VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad
Elfde jaar.
Zaterdag .8" Augustus 1896.
Nummer 32.
Politiek het grootste schelmstuk
De Congokwestie.
Het ministerie veroordeeld.
STADHIEUWS.
BERICHT.
Eene lafhartigheid.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncan15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor hot buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Een gewoon burgersmensch kan
tegenwoordig geen grooter schelm
stuk bedrijven dar?zich met politiek
in te laten. Noch mossel, noch visch
noch vogel, noch zoogdier zijn is
thans te klerikale boodschap.
De politiek moet dus verafschuwd
worden als de pest, zij bederft de
gemoederen, zij verbreekt de ge
woonten.... op klerikaal gebied.
Wat beoogt de politiek eigenlijk 1
De studie der middelen om het land,
de geheele maatschappij zedelijk en
stoffelijk welvaart te verschaffen.
Welnu voor de klerikalen is men
een nietdeug als men 't over die mid
delen met hen niet eens is, dat wil
zeggen als men hunne klerikale denk
wijze niet deelt.
Nooit is men in ons land zoo ver
gegaan als de klerikale ministers het
thans doen. Geen onderwijzer, geen
bediende, geen werkman, waar ze
gezag kunnen op uitoefenen, mag
nog eene eigene denkwijze hebben of
ze in 't openbaar bekend maken.
Als men door dien willekeurigen
maatregel alle karakter zal gesmoord
hebben zal het klerikalismus onver
deeld in Belgie regeeren en den scep
ter zwaaien over eene bevolking
zonder kracht, zonder moed, zonder
menschen waarde
Niets vernedert meer den mensch
dan hem door dwang zijn karakter,
zijne overtuiging en zijne rede te
doen onderdrukken en dat willen
nochtans de klerikalen.
Als men de klerikale bazen voor
orakels neemt is politiek en schel
merij synoniem, waarom geven zij
dan het voorbeeld niet van deugd
zaamheid Als 't beoefenen de po
litiek een schelmstuk is zijn de mi
nisters de grootste schelmen want
geheel hunne zending en werking is
politiek.
Misschien is 't juist daarom, dat
ze niet willen van politieke karak
tervolle mannen in hunne besturen.
De minister van IJzerwegen, de
minister van rechtswezen, de mini
ster van openbare werken, de mi
nister van financien, de minister van
onderwijs willen van niemand onder
hunne onderhoorigen die zich met
politiek bezig houdt. Politiek is eene
slechte zaak en de ministers houden
er het monopolium van voor zich.
Ze willen van geene karaktervolle
mannen omdat hunne karakterloos
heid des te meer zou uitschijnen.
Maar als de politiek zoo slecht is wat
denken de heeren dan over hun eigen
zeiven.
Dat alles is nochtans maar toe
passelijk op de liberalen die zich met
politiek inlaten. Hoe meer ze op
't voorplan worden geschoven, hoe
meer gewezen liberalen hunne vroe
gere princiepen verloochenen hoe
meer ze bevoordeeligd worden.
De liberalen mogen geen karakter
bezitten zij zouden moeten kruipen
wij verafschuwen degenen, die aan
dat ordewoord gehoor geven. De
waarde van een land ligt niet zoozeer
in den stoffelijken rijkdom als in den
vasten geest der bevolking en die kan
slechts verkregen worden door vrij
veropenbaring der innerlijke over
tuigingen.
Er zijn nog zoo weinig mannen
van karakter in ons land, dat men
alleen nog mosselministers vindt in
ons land. De mannen van karakter
worden terzij geschoven, zij die tot
werktuigen kunnen dienen van hoo-
gere invloeden worden op 't voorplan
geschovendat is een teeken van
verval, een gevolg der ongelukkige
kiezingen van 1884.
Eenieder die de debatten der Ka
mer van de laatste dagen heeft ge
volgd, zal bestatigd hebben dat er
zelfs in dit wetgevend lichaam zeer
weinig voorstanders zijn van de ko
loniale politiek, waar wii, kleine
Belgen, zachtekens naartoe gevoerd
worden door den drang der zaken
zelve.
Millioenen op millioenen, bij tien
tallen, zijn reeds door onze schatkist
aan de Congozaak voorgeschoten,
wij willen niet zeggen weg geworpen,
daar laten wij elk het zijne over den
ken. Hoe zouden wij, bij eenen
slechten afloop der ondernemingen
door ons ondersteund eenige vergoe
dingen, al ware 't ook maar schijn
bare, bekomen Zou 't niet zijn met
de zaken zelve in handen en gansch
geheel voor ons te nemen Dat er
daarbij een aardig kooltje te blazen
zoude blijver^ lijdt geen den minsten
twijfel. Nu, nu nog met eenen Van-
denpeereboom erbij, die zich even
vaderlijk zou aanstellen als de onze,
en die ook de Zondagrust zoude invoe
ren om den zegen des hemels met
eenige rampen per jaar—over zijn be
heer in te roepen, ware er misschien
mogelijk bonisgenoeg te maken,
om den put, dien men een afgrond
noemt, te vullen?!?
Gedurende de besprekingen in de
Kamer heeft het ministerie over deze
netelige zaak harde waarheden moe
ten hooren zijne goede vrienden
zelve hebben het allerminst gespaard
zoude zulks geen teeken zijn dat het
van die waaghalzerij zoo verdient
de Congokwestie op zijn minste te
heeten in het geheel niet houdt?
De Belgen hadden nooit veel op
met nieuwigheden, met het onbe
kende, en de deerlijke manier waarop
het ministerie zich tegen de geeseling,
welke men hem toediende heeft ver
dedigd, zal het getal aanhangers van
de coloniale politiek erg hebben doen
smelten.
Het ministerie heeft de kabinets
kwestie moeten stellen, heeft zijne
porte-feuilles in de waagschaal moe
ten werpen om deze naar zijne zijde
te doen overhellenen hoe dan nog
61 stemmen voor, 57 tegen en 20 ont
houdingen! Dus eene schijnbare meer
derheid van 4 stemmekens
Ware de kabinetskwestie niet ge
steld geworden, dan zouden zelfs de
slaven der rechterzijde de nieuwe
vijftien millioenen voor den ijzeren-
weg in de Congo met eene verplette
rende meerderheid hebben doen ver
werpen.
Eene zaak, aldus beslist, mag zon
der zedelijke waarde geheeten wor
den.
Nog zulk een overwinning van het
ministerie en het is reddeloos verlo
ren. Nu behoudt het zijne porte-feuil
les, maar zedelijk, voor de oogen van
het geheele land, is het ministerie
veroordeeld en met hem de geheele
klerikale partijdie eens te meer hare
politiek boven de duurbaarste belan
gen des lands heeft geplaatstdie niet
geaarzeld heeft hare goedkeurende
stem te .schenken aan eene hoogst
betwistbare zaak, welke zij eerst zelve
tegengestreefd en bevochten had,
zulks alleen, omdat de algemeene
kiezingen nakend zijn en de val van
het huidig ministerie wellicht met
tal van moeièlijkheden ook den knak
voor hare meerderheid zou kunnen
medebrengen.
Het land zal^er ongetwijfeld reke
ning van houden
Ter gelegenheid 'van O. L. V. he
melvaart, zal de wekelijksche markt
plaats hebben Vrijdag 14 Oogst, in
plaats van Zaterdag 15 Oogst.
In ons nummer van Zaterdag 11. hebben
wij het schrikkelijk ongelujk medegedeeld,
dat een eerlijk en deugdzaaxn huisgezin in
den bittersten rouw komt dompelen. Wij
bedoelen den noodlottigen val van Julius
Tanghe, dit nieuw slachtoffer van den
arbeid.
Wilt gij nu weten hoe de katholieke
gazetten, Nieuwsblad en Journal d* Ypres
dit ongeluk aan hunne lezers mededeelen?
Ziehier: wij vertalen letterlijk uit het
eerlijk en deftig Journal
Een metser, Julius Tanghe, vaandrig
van het muziek der Oud-Pompiers, was
zondag met deze maatschappij naar
Oostende geweest. Herberg houdende, hij
was verplicht geweest, zegt men, een
groot deel van den nacht tusschen zondag
en maandag op te blijven, en het was om
zoo te zeggen zonder te bed gegaan te
hebben dat hij zich naar zijn werk had
begeven.
De aannemer had hem zelfs, zegt men
nog, gezien het gevaar van het werk en
zijne vermoeidheid bemerkende, aangera-
den eenige uren te gaan slapen; hetgeen
de werkman zou geweigerd hebben te
doen.
Bemerkt eens, lezers, hoe jezuitiesch, hoe
lafhartig die men zegt hier voor de pinne
komt. Bij middel van die jezuietieke han
delwijze kan men straffeloos dingen ver
tellen die men weet volkomen valsch te zijn.
Overigens, men ziet klaarlijk wat het
Journal wil doen gelooven: Tanghe is
naar Oostende geweest.... Tanghe heeft
den nacht in zijne herberg overgebracht...
Tang he heeft niet geslapen.... zijn aan
nemer, zijne vermoeidheid bemerkende,
heeft hem aangeraden slapen te gaan....
Zijne vermoeidheid bemerkendeAh!
wat is het Journal voorzichtig
De opsteller, na zijne lafhartigheid ge
schreven te hebben heeft moeten zeggen
De lezers zullen wel verstaan wat wij
zeggen willen en wij stellen ons niet bloot
aan vervolging.
Odie lafaard
De daad door het Journal d' Ypres ge
pleegd is waarachtig onnoemelijk! Wij zeg
den hooger dat al wat het Journal geschre
ven had valsch was. En ziehier de bewijzen:
1° Tanghe heeft zijn laatste glas geledigd
inde herberg het Halletje ten 11 ure 's
avonds; van daar is hij naar huis gegaan en
is ten 11 1/2 ure gaan slapen. Zijne vrouw
heeft d'het'berg gesloten ten 1 ure. En dit is
gemakkelijk te onderzoeken.
2° Hij is volgens gewoonte ten 5 ure 's
morgens opgestaan en verschillende perso
nen hebben hem zien zijn pijp rooken aan
zijne deur.
Nadien is hij naar zijn werk gegaan en
rond 7 ure is hij eene kom koffie en een
klein druppeltje gaan drinken in De nieuwe
stad Thouroid, met den zoon van den aan
nemer.
3° Al dezen die bij hem zijn geweest, zoo
wel de aannemer M. Roose, als 't is gelijk
wien, bevestigen dat Jules Tanghe geens
zins vermoeid was(l) volgens de uitdruk
king van het Journal d' Ypres.
Gelijk men ziet vallen de beschuldigingen
van het katholiek lasterblad geheel en
gansch in duigen.
In den persoon van Jules Tanghe hebben
de klerikalen de Maatschappij der Oud-Pom
piers willen treffen. De politieke haat heeft
den eerbied voor de dood overtroffen en
heeft den rouw der familie gehoond.
Vroeger hebben de klerikalen eenen slag
willen toebrengen aan het wereldlijk onder-
HET WEEKBLAD
-Ö