VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad.
Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement.
EENDRACHT MAAKT MACHT.»
Gemeenteraad van Yper.
Vijftiende jaar
Zaterdag 23" Februari 1901.
Nummer 8.
Onze nieuwe gouverneur.
De priester in de school.
Kamer van Volksvertegenwoordigers.
rnammmmmmmmmmummmmm i n mm
Aboanemertsprij* voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor dea buiten. 9.50 ft*, voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen. 15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nuinmar. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz 4 fr per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
«ede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office 7e Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vr;
i.-n onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Mijnheer de graaf van Ursel, de nieuwe
gouverneur van West-Vlaanderen, was eer
tijds, zooals inen weet, gouwgraaf van He
negouwen. Hij hield er aan voor verdraag
zaam door te gaan, onderhield de hoffelijkste
betrekkingen met zijne politieke tegenstre
vers en eeos weigerde hij vlakweg een
feest bij te wonen, dat door een Comiteit
van katholieke damen ingericht was.
De ontevredenheid was overgroot bij het
weldenkende volk Ten dien tijde was
men onder het hoogmoedige en zich alles
aanmatigend ministerie van M. De Burlet.
En dewijl men in de Wetstraat aandrong,
opdat M. van Ursel eene meer werkdadige
houding aannemen zou, gaf hij het volgende
antwoord
Ik ben bier gekomen om bestuurzaken
te maken en niet om politiek te doen.
Dat is wel het beste dat kan zijn. Maar
nu dat M. van Ursel zijn voetjes op het
droog heeft in de grootste kloosterstad van
't land zou hij wellicht die overleveringen
van eertijds niet vergeten
Dat valt nog al aan te twijfelen.
Eene nieuwe meeting toegewijd aan den
Ingang van den priester in de gemeente
scholen van Brussel heeft Vrijdag avond
nogmaals pleats gehad. De volgende spre
kers werden er toegejuicht: MM.Furnemon,
Bon, Smets, Leken eu Emiel Féron. Deze
laatste heeft aan de toehoorders herrinnerd,
dat de oudei-s het recht hebben de
ontslaging van het godsdienstig on
derricht te geven zelfs gedurende
het schooljaar,niettegenstaande het
tegenoverg estelde gedacht nagenoeg
overal aangenomen wordt.
Zitting van 15 Februari 1901.
In de bespreking der wet over de waag
spelen heeft. M. Féron het volgende amen
dement neêrgelegd.
Een krediet van twee iniliioen wordt
ter beschikking gesteld van de Regeering,
opdat ze kunne bijdragen tot de uitvoering
van de gezondheids- of verfraaiingswerken
waartoe werd besloten in de steden en ge
meenten die, ten gevolge van deze wet, in de
onmogelijkheid zouden verkeeren de kosten,
uit die werken voortspruitende, te betalen.
De bijurage van de Regiering zal ge
schieden door middel van toelagen aan de
gemeenten. Echter zal de Regeering ook, in
voorkomend geval, gatisch het krediet of
een gedeelte daarvan kunnen aanwenden
tot het oprichten van gebouwen of het uit
voeren van werken die de natuurlijke rijk
dommen van deze gemeenten waarde moeten
doen krijgen.
Een krediet van een millioen wordt ter
beschikking gesteld van de Regeering ten
einde haar toe te laten hulp te verleenen
aan de gemeenten aie, ten gevolge van deze
wet, in de onmogelijkheid zouden verkee
ren hare jaarlijksclie lasten, in de begroo
ting voorzien, te bestrijden.
Deze kredieten zullen worden gedekt
hetzy door middel van de overschotten der
gewone begrooting, hetzij door middel eener
uitgave van Schatkistbons, interest gevende
en betaalbaar op een vervaltijd die niet bo
ven vijfjaar mag gaan.
Dit amendement werd verworpen met 76
stemmen tegen 17 en 10 onthoudingen.
Onze Volksvertegenwoordiger M. E.
Nolf geeft de reden zijner onthouding op
als volgt
De heer Nolf. Ik stemde niet voor
het amendement van den heer Féron, omdat
het mij niet ontvankelijk schijnt tijdens de
huidige beraadslaging.
Ik stemde niet tegen omdat ik niet wil
dat mijne afkeurende stemming zou aanzien
worden als eene weigering om de finan-
cieele gevolgen in overweging te nemen
welke de stemming der wet voor de betrok
ken steden zal medeslepen.
Indien later, bij de beraadslaging over de
buitengewone begrooting, vragen van kre
dieten werden ingediend, zou ik er voor
stemmen zoo de werken, waarvoor die kre
dieten moeten worden aangewend, van open
baar nut zijn zooals die welke in 't arron
dissement Yper onuitgevoerd blijven.
Vergadering van 20 Februari 1901.
De heer voorzitter. De heer Van-
devenno richt de navolgende vraag tot den
heer minister van openbare werken
De landbouwers, die in de Leie vlas
rotten, lijden elk jaar groote schade ten ge
volge van de plotselinge daling van het
waterpeil. Een deel der schade zou kunnen
vermelen worden door de verhooging van
30 tot 40 centimeters van het gewoon peil
tusschen de sluizen van Haarlebeke en Sint-
Eloy-Vyve, van 15 April af tot 15 October.
Zou de heer minister geene bevelen in
dien zin willen geven? Zonder iemand te
schaden, zou hij oenen van de voornaamste
nijverheidstakken uit Vlaanderen eenen
grooten dienst bewijzen.
Ziehier de vraag vau heer Buyl, aan den
minister van landbouw.
De landbouwers der provincie West-
Vlaanderen wenschen te weten of de heer
minister van landbouw voornemens is, dit
jaar, gedurende eeuigen tijd, de grenzen te
openen voor het mager vee, komende uit
Frankrijk
Deukt de heer minister niet dat hij wel
zou doen zich bij landbouwcomices en an
dere landbouwvereenigingen in te lichten
aangaande de zienswijze der belanghebben
den over de voor- t.n nadeelen van den
maatregel, waarvan sprake?
Openbare zitting
van Zaterdag 9 februari 1901.
De zitting wordt ten 5 ure 10 m. geopend.
Zijn tegenwoordig: MM. Colaert, Burge-
meesier-VoorzitterBerghman en Fraeys
schepeneu; Struye, Iwoins.Boone, Begerem,
Fiers, Decaest<'cker, Vandenboogaerde, Van-
derghote, D'nuvettere, Vandenpeereboom,
Bouquet, raadsleden; M. Gorrissen, secre
taris.
Afwezig: M. Surmont.
Het verslag der zitting ran 22 December,
geene aanleiding gegeven hebbende tet eene
opmerking wordt goedgekeurd dat der zit
ting van 5 Januari 11. wordt neègelegd ter
inzage der leden.
Dagorde
1. Mededeelingen.
M de Voorzitter geeft lezing van eenen
brief van M. Albert Ruzette, zoon van wij
len den Gouverneur, den Raad bedankende
over het adres van deelneming gezonden aan
Mev. de barones Ruzette.
M. de Voorzitterdoet alsdan den tekst
kennen van eenen brief van gelukwen-
schingen, toegestuurd aan M. Hymans, be
waarder van het Koninklijk Museum, te
Brussel, schrijver van eene nieuwe studie in
't Duitsch over de steden Brugge en Yperen
het College vraagt aan den schrijver of hij
het inzicht heeft eene fransche vertaling van
zijne brochuur uit te geven.
In zijn antwoord aan het Stadsbestuur,
breDgt M Hymans hulde aan de gewrochten
van Alfons Vandenpeereboom, aan deze van
MM. Butayeen De Deyne.die zijnetaak ver
gemakkelijkt hebbeD. Hij kondigt de aan
staande verschijning aan van den franschen
tekst.
Al. de Voorzitter stelt voor in te schrij
ven voor 50 afdruksels. De Raad keurt dit
voorstel goed.
M. de Voorzitter zegt datM. Van de Mol,
aan wien het College voorgesteld had deel te
maken van de commissie der veemarkt, deze
bediening aanvaardt.
Hij zegt eindelijk dat het College beraad
slaagd heeft op een voorstel van M. Iweins,
strekkende om de Arme Meisjesstraat van
naam te veranderen en deze voortaan den
naam zal dragen va* Sinte Elisabethstraat.
Hij denkt het nuttig er bij te voegen dat
de wijzigingen van de benamingen der stra
ten in de bevoegdheid van den Raad komen;
dat de beslissing maar genomen is onder
voorbehouding dezelve door den Raad te
doen goedkeuren, wien het altijd zal toeko
men, bij voorbeeld, den naam van eenen uit
stekenden burger te geven aan een onzer
openbare wegen.
Volgt eene motie van M.. Iweins, die een
politiemaatregel vraagt in de volgende be
woordingen
Ik begeer de aandacht van het College te
roepen op eeneD toestand die talrijke klach
ten verwekt. Gij hebt allen kunnen bestati-
gen, mijnheeren, dat groepen arbeiders zon
der werk, staanblijven bij het Vleeschhuis,
aan den hoek der Rijselstraat of vóór de
Halle, bij de brievenbus. De kooplieden van
die omstreken klagen over de samenschollin-
gen die niet alleen het verkeer belemmeren,
maar bi-letten de koopwaren te zien. Er
spruit daaruit voor de kooplieden eene groo
te scbade.
Ik verzoek dus het College te onderzoeken
of het niet betaamde eene vaste plaats aan
te duiden waar de arbeiders zonder werk
zich zouden kunnen houden zonder hinder
voor de andere bewoners, en zelfs de gele
genheid behoudende eene broodwinning te
vinden.
Men zou hen kunnen den hoek van het
Nienwwerh aanduiden als standplaats;
maar men zou niet moeten dulden dat zij bij
de brievenbus staan. Iedereen kan weten dat
die mannen op hunne manier spreken en dat
de personen van het andere geslacht, die ge
noodzaakt zijn de brievenbus te nad -ren,
dikwijls zouden kunnen gekwetst zijn door
uitdrukkingen waarin de welvoegelij kheid
meer of min gekwetst wordt.
M de Voorzitter. Indien ik mij wel
erhinner, dergelijk voorstel is eertijds ge
daan geweestmen zou zelfs eene verwarm
de zaal ter beschikking der werkeloozen ge-
s'eld hebben; maar het was moeilijk de
zaal te vinden en tot nu toe heeft men niet
gedacht een gevolg aan dat ontwerp te
moeten geven.
De standplaats waarvan M. Iweinsspreekt
zou reeds aangeduid zijn't is in de nabij
heid der statie dat de arbeiders zonder
werk zich zouden moeten bevinden, maar zij
gaan er niet.
M. Iweins. 'T is omdat zij dikwijls
bezigheid vinden wanneer wagens naar de
weegschaal komen; zij volgen dezelve tot
aan het magazijn en doen zich alzoo aan
nemen voor het lossen.
Aan 't Nieuwwerk zouden zij die gelegen
heid te werken niet verliezendaarenboven
zouden zij bevrijd zijn tegen de guurheid van
het weder.
M. de Voorzitter. Wij zullen onder
zoeken wat er zou te doen zijn. In alle geval
ik beken dat er zwarigheid bestaat hen te
laten staan vóór het Vleeschhuis, aan den
Vijfhoek of bij de brievenbus.
In andere steden ontmoet men die groepen
niet, te Brussel heb ik er nooit gezien.
M. Iweins. 't Is een plaatselijk ge
bruik, maar men zou moeten zorgen dat het
geene schade brengt aan andere inwoners
M. D'Huveltere vraagt nieuws over een
verzoekschrift van den Yperschen Rapid-
Club betrekkelijk de inrichting van rij-
wielkoersen in den loop van den toekomen
den zomer.
M. de Voorzitter. Wij meenden dit
verzoekschrift op de dagorde te brengen der
zitiing van zaterdag aanstaande. Ik kan u
nochtans zeggen dat het college reeds over
deze vraag beraadslaagd heeft en een gunstig
advies uitgebracht heeft. Indien gij aan
dringt, zouden wij de dringendheid kunnen
verklaren. Gij erhinnert u nochtans dat ver
leden jaar dergelijke vraag eene lange be
spreking heeft uitgelokt. Wat mij aangaat,
ik zie er geen bezwaar in de dringendheid
te verklaren; de voorzitter der maatschappij
heeft zelfs aangedrongen opdat de zaak niet
zou aanslepen, oplat de inrichters van nu af
hunne maatregelen zouden kunnen nemen
maar wij hebben op de dagorde de kwestie
der pensioenen die ook dringende is.
Ik denk dat het zal beter zijn de vraag
weskwestie te brengen op de dagorde van
zaterdag aanstaande.
Toestemming.
M. De Caestecker Het schijnt dat het
in 't slachthuis rnearmalea gebeurt dat de
bascuul niet goed werkt eu dat zulks op dit
oogenblik het geval is. Verscheidene keeren
heeft men er aan gewerkt, maar na korten
tijd is het mekanism opnieuw ontredderd.
Uit dezen toestand spruiten somtijds aan
zienlijke verliezen voor de kooplieden; ware
er geen middel daaraan op eene aldoende
wijze te verhelpen
M. de Voorzitter. Ik. ben over eenige
dagen naar het slachthuis geweest en men
heeft mij de erhaaldelijke hinderpalen van
het mekanismus der baskuul aangeduid Ik
vraag mij echter af of die ongevallen niet
voorkomen van den gedurigen doorgang der
wagens.
M. Decaestecker. Er zijn twee ingan
gen men zou de tweede kunnen benuttigen
3g-H8i
WEEKBLAD