Uitvoerhandel.
De Yrees.
Er kunnen nog scholen
afgeschaft worden
Verschrikkelijke storm ia Texas
STADSNIEUWS.
Het geschil tusschen den Burge
meester en de militaire Overheid.
Schandalig!
werpen, middelen die vroeger niet binnen
zijn bereik lagen. In dien zin ten minste zijn
de prijzen van Rome voor schilder- muziek-
beeldhouw- en bouwkunst in 't leven geroe
pen en dat zal hier ook wel het geval zijn.
Bekroont de jury nu echter een afgestor
ven dichter, dan gaan die vijf duizend frank
heel en al voor de Vlaamsche letterkunde
verloren. Zij komen in handen van erfgena
men, die wellicht nu nog minder op kunst
gebied voortbrengen zullen dan ze misschien
zouden gedaan hebben, hadden ze die vijf
blauwe briefkens nooit te zien gekregen.
Het onlogische van dergelijke bekroning
springt in 't oog, en te hopen ware het wel
dat voor het vervolg maatregelen werden
genomen om ze te verhoeden, zonder daarom
de overledenen te berooven van eene hulde,
die zij ruimschoots kunnen verdiend hebben.
De werken van reeds afgestorven letter
kundigen konden b. v. b. in eenen grooten
prijskamp worden vereenigd, ofwel kon, als
het geval van Guido Gezelle zich nog moest
voordoen, de aan de eersten prijs verbonden
aanmoedigingstoelage tusschen de twee be
kroonden worden verdeeld.
Wij geven het gedacht ter overweging aan
de bevoegde kommissie. Goliath.
België, als wij het goed voor hebben,plaatst
jaarlijksch in den vreemde voor twee miljard
zijner produkten.
Wat som van rijkdom, welvaart en arbeid
vertegenwoordigt dit cijfer niet? En wat
ruim aandeel heeft de werkende klas in die
bron van rijkdom?
In uitvoerhandel staat ons land zeker niet
op het achterplan. Onze natuurlijke en nij
verheidsvoortbrengselen worden heinde en
ver gewild om hunne degelijkheid en hunnen
behoorlijken prijs, wat stellig in ons voor
deel pleit.
Nochtans hebben wij, in de verovering van
vreemde markten stellig het maximum on
zer werk- en ondernemingskracht niet aan
den dag gelegd. Terwijl Duitschland, Enge
land en Frankrijk ieder jaar duizende han
delsreizigers over heel de wereld zonden,
blijft ons land op dat gebied achteruit.
Om dit feit te staven zullen wij een enkel
voorbeeld aanhalen
In het onmetelijk Indië is er nog plaats
voor al de verschiliige takken van handel en
nijverheid. Er worden in dit land voor 700
miljoen wepies vreemde produkten ingevoerd
'en den uitvoerhandel beloopt er jaarlijks tot
circa 1100 miljoen wepies. Welnu, te Calcut
ta, waar Eugelsche, Duitsche, Fransche,
Ooslenrijksche, Grieksche en Italjaansche
huizen bestaan is België door geen enkel
agent vertegenwoordigd.
Op andere plaatsen nog is onze toestand
dezelfde. Waar ligt het kwaad en wat ge
daan om dit te vermijden
Het mangelt ten eerste onze Belgische
jonkheid, laat het ons maar volmondig be
kennen, aan ondernemingsgeest. Ze houdt te
veel aan het gemakkelijk leven van't huis,
aan den onbezorgden kost in den schoot der
familie, 't Zal onzen tijd wel duren, zegt ze
en blikt niet vooruitziende de toekomst in.
Van den anderen kant wordt er door de open-
hare besturen weinig of niets gedaan om on
ze jonge iandgenooten, die in de handel- of
nijverheidstakken hun bestaan zoeken, aan
te zetten en te ondersteunen om naar den
vreemde te gaan. Over ettelijke jaren werd
er eenen wensch door een kongres van han-
d-lsbedienden gestemd vragende dat het
Staatsbestuur de jongelingen zou ondersteu
nen geldelijk en zedelijk, die in verre streken
voor onzen nationalen handel wilden ijveren.
Men vroeg er zelfs bij een kosteloozen leer
gang tot dit doel in te richten en de belang
hebbenden al de gewenschte inlichtingen ter
hand te stellen.
Bij dien vromen wensch is het gebleven
want w ij hebben nooit gehoord dat't Staats
bestuur iets in dien zin zou gedaan hebben.
En bij gebrek aan eigen agenten en kanto
ren worden de meeste onzer nationale pro-
drukten op de buitenlandsche markten onder
roemde fabriekmerk Verkocht. In welken
nacleeligco toestand van ondergeschiktheid
worden wij daardoor geplaatst?
Er kun, wij drukken er op, voor onze
li.uii.el en nijverheidsbetrekkingen met an
dere natiën nog veel gedaan worden, het is
van hel hoogste gewicht. Ons klein landeken
gaat naar de 7 miljoen inwoners en zal op
het einde dezer versch ingetreden eeuw er
wellicht 20 miljoen tellen.
't Zou geen gemakkelijk op te lossen pro-
blema zijn, voor al die handen arbeid en voor
al die monden het noodige te vinden, als er
niets bij tijds en onverpoosd werd uitgezien
naar nieuwe uitwegen. Onze kapitalisten,
instede hunne fortuinen in buitenlandsche
ondernemingen te steken, zouden moeten be
ginnen eene nationale handelsvloot tot stand
te brengen. Waarom zou die niet winstge
vend zijn, vermits zij het voor anderen is?
En wat zouden ons aanzien en onzen invloed
over heel de wereld er niet bij winnen?
Er heerscht bij ons volk te weinig ver
trouwen in eigen initiatief en zoo laten wij
ons vaak overvleugelen door volkeren soms
minder rijk bedeeld aan vernuft en handig
heid in nijverheid en voortbrengst.
't Is niet verheugend zulks te moeten be-
statigen maar 't is de waarheid en de waar
heid dient gezegd te wordenGoliath.
Uit eene berekening van den uitslag
der laatste verkiezing met de E. V., blijkt
dat het getal stemmen, voor gansch het land
zich verdeelde als volgt:
Klerikalen 994,333
Liberalen 498,854
Socialisten 461.241
Christen-democraten. 60,496
Op de bovenaangehaalde cijfers zijn er een
zeker getal stemmen verloren gegaan.
Het getal benuttigde stemmen voor de kle
rikalen was: 926,642
Liberalen 374,042
Socialisten 376,022
Christen-democraten 49,779
Do verloren stemmen verdeelen zich der
halve als volgt
Klerikalen 73,691
Liberalen 124,812
Socialisten 85,219
Christen-democraten 49,779
Indien men, zooals wij het vroegen de
provinciale kiesomschrijving aangenomen
had, men zou tot veel zuiverder uitslagen ge
komen zijn.
In dit geval, de cijfers van de laatste ver
kiezing in acht nemende, zou men gekomen
zijn tot:
951,885 benuttigde stemmen voor de kle
rikalen
454,077 benuttigde stemmen voor de libe
ralen.
416,426 benuttigde stemmen voor de so
cialisten
46,783 benuttigde stemmen voor de chris
ten- democraten.
De verloren stemmen zouden zich dan ver
deeld hebben als volgt:
Klerikalen 24,948
Liberalen 43,277
Socialisten 46,315 (in
plaats van 85,219)
Christen-democraten 28,213
En de Kamer zou samengesteld zijn uit.
Klerikalen, 79 in plaats van 86
Liberalen, 37 in plaats van 34;
Socialisten, 32 in plaats van 31
Christen-democraten, 4 in plaats van 1.
Welk is een der grootste vijanden van den
mensch? De vrees, 't Is ongelooflijk hoeveel
menschen er nog bang zijn van.,., hunne
schaduw.
Zij durven hun gedacht niet uiten en velen
zelfs durven geen eigen gedacht hebben.
Wonen zij bij een demokraat, zij zouden de-
mokraat zijn, wonen zij bij een behoudsge
zinde, zij zouden behoudsgezind zijn, uit
schrik voor wat stoffelijk nadeel, soms voor
eene booze kwade oogslag van de eene of de
andere machtige. Zulke menschen zijn geene
eigentlijke menschen; 't zijn enkel werktui
gen in de handen van anderen.
Zulke menschen doen gewoonlijk veel
kwaad. Vooreerst 't is hunne laftiertigheid
dat ten allen tijde, zich al degene gesteund
hebben die, do vrijheid van anderen wilden
krenken of alle slag van onrechtvaardighe
den invoeren.
Ten tweede een bevreesd mensch is door
gaans een valsch mensch. De schrik,'t ge
brek aan moed dat zij zich duiken en uitge
ven volgens de omstandigheden, nu eens
voor dit, dan eens voor dat. Er zijn zekere
dieren, die men cameleons noemt. Deze die
ren hebben de eigenschap van te kunnen de
kleur aannemen van den grond of de planten
van de plaats waar zij zich bevinden en zijn
alzoo moeilijk om onderscheiden als zij door
hunne vijanden vervolgd worden.
De vreesachtige mensch is zulk een dier.
Hij neemt nu eens deze, dan eens gene
kleur aan volgens dat deze of gene iets over
hem te zeggen hebben, men wordt het wel
dra gewaar en dan is hij een voorwerp van
verachting voor elkeen.
Zulke menschen daarbij doen gedurig
kwaad, immers eon uitdrukkelijk bevel der
natuurlijke wet is dat: dat men nooit iets
mag doen dat men voor slecht of schande
lijk aanziet, al gelijk door wie het opgelegd
wordt. Die handelt tegen hetgene dat vol
gens zijne overtuiging goed is, al ware dit
hem ook opgelegd door zijne meester, die
mensch handelt slecht. Dat is eene wet die
rechtstreeks spruit uit de menschelijke na
tuur en die in onze scholen door al de
leeraars, tot welke denkwijze zij ook be-
hooren, onderwezen wordt. De vreesachtige
mensch overtreedt gedurig die grondwet van
den mensch. Zijne handelwijze spruit niet
voort uit neiging tot het goed, maar alleen
lijk uit gansch persoonlijke gevoelens van
eigen belang.
Daarom, beste lezers, nooit uwe overtui
ging geloochend en nooit gehandeld tegen 't
geen u ingeeft als goed.
Niets schooner dan de edele fierheid van
den mensch, die waarlijk handelende al 't
geen hem uit het harte vloeit, eigene ge
dachten durft hebben en durft verdedigen,
daarom is geene ruwheid, bottigheid, of kop
pigheid noodigdit zijn de tegenovergestel
de ondeugden van eene vaste overtuiging,
en in alles moet men binnen de palen blijven.
Wij willen daarom ook niet zeggen dat
men zijn gedacht overal moet gaan uitbellen.
Dit zou veel menschen die van anderen
afhangen schadelijk zijn: veel menschen
moeten zwijgen.
Wij spraken alleenlijk van die lage vleiers,
die altijd samenspannen met de machtigen
en bereid zijn alle vroeger gedachten te ver
loochenen, of vroegere vrienden over boord
te werpen, eens dat de meester spreekt, of
de dwingeland de wenkbrauwen fronst.
Beste lezers, weest nooit zoo lafhertig; zulke
handelwijze past een schoothondje, maar
geen mensch.
Ons Staatsblad, derbisschoppen bevat
heden vier besluiten waarbij te Oostcamp
eene gemeenteschool voor jongens, te Bran-
de eene gemeenteschool voor meisjes, te
Heule, drie posten van hulponderwijzer en
te Elseghem, een hulponderwijzer worden
afgeschaft
En dan durven Bien Public en Patrie
onze klerikale regeering als eene bescherm
ster van het onderwijs voorstellen. Is het
gek genoeg
En wij die in de meening verkeerden dat
er op den vlaamschen buiten geene gemeen
tescholen meer bestonden
We hebben ons alweer bedrogen.... De
algemeene onwetendheid is nog niet genoeg
uitgebreid; de geestelijkheid en het gansche
leger hemeldragonders moeten immers heel
alléén, meester spelen op de buitengemeen
ten, want hoe onwetender het volk is, des
te gemakkelijker kunnen ze rentenieren.
3,000 slachtoffers.
Deze ramp heeft nog veel verschrikkelijker
gevolgen gehad, dan eerst werd gedacht. De
gansche stad Galveston is overstroomd en in
de straten ziet men tal van lijken drijven.
Een weezenhuis en twee gasthuizen wer
den bijna gansch verwoest.
Alle dorpen in de ronde, tot op 300 kilome
ters, zijn geheel of gedeeltelijk vernield.
Galveston is nog slechts een puiDhoop. De
haven bestaat niet meer en alle stoomsche
pen die zich daarin bevonden zijn gezonken
of kort en klein geslagen.
Er heerscht in de geheele streek een ver
schrikkelijke paniek.
De schade beloopt ruim honderd millioen.
De laatste nieuwstijdingen van Galveston
zeggen dat de putten en de waterleidingen
vernield zijn en dat drinkwatergebrek een
der ernstige gevolgen der vreeselijke ramp is.
Geen enkel huis is nog bewoonbaar.
Het aantal dooden in den geheelen Texas-
staat wordt op wel 40000 begroot.
Misschien 10,000 dooden.
Een laatste telegram uit New-York meldt
dat de wreede storm in den Texas misschien
wel van 5 tot 10,000 slachtoffers maakte.
Tot hiertoe is het onmogelijk de uitge
strektheid dier weergalooze ramp vast te
stellen, ze is waarlijk zonder voorgaande in
de geschiedenis.
Talrijke steden, gemeenten en dorpen
werden totaal vernietigd en overstroomd.
Wat hadden wij gelijk te zeggen dat wij
twijfelden aan de bevestiging van het Jour
nal d'Ypres, welk beweerde dat het ge
schil tusschen den Burgemeester en de mili
taire Overheid maar bestond in onze inbeel
ding 1
De Moniteur van het Stadhuis is nog
maals op heeterdaad van leugen betrapt.
Dat geschil bestaat maar al te wel en on
ze medeburgers en voornamelijk de be
woners der Esplanade en van het Minne
plein zijn er de ongelukkige gefopten van.
Sedert maanden is het verboden over de
oefeningspleinen te gaan, het lijnwaad te
laten bleeken en de hennen op de militaire
gronden te laten loopen. Geen een verbod is
ingetrokken geweest. Het is dus dat de be
trekkingen tusschen onzen meier en de mili
taire oversten gespannen blijven.
Yoor wie de alleenheerschappij en de
dwingelandij van M. Colaert kent, is de
overeenkomst nog verre van gesloten te
zijn. Het is, gelijk altijd, het volk dat door
dien droevigen toestand lijdt. Er zijn noch
tans in den Gemeenteraad mannen die be-
weeren bijzonderlijk den werkman te ver
tegenwoordigen, en tot nu toe heeft niet een
dezer grappenmakers zich bekommerd om
dien staat van zaken te doen eindigen 1
Ziedaar, gelukkige Yperlingen, wat een
zottelijk, dweepzuchtige en belachelijke sec-
taris burgemeester geldt. Ziedaar de gevol-
gsn van eenen nacht van omkooping en slem
perij, van den nacht van ln februari 18911
Nooit hebt gij dergelijke willekeurigheid
gezien onder het toegenegen bestuur van
eenen Beke, eenen Vanheule en eenen Bos-
saert. Er moest een vreemdeling komen om
te toonen hoe men geschillen doet ontstaan...
In het Nr 3564 van het Journal d'Ypres
de dagteekening dragende van 14 Juli 1900,
lezen wij
Wij vernemen dat M. de Burgemees
ter tracht voldoening te geven aan onze
huishoudsters met haar eene andere
plaats te verschaffen om te bleeken.
Twee maanden zijn verloopen en nog is
de minste voldoening niet gegeven 1
De beloften kosten niets, niet waar, M.
Colaert? Hoeveel hebt gij er reeds niet ge
daan 11IIHet is gedeeltelijk aan uwe zoet
sappige en honigachtige woorden dat de
Yperlingen u hebben kunnen beoordeelen.
Maandagmorgen zag men twee langge-
rokten uit de statie komen die van den trein
waren gestapt; zij hielden eenen man vast,
die den dwangrok aau had. Weldra had
eene samenscholing plaats op het zicht van
dit geheimzinnig drietal. De politieagent die
op dienst was aan de statie had veel moeite
om de nieuwsgierigen te verwijderen. De
drie reizigers namen de richting der Elver-
dinghestraat.
Wij hebben vernomen dat die gekruinden
bewakers waren van een zinneloozen ge
sticht, bestuurd door eene geestelijke orde,
die gekomen waren om een zinneloozen naar
het huis der Thouroutstraat te leiden.
Is het niet schandalig een ongelukkigen
alzoo aan de openbare nieuwsgierigheid
blootgesteld te zien
De dieven en de moordenaars zijn in rij
tuig gebracht om hen te onttrekken aan het
zicht der menigte. Een arme zinnelooze,
zonder fortuin, heeft zooveel zorg niet noo
dig; men doet hem den dwangrok aan en,
voorwaarts, marsch 1
*-©-£hSk