VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Tiende jaar.
Zaterdag 28" December 1895.
Nummer 52.
De wet op den tabak.
GEVANGEN.
12 millioen fr. voor de K. K.
scholen.
STADMUIS.
Nog een bewijs van eerlijkheid.
Praten zijn geen oorden.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen 15 cent.
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100.
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der bei le Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussck Men wordt verzocht alle.hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Ons katholiek gouvernement, dat
met meer gene ver te doen stoken,
veel geld zal binnen palmen en er
dan nog eenige millioentjes voor
den Congo zal afdoen, heeft nu tal
van wijzigingen voorgesteld aan den
wet op de tabak.
Wij laten hier de voorstellen
volgen.
De vreemde cigaren en cigaretten
betalen 5Ö0 frank inkomrechten de
100 kilos, de andere bereidde tabak
120 fr. de onafgefabrikeerde tabak
75 fr., zonderen 70 fr. met' stelen
ol ribben.
Er wordt een accijnsrecht van
20 fr. de 100 kilos geheven op den
vreemden ruwen tabak, alsook op
den gedroogden inlandschen tabak,
uitgezonderd op dezen dien de
kweekers drogen voor hun eigen
gebruik.
Dat recht wordt betaald voor den
vreemden tabak door den invoer
der, en voor den inlandschen door
den eigenaar of den kooper, als de
tabak uit de drogerij gehaaldt wordt.
Om tabak te verkoopen of te
fabriekeeren moét men een vergun
ningsrecht betalen voor elk handels
huis, fabriek of winkel. Daarvoor
moet de belastingschuldige elk jaar
eene verklaring doen. Het recht is
betaalbaar op voorhand en voor ge
heel het jaar. Evenwel, begint men
de zaak in den loop van het jaar, de
verloopen trimesters moeten niet be
taald worden.
Indien de winkelier of fabriekant
verhuisd, hij moet het verklaren,
en dan is hij niet verplicht opnieuw
te betalen. Maar als zijne nieuwe
woonplaats tot eene hoogere klas
behoord, moet hij het verschil op
leggen
(3de vervolg en slot.)
Het was avond, toen de landing plaats
vond. Sir George bracht een akeligen nacht
door, terwijl hij zijn lot beklaagde, dat,
zooals zijn geweten hem zeide, niet onver
diend was.
Des morgens stelde hij eene nota op,
waarin hij kort en goed alles aan zijne
schuldeischers overgaf.
Nauwelijks was hij hiermede gereed, toen
een bezoek aangekondigd werd. Het was de
barones.
Ellendig schepsel, wat zoekt gij vroeg
hij driftig. Is uw werk nog niet volbracht?
Ik heb thans met anderen te doen.
Met niemand dan met mij, zeide de
dame met eene zachte stem en eene bedeesd
heid, die bij haar gedrag van gisteren scherp
afstak.
Wat wilt gij daarmede zeggen, me-
Als men uitscheidt, krijgt men het
betaalde niet terug. In geval van
overlijden mag de overlevende echt
genoot, of kinders, of kleinkinders,
zonder nieuwe betaling, den handel
voortzetten. De verklaring moet
zeggen in welke klas de aangever
wil gerangschikt zijn. De zetters
moeten de aangifte keuren.
De zetters zijn mannen van den
stiel, aangewezen door den provin
cialen bestuurder der belastingen.
Er is er een in gemeenten van min
dan 1.000 zielen, twee in de ge
meentenvan 1.000 tot 5.000. drie
in de gemeenten van boven de 5,000.
Men mag tegen hunne beslissing
beroep aanteekenen binnen de maand
bij den bestuurder der belastingen.
Het vergunningsrecht bedraagt ten
minste 5 fr. ten hoogste voor de
fabriekanten 1 000 fr. en voor de
winkeliers 500 fr. Voor deze laatste
is het minimum 5 fr. in gemeenten
van min dan 5.000 zielen 10 fr: tot
15.000 zielen; 15 fr tot 30.000
zielen; 20 fr. tot 60.000; 25 fr. ho
vende 60.000. De herbergiers in de
buitengemeenten die, zonder uit
hangbord noch toog, tabak ver
koopen (geen sigaren noch cigaret
ten) mogen ontslagen worden.
Wanneer het budjet,van binnen-
landsche Zaken en Openbaar On
derwijs werd neergelegd was men
t' akkoord om dit vast te stellen op
13,821,646 fr., er niet bijbegrepen
de voorziene uitgaven voor het
lager onderwijs, welk crediet werd
voorbehouden in afwachting dat de
beruchte schoolwet De Burlet-Woes-
te-Schollaert werd gestemd.
vrouw
Ik ben uwe eenige schuldeischer, ant
woordde zij, terwijl zij hem tevens eeni
ge papieren overhandigde, die hij oogen-
blikkelijk voor zijne geloste schuldbeken
tenissen herkende. Gij hadt eens eene
nicht, sir George, vervolgde zij met neer
geslagen oogen...
O ja Anna Folton, hernam hij: wij
waren speelkameraden.
Zij ging als kind buitenlands met hare
familie.
Juist naar den Oost, en is daar naar ik
gehoord heb, met eenen rijken planter ge
trouwd. Het speet mij, toen ik dat dat hoor
de, want wij hadden elkaar als kinderen
reeds lief.
Zij trouwde tegen haren wil, zeide
de dame, want ook zij dacht aan oude tij
den. Tegenwoordig is zij weduwe.
Sir George was allengs een licht opgegaan.
Hij sprong driftig op de dame toe, greep
hare hand en riep blij verrast
De wet kwam er door, werd door
den Koning bekrachtigd en nu dient
zij uitgevoerd te worden en hiertoe
vraagt Schollaert de kolossale som
van
over de twaalf millioen fr.
Eenieder zal zich nog herinneren
dat de zoogenaamde kristene demo-
kraten den eisch stelden, toen de
wet op de inkomrechten werd be
sproken, dat de ontvangsten zouden
besteed worden aan het werk der
verzekering der werklieden.
Wat antwoordde M. Woesten.
Wij hebben geld noodig voor de
katholieke scholen.
De ontvangsten der inkomrechten
hebben niet aan de verwachtingen
beantwoord; zij bedragen nog geene
vijf millioen fr. zooals wij gister de
den uitschijnen.
En de schooluitgaven bereiken de
12 millioen.
En gelief wel in overweging te
leggen dat het daar nog maar een
begin is.
Zoohaast men in zekere wereld
bemerken zal dat het hemelsch man
na zoo overvloedig wordt uitgedeeld,
zal men welhaast geen enkel kloos
ter meer aantreffen. - men weet dat
er eenige in België worden aange
troffen dat er niet een paar scho
len op nahouden zal.
En daar men vooral rekent op de
ontvangsten dor inkomrechten zal
men niet aarzelen, eenige uitbreiding
te geven aan het protectionnistisch
regiem, door ons ministerie voorge
staan
Wij vragen het aan alle lieden met
gezond verstand bedeeld, is het geene
uitzinnigheid het voedsel des volks
te belasten, de grenzen door draco
nische wetten gesloten te houden,
enkel om geld te verzamelen ten ein-
Gij zijt...
Ik ben uwe nicht Anna.
Het is onnoodig ons verhaal te rekkende
verbeeldingskracht des lezers zal 't overige
nu wel aanvullen.
De dame was als rijke weduwe naar En
geland teruggekeerdzij had den toestand
en de ongelegenheden van den haar onver-
getelijken neef genomen zij had dat schijn
baar ongeluk wet haar rijtuig voor zijne deur
zelve zoo beschikt, en nader kennis met hem
gemaakt. Hem op de vermelde wijze mèe
naar Engeland te lokken was 'een moedwil
lige gril, een inval geweest zooals die bij
meer vrouwen opkomen. Zijne schulden had
zij betaald.
Zij deden als alle romanhelden: werden
man en vrouw, leefden gelukkig, en wij
wenschen dat alle echtgenooten oq den duur
zoo weinig berouw over hunne keus mogen
hebben, als dit paar over de zijne had.
EINDE.
de de scholen van vreemde paters en
uitheemsche nonnen recht te houden.
Ziedaar waarom wij onze boter,
ons brood, onsvleesch enz., zoo duur
betalen moeten.
In zijn nummer van 11 dezer beschuldigde
het Journal dYpres de heeren Geoi ges
Decoene en Valère Tremery den heer sche
pen Colaert te hebben beleedigd; die heeren
protesteerden tegen deze beschuldiging en
een van hen (M. V. Tremery) zond eenen
brief dien het Journal weigerde over te ne
men onder een belachelijk voorwendsel.
Ziehier den brief welken M. Tremery
schreef
Yperen, 12 December 1895.
Aan den heer uitgever van het Journal
d' Ypres.
Mijnheer,
Gelief in het naaste nummer van uw
blad den brief van protestatie aan te nemen
tegen het artikel dat den 11 December 1895
verschenen is en waaran ik recht heb te
antwoorden.
Ik ondergeteekende Valère Tremery, her
bergier, koopman in sigaren, sigaretten en
tabak, wijnen en likeuren, Groote Markt,
n° 3, protesteer krachtdadiglijk tegen het
artikel in uw blad verschenen en waarin
men te verstaan geeft dat ik, met M. George
Decoene Mijnheer Colaert zou beleedigd
hebben met te zeggen: Hespe en Vollaert. ->
De schrijver van het artikel heeft er om ge
logen, doch, gelijk hij het verklaart, zijn
M. Decoene Georges en de ondergeteekende
schandelijk weggejaagd geweest. Ziehier
de zaak
Mijnheer Colaert, die meende dat het
M. Decoene George was die geschreeuwd
had, heeft mij over dat punt ondervraagd
en ik heb geantwoord dat het een andere
was die geschreeuwd had, dat zelfs bij de
veronderstelling dat het M. Decoene was die
zou geschreeuwd hebben Hespe en Vo-
laert het gegeven bevel niet te min wille
keurig was. Mijnheer Colaert was woedend:
wij moesten gevijven vertrekken.
Verre van recht te hebben op den titel
van: krachtdadige schepen is M. Colaert
in eene herberg der Kruisstraat door een
zijner politieke vrienden, door een zijner
Collega's gelaakt geweest. Indien M. Co
laert den naam van dien Collega wil kennen,
dat hij naar de Maan kome.
Ik verzoek u, Mijnheer de Uitgever en
desnoods eisch ik dat gij dezen tegenwoor-
digen brief in uw eerstkomende nummer
zoudt lijven.
(Get.) V. Tremery.
Dit is nu slechts eene eenvoudige te
rechtwijzing en het Journal weigert dezelve
op te nemen, omdat zijne lezers niet zouden
weten dat het hier opentlijk van leugen en
laster overtuigd is.
Dit noemen wij eerlijkheid d l'instar du
Journal d'Ypres.
Wij hebben het ongeluk gehad de gram
schap van het deftig Journal d' Ypres cp
onzen hals trekken en te moeten hooren dat
HET WEEKBLAD