LASTER M. Nolf in de Kamer. STADSNIEUWS. Plicht en Onderwijs. De Czar der Russen steekt de borst voor uit en houdt den kop trotsch op, omdat hij en zijne voorzaten er duizenden gekerkerd hebben, er duizenden naar Siberiën zonden en over enkele maanden de Finlanders hun ne onafhankelijkheid afnamhij roemt zich omdat in zijn land niemand recht heeft noch vrij is. Beernaert, het oude kabinetshoofd van ons land, roemt zich ook omdat hij rond middernacht mouehards ontving, om dat hij onschuldigen voor het assisenhof kon brengen en doen veroordeelen, omdat volks opstanden kon doen ontstaan, politieke moorden kon plegen en den schijn kan aan nemen België van eene bloedige oproer en omwenteling had kunnen vrijwaren. De klerikalen in het algemeen loopen hoog op met hunne heldendaden in de XV° en XVI6 eeuw gepleegd; de Spaansche in- kwisitie is hun roem; zij verheffen den gul den Sporenslag, waar hunne aanhangers de verdrukkersrol speelden en verdraaien de geschiedenis om de schelmerijen van de toenmalige geestelijkheid en de toenmalige reactie te dekken. De heer Nolf verdedigde in de zitting van Woensdag de belangen van de talrijke hop- teelters van ons arrondissement. Hij heeft eene redevoering uitgesproken om de zware rechten die de inkomst der hoppepersen treft te doen afschaffen. De hopteelt is overal in verval door die onjuiste belasting van eenen frank voor el- ken kubiekmeter staken. Onze katholieke volksvertegenwoordigers zijn daarmede wei nig bekommerd want het is zij die in 1895 die rechten hebben helpen stemmen. De landbouwers zullen kunnen oordeelen wie voor hunne belangen zorgt In ons toekomende nummer zal de rede voering van de Heer Nolf in extenso ge drukt worden. Voor de hopkweekers. Het is de heer Nolf, liberale afgevaardigde voor 't arrondissement Ieperen, die de be spreking over de begrooting van Staatsmid delen waargenomen heeft om de zoo billijke als gegronde grieven den hopkweekers van Poperinghe en uit het land van Aalst bloot te leggen. Hij heeft protest aangeleekend tegen de hooge rechten en de zware prijzen van ver voer, welke de boeren in 't hopland moeten betalen voor de hopstaken welke zij uit Duitschland en Holland trekken. Volgens wij vernemen zal de Heer De- backer, afgevaardigde voor Aalst, op deze kwestie terugkomen. Voor de gemeentebeambten. DeheerBuyl, afgevaardigde voor Oosten- de-Veurne-Diksmuide, heeft Woensdag in de Wetgevende Kamers een wetsvoorstel neer gelegd dat voor doel heeft de positie te waar borgen der gemeentebeambten. Het wets ontwerp is medeonderteekend door de hoeren Delporte, Hyrnans, Van de vvalle, Verheyen en Nolfniet te verwarren met het voorstel van den heer Janson en Bertrand die voor eenigen tijd een ontwerp neergelegd hebben ter verbetering van den stoffelijken toestand der beambten van den Staat. Zitting van 11 December 1900. De afdeelingen hebben het drukken toe gelaten der wetsontwerpen VERTELT ZIJNE GESCHIEDENIS Mijn eerste toestand. 2de Vervolg. Oneen, Heer bewaar mei maar over Rusland en don Czar, tyranie en despotis me, en een hoop dingen, waarvan ik nooit een woord vernam. 11c poogde hem tot kalmte te brengen en met hem te redenee- ren. Wel, meiiovo, beter nog had ik gere deneerd met de papegaai in 't vensterraam. Eindelijk bleef hij plots steken in een van zijne perioden, plaatste zich voor de piano en begon te. spelen, zooals hij gewoonlijk doet,wanneer hij hier komt. Wel, lieve, zou U 't ooit gcloovon? In plaats van opera muziek tegaan spelen, begon hij aan te slaan met een van die dwaze oude liedjes, welke men vroeger aan de kleine kinders leerde, natuurlijk met wat variaties uit z'n 1° De wel; van 15 September 1895 wijzi gende op het lager onderwijs 2° De wet op de militie wijzigende 3° Zekere schikkingen wijzigende van het wetboek van burgerlijke rechtspleging; 4° Eene verzekeringskas instellende voor doel hebbende de betaling der pensioenen aan de gebrekkelijke en bejaarde landbouw- en nijverheids-werklieden, ten einde hun het hoogst noodige te verschaffen, 't zij 360 fr. 's jaars. Neèrlegging van een wetsontwerp de me ting van het werk der werklieden regelende. De integrale evenredige vertegenwoordi ging, toegepast aan de provincie en aan de gemeente maakt het voorwerp uit van een wetsvoorstel Dinsdag op het bureel der Ka mer neèrgelegd en geteekend door de heeren Feron, Lorand, Vandevenne, Nolf, Termote en Cambier. Zitting van 12 December 1900. Drie wetsvoorstellen zijn in aanmerking genomen 1° Het wetsvoorstel, den duur van den mi litairen diensttijd verminderende 2° Het wetsvoorstel betrekkelijk het op maken der lijsten van de gemeente- en pro vinciale kiezers. 3° Het wetsvoorstel een pensioen stich tende ten voordeele der mijnwerkers. Neerlegging van het verslag der midden- afdeeling, die het wetsontwerp nagezien heeft dat kwijtschelding verleent ten voor deele der refractairen, achterblijvers en de serteurs, alsook het wetsvoorstel kwijt schelding verleenende voor politieke veroor deelden en andere. De Kamer begint de algemeene bespreking van de begrooting van wegen en middelen. Degene die in de tegenwoordige politieke omstandigheden onverschillig blijft, komt aan zijn plicht te kort. Om zulks te bewijzen zullen wij, zonder te spreken van de partijakten die ons kleri kaal Stadsbestuur op het geweten heeft, van de nuttelooze werken die het met het duur- gewonnen geld van de lastenbetalers zoo kwistig heeft uitgevoerd, van den put die onze edilen op die wijze in de stadskas ge maakt hebben bij zooverre dat zij, niette genstaande hunne schoone en oogverblin dende cijfers, weldra zullen op den bodem zitten, zonder te spreken van het onrecht vaardig toepassen der reglementen op de orgels en het dansen, en nog andere, zullen wij ons uitsluitelijk op het terrein van het onderwijs plaatsen. Het onderwijs, hooren wij reeds zeggen, bah! 't is altijd het onderwijs! En overigens wordt hetzelve nu zoo goed niet gegeven als vroeger? Die woorden kunnen den mond ontsnappen van den onverschillige, van hem die maar oppervlakkig de zaken beschouwt zonder ze te doorgronden, maar kunnen niet uit den mond komen van den- gene die zich de moeite geeft den toestand te onderzoeken en er over na te denken. Het onderwijs, niet genoeg kan er van dit zoo belangwekkend punt gezegd worden, omdat de toekomst van bet land, het heil of de rampspoed vau zijne bewoners af hangen van de mate waarop het onderwijs verspreidt wordt. eigen hoofd. Dan draaide hij plotseling op de muzieksloel rond, en vroeg mij met den zonderlingsten glimlach Kent U die wijs, Mevr. van den Tongen? Ja, zei ik, maar ik herinner me niet.... Wel, hernam hij, ze werd gecompo neerd door Pestal, een der slachtoffers der russische dwinglandij. De beul deed slecht zijn werk, en Pestal moest tweemaal op geknoopt worden. In den tusschentijd hoor de men het slachtoffer morren Verwenscht land I waar ze 'n mensch nogniet eenmaal netjes weten op te hangen Dan volgde een zenuwachtig lachjehij stond eensklaps op, wenschte mij tot we- derziens en was weg alvorens ik van mijn verbaasdheid bekomen was. Jemenie]! wat een vreeselijko ge schiedenis om in een salon te vertellen 1 zei Lina Hoogten. Ik benijd Gertrude min dan ooit! Arm meisje! wat een treurig vooruit zicht voor haar! zei Mevr. van der Tongen Wat zien wij in de bijzonderste landen gebeuren? Overal wordt er gezorgd het on derwijs op eene zoo ruim mogelijke schaal uit te breiden, het in de schamelste hut ais in het paleis der rijken te doen doordrin gen. Iedereen, die niet ziende blind en hoo- rende doof is, begrijpt dat de tijd der on wetendheid in onze beschaafde en verlichte negentiende eeuw een einde moet nemen, dat het onderwijs een onontbeerlijk iets, eene volstrekte noodzakelijkheid is, dat over al de fakkel van het licht, van het verstand, de duisternissen der domheid moet verdrin gen. Nemen wij Duitschland,bij voorbeeld. Daar bestaat misschien sedert een vijftigtal jaren het verplichtend onderwijs. Welnu, weike uitbreiding heeft dit land in de iaalste jaren niet genomenoveral, zoowel op weten schappelijk als op nijverheids- en handels gebied staat die natie aan de spits. Dag voor dag wordt overigens onbetwist baar de strijd om het bestaan hardnekkiger en in dien kamp hebber, zij alleen kans tot iets te geraken die op verstandelijk ge bied te minste eenigzins gewapend zijn. Voor de niet voldoende onderrichte en de onwe tenden is er geene plaats meer en door gaans zijn zij veroordeeld om op armzalige en betreurenswaardige wijze hun bestaan door te brengen. Eo daarom, lezers en lezeressen, daarom is het dat wij, liberalen, met fierheid in groote letters de prachtige woordenVer plichtend onderwijs in ons programma schrijven, daarom is het dat wij willen dat eenieder, zonder onderscheid van rang, stand, noch geboorte, van de onmiskenbare voor- deelen van het onderricht kunne genieten. Verplichtend onderwijsEen drietal in schijn eenigzins grondhebbende opmerkin gen hebben wij hiertegen reeds meer dan eens hooren opwerpen. Verplichtend onderwijs! Maar, zeggen zij die er belang in hebben den huidigen toe stand te bewaren, verplichting is dwang, dit is dus een aanslag op de vrijheid. Hoe onzinnig toch, de vrijheidBestaat er vrij heid voor den man wanneer hij soldaat moet worden, bestaat er vrijheid voor den onwe tende wanneer hij in slavelijken lichamelij- ken arbeid voor een spotloon, als een ma- chien, ja zelfs als een dier, zich moet af- zwoegen Vrijheid 1't is de vrijheid die ge den werkman biedt zijne kinderen van bij hunne wieg tot de onwetendheid met al den sluier van wee, met al de ondergeschiktheid die ze met zich voert, te veroordeelen. Wel nu, voor zulke vrijheid bedankt de werker, Iaat ons toe het te zeggen in zijnen naam. Een ander punt dat sommige, die zelf on derwijs genoten en er dus niet meer bij wa gen, voor den dag brengen, is dat de ken nissen voor velen een gevaarlijk wapen zijn. Ongerijmdheid dit ookl Worden er, in ver houding gerekend, in de landen waar het verplichtend onderwijs bestaat, meer misda den gepleegd dan in de andere? En heeft de ruwe domheid niet reeds meer dan duizend maal zooveel onheilen gesticht en zooveel misdrijven voortgebracht als er in het mis vormde brein van enkelen, die van het on derwijs dat zij bekwamen misbruik maak ten, ontstonden? En weegt die misschien zelfs in schijn en kel bestaande keerzijde op tegen de onschat bare voordeelen van het onderwijs? Is het niet ontegensprekelijk dat bet onderricht den mensch veredelt? met een zucht. U zal natuurlijk aan niemand herhalen wat ik daar zegde, melicve? O, voor de heele wereld nietzei Lina Hoogten met nadruk. Het geheim is volstrekt in zekerheid bij mij. Hier werd het gesprek eensklaps afgebro ken, want de huiskneelit opende de salon deur en meldde aanMenheer Zaluski Spreek van donI fluisterde Mevr. vander Tongen met een veel beteekenenden glimlach tot hare vriendin. Dan, met ware kunst de uitdrukking veranderende van haar gelaat, glimlachte zij vol hoffelijkheid den binnentreden den gast tegen, en Lina Hoogz ten bereidde zich insgelijks om hem op de beminnelijkste manier te begroeten. Ik, de kleine Laster, beschouwde met het hoogste belang dien M. Sigismond Zaluski. En zoo doende, begon ik al gauw voor een deel te begrijpen, waarom mejuffer Hoog ten hem,van de eerste ontmoeting aan, niet had kunnen lijden. (Wordt voortgezet). Nog menschen zijn er eindelijk die mee- nen dat met het verplichtend onderwijs, ie dereen er zich zal op leggen om niet meer door lichamelijken arbeid zijn brood te moe ten verdienen, en hoeveel, zeggen zij, zijn er niet reeds advokaten, ingenieurs, geneeshee- ren en vele andere die nu moeite hebben om door de wereld te geraken. Dwaling dit noger zullen met liet verplichtend onder wijs evenveel ambachtslieden, evenveel werklieden, evenveel landbouwers zijn als nu. Doch zullen de ambachtsman, de werk man en de landbouwer er niet oneindig veel bij winnen wanneer zij, naast de kennissen, van hun bedrijf en bun vak, ook een voldoend onderwijs bezitten? Zal bun dit niet helpen om deze kennissen uit te breiden En zullen landbouw handel en nijverheid, wanneer zij ovei zooveel meer verstandige elementen beschikken er niet onmetelijk veel bij win nen En des niettegenstaande, in plaats van al les aan het werk te stellen om de versprei ding van het onderwijs te bevorderen, wordt hetzelve door de klerikale achteruitkruipers meer en meer in den grond geboord. Wat zagen wij hier onder dit opzicht in ons Ieperen niet gebeuren? Wij plaatsen ons enkel op het standpunt van het lager onder wijs ditgene wat ten goede moet komen aan het kind van den onbemiddelden landbouwer eü werkman. De arme man mint zoowel als de begoede zijn kind als het licht zijner oogen, en menigen werkman, wij zijn er ze ker van, bloedt in den tegensvoordigen toe stand het harte, wanneer hij aan de toe komst zijner kinderen denkt. Wat kan hij hun achterlaten Indien hij ze maar van de vruchten van het onderwijs kon laten genie ten, indien hij maar niet overtuigd ware dat zij thans, zoowel als vader, van deszelfs voordeelen zullen verstoken blijven, dat zij van bij de wieg gedoemd zijn om van hunne acht a negen jaar op den stiel te gaan, om van hunne twaalf a dertien jaar op de fabriek te gaan werken, zonder ooit de minste hoop op beternis in hun lot! En gij zijt het, heeren katholiekendie, ter wij] uw Christus de onwetenden leeren als een werk van bemhertigheid aanpre dikte, het behouden en het verergeren van dien toestand op het geweten durft nemen! Wat zagen wij hier in Ieperen op het ge bied van onderwijs gebeuren, zegden wij even. Nauwelijks waren de klerikalen aan het bestuur of de avondscholen werden afge schaft. Wanneer de werkman, na eenen dag zwoegens, nog den moed bezat des avonds naar de school te gaan, waaneer hij, gevoe lende dat zijne onwetendheid hem onderge schikt maakte aan zijne medemenschen,hier aan wilde verhelpen, wanneer hij dorst had naar wetenschap en hierin iedereens goed keuring en steun verdiende, dan zijt gij ge komen, heeren klerikalen, om den werkman toe te roepen: Gij hebt geene gelegenheid gehad in uwe jeugd onderwezen te worden, welnu des te slechter voor udie gelegen heid zal u zoowel nu als toen ontzegd wor den; zijt gij onwetend, blijft onwetend 1 En wat is er met onze andere scholen ge beurd? De hoogere klassen afgeschaft en on- bekwamen werden aan het hoofd gezet en jonge melkbaarden die geen zier ondervin ding hadden. Bekwame onderwijzers, die jaren en jaren dienst hadden, werden voor hen achteruit geschoven en op pensioen ge steld. Hier is een bekwame onderwijzer aan wie het. onderwijs der knapen onttrokken wordt om hetzelve aan eene katholieke kreatuur toe te vertrouwen. Daar wordt een onder wijzer als bestuurder benoemd en onder zijn gebied staan onderwijzers die 25 jaren voor- beeldigen dienst hebben. Wij kennen van die katholieke scholasters die niet bekwaam zijn het fransch neen, daar spreken wij nog niet van maar zelfs hunne eigene moe dertaal zonder spelfouten te schrijven. Wij kennen er die durven luidop verklaren heb ben: Ha, 't is niet meer gelijk als vroeger toen de onderwijzers ten tijde der liberalen al aanwendden wat zij konden om zooveel leerlingen mogelijk aan te werven en te be houden, willen zij nu niet komen, wat geeft het ons, en letten ze niet op in de klas, wel wij walsen ze eenvoudig aan de deur Meer dan eens hebben wij hooren vertel len door verontwaardigde huisvaders, die verplicht zijn, op straf vau broodrooving, hunne kinderen naar de klerikale scholen te zenden, dat het eene schande was dat hunne jongetjes van veertien jaren, aan de zorg '&=535>* Vrij naar'tEngelsch door K. H DEQUËKER.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 2