VAN 1JPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws», Handels- en Annoncenblad r Rechterlijke Eerherstelling. Elfste jaar. Zaterdag 14" Maart 1896. Nummer 11. Ze gaan goed. STADNIEUWS. Half-Vasten Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor dea buiten. 2 50 fr voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoneen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden us gratis ingelijfd De annoneen voor België, ter .ujugadsuittg dcu-LeDe-.Vlaaudopen, als._ mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publibité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd© artikels uiterlijk tegeft Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Het Beroepshof van Gent. lste burgerlijke Kamer, heeft den 4n Januari 1896, het vol gende arrest verleend Inzake van Mijnheer Maurice Meier, tandmeester, gehuisvest te Kortrijk, (Mos- croenstraat, nr 2), eisscher in lsten aanleg, beroeper van een vonnis der Rechtbank van pun aanleg van Kortrijk van 19n Juli 1895, geregistreerd, hebbende voor pleitbezorger Mr Ernest FIERENS, pleitende Mr Alfred SERESIA, advokaat, Tegen Mijnheer Cerf Meier, tandmeester, gehuisvest te Kortrijk, (Rijsselvestingstraat, nG 19), verweerder in lslen aanleg, gedaagde in beroep, hebbende voor pleitbezorger Mr August DE VOS, pleitende MeI Albert VERBESSEM, advokaat. Het Hof, gehoordfde partijen in hunne middelen en besluitselen Gezien de stukken Aangezien dat de eerste Rechter eene juiste waardeering gedaan heeft van de zaak en van de schade aan den beroeper veroorzaakt door hot gedrag van den ge daagde dat indien men mag aannemen met den eersten Rechter dat de schadelijke ge sprekken gehouden door den gedaagde ten opzichte van den beroeper, gehouden zijn geweest in bijzondere huizen, er niettemin reden was om te beslissen, dat ter oorzake van hunne menigvuldigheid, die gesprek ken een karakter van ruchtbaarheid bekleed hebben, genoegzaam om reden te geven tot eene openbare herstelling Dat indien in deze omstandigheden het niet toevalt de somme der verleende schade vergoedingen te vermeerderen, er niettemin reden bestaat het zedelijk nadeel ondergaan door den beroeper te herstellen, te Kortrijk en in de omstrekendat te dien opzichte, de vraag tot inlassching als gegrond voorkomt in de palen hierna aangeduid dat het ten onrechte is dat die vraag verworpen is ge weest door den eersten Rechter En voor wat de onkosten aangaat: Aangezien het niet past, in zake, van ge bruik te maken van het vermogen de on kosten te vergelden, ingeschreven in artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke rechts pleging Dat inderdaad, de gedaagde alleen in foute is: dat anderzijds, de schade veroorzaakt aan den beroeper niet meer geheel en al zou her steld zijn, indiende beroeper moest tusschen- komen in de betaling der onkosten Om deze redens, en de gene niet tegen strijdig ingeroepen door den eersten Rechter; Bekrachtigt dit deel van het vonnis a quo dat aan den beroeper eene somme van 500 franks toestaat ten titel van schadeloosstel ling; vernietigt het, voor het overige; ver beterende en doende wat de eerste Rechter had moeten doenbemachtigt den beroeper het tegenwoordig arrest te doen drukken in dusdanige nieuwsbladen van West-Vlaan- deren die hij geschikt zal oordeelen, onder den titel van Rechterlijke Eerherstelling; zegt dat de onkosten van die insertiën, eisch- baar op kwijtschrift van den uitgever, de somme van twee honderd franks niet zullen mogen overtreffenveroordeelt den gedaag de tot de onkosten van de twee aanleggen getakseerd deze iü lsUn aanleg op de somme van 933-88 franks, deze in beroep op de somme van 216-75 franks, niet inbegrepen de onkosten van het afschrift noch van de beleekening van het tegenwoordig arrest. Voor gelijkvormig extrakt, E. FIERENS AVó. De klerikalen zegden toen zij in 1884 aan 't bewind kwamen tot hune tegenstrevers: «Wij zijn uwe mees ters, en wij zullen het u doen voe len Zij hielden woord inderdaad en nog dagelijks hoopen zij schandelijke aan slagen tegen recht en wet op partij- daden van allen aard. Waar de liberalen volledig zege praalden verbreken zij de uitspraak van het kiezerskorps op de honendste manier, of benamen burgemeesters, die regelrecht in strijd zijn met de meening van de groote meerderheid der ingezetenen, en die, wat vroeger eene zeldzame, om niet te zeggen ongekende uitzondering was, meestal buiten den raad genomen worden. Waar de klerikalen ook maar met enkele stemmen boven geraakten, dank aan het ongehoordste kiesbe drog, de schandelijkste uitkooperij en de lafste aller middelen, daar wordt de kiezing onvoorwaardelijk goedgekeurd. Wat zagen wij rondom ons al niet gebeuren Hoe werd er door de kle rikalen geknoeid te Eerneghem en te Oudenburg? Wie kent de propere kiezing niet van Breedene, waar nu dekadodders meteen tiental stemmen boven geraakten, en waar vroeger de kiezing tot tweemaalen toe verbroken werd amdat de liberalen hadden ge wonnen. Zagen wij te Lombartzijde, dat nietig hoekje onzer zeekust gee- nen burgemeester buiten den raad benoemen tegen den wil der bevol king, die zondag laatst hevig gemani festeerd heeft tegen die ongehoorde geweldenarij En te Oostende zelf? Daar ver breekt de tielffc der klerikale deputatie de kiezing der liberalen met 6ÖÖ steiïioieil meerder heid zegevierden, en dat op zooge zegde redenen, waarvoor men een klein kind op zijne broek zou geven Iedereen, die een dagblad leest, die de verslagen der Kamers in handen heeft gehad, kan oordeelen over het geen het land door is uitgericht door het overmoedige papenras. IJperen en Aalst hebben dingen beleefd,welke men over vijftien jaren voor onmo gelijk, of scheppingen van eenen zieken geest zouden gehouden heb ben. Dat al die roekelooze vertrappelin- gen van recht en eerlijkheid ons volk in gisting brengen, en liet op sommi ge punten dicht bij den geweldadigen tegenstand voeren, hoeft zeker nie mand te verwonderen. Om den toestand der geesten te schilderen laten wij hier het nieuws volgen uit Hoboken, de groote, nijve re gemeenten aan de poorten van Antwerpen, die sedert eenige jaren door de liberalen bestuurd werd tot ieders voldoening en welvaart. Onze inleiding kon den lezer doen gelooven dat de klerikalen nu de overhand kregen. Mis, de liberalen zijn nog in meerderheid in den raad. Zij hadden dus den oud-burgemeester Vandeperre, gematigd liberaal weer voorgesteld voor de plaats van eer sten magistraat der gemeente. Dat was billijk en geheel natuurlijk. Ja, maarzoo heeft er de minister niet over geoordeeld. Een klerikaal, die maar naderhand door konkelfoes bij dè klerikale min derheid in den raad sloop, werd tot burgemeester benoemd? Dit nieuws had te Hoboken den in druk van eenen hevigen donderslag te midden van eenen helderen zomer dag. De verontwaardiging onder de bewoners was zoo groot dat het, bij de zitting van den raad op laatsten februari, toen die zonderling benoem de burgemeester werd geïnstalleerd, weinig scheelde, of er had een ware oproer met al zijne gevolgen plaats. Eenige staaltjes uit die zitting. M ij nheer Bekemans (liberaal) neemt het woord om den burgemeester Coen te verwijten «dat hij in de vorige zit ting, toen de heer Vandeperre tot de benoeming van burgemeester werd aangewezen, geveinsd en gezegd heeft zulks als rechtvaardig te erkennen, terwijl hij onderduims aan het konke len was zelf de sjerp te krijgen». Het publiek juicht bij de naam Vandeper re dat de zaal dreunt, en toen de on- de kruiper Coen de stilte eischt, wordt hem uit het publiek toege snauwd Zwijg gijLeugenaar! Toen twee andere klerikalen Coen bijspringen, staan ook al de liberalen recht en op een gegeven oogenblik was men op 'tpunt handgemeen te worden, terwijl het publiek een ge rucht maakte dat hooren en zien ver ging. Bij eene korte poos betrekkelijke stilte, neemt de heer Bekemans op nieuw het woord en wrijft Dr Coen door de neus, dat hij onbekwaam is de orde te handhaven, in weerwil van het groot getal haren mutsen, I welke hij heeft opgeeischt. Hij verwijt den prettigen nieuw benoemde dat hij reeds een misbruik van macht pleegde door de hulp der gewapende macht in te roepen, alvo rens den grondwettelij ken eed afge legd te hebben. Burgemeester Coen antwoordt hier op met eene beleediging aan het adres van den heer Bekemans, waarover deze hem verwittigt een klacht bij het parket te zullen indienen. Weg met Coen! Weg met Pour- baix! schreeuwde de menigte. Toen de burgemeester daarop, om zich te verschoonen, zegt dat hij niet, maar wel de veldwaehter, de gendar- merij vroeg, en de nederige policie- dienaar, die aldus door zijn overste bloot gegeven wordt, gansch ver bleekt, begrijpt de menigte eensklaps al de uitgestrektheid dier nieuwe laf heid. Gedurende tien minuten wordt de burgemeester door het volk uitge scholden en bespot op de geweldigste wijze zonder dat hij zich getroffen toont. De verwarring is onbeschrij felijk. Eindelijk heft D1' Coen de zitting en komt behouden te huis onder liet ge leide van tien gendarmen, terwijl de menigte zingt en roept, en huilt van woede.... Niet waar, ze gaan goed, de kleri kale volksverdrukkers! Onze lezers zullen zich nog herinneren dat M. Begerem in den Gemeenteraad het voor stel deed eene kavalkade in te richten ten voordeele van den arme en het Schepencol- legie verzocht eene subsidie te willen ver- leenen. De heer Burgemeester beloofde de zaak te onderzoeken en.... sedert dien hoor de men van niets meer spreken. Men vraagt zich nu af of het voorstel van M. Begerem is verworpen geweest, ofwel, of M. Beger.m van zijn ontwerp heeft af gezien. Althans is het zeker dat er geene kaval kade zal uitgaan, want nergens vindt men de minste aankondiging nopens dit feest. Wie zal er bij verliezen? Den arme. Doch verwonderen wij ons niet te veel. Het is algemeen gekend dat de klerikalen onbekwaam zijn met hunne eigene elemen ten dergelijk feest op touw te zetten. Zij be hoeven de medehulp der liberalen, zooals in 1892, tijdens de kavalkade ten voordeele der slachtoffers van Anderlues. Want, zeg gen wij het rechtuit, die mannen hebben geen initiatief genoeg om zoo iels in te richten.J Maar als men de medewerking van iemand verzoekt en zich nadien ondankbaar toont jegens zijne medewerkers, bij zooverre dat men zich al de eer van het feest toeeigent, mag men natuurlijk in 't vervolg verzekerd zijn eene blauwe scheen te loopen. HET WEEKBLAD BHmM

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1896 | | pagina 1