Uit het leven van prins Albrecht.
Eene dieffce in het Vatikaan.
Witten, koninklijke besluiten en
akten der regeering.
Beheer van Landbouw.
't Is dan ook feest aan dezen en genen
kant van den Rijn. Men zal bloemen strooien,
te Brussel, langs den weg, die de twee
jonge menschen zullen betreden. Schoolop-
tochten, ontvangsten, gelukwenscben, kan-
taten 2ullen hun eenige uren afhouden van
het zalig oogenblik, waarop ze, zooals het
eenvoudigste paar van de wereld zullen kun
nen uitroepen: Eindelijk alleen
Albert en Elisabeth trouwen elkaar uit
goesting, zoo wordt ten minste algemeen
beweerd. Dat verdient eeue goede noot.
Want het is toch zoo zeldzaam dat in de
wereld waar de Konings- en Prinsessen-
kronen gedragen worden, het hart voor
iets telt in echtverbintenissen. De diplo
matische eischen, de politieke omstandig
heden, de plichten van adelijken rang en
geboorte hebben in dit glansrijk midden zoo
menigmaal de gevoelens van liefde en poëzij
vertrapt, dat een uitzondering aan den regel
des te meer uitkomt.
Het Koninklijk paar trouwt dus uit liefde.
Proficiat en veel geluk in het huishouden
Wij wenschen overigens evenveel aan al de
werkersparen die op dien dag voor den
Schepen van Burgerlijken Stand versche
nen hebben om het beslissend jawoord uit
te spreken.
Trouwen is geen kinderspel, jongens,
maar de kwestie is elkaar goed te verstaan.
En als men dan met een prinsen- of prin-
sessentitel op de wereld gekomen is, heeft
men zich het hoofd niet te breken met na
te denken hoeveel kleintjes er wel zullen
komen en hoe men die zal groot krijgen.
Dit gewichtig maatschappelijk vraagstuk
bestaat voor rijke menschen niet.
Maar voor prinsen bestaat er een ander.
De een of andere dag ten minste zoo
lang de wereldrepubliek nog niet wordt in
gevoerd, en de socialisten zijn daar nog niet
klaar rneê worden Albert en zijne gema
lin geroepen België te regeeren. Dan krijgen
zij een tweede huishouden, welks zorgs veel
geest en vooral veel hart vereischt.
Zullen zij dien last kunnen torschen
Wij twijfelen er niet aan.
De monarchiën ondergaaD, gelijk alles op
de wereld,hunne hervorming,hunne gedaan
teverwisseling. Van absoluut zijn ze grond
wettelijk geworden, van grondwettelijk wor
den zij thans gedreven in de richting der
demokratie,hunne machten hunne stevigheid
puttend in de achting en de waardeering
der mindere standen.
Albert en zijne gade hebben te goede voor
beelden gehad om niet te weten dat de
schoonste Koningsluister in de liefde van het
volk ligt Zij zullen, hopen wij, in de mate
hunner krachten, medewerken aan de groot
heid en de stoffelijke welvaart van het kleine
België, waar zulke schrandere en werk
zame natië huishoudt.
Bij dien vromen wensch zullen wij het
houden.
Maar hier dient eene bedenking in het mid
den gébracht die wij richten aan wie 't
aangaat.
Te Ieperen is do deelneming aan de fees
telijkheden van't prinselijk huwelijk bitter
mager geweest. Buiten de vlaggen aan de
openbare gebouwen heeft men hier en daar
een wimpeltje zien waaien. De overgroote
meerderheid der bevolking heeft zich ont
houden.
Is daar nu uit op te maken dat al de
Iepersche kinders plotselings vurige repu-
bliekeinen zijn geworden en voortaan gaan
rneêiuwen om den Koningstroon op zijn
grondvesten te doen beven
Neen, deze onverschilligheid heeft een
andere reden.
't Is nu bepaald in ons land de gewoonte
geworden dat de hofhouding totaal vergeet
dat er buiten Brussel nog andere steden in
België bestaan die wat recht hebben op
waardeering. De leden der Koninklijke fa
milie brengen ieder jaar ettelijke maanden
door in vreemde landen, maar onthouden
zich zorgvuldig de sleden van België te be
zoeken. Of dit nu juist het middel is om
populariteit te vergaren iets wat in onze
dagen vooral niet schaadt aan het Konink-
dom betwijfelen wij sterk. Het spreek
woord zegt immers: Uil der oogen, uit
der harten
Als een eenvoudige burgersjongen in de
gilde der gelapte broeken treedt, gaat hij
ziji e bi u;d aan al de fan i ieleden voors'ellen.
Zoo is dat toch de mode. Men moet in zulke
gevallen toch nader kennis maken. Aan het
Hof schijnt men niet meer te weten dat er
buiten Brussel nog andere steden in België
zijn en dat die ook tot de Belgische familie
behooren.
Enfin, wij zullen er geen tering van op
doen, maar het is toch eens goed het feit
vast te stellen. Goliath.
Aan Hunne Koninklijke Hoogheden
PRINS ALBERT VAN BELGIE
en
PRINSES ELISABETH IN BEIEREN
met hunne vereerende toestemming
opgedragen ten dage hunner echtverbintenis
2 October 1900.
Den dag van het huwelijk van onzen
kroonprins zal 't van eenig belang kunnen
zijn een blik te werpen in het leven van den
prinselijken bruidegom.
Menigeen zal zich hebben afgevraagd: Hoe
brengt die jongeling zijnen tijd door?
Ziehier hoe de dagelijkscbe bezigheden
van den prins zijn geregeld.
Regelmatig te 6 1/2 ure staat prins Al
brecht open zet zich aan 't werk in zijn ka
binet tot 8 1/2 ure.
Dan heeft het morgenontbijt der grafelijke
familie plaats, waaraan al de aanwezigen in
het paleis deelnemen.
Ten 9 uren doet de prins, vergezeld van
zijnen ordonnantie-officier, eene wandeling
te paard, tot 11 of 11 1/2 ure.
Te 12 1/2 ure, middagontbijt, waarna eene
wandeliDg te voet wordt gedaan.
Bij zijne terugkomst ten 4 uren houdt de
prins zich onledig met kazernezaken en het
afhandelen van zijn werk als majoor. Eens
dit karweitje achter den rug, sluit hij zich
op in zijne studeerkamer en houdt zich bezig
met de studie der sociale, staatkundige en
nijverheidskwesliën.
De prins leest veel en ontvangt al de groo-
te tijdschriften van Duitschland, Engeland,
Frankrijk en Amerika. De voornaamste bla
den van Europa komen in het paleis :oe, doch
de prins leest bij voorkeur Engelsche kran
ten.
Ten 7 ure heeft het avondmaal plaats dat
doorgaans eene uur inneemt, waarna de
prins 's zomers eene kleine wandeling doet
en 's winters de schouwburgen» bezoekt.
Hij keert regelmatig ten 10 uren naar huis
wijdt nog eene uur aan 't overloopen van
Belgische bladen en gaat dan ten 11 uren ter
rust.
Zoo was zijn leven vroeger geregeld nu
hij gehuwd is, zal daar voorzeker veran
dering in komen.
De Prins op reis.
Zoodra de prins den ouderdom van 12 jaar
had bereik, leidden zijne leeraars hem in de
voornaamste steden en belangwekkende
plaatsen van 't land, die in hunne minste bij
zonderheden werden bezocht
Een avontuur.
Hierom ook en vooral om van den last der
ontvangsten verlost te wezen reist de prins
liefst incongnite.
Dit gaf dan ook te Potsdam zekeren dag
aanleiding tot een avontuur.
Wanneer de prins met zijn ordonnantie-
officier colonel Jungbluth in de statie aan
kwam, vond hij deze prachtig versierd met
bloemen, vaandels en tapijten.
Zoo! zegde de prins tot M. Jungbluth,
men schijnt hier een voornaam reiziger te
verwachten.
In afwachting nemen zij plaats in den trein
doch het uur van vertrek verloopt en de
prins vraagt aan den statieoverste, die rond-
kuiert op zijn paaschbest met witte hand
schoenen
Waarom vertrekt de trein niet?
Wij verwachten nog een voornaam
reiziger, zegt de ambtenaar, die met dezen
trein moet vertrekken.
Wie is die reiziger? vraagt de prins.
Na een oogenblik geaarzeld te hebben zegt
de stationchef: Zijne koninklijke Hoogheid
Prins Albrecht van België.
De prins eeuigzins verwonderd, zegt
daarop:
Laat ons maar vertrekken, vermits hij
niet komt.
Neen, neen, mijnheer dat gaat niet. Wij
moeten naar den prins wachten.
Ehwel, klonk 't antwoord, laat ons dan
maar vertrekken, ik ben prins Albrecht.
De statieoverste keek daarop den prins
van het hoofd tot voeten aan en antwoordde:
Gij prins Albrecht! Kom, kom, ge wilt
mij voor den aap houden.
Kolonel Jungbluth en een bediende der
statie die den prins kende, hadden al de
moeite der wereld om den overste te over
tuigen dat de jongeling als eenvoudige toerist
gekleed, wel degelijk Prins Albrecht was.
De ambtenaar verontschuldigde zich ten
beste en liet dan toch den trein vertrekken.
Prins Albrecht als eere-voorzitter.
Ontzagelijk is het getal maatschappijen en
kringen die stappen hebben aangewend om
prins Albrecht het eerevoorzitterschap of
eerelidmaatschap hunner vereeniging aan te
bieden.
Vooraleer de prins het eerevoorzitterschap
van eene maatschappij aanneemt wordt er
door zijne secretarissen een onderzoek inge
steld over de strekking der maatschappij,
hear verleden, de leden van 't komiteit, de
standregelen, enz.
Indien dit onderzoek voordeelig uitvalt,
neemt deprins aan.
Hij is op dezen oogenblik eere-voorzitter
van 54 maatschappijen.
Zondag avond zijn dieven in het vatikaan
geslopen hebben een der talrijke brandkas
ten doorboord. Zij hebben er rentetitels uit
genomen aan drager, een kapitaal van om
trent 300,000 fr. vertegenwoordigende.
De dieven hebben geene andere vakken aan
geroerd, die overgroote rijkdommen bevatte-
den.
De Paus heeft maatregelen doen nemen om
al zijne andere brandkasten tegen de boos
wichten te beschermen.
LEOPOLD II, Koning der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden,
Heil.
Willende, door blijken van goedertieren
heid, de viering huldigen van het huwelijk
van Onzen welbeminden neef Z. K. H. Prins
Albrecht van België
Gezien artikel 73 der Grondwet;
Op voorstel van Onze Ministers van Fi-
nanciën en Openbare Werken, van Justitie,
van Buitenlandsche Zaken, van Binnenland-
sche Zaken en Openbaar Onderwijs, van
Landbouw, van Nijverheid en Arbeid, van
Oorlog, van Spoorwegen, Posterijen en Te
legrafen.
Wij hebben besloten en besluiten:
Art. 1. Kwijtschelding is verleend van
alle niet voorwaardelijke hoofdgevangenis
straf, niet meer dan vijftien dagen bedra
gende, van alle niet voorwaardelijke geld
boete, niet meer dan vijftig frank bedragen
de en van de haar, bij niet betaling, ver
vangende gevangenisstraf, welke gezamen
lijk of afzonderlijk vóór 2 October 1900 uit
gesproken werden door de hoven en recht
banken of door de tuchtraden der burger
wacht.
Art. 2 Ook is kwijtschelding verleend van
alle niet voorwaardelijke hoofdgevangenis
straf, niet meer dan ééne maand bedragen
de, van alle niet voorwaardelijke geldboete,
niet meer dan twee honderd frank bedragen
de, en van de haar, bij niet betaling, ver
vangende gevangenisstraf, welke uitgespro
ken werden tegen beklaagden die vroeger
geene lijfstraffelijke of boetstraffelijke ver
oordeeling of, sedert 1 October 1895, geene
veroordeeling in politiezaken ondergingen.
Art. 3. Dezelfde kwijtscheldingen zijn
verleend
1° Voor alle straffen die krachtens vroegere
besluiten van gratie tot de in artikelen 1 en
2 bepaalde bijdragen werden verminderd;
2° Vooralle geldboeten meer dan vijftig
of twee honderd frank bedragende, waarin
gevangenisstraffen van niet meer dan we
derzijds vijftien dagen of ééne maand, geheel
of gedeeltelijk veranderd werden.
Art. 4. De straffen gevangenis of
geldboete uit hoofde van meerdere over
tredingen opgelegd en door hetzelfde arrest
of vonnis samengevoegd, zijn, voor de toe
passing van het tegenwoordig besluit, ge
acht eene eenige straf uit te maken.
Art. 5. Het tegenwoordig besluit is niet
van toepassing op veroordeelden die, ten
dage zijner bekendmaking, voortvluchtig
zijn of zich schuilhouden.
Onze Ministers zijn belast, ieder wat hem
betreft, met de uitvoering van het tegen
woordig besluit.
Ontleding der suikerbeet.
Ten einde de geschillen te voorkomen die
tusschen de voortbrengers van suikerbeeten
en de suikerfabrikanten kunnen ontstaan,
is er, bij ministeriëel besluit van 7 Juni
1893, eene commissie ingesteld bestaande
uit twee afgevaardigden van de Vereeniging
der vrije scheikundigen, uit twee chimisten
der Staatslaboratoriums en uit twee land
bouwkundigen van den Staat.
Deze commissie heeft de aanstelling aan
bevolen van dertig scheikundigen-verdeelers,
de eene helft benoemd door de Algemeene
Maatschappij der suikerfabrikanten, en de
andere door den Hoogeren Landbouwraad.
Men zal hierna de lijst vinden der schei
kundigen-verdeelers, aangeduid voor het
werkseizoen 1900-1901.
Algemeene maatschappij der suiker -
fabrikanten.
HH. Boden, apotheker-scheikundige, te
Borgworm.
Broquet, scheikundige, te Nijvel.
De Cloud Gust. apotheker, te Borgworm.
De Cock, ingenieur, expert-scheikundi
ge, te Brussel.
Del Halle,scheikundige, te Sint-Truiden.
Delville, Ed., leeraar van scheikunde,
te Doornik.
DePuydt, J., scheikundige-ingenieur,
te Antwerpen.
Hanuise, E., leeraar in de school der
mijnen en scheikundige, te Brussel.
Meurice, bestuurder van het institut van
scheikunde, te Brussel.
Mirland; V., leeraar bij de school de
mijnen, te Bergen.
Morimont, E.-J., scheikundige, te Gent.
Petrucci, scheikundige-ingenieur, te
Statte (Hoei).
Sachs, Fr., scheikundige-ingenieur, te
Brussel.
Van Melckebeke, Ed., scheikundige-in
genieur, te Antwerpen.
Xhoneux, G., doctor in wetenschappen,
to Anderlecht.
Ten derde maat, sinds tienmaal zeven jaren,
Weerschalt een juichkreet over 't vaderland.
Vry uit miljoenen harten opgevaren
Van aan den Rijn tot aan het Noordzeestrand
Een jubelkreet twee jonge harten groetend,
In 't paradijs der liefde elkaar ontmoetend
Om zamen door het leven heen te gaan;
Die, schoon zij koningskronen zullen dragen,
De kroon des levens aan de liefde vragen
Die beider harten voor elkaar deed slaan.
'T gebeurt op onze dagen toch zoo zelden
Dat Liefde by een vorstlyk echtverbond,
Hoe schittrend ook, haar rechten mag doen gelden,
Schoon zonder haar 't geluk toch nooit bestond!
Heil u, gij jonce vorstelijke telgen
G.ij zult gelukkig zijn... De hoop der Belgen
Berust op u gij volgt der oudren spoor!
Geen staatsbelang was hier met sluwe handen
Aan 't werk, bij 't strenglen uwer liefdebanden:
Gij gaaft aan de inspraak van uw hart gehoor I
Albert, Elisabeth I Die beide namen
Snoert reeds het Belgisch volk met blij gemoed
Als met een krans van lenterozen samen,
Ontloken bij der liefde- zonnegloed.
Treed maar gerust de schoone toekomst nader,
Gij, eedle dochter van een eedlen vader
Die zijn geluk in vorstlijk weldoen vindt!
Hier vindt ge een vader cn een moeder weder
Die u beminnen zullen even teeder
Als hij die zijn bestaan aan 't uwe bindt.
Hij dien uw hart, uw liefde heeft verkoren
Is u. is uw vorstinnenliefde waard,
Niet slechts omd'adeldom, hem aangeboren,
Maar om zijn edel hart, zijn eedlen aard.
Echt koninklijk lacht u de toekomst tegen
Met al de jeugd, met al de liefde en zegen I
Met al wat jeugd en liefde schenken mag
Volschoone bloem, opDuitschland's grond ontsprote
U wordt eene tweede vaderland ontsloten
Bij d'opgang van uw' schoonsten levensdag.
O, moog dien dag, zoo glansrijk opgerezen,
Die gansch een volk vervult met blijde hoop,
VoorU, gelukKig paar! de voorboö wezen,
'T beginsel van een langen levensloop
Dat'is de wensch, hier uit miljoenen monden,
ALBERT, EL1SAETH 1 u toegezonden
Van aan den Rijn tot aan het Noordzeestrand.
Moge u de toekomst vele en schoone jaren
Van rein en ongestoort geluk bewaren
Op U berust de hoop van 't Vaderland.
Karei Bogaerd-Ledeganck.
Laken-Brussel, 2 October 1900.
Gegeven te Laeken, den ln October 1900.
LÉOPODD.