater Struye.
Deze gier heeft, Zondag laatst, de
eerste den strijd van personnaliteiten
aangegaan in het Volkshuis.
Als eene hyena heeft hij het pas
gesloten graf open gescharreld van
iemand die hem nooit een strooi in
den weg heeft gelegd. En dit is chris
telijke leering
Maar wat scheelt hem zulks? Maan
dag morgend ging Struye toch ter
heilige tafel en, met zijne armen
open, prevelde hij gebeden dat zijne
lippen daverden.
Het Journal d' Ypres kan om den drom
mel over zijn gemoed niet krijgen dat de
vergaderingen in de liberale Associatie eene
zoo talrijke menigte uitlokken. Om zich over
dien algemeenen bijval te wreken stapelt
het leugens op leugens en wil doen geloo-
ven dat de kiekens hooi eten
1° Het is een leugen dat de opbrengst, ge
daan ten voordeele van den 70jarigen L. G.
maar van 5 fr. heeft geweest. De opbrengst
was van diep in de 40 fr.
2" Het is een leugen dat de arme ouder-
(1) Een toehoorder heeft ons verhaald dat M. de
Burgemeester ook gezegd heeftWat moet ik
doen met de Commissaris i en dat het janhagel dat
van achter stond geantwoord heeft: Ehwelsmijt
hem buiten (N. der R.)
VA»! IJPEHEA.
(1) Het Journal bekent eindelijk dat M. de Bur
gemeester den Commissaris dea omzendbrief van
den Gouverneur overhandigd heeft. Het ware reeds
genorg. Maar die zending is moeten vergezeld zfjn
van welkdanigen brief. Nu, wij vragen dat men de
bewoordingen van dien brief toone. Zal men het
doen? (Nota der R.)
Wij rekenen er niet op. De burgemeester zou eer
liegen dat hij zweet en allen voor het gerecht da
gen, liever dan zijn ongelijk te bekennen.
(Nota v. d. vertaler.)