Gemeenteraad van Yper. Kamer van Volksvertegenwoordigers. van den strijd tegen de alcoolplaag. Hare echte oplossing bestaat in het regelen van dj alcoolvoortbrenging, zelfs tot den alleenhan del gaande. Hij verklaart dat hij bijgevolg den wensch aankleven kan uitgebracht door de Ypersche herbergiers. ^Toejuichingen). De heer volksvertegenwoordiger Colaert zegt dat hij eerder gekomen is om te luisteren dan om te spreken, omdat, in zijne hoedanigheid van volksvertegenwoordi ger, hij er op waken moet om zijne vrijheid van handelen te bewaren. Zonder dus te willen zijne houding verbinden, zegt hij niet gunstig te zijn aan het ontwerp de Smet de Nayer. Hij verklaart dat hij altijd het bedrijf van herbergier zooveel als een ander achtte, hij mag verzekeren dat nooit M. Woeste de woorden uitgesproken heeft waarvan M. Boutinck zich bediend heeft. Hij meent dat men heden in België te veel alcool verbruikt. Wat het bier aangaat, dat een onschadelijke drank is, is het maar juist dat een werkman het recht hebbe eene pint te drinken na zij nen harden arbeid. De wet van den heer Beernaert in 1889 heeft haar doel gemist. De meening van haren steller was te strijden tegen de al coolplaag, die, met nieuwen voortgang te doen, de sterfgevallen gestadig deed toene men en de krankzinnigengestichten bevolk te. Spreker vreest dat het voorstel de Smet de Nayer, ook op het vergunningsrecht gesteund, niet beantwoorden zal aan hetgene zijn steller er van verwacht. Over vier jaren heeft het Staatsbestuur de rechten op den alcool doen verhoogen en het verbruik is niettemin blijven aangroeien. Het vraagstuk van den strijd tegen de al coolplaag is dus zeer moeilijk op te lossen. Men zal misschien blijven bij* den alleen handel van den alcool, als men bewijst dat de zaak goed is. Dat vraagt eene diepgron dige studie, want men heeft gezien dat zulk stelsel in Zwitserland naar den ondergang leidde. Spreker zegt dat een der slechte kanten van het voorstel de Smet de Nayer de toe lating is der huiszoekingen, waarvan hij al tijd vijandig geweest is. Hij vindt dat zulks niet meer te billijken is in den drankenver koop dan in de jachtkwesties. Om te toonen tot welke misbruiken het volstrekte verbod van den verkoon van alcool aanleiding ge ven kan, haalt hij een geval aan, dat voor kwam in de omstreken der stad Een herber gier is vervolgd geweest, omdat een derde persoon te zijnent een geneesmiddel aan eenen zieke had toegediend. Hij is gelukkig te kunnen zeggen dat de zaak geëindigd is met eene vrijspraak. Spreker is van gevoelen dat er te veel herbergen zijnmaar hij zou niet kunnen aannemen dat men iemand van zijne ver kregen rechten beroove. Hij verheft zich tegen de schade welke de aanvaarding van het ontwerp de Smet de Nayer aan den eigendom van derde personen berokkenen zou. Heel dikwijls hebben herbergiers hem ge zegd dat zij het onrechtvaardig vonden dat j al de verkoopers niet aan dezelfde lasten onderworpen waren. Hij is van hetzelfde gevoelen en vindt daarom het ontwerp Maenhaul rechtvaardiger dan het ontwerp de Smet. Het ware billijker ook de voort brenging en niet den verkoop van den alcool te treffen (Toejuichingen). De heer Bontinck, namens den Belgi sehen Herbergiersbondbedankt de volks vertegenwoordigers voor hunne verklaringen en neemt aan, dat het, inderdaad, billijker ware de voortbrenging te belasten. Hij vindt dat het te wenschen ware dat men dranken van goede hoedanigheid verkoope, want, wat vooral de krankzinnigenhuizen bevolkt, en wat het leven verkort, het zijn de ver- valschte alcools. De Schrijver, de heer Arthur Salomê, geeft lezing van eenen brief, dien men aan den Minister zenden zal en de Voorzitter verklaart de zitting geheven. Zitting van Dinsdag 30 April 1901. De heeren DelporieBreuez en Harmi- gnie ondervragen de Regeering over de ramp van Wasmes, veroorzaakt door eene uit- bersting van grauwvuur in de mijn Grand- Buisson,en die 19 slachtoffers gemaakt heeft. Bij ordemotie verzoekt M. Vand ervelde de Kamer den 1" Mei niet te zetelen. Hij rekent op de hoffelijkheid zijner collega's en doet opmerken dat de socialisten, om de rechtere en linkere zijde te believen, zich er niet tegen gesteld hebben de zittingen af te schaffen den Vastenavond en de dagen van Te Deum. Het voorstel Vandervelde, be streden door den heer de Smet de Naeyer, is verworpen met 48 stemmen tegen 41 en 2 onthoudingen. Onze afgevaardigde de heer Nolf heeft voor het voorstel gestemd, de hh. Van Merris en Colaert waren afwezig. De heer Vandewalle kondigt aan dat hij den minister van openbaar onderwijs zal interpelleeren over de weigering van het Stadsbestuur van Mechelen, de officieële scholen te openen der voorstad van den Brusselschen steenweg en over de tergende maatregelen betreffende leden van het on derwijzend personneel. De heer De Backer ondervraagt de mi nister van justitie, en van nijverheid en ar beid, over de toepassing der wetten op het werk der kinderen, op de betaling van het dagloon, op het werkkontrakt en over de slaperigheid van het parket om de overtre dingen aan deze wetten te vervolgen. Zitting van Woensdag 1 Mei 1901. Bespreking van het budjet van buiten- landsche zaken. Openbare zitting van Zaterdag, 20 April 1900. De zitting wordt ten 5 ure geopend. Zijn tegenwoordig: de heeren Colaert, Burgemeester-VoorzitterBerghman en Fraeys, schepenen, Struye, Iweins, Boone, Begerem, Fiers, Decaesteker, Vandenboo- gaerde, Vanderghote, D'Huvettere, Vanden- peereboom, Bouquet, raadsleden M. Qorris- sen, secretaris. Afwezig: M. Surmont Het verslag der zitting van 9 Maart wordt goedgekeurd; dat der zitting van 30 Maart 11. is ter inzage der leden neergelegd. Dagorde: 1. Mededeelingen. Een besluit der bestendige Deputatie keurt de beraadslaging goed van den Raad, die het maximum der vrachten te vervoeren op den weg van Komen, op 3,000 kil. brengt. M. de Voorzitter geeft mededeelirig van het overzicht der stadskas; hij bestatigt de volkomene regelmatigheid van het boek houden. Hij vraagt namens het College, de drin gende noodzakelijkheid voor de goedkeuring van het bestek voor het leggen der voorlan den in een deel der Casselstraat; men zal de beschikbare sommen gebruiken ophetcre- diet van 1900 om de straat te herleggen en het gedeelte der Boomgaardstraat te verhoo gen, waar deze straat uitkomt. M. Boone vieest dat men de straat onbe gaanbaar make voor al de voertuigen. M. de Voorzitter stelt deze vrees gerust; hij zegt dat men straatsteenen zal gebruiken door den Staat over te laten. M. Boone zou verkiezen andere bestrati- gingen te zien herdoen en wijst op den onge- lukkigen staat der kalsijde van de Polyze naar St Jan. M. D'Huvettere ondersteunt de bemerking van zijnen collega en doet het gevaar van den toestand uitschijnen. M. Boone zou ook willen dat, vooraleer men aan de Groote Markt denke, men zich met de Hondstraat enz. zou bezighouden. M. de Voorzitter belooft dat men her stellingen zal doen; zoohaast de rioolen zul len opgemaakt zijn en de St. Jacobstraat onder andere zal van eene nieuwe waterlei ding voorzien worden zal men de bestra tingen geheel herstellen. De Raad neemt de dringendheid aan en stemt een crediet van 1,250 fr.de eigenaars zullen er tusschenkomen voor 500 fr. M. de Voorzitter. Zekere dagbladen hebben beweerd dat de buurtspoorweg van Yper naar West-Nieuwkerke slechte zaken deed. De bewering hernieuwt zich alle jaren en alle jaren onderzoeken wij tot hoeverre zij gegrond isde waarheid is dat de weg gedu rig meer opbrengt. Ziehier de uitslagen der uitbating gedurende de laatste drie dienstja ren in 1898, was de rekening van 36.345 80 fr.; in 1899 van 43.243 85 fr. en in 1900 van fr. 44,771 53. Ziedaar waarme de men de beweringen van zekere dagbladen kan omver werpen. 2. Verslagen van aanbestedingenA) levering van borduren voor voorlanden. Het is zaak van borduren in 'c werk te leg gen aan de nieuwe voorlanden die in den omtrek der statie zullen gelegd worden. Het bestek was van 4,200 fr; drie inschrij vingen zijn ingediend geweest, wederzijdsch van 3,782 29 fr. 4,042 fr. en 3,868 fr. De eerste is deze van Mev. We Vonck die voor- loopiglijk aanneemster verklaard is. M. D'Huvettere vraagt of de aanbesteding beslissend zal blijven, zelfs in het geval dat de steengroef bankroet zou maken. M. de Voorzitter. Men moet hopen dat wij geen zulke misrekeningen meer zullen hebben. B) Levering van straatlantaarns voor de Veemarkt. Er zijn niet min dan zes liefhebbers ge weest. Het bestek dat beliep tot 1,096 fr, is overtroffen geweest door twee inschrijvin gen, de eene van 1,240 fr. de andere van, 1480 fr. De anderen waren van 1041 fr. 1064 fr. 1047 fr. en 1057 fr. De laagste komt van M. Tavernier. De Raad verklaart dien aannemer als toe- gewezene. (C) Riool der St Jacobstraat. Het is Mev. Roose-Dael die zal gelast wor den met dat wer k voor den prijs van 6,332 f. twee mededingers vragen 6.800 fr. Het be stek schatte de bouwing op 6,379 fr. Al de inschrijvingen gaven waarborgen van mini mum van dagloon. 3. Middelbare schoolRekening 1900. ontvangsten fr. 30,221-83 uitgaven 30,038-06 Overschot fr. 193-77 De uitgaven voor branding zijn merkelijk vermeerderd. Berekening is goedgekeurd. 4. Deelneming der Pompiers aan de feesten van Aalst. M. de Voorzitter doet eerst en vooral op merken dat er geene spraak is de stadshar- monie aan die feesten te doen deelnemen. Het College heeft aan den Commandant der pompiers eene begrooting gevraagd der kos ten; die officier stelt de bewilliging voor van een crediet van 450 tot 500 fr. Men zal de uitnoodigingen van Meenen en van Corte- marck afwijzen. Het College denkt dat het verkieselijk is dat maar een deel van het korps naar Aalst ga, 't zij een dertigtal leden, vier tamboers en twee officieren. In het toekomende zal men niet meer toelaten dat het geheele korps afwezig zijin geval van brand zou de reser ve geene ernstige diensten kunnen bewijzen. Het College denkt dat 250 fr. hulpgeld zul len voldoende zijn. M. Begerem is in 't geheel niet voldaan over deze schikking. Hij heeft betrouwen in de reserve en ziet niet waarom de pompiers niet allen de feesten van Aalst zouden bij wonen. M. de Voorzitter.Wij behooren bijna allen tot de reserve en ik geloof nochtans dat wij maar middelmatige pompiers zouden uitmaken 1 M. Begerem. Ik weet niet! [Gelach.) M. de Voorzitter. Men mag altijd vreezen dat er een brand uitberste; men heeft deze week een ongeval gezien, dat ge lukkiglij k niet groot was, door het on weder veroorzaakt. Welnu, het Coliegie begeert niet de zware verantwoordelijkheid op zich te nemen al de pompiers van de stad te ver wijderen. M. Begerem herinnert dat het pompiers korps van Aalst geheel en gansch naar Yper gekomen is en oordeelt dat men ten gunste van Aalst eene uitzondering zou kunnen ma ken aan den regel dien men zich voorstelt te volgen. M. de Voorzitter laat zich min bewegen door deze overweging dan door het vooruit zicht der verantwoordelijkheid welke hij als hoofd der politie zou te dragen hebbeu in dien een brand uitbarste gedurende de af wezigheid der pompiers. M. Bouquet dringt insgelijks aan op den dienst door Aalst aan Yper bewezen en M. Boone besluit dat, met den grondregel door het College gesteld, er geen middel meer zal zijn voor de pompiers uitstapjes te doen. -Neen, antwoordt M. de Voorzitter, het gansche korps zal de stad niet meer mo gen verlaten. Er zijn reeds tien mannen noodig voor de bewerking der ladder daar zijn er evenveel noodig voor eene pomp. M. Begerem stelt eindelijk voor eene af vaardiging van 40 pompiers te zenden verge zeld van de muziek. M. de Voorzitter neemt het cijfer van 40 mannen aan en scheidt het vraagstuk. De Raad voegt zich eenpariglijk bij dit voorstelde deelneming der stadsharmonie is verworpen; zij vindt maar vier voorstan ders. 5. Kerkfabriek van St. Maartens bud jet 1901. 6. Kerkfabriek van St. Jacobs-, reke ning 1899. 7. Kerkfabriek van St. Jacobs budget 1901. Deze drie nummers worden uitgesteld. M. D'Huvettere zou wenschen het ge dacht te kennen van de kerkfabriek van St. Maartens nopens het klooster der Arme Cla- ren. M. de Voorzitter verklaart dat hij reeds onderhandelingen gehad heeft met de leden der kerkfabriek maar dat het vraagstuk nog te onderzoeken is tusschen het College en de kerkfabriek. M. Fraeys, schepen Al wat ik kan zeggen is dat de kerkfabriek onderhande lingen zal aanknoopen met de stad. 8. Hospicen; Verkooping van gevelde sparren en boomen. De schatting was van 1285 fr; de verkoo ping heeft 1189 fr. hetzij in alles met de 10 °/0 er bij te voegen, 1307 fr. De verkooping en de staat der kosten zijn eenpariglijk goedgekeurd min twee onthou dingen. 9. Bureel van Weldadigheid verpach ting van onroerende goederen. Het Bureel vraagt de goedkeuring van het lasteukohier voor de verpachtingen van on roerende goederen welker pachten den 31 December 1901 eindigende oude prijs was van 6,775 fr.'t zij gemiddeld 55 fr. het ge- met. De goedkeuring is met eenparigheid toe gestaan M. D' Huvettere verzet zich tegen dat mis bruik welk bestaat in zich aannemer te ver klaren van de goederen van weldadigheids- besturen, dan eene vermindering van pacht prijs te vragen en te bekomen. M. Fraeys, schepen. Dinsdag 11. heb ben wij eene zeer belangrijke verpachting gehad, deze van eenen eigendom gelegen te Brielen. Welnu, de heer Voorzitter der Godshui zen heeft de zeer talrijke liefhebbers ver wittigd dat, onder geen voorwendsel, eene vermindering zou toegestaan worden. De eigendom was niet meer dan 55 fr. het het gemet waard; men heeft nochtans ge pacht aan 67 fr. de liefhebber heeft verklaard dat hij elders een stuk land, welk zoo goed niet was 70 fr. gepacht had. M. de Voorzitter bestatigt dat het wel- dadigheids'oestuur de wenschen van den achtbaren heer D'Huvettere voorkomen heeft. 10. Reglement, de tusschenkomst der stad voorstellende ten voordeele der inge schrevenen op de pensioenkas. Na lezing van een verslag van M. Struye, schrijft men bij het art. 4 het cijfer van 20 fr., voorbehouden tijdens de bespreking van over eenige weken, en men neemt het reglement in zijn geheel aan. 11. Groote wegen: hernieuwing van het plaveien der Rijselstraatomwerking der voordammen. M. de VoorzitterWij hebben lange onderhandelingen gehad met den Staat no pens de Rijselstraat. De Regeering stelde voor het plaveien der twee deelen van de Rijselstraat geheel en gansch te hernieu wen wij hebben gevraagd dat men zich zou bepalen met eene nieuwe bestrating te ma- ken in het 1° deel en het 29 te herstellen in vergelding hebben wij aangedrongen op de wederbestrating der Meenen- en Diks- muidestraten. De Regeeriug wil ons dit alles toestaan en is daarenboven geneigd beplan tingen te doen op de voordammen der Rijsel straat en Groote Markt (noordkant) op voor- —-r—nnr- «ismr».

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 2