Onze antwoord aan de snoode personnaliteiten van het NIEUWSBLAD.
BIJVOEGSEL AAN HET WEEKBLAD VAN 7 OCTOBER 1899.
Het publiek zal oordeelen over de handelwijze der klerikalen.
Liberale en grondwettelijke
Vereeniging
der stad leperen.
Rede van M. de advokaat Bossaert.
Rede van ill. Deweerdt.
Rede van M. Vermeulen.
ALSMEDE DIE DER HEEREN
De vergadering ia zeer talrijk, ledereen, in het libe
rale kamp, gevoelt natuurlijk de belangrijkheid van
den kiesstrijd die zich voorbereidt. De verdediging van
hetgeen overblijft van ons openbaar onderwijs een
ernstig toezicht voor al wat aan het bestuur der gemeen
tezaken raaktde onafhankelijkheden onzer burgerij
en de verbetering van het lot van den werkman, ziedaar
het veelvoudig en kostbaar voorwerp dat den moed
aanzoekt en de vooringenomenheden vestigt. Het uur is
gekomen zich rond het vaandel samen te trekken.
De zitting is ten 7 1/2 ure geopend.
Zetelen aan het bureel MM. H. Bossaert, Maleveys,
Onraet, Verschaeve, Nolf, Dedeystere en Hart-eel, alsook
de liberale kandidaten.
M. Surmont, de bestuurder der liberalen zoowel als
van de katholieken, en de zeven kandidaten van het
Volkshuis schitteren door hunne afwezigheid.
M. Bossaert zit de vergadering voor, in de afwezig
heid van M. Brunfaut, die belet is.
Bij het openen der zitting, biedt de heer Voorzitter
in 't vlaamsch eenige bemerkingen aan wegens het
manifest der zeven kandidaten van de Vereeniging.
Gelijk gij het hebt kunnen zien, zegt M. Bossaert,
die heeren beroepen zich op de E. V. waarvan het prin
ciep, heden ter bespreking in de Kamer, weldra in wet
zal overgaan voorde Wetgevingen, korts nadien, voor
de provinciën en de gemeenten.
De tegenstrevers kunnen niet, met reden, dien eisch
tegenspreken, des te min dat hun opperhoofd, M, de
Burgemeester-Senator, baron Surmont d6 Volsberghe,
van het begin af, aanklever geweest is van het stelsel in
kwestie.
Toen inderdaad, in 1881, wijlen M. J. Desmedt, de
aanlegger der E. V. in ons land, en aan wiens nage
dachtenis men hulde moet bewijzen, het Propaganda-
genootschap heeft gesticht, heeft M. Surmont onmidde-
lijk zich gerangschikt onder de beschermende leden en
heeft niet opgehouden er sedert dien deel van te maken.
M. Colaert heeft hetzelfde niet gedaan en bestrijdt
thans, in de Kamer, het wetsontwerp aangeboden door
een kabinet der rechterzijde.
Maar wanneer hij, in 1887, gestreden heeft om in den
Gemeenteraad te treden, was zijne taal, gelijk deze
zijner vrienden, geheel anders.
De katholijke partij moest vertegenwoordigd zi]n in
den Raad. Er moest een toezicht zijn en toezichters, en
M. Colaert werd benoemd.
Hij heeft jaren lang gezeteld met collegas, allen libe
ralen hij heeft grondig gansch het liberaal beheer
kunnen nazien en heeft nooit iets kunnen ontdekken dat
onrechtvaardig, onregelmatig of verdacht was.
De klerikalen, die thans op hunne beurteen gelijk-
aardigen raad uitmaken, moeten, veel meer dan de
liberalen, bewaakt worden in hunne handeling.
De liberalen tegen hen hunne bewijsgronden van
vroeger keerende, komen op hunne beurt dit toezicht
vragen dat zij alsdan met zooveel geschreeuw eischten
De klerikale kandidaten, in een tegenstrijdig mani
fest, de oude redevoeringen hunner meesters en, voor
eenigen, hunne eigene redevoeringen vergetende, ver
werpen alle E. V., bijgevolg, alle toezicht in den raad,
en zij ook, van hunnen kant, roepen de vorige houding
in der liberalen ten hunnen Opzichte.
Maar de toestand is dezelfde niet meer hij is geheel
en gansch veranderd. Eertijds bestond de kwestie der
vertegenwoordiging der minderheden nog in den staat
van beschouwing, van twist, de denkwijzen verdeelen-
de, vooral in het klerikale kamp.
Wat meer is, wat de klerikalen van hier tot dit tijd
stip wilden, was eene reine baan maken, met al de libe
ralen, zelfs de gematigsten, uit het Stadhuis te drijven
en al de zetels voor hen alleen nemende.
Welnu het was billijk op dergelijke aanspraak op
dergelijken eisch te antwoorden Gij wilt al de zetels
Gij zult geen een hebben Gij wilt ons allen wegjagen
Welnu niemand van u zal binnenkomen. Toejuichin
gen)i. (1)
Heden, ik herhaal het, is de toestand geheel anders,
't Is dat wij op het punt zijn de E. V. van de beschou
wing en van den twist in het gebied der pratiek, in het
gebied der wet te zien komen, zulks door de vaderland-
sche overeenkomst van talrijke rechtzinnige verstanden,
(t) Zij zijn sedert binnengekomen, men weet op welke wijze. En
nauwelijks binnen, men weet liet ook, zij hebben niets haastiger
te doen gehad dan opvolgentlijk al de oude leden van de besturen
der Godshuizen en van het Bureel van Weldadigheid aan de deur te
zetten, zonder de lange bewezene diensten in acht te nemen.
toebehoorende aan verschillende denkwijzen, schakee
ringen, maar allen overtuigd dat het daar de eenige
rechtvaardige en aanneembare oplossing is, en de eenige
hulpmiddel tegen den gestoorden toestand waarin he
land sedert jaren spartelt en woelt
Gezien de wederzijdsche sterkte der partijen in stad
de vordering van de zeven zetels die zullen ledig wor
den is zeker van wege de liberalen niet overdreven, 't Is
nog de minderheid.
Misschien is de stad, ondanks alles, nog in liberale
meerderheid. (Van alle kanten ja ja
Maar alleenlijk rekening gehouden van den uitslag
der laatste kiezing, alle bedrog, misbruik van gezag en
omkoopingen daargelaten, zijn de partijen bijna even
sterk. De kiezing van 1895 heeft inderdaad gegeven
voor de 15 te vervullen zetels op dat oogenblik, omtrent
35,500 stemmen van den eenen kant, tegen 32,500 stem
men van den anderen kant
Dus, Mijnheeren en vrienden, vooruit voor de vero
vering der zeven zetels die thans ledig zijn.
Vooruit met kalmte, waardigheid en krachtdadig
heid van heden af, voor de zegepraal der E. V. in af
wachting dat zij morgen zegeprale in de wetgeving
De redevoering van den achtbaren heer Bossaert, is
door de levendigste toejuichingen onthaald.
M. de Voorzitter verklaart dat de vergadering open
baar zijnde, iedereen het woord mag nemen, 't zij dat
men lid zij der Vereeniging of niet De ingeschrevene
redenaars zijn de heeren Deweerdt, Vermeulen, Onraet
en Nolf. Niet een der katholieke kandidaten, noch nie
mand van hunnen kant heeft zich doen inschrijven
[Het -publiek bespreekt vuriglijk deze laatste verklaring).
Onmiddelijk daarna de heer Voorzitter geeft he
woord aan M. Deweerdt, werklieden kandidaat.
Mijnheeren,
Over 8 dagen hebben de heeren van 't Comiteit der
Liberale Vereeniging mij als kandidaat voor de aan
staande gemeentekiezing voorgesteld en de tegenwoor
dige Kiezers hebben dit voorstel met algemeene stem
men aanvaard. Ik bedank u Mijnheeren, voor het ver
trouwen dat gij in mij steldet en wees verzekerd
moesten wij de kans hebben te gelukken in onzen strijd
dat gij in alle omstandigheden op mij moogt rekenen.
Het is lang genoeg dat de Kiezers, in het algemeen
en de werkman, in 't bijzonder, met valsche beloften
gepaaid zijn, en aan de willekeur van pastoors en kape
laans ziju blootgesteld. Er moet dus eene verandering
komen.
O denkt echter niet dat wij pastoors en kapelaans
niet eerbiedigen, wanneer zij zich met hunne zaken
bemoeien De pastoor moet in zijne kerk blijven en er
heer en meester zijn. Dat hij zich daar bezig houde met
den godsdienst, maar met den godsdienst alleen, daar heb
ben wij niets tegen integendeel, wij zullen hem steeds
eerbiedigen en prijzen. Maar komt de pastoor buiten de
kerk, dan wordt hij voor ons een politiek tegenstrever
en wij bestrijden hem als zulkdanig, de pastoor in de
KERK, EN DE BURGMEESTER OP HET STADHUIS Ziedaar
onze leus.
Denkt niet dat ik eene kandidatuur aanvaard heb uit
eerzucht. Neen, vrienden, maar men hoort altijd spre
ken en klagen dat er zoovele misnoegden en zoovele
ontevreden zijn, zoowel onder de burgerij als onder het
werkvolk. Iedereen klaagt over de handelwijze onzer
bestuurders. Welnu, nu hebt ge de gelegenheid ons uwe
misnoegdheid te laten kennen met uwe stem te geven
aan mannen die de belangen der stad ter harte nemen,
die den neringdoeuer en den werkman genegen zijn, en
die begrijpen dat er gelijkheid moet bestaan voor
allen en niemand moet buigen voor eenen man die
alles overheerscht en tot nu toe te kort gebleven is aan
al zijne beloften en den spot drijft met de kiezers.
Is er iets gemakkelijker in de wereld dan de voorkeur
te geven aan mannen die u goed willen, die u uwe vrij
heid geven aan doen en laten; vrijheid in de maat
schappij, in een woord, vrijheid in alles zonder te moe
ten buigen voor pastoors en kapelaans die u dwingen
als eene slaaf, die u maar werk verschaffen met een
briefken te geven als gij belooft aan al hunne eischen te
voldoen.
Gelijkheid en vrijheid voor allen riepen de klerika
len.
Ja, al schoone beloften die zij deden om op 't stadhuis
te komen, en zoodra zij er waren verhaastten zij zich
aan al wie liberaal was hun werk te ontnemen.
Ik, Mijnheeren, zoowel als vele anderen, heb nooit
voor geene centiem werk meer gekregen, ter contrarie
'k was belast met het drukken der kiezerslijsten, 't
papier was reeds in mijn huis en ik kreeg bevel van den
uieuwgebakken burgemeester Surmont dat ik de kopij
moest indienen om dezelve aan een klerikalen drukker
te geven en hem het werk te laten doen dat men mij
reeds had toevertrouwd.
En zoo zijn er hier in de zaal vele van mijns gelijken,
die door de stadhuismannen gebroodroofd zijn geweest.
En wat is er onlangs nog gebeurd, rond nieuwjaar
M. Lams, bestuurder der lijkstatie, ging met de com
plimenten van M. den baron Surmont, bij drie oude
afgeslaafde bedienden van de lijkstatie en zei hun Ik
kom u verwittigen dat gij nog moogt dienst doen tot
nieuwjaar. Gij hebt nu 40 en 42 jaren dienst, de Burge
meester zal zorgen dat gij jaarlijks iets hekomt van de
stad. De 3 oudjes waren nog al te vreden, maar nieuw
jaar was voorbij, en zij kregen niets in Februari gin
gen zij naar 't stadhuis, om M. Surmont zijne belofte te
herinneren, maar M. Surmont zei dat hij nog geen tijd
had gehad om daarvoor te zorgen, dat zij moesten
wachten. Twee maanden nadien gingen zij alle drie
terug, maar Surmont was daar nietveertien dagen
nadien trekken zij weer naar :t stadhuis en vonden ein
delij k den burgemeester; zij herinnerden hem zijne
belofte, en weet gij wat hij aan de drie oude brave
menschen antwoordde Er is geen geld, wij kunnen u
mets geven, en alle drie mochten naar huis gaan met de
ijdele beloften van onzen Burgemeester.
M. Surmont mag fier zijn alzoo drie oude brave men
schen gebroodroofd te hebben, want hunne bediening
was hun eenig bestaan, hun brood voor hen en voor
hunne oude vrouw.
Er is geen geld zegt Surmont, om aan die oude men
schen een klein pensioentje te geven en hij stoft gedurig
dat er 113,000 fr. (honderd dertien duizend franken) in de
stadkas zijn.
Bij de Hospiceu gaat het niet veel beter ziehier een
bewijs
Toen de liberalen in de Godshuizen zetelden en dat er
eene plaats open kwam die niet spoedig vervuld was,
schreeuwden de kalotenWanneer de benoeming van
dit en wanneer de benoeming van dat Maar nu is,
sedert thuindag, de plaats open van bestuurder der
weezenschool. Zij beloven aan Pier, Jan en Paul vaders
■van familie hem die plaats te geven, en weet gij wie er
zal benoemd zijn De kapelaan van S' Pieters, die zijn
bestaan heeft, die weerom de jongens vaderlijk be
handelen zal en nogeens het sijsteem der lijfstraf zal te
berde brengen, wanneer de kinderen niet braaf zijn,
't is te zeggen, het hoofd tusschen de beeDen en troef
geven met de plank op hun.... gat. 'K vraag het eens
is dat rechtvaardig bestuur
Wat hebben wij nog verleden zomer rond thuindag
gezien bij een braven werkman, vader van familie. M.
H. Ohristiaen 't Is 16 jaar dat hij een huis bewoond
toebehoorende aan de Hospicen, altijd heeft hij wel
betaald. Zijn huis moet geschilderd zijn en, in plaats
van hem dit werk te laten verrichten, zenden zij eenen
kaloteschilder die de stoutheid heeft borstels, ladder en
verfpotten, in zijn huis te zetten tot dat alles geschil
derd was.
'K vraag het nog eens is dat geene schandalige han
delwijze
En zoo zijn er nog honderd punten die ik zou aanha
len, gepleegd door de kaloten.
En nu vriendetf, om te eindigen, wilt gij daar een
einde aan stellen Stemt voor de liberalen.
Wilt gij vrede, vrijheid en rechtvaardigheid?
Stemt voor de liberalen.
Wilt gij 't onderwijs zien herinrichten om aan uwe
kinderen eene goede opvoeding te geven Stemt voor
de liberalen.
Wilt gij den pastoor meester in de kerken de Burge
meester baas op het stadhuis zien Stemt voor de
iberalen.
En indien gij alzoo handelt, dan zullen wij mogen
roepenweg met de broodrooversweg met de
geldverkwisters - weg met de valsche beloversen
weg met de zeuraars
In het midden van het algemeen rumoer dat in de
zaal ontstaan is, door de treffende aanspraak van den
werklieden kandidaat, wordt het woord gegeven aan
M. Vermeulen.
M. Vermeulen spreekt over de waterkwastië.
Zonder genoegzaam water is alle industrie onzeker,
onmogelijk. Allen herinneren nog in welken angstvollen
toestand bleekers, brouwers en andere nij veraars ver
keerden toen wij, onlangs, gedurende verscheidene
maanden, maar vijf uren daags water konden hebben.
Met de uitbreiding der waterleiding zal dezen toestand
steeds verergeren.
Nochtans is er veel water aan ons bereik. De Majoor-
jracht, de Kasteelgracht en de Zillebeekvijver kunnen
zooveel vyater leveren als de Dickebuschvijver, schier
zonder kosten met het te nemen aan de Tempelpoort
tot waar het van 't zelfs toevloeid.
Er is water, ideaal zuiver grondwater, in de zand-
hoogten van de Nonnebosschen en het Polygonenyeld,
VAN M. DE ADVOKAAT BOSSAERT
DEWEERDT. VERMEULEN. ONRAET EN NOLF.