STADNIEUIS. Nog altijd het mirakel Politieke oneerlijkheid. Zij vreezen het licht. Krot met striepen. Vlaamsche Ster. Maatschappij Burgerwacht Lichting van 1896. Poperinghe. Burgerstand der Stad Poperinghe. losbandigheid voort, terwijl het arme werkmanskind of de zoon van den kleinen burgers, welke dikwijls de steun hunner ouders zijn, aan de fabriek, aan 't werkhuis, aan het landwerk ontrukt worden, om maan den en maanden soldaalje te gaan spelen. Eene schoone gelijkheid, voorwaar 1 Maar, zegt men, het Vaderland heeft zijne zonen uoodig! Ja, op voorwaarde dat er geen troetel- en stiefkinderen gemaakt worden. Waarom moet dat gevloekt voorrecht der plaatsvervanging hier bestaan Waarom moet de arme klas alleen hier het verplet terend gewicht van den soldatenlast dragen? Waarom moeten onze volksjongens alleen jaren in kazerne's opgesloten worden, op eenzame en ongezonde forten liggen, dagen en nachten voor de rijke woningen van mi litaire overheden wandelen, of ergens bij hondenweer de wallen bewaken om te zien of de mollen niet in oproer komen Waarom moeten zij alleen dikwijls slecht eten binnen spelen en soms als honden be handeld worden. Terwijl gaan onze fils a papa voort met een liederlijk leven te leiden in schouwbur gen of in de pronk kamertjes van voorname schoonen! En weet gij, Vaders en Moeders, wie dat alles schoon vindt? Weet gij wie die ge vloekte loting tot in den hemel verheft, het monster dat uwen zoon komt rooven? Weet gij, wie in aanbidding ligt voor de plaatsver vanging, dat afschuwelijke voorrecht? M. Woeste en zijne slavenbende De noodlottige Woeste heeft in de Kamer de loting en de plaatsvervanging met hand en tand verdedigd 1 De noodlottige Woeste heeft het bewerkt, dat de arme jongens alleen aan den krijgs dienst zouden onderworpen worden! De noodlottige Woeste vindt het over heerlijk dat de plichten jegens het Vaderland door een handvol goudstukken kunnen af gekocht worden11 Wanneer zal het Journal d' Ypres ant woorden op de zoo dikwijls herhaalde vraag die wij gedaan hebben nopens de miraku- leuze verschijning van den kogel in eene herberg, en die wij heden nogmaals her halen Door wiens tsissetieo» komst Is de miraku- ItóMSKe SiOgei van het kabinet des onderzoeksrechter in den BOC te recht gekomen Wij willen wel gelooven dat het een mirakel is, maar wij zouden willen den heili gen kennen die zulke mirakelen doet ten voordeele zijner vrienden en spijts alle reglementen en wetten. Waren daaronder anderen tegenwoordig: M. M. Justin Bouquet, de grefïier van den Onderzoekrechter, zoon van M Pieter Bouquet, het nieuwe raadslid de gebroeders Baus de kandi- daat-notaaris PolletFilp. Doolaeghe; Tij - berghein-Frayes; L Lagrange. Moeten wij eindel jk de opstellers van het katholiek lasterblad met den naam van lafaards bestempelen Men zegt dat bij de heropening der Kamer verscheidene interpellatiën zulien gedaan worden aangaande de goedkeuring der ge meen tekiezingen van Yperen en Aalst, Zon der twijfel zal er ook eene interpellatie ge daan morden over hetgeen er te Mechelen gebeurt. Het gedrag van eenige bestendige deputatiën zal openbaarlijk bekend gemaakt worden en den naam ontvangen dien het verdient. Te beter! Wat ons betreft, wij verwachten deze woordenwisseling met ongeduld, want wij hopen wel dat dezen die interpelleeren zich niet zullen vergenoegen met eenige bijzon dere feiten aan te slippen en te laken zij moeten aan hunne redevoering eene grootere waarde geven. Het geldt hier geenszins te weten of het de liberalen oi de klerikalen zijn die in deze of gene gemeente moeten winnen. Dit is slechts eene bijzaak. De vraag die de aandacht van het land op zich moet vestigen is deze: Mag men in politiek oneerlijk handelen? Ziedaar het ware terrein der bespreking. De vraag aldus gesteld zijnde, kan het antwoord van het land niet twijfelachtig zijn. Zij zal waarschijnlijk in onmiskenbare oneenigheid zijn met deze der meerderheid die het gouvernement ondersteunt; maar deze oneenigheid zal voldoende zijn om de meerderheiden het gouvernement te oordee- len en te vonnissen. Behoud voor het volk den schijn der kieziDgen, maar vervalscht er de uitslagen van, indien zij u nadeelig zijn, met de stemmen te koopen of in de kiesbus te veranderen. Dit verraderlijk middel, door Machiavel aangeraden, schijnt heden nog den voorkeur te hebben 1 Welnu, het is noodig dat het land wete dat zulks gedaan wordt met de goedkeuring van het gouvernement van Jl. de Burlet en van de meerderheid die het ondersteunt. Men moet aan het land toonen dat, indien de po litieke zeden bedorven zijn, indien mannen, die eerlijk zijn in hei bijzonder leven, niet aarzelen, wanneer zij met oen openbare zen ding gelast zijn, oneerlijke listen, ware schurkerijen te gebruiken, de schuld daarvan is te wijten aan onze beheerders, die, uit partijgeest, er toe gekomen zijn de oneerlijk ste politieke daden te dekken. En zeggen dat men bij alle gelegenheden onze beheerders het zedenbederf hooren be treuren Onze ooren dreunen nog van de redevoeringen die zij uitgesproken hebben tijdens de schoolwet. Het was noodig, zeiden zij, overal zedelijker gedachten te versprei den en zulks dank aan het onderwijs van den godsdienst. w ij bestatigen nochtans dat hunne gods dienstige gevoelens want zij zijn allen goede christenen, niet waar? h>n niet hebnen kunnen vrijwaren tegen de politieke slechte zeden. En daar de opvoeding van het volk groo- tendeels gedaan wordt door de navolging der grooten, weest dan verwonderd van den vooruitgang van het zedenbederf. Zij zijn het de beheerders, die het slecht voorbeeld geven. Is het waar dat onze heeren volksverte genwoordigers en senateurs aan den minister Schollaert hebben laten verstaan dat zij aan de politiek gingen verzaken, indien het on derzoek, door de liberalen aangevraagd, toe gestaan wierd. Hunne partij moet zich niet weinig blootgesteld hebben in deze nieuwe kiesbedriegerij om genoodzaakt te zijn zulke bedreigingen aan den minister te doen! Alles doet echter veronderstellen dat het waar is, aangezien het onderzoek geweigerd is te Yperen wanneer liet toegestaan is voor al de gemeenten waar de liberalen gezegepraald hebben, zelfs te Vincken en te Breedene 1 De kaloten, die tot onze schande en schade ons besturen, hebben leelijk met onze zuur gewonnen centen omgesprongen, onze oor den op alle mogelijke wijzen als met roefels door de vensters gegooid en nu zitten wij tot over de ooren in de schulden. De stads kas, alias grootmoeders beurze, is tot op den bodem leêggescharreld. Alwie voor de stad iets deed of leverde mag sinds maanden op oorden wachten, 'lijk moeder Anna zonder ooit iets te zien afko men. 't Klinkt immer en altijd: Er is geen geldl 't Is krot, schrikkelijke krot met striepen. Waar is nu de goede tij i, toen het zuinig, bekwaam liberaal bestuur gestadig de nuttigste openbare werken verrichtte en toch elk jaar overgroote boni's had en tevens de stadseigendommen vermeerderde? De Ypersche karakterlooze kiezers stelden, dank aan het konkelfoes en ter wille van paardsoogen, goudvinkskes en blauwe brief jes, onbekwame, heilige geldverspillers in de plaats van die zorgzame en vernuftige vrij zinnigen en nu gaan wij regelrecht naar verval en ondergang. 't Is heel droevig om vast te stellen, doch I er is niets aan te doen. Wij zijn te water en moeten varen door storm en tusschen klippen. Wij hebben gezocht en ook gevonden. Jam mer genoeg dat de goeden het met de kwa den moeten bekoopen. Op Zondag 29 December 1895 gaf de Maat schappij De Vlaamsche Sier hare tweede vertooning, bestaande uit: 1. De dochter van den Muzikant, drama in 8 bedrijven naar hetduitsch van Schiller. 2. Eene Misgreep, blijspel met zang in één bedrijf door Jan Roeland. Yan vóór het gestelde uur kon men zich moeilijk eenen doortocht banen door de groo- te menigte die voor den ingang geschaard stond om op het eerste teeken de tooneel- zaal als stormenderhand in te nemen ten einde zich de eerste de beste plaatsen te be twisten. De zaal was proppens vol en nog nooit heeft men tahijker en uitgelezener publiek aangetroffen. Waarom die groote toeloop? Waarom die geestdrift? Omdat het publiek, door zijne tegenwoordigheid toonen wil wel ke belangstelling het neemt in een genoot schap, samengesteld uit mannen dieniet moe ten onderdoen voor tooneelspelers van beroep, en dat het de verzekering heeft eenen aan- genamen en leerrijken avondstond te zullen doorbrengen. Overgaande tot de beoordeeling van voor handen stukken, moet ik, als onpartijdige toeschouwer bekennen dat de uitvoering der beide stukken op mij een diepen indruk ge maakt heeft en dat de spelers wonderen van talent gegeven hebben. In het deftig even als in het kluchtig vak zijn de Sterrelingen er varen en mogen met goed gevolg optreden in de schouwburgen der grootste steden van ons land. Mejuffër Devers, was de ziel van het dra ma. De opofferingen, welke zij zich getroost om ten prijze harer goede faam haren vader te redden, hem te verlossen van de banden, die hem onrechtvaardig gekluisterd hielden, geven ons een staaltje van de gruweldaden die op het einde der I8ae eeuw door den adel gepleegd werden op den ongelukkigen bur ger, die van alle recht verslooten werd. Mees- teerlijk heeft zij hare rol vervuld en bewe zen dat zij het deftige als het kluchtig vak meester is. Fier mag de Vlaamsche Ster over haar we zen, gelukkig mag zij zijn deze juffer onder de beste tooneelspeeisters te mogen rekenen. De heer Delmotte, de hooggeplaatste edel man had eeuwige liefde aan de dochter van den muzikant gezworen, ondanks de tegen kanting van zijnen oom den machtigen pre sident dia hem eene verbintenis wilde doen aangaan met de dochter eener grafelijke fa milie. Hij wilde dus gansch afbreken met de overleveringen van het verleden en door zijn krachtig karakter, door zijne sterke wils kracht gelukte hij er in den vervclgden mu zikant voor schoonvader te bekomen. De heer Delmotte was de man bekwaam om die rol te vertolken, ook heeft hij dit gedaan ter volle goedkeuring van het publiek. De heer Creus, met de rol van President, heeft aller verwachting overtroffen; zijne rol was hij machtig en heeft ware bewijzen van tooneelkennissen gegeven. De heer K. Deweerdt, de vervolgde mu zikant, heeft aller aandacht op zich getrok ken. Taal, houding, gebaren, alles pleitte ten zijnen voordeele. Het is een puike too- neelspeler, van het weetgierig publiek naar waarde geschat. Trouwens sedert meer dan 30 jaren betreelt bij de planken, waar bij om zoo te zeggen te huis is en steeds beeft hij de toeschouwers weten te bevallen. Ook heeft hij niet weinig bijgedragen tot het wei- gelukken van een stuk, dat onder opzicht van zedelijkheid de wisselvalligheden van liet verleden zoo talentvol bloot legt. De heer Ein. Deweerdt heeft de rol van hofmarschalk wonderbaar vervuld. Niemand beter dan hij zou door zijne kluchtige en ver waande houding en gebaren bekwaam zijn het publiek te doen lachen en de droevige indrukken van liet drama vooreenige oogen- blikken weg te nemen. In den heer Bartier, met de rol van ge heimschrijver van den machtigen president, mag de VI. Ster hare hoop stellen want hij heeft op tooneelkundig gebied grooten voor uitgang gedaan, zijne uitspraak is zuiver, zijne taal klaar en duidelijk. Meesterlijk heeft hij de rol van verrader ja vanonmensch gegeven. Allen hebben dus gewedijverd om het stuk zoo volmaakt mogelijk te vertolken en allen zijn er in gelukt ter voldoening en toejuichingen der toeschouwers. Het blijspel: Eene misgreep hoeft niet besproken te worden; aangezien het reeds vroeger op eene verdienstelijke wijze op gevoerd is geweest door dezelfde acteurs als hierboven gemeld. fgTwee leden, de heeren Houtekier, en Wil de, wederzijds gelast met de rol van Bur gemeester en herbergier, hebben zich veel doen bemerken en veel bewijzen van tooneel kundig talent gegeven. Dit stuk is even wel opgevoerd geweest en de aanwezigen heb ben de zaal verlaten, zeer tevreden over den aangenamen avondstond dien de Sterrelingen hun hebben weten te verschaffen. Eere dus aan de moedige strijders van taaien tooneelkunde. Eere aan hen, die zich opofferen om den vlaamschen landaard in onze gewesten te verspreiden, eere aan de toeschouwers die in menigte zijn toegesneld om de pogingen der tooneelspelers met hun blijde handgeklap te komen begroeten. Wat het muzikaal gedeelte onder het be stuur van den bekwamen heerTasseel betreft, laat dit ook niets te wenschen. Het heeft veel bijgedragen tot den luister eener ver tooning waarvan de boeken der maatschap pij met fierheid melding maken zullen. Schieting van 9 Januari 1896. Froidure R. 25 20 25 25 25 120 Vermeulen H. 25 20 20 25 25 115 Butaye Emile 25 20 20 25 25 115 Rabau Arth. 25 25 20 20 25 115 Boedt Léon 25 20 25 25 20 115 Ligy Albert 25 25 25 20 20 115 Logon E n. 20 25 15 25 25 110 Deweerdt Ch. 25 25 15 25 20 110 Tabel aanwijzende de dagen en uren der Milicie-lotingen der kantons van het arron dissement Yperen. BURGERSTAND van den 3 tot den 10 Januari 1896. Geboorten. Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk id. 4. HUWELIJK EN. Devos Henri, kloefmaker, en Spilleboudt Emma, zonder beroep. Overïij {lens. Savatte Catherina, 68 jaar, zonder beroep, ongehuwd, Lange-Thouroutstraat. Vergeyle Anne, 75 jaar, zonder beroep, weduwe van Meirschaert Etienne, Vauden- peerboomsplaats. Cailliau Mélanie, 78 jaar, zonder beroep, weduwe van Lambin Francois, Weninck- straat. Kinderen beneden de 7 jaar. Mannelijk geslacht, 0. Vrouwelijk id. 3. In het jaar 1895 zijn er 328 sterfgevallen en 341 geboorten geweest, dus een aanwinst van 13. Op nieuwjaardag. Op nieuwjaardag hebben vier dronkaards erge baldadigheden gepleegd in de herberg De Zwaan, Casselstraat, omdat men hnn drank weigerde. Zij verbrijzelden de ruiten en mishandelden de dochters. De policie is moeten tusschenkomen en heeft een der woestaards naar den amigo gebracht. De anderen waren gevlucht, doch zij zijn gekend en er is proces-verbaal ten hunnen laste opgemaakt. van den 2 tot den 9 dezer maand. G E B OOR T E N. Mannelijk 7. 1 Vrouwelijk 5. Gemeenten waar de loting plaats heeft. Vastgestelde dagen en uren. 49e 43" 50® 47e 46® 48® 51' 45e 44® Nieuwkerke Yperen Waasten Langemarck Elverdinghe Gheluvelt Wervick Proven Poperinghe Donderdag Vrijdag Dinsdag Woensdag Woensdag Donderdag Vrijdag Maandag Maandag 23 Januari om 2 1/2 24 Januari om 8 1/2 28 Januari om 12 u. 29 Januari om 9 u. 29 Januari om 12 1/2 30 Januari om 9 u. 31 Januari om 8 3/4 3 Februari om 9 u. 3 Februari om 121/4

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1896 | | pagina 2