Een waar woord
voor de katholieken.
Kiezerslijsten.
Lourdes.
Yzerwegen.
Een woordje over de Boerenzaak.
Financiën, van Spoorwegen en van Buiten-
landsche Zaken, en aan hunne welwillende
tusschenkomst zoo spoedig mogelijk eene op
lossing te vragen van de vraagstukken, door
de stellers van het verzoekschrift opgewor
pen.
De Verslaggever, De Voorzitter,
get. Em. FERON. get. J. de WINTER.
Het liberalism verdedigt de gods
dienstige vrijheid van alleman, hij
zij katholiek, of protestant of Israë
liethet liberalism eerbiedigt en be
schermt alle rechtzinnige godsdien
stige overtuigingen; het liberalism
eindelijk is de natuurlijke verdediger
van alleman die gekrenkt wordt, in
de uiting zijner godsdienstige gevoe
lens. Maar wat het liberalism uit al
zijne krachten bestrijdt, is het kleri-
kalism, de priesterheerschappij, en
al is het dat er onophoudende pogin
gen gedaan worden om, in het begrijp
van het volk, die twee gedachten in
malkander te smelten, is er een on
eindig verschil tusschen beide.
Het liberalism heeft voor leus; De
Burgemeester op het Stadhuis en de
pastoor in de kerk.
Het klerikalism heeft voor leus: de
pastoor overal meester, en de burge
meester de uitvoerder van pastoors
wil.
Het liberalism heeft voor doel: de
vrijheid!
Het klerikalism heeft voor doelde
dwingelandij
Wij willen in geene groote hoog
dravende beschouwingen geraken om
zulks te bewijzen, en wij spreken
liever tot uwe eigene ondervinding,
beste lezer.
Neem al onze buitengemeenten, de
eene na de andereen wat zien wij
Overal strijd tusschen katholieken,
met dit verschil:'t Is dat de pastoor
medespant, en werkt met den eenen
kant tegen den anderen.
Onderzoek welke maunen zich be
vinden langs den pastoors kantal
len brave menschen, wel te verstaan
die wat kwezelachtig zijn, flauw van
karakter, altijd gereed om ja te zeg
gen; die benauwd zijn van hunne
eigene schaduw: knikkers in een
woord. En waarom trekt de pastoor
partij voor zulke mannen? Heel een
voudig omdat hij zeker is van alles
meester ermede te zijn
Welke personen vindt gij nu langs
den anderen kant? Brave, verstandi
ge, onafhankelijke lieden, die wat
meer haar op hunne tanden hebben;
die desnoods durven spreken, en
die durven denken dat God aan den
mensch de kostelijke gave van het
verstand niet gegeven heeft opdat hij
het niet zoude gebruiken. En waar
om werkt de pastoor tegen zulke per
sonen? Omdat zij geene goede katho
lieken zijn? In 't geheele niet? Einde
lijk omdat zij geene jaknikkers zijn,
omdat zij te onafhankelijk zijn; om
dat zij gelooven dat, indien de pas
toor onder geestelijk oogpunt hun
overheid is, hij in wereldsche zaken
slechts hun gelijke is, en dat zij in
die zaken veel meer ondervinding
hebben dan de pastoor, die nog door
zijne opvoeding, noch door zijne stu
diën daartoe bereid is geweest. In een
woord, omdat de pastoor met hen
geen meester kan zijn.
Welnu, beste lezer, de eerste klas
van personen zijn klerikalen, de
tweede klas zijn liberalen; zij dragen
wel officiëel den naam niet, en zij
roemen er niet op, maar in den grond
zij zijn ware, oprechte, deugdelijke
liberalen. De klerikalen, wel is waar
door de ongodsdienstige beteekenis
die zij aan het schoon woord libe
raal vrijheidsgezind, gegeven heb
ben, hebben aan ons vlaamsch land-
sche volk er eenen zekeren gruw
voor ingeboezemd, doch in tijd van
kiezing laten de priesters niet van
luidop te verklaren, dat zij, die in de
stemming hunnen wil niet uitvoeren,
slechte katholieken zijn. En hier hebt
gij de daad zonder woord.
Korts vóór iedere kiezing wenden
zich honderden burgers tot de dag
bladen en tot de politieke associaties
omdat zij hunne kiezersrechten niet
bezitten of dat de kiezerslijsten hun
het juiste getal stemmen niet toe
schrijven. De kiezerslijsten van al de
gemeenten van het arrondissement
zullen van heden af kunnen geraad
pleegd worden in het lokaal der libe
rale Associatie, Seminariestraat.
De kiezers die bepaald op deze lijs
ten zullen ingeschreven zijn zullen
alleen mogen deel nemen aan de wet
gevende kiezing van Mei 1902.
De liberale Associatie gelast zich
kosteloos al de kiesreclamaties te
doen.
De heerzijde van het Mirakel.
Ik kom van Lourdes terug en ik maak er
geen spel aan om te bekennen, met meester
Zola en professor Pitres, dat ik wondere za
ken gezien heb, die zoo zij niet onuitlegbaar
zijn, toch tot hier toe nog niet uitgelegd wer
den.
Ik heb twee meisjes gezien, door rhuma-
tieke pijnen aangedaan, wier ledematen vol
knobbels en knopen waren, welke hare
krukken wegwierpen en ze in de grot hin
gen. Ik heb een lamme gezien, welke zijne
draagkoets verliet, om het heilig sacrament
te volgen. Nog beter ik heb eene kankerach
tige stervende zien opstaan, gaan en met for-
sche stem een bifteck met aardappelen be
stellen
Een zieke dienster, die met mij in den
trein reisde, en welke haar best deed om mij
te bekeeren, zegde mij: gij kunt nu niet meer
twijfelen aan de buitengewone gratiën, wel
ke de bermhertige Maagd wel wil verlee-
nen aan degenen, welke haar met een vurig
hart aanroepen. Gij zult niet nalaten van aan
de ongeloovigen te verklaren en te bevesti
gen, dat gij het schouwspel gezien hebt van
mirakuleuze geringen....
Genezingen, ja; mirakuleuze, neen.
Vooruit en vooral, zou het toegelaten zijn
zich af te vragen of die genezingen wel be
slissend zijn en duurzaam. In de ontwikke
ling van de tuberculoze kankerziekte
zijn er tijdperken, die aan den zieke uitstel
van pijn laten om hem daarna weer aan te
vattenen haar doodend werk te voleinden.
De lamme, weskwestie, kan te huis komen
de, plotselings dood vallen, en ik weet niet
of de twee rhumatieke meisjes, bij haren
terugkeer in Parijs, niet verplicht geweest
zijn, nieuwe krukken te koopen.
Dringen wij niet aan en laat ons het
beestje» niet zoeken; laat ons aannemen,
dat de genezingen wezentlijk zijn en duur
zaam. Wat is er daar mirakelachtig in? Ge
beurt het alle dagen niet dat een zieke, door
de doktors veroordeeld en verlaten, al met
eens zijne gezondheid terug krijgt? Onze ge-
neesheeren zijn niet onfaalbaar en dikwijls
hebben zij af te rekenen met geheimzinnige
onbekenden, die hunne ondervinding van
haar stuk en hunne wetenschap in de war
brengen.
Overigens is er in de genezingen van Lou-
des zelfs geene verrassing: de verschijnselen,
welke de priesters met zooveel behendigheid
exploiteeren, uitbaten zijn gekend, voorzien,
gerangschikt en geboekt. Men heeft duizen
den malen de wonderen gezien door de sug
gestie, ingeving, teweeg gebracht. Waarom
zich ver wonderen, wanneer de ontsteltenissen
der reis, de levenmakende berglucht, de
geestdrift, en de spanning van het zenuw
stelsel on vooral de verhitte zekerheid van te
genezen weldoende krisissen kan veroorza
ken?
Deze vijftig duizend zielen in gebed, in het
gezicht van deze in vuur zijnde grot, be
dwelmd, gehypnotiseerd door de straling van
ontelbare waskaarsen, brengende al hare
begeerten, al hare hoop, al hare krachten op
hetzelfde voorwerp, moeten eene onmetelij
ke electriscbe zuil vormen, waaruit zich eene
vloeistof losmaakt, machiig genoeg om bij
zonder gevoelige personen te ontroeren en te
galvanisfeeren. Het is geene uitlegging, die
ik geef, doch zoo ik mij niet bedrieg, 't is
wel in dien zin, dat men ze moet zoeken.
Het gebeurt zelfs, dat geneesheeren, niet
tegenstaande hunnen twijfel, zekere van hun
ne zieken naar Lourdes zenden, juist zoo als
zij ze een seizoen naar Vichy, Contreville,
Oostende en Spa zouden zenden doen.
Deze soort van behandeling door de men-
schelijke barnsteenkracht kan op hysterieke
wezen eenen weldoenden invloed hebben. In
dat opzicht, kan men Lourdes beschouwen
als eene der meest gekende, als eene der
krachtigste badsteden.
Indien het mirakel eene zekere schen
ding van de natuurlijke wetten veronderstelt,
is er dus niet mirakelachtigs in degenezin
gen van Lourdes. En de geestdriftige betoo-
gingen, welke zij doen ontstaan, het raas
kallend, zinnelooze geloof van deze vijftig
duizend bedevaarders, die met ééne stem en
uit ééne ziel den blinde en dooden hemel aan
roepen, de duivelsche razernij van haar
mysticism gesteltenis van degenen, welke
meenen rechtstreeksche betrekkingen met
God te hebbendoen nog meer het nietige
uitkomen van haar geloof en de klaarblijke
onmacht van haren God.
Want eindelijk, zoo die God bestond, wiens
almacht wij betwijfelen is hij niet bekwaam
om eens voor goed er ons een klaar, onbe
twistbaar bewijs van le geven? Kan hij
niet of wil hij niet?
Waarom doet hij de afgezette armen en
beenen niet wedergroeien? Waarom doet hij
de doode lichamen, waarvan men zich langs
den weg steelswijze, geheimzinnig ontmaakt,
niet weder levend worden? Waarom onder
de duizenden, die hem aanroepen, verleent
hij enkel zijne zuinige en arme gunsten aan
zeldzame uitverkorenen? Waarom is hij niet
g^ed genoeg om de vreugde en het geluk van
leven weder te geven aan deze erbarmelijke,
beschreielijke menschenlokken, welke de
witte trein wegsleept.
Merk overigens wel op, dat niemand dit
bepaalde bewijs zou eischen, zoo de geloovi-
gen de oprechtheid en onbeschaamdheid niet
hadden te bewaren het ons aan te brengen.
Al deze ziekten, al deze ongemakken, al
deze ellenden, volgens de bedevaarders van
Lourdes, 't is God die ze gewild heeft
Is deze lam, gene puistig't is een be
sluit van de voorzienigheidgij moet
er een bewijs in zien van de goddelijke wijs
heid en goedheid. Van dit standpunt uit
gaande is het niet onbeschoft zijn, schaamte
loos en heiligschendend God te aanzoeken zijn
eigen tegen te spreken, het onrechtvaardige
van zijne besluiten te erkennen, zijn werk te
yernietigen en te herbeginnen? Is het ten
gehoore van iedereen niet uitbazuinen, dat
al wat hij doet niet wel gedaan is? Indien hij
daarboven de gebeden hoort, die men hem
toezendt, moet hij die niet als beledigingen
aanzien?
God, die zoo vrijgevig het goede lijden
uitdeelt, moet wel weten welke zijne
inzichten zijn, en waarom hij beslo
ten heeft ons te doen lijden. En men
wil dat hij al met eens van gedacht veran-
dere en de eeuwige orde wijzige om een ge
bed te aanhooreu, dat eigentlijk eene belee-
diging is.
Want God bidden, dat hij het onmogelijke
zou doen om ons te genezen, is dat hem niet
vragen van te erkennen, dat hij miste, wan
neer hij ons ziek miek? Is het niet oneerlijk
en beledigend voor het opperwezen alzoo te
veronderstellen, dat het aan zijn eigen zei
yen ongelijk kan geven en opentlijk zijne
misgreep belijden?
Geene twijfelrede is tegenover de Godheid
zoo schaamteloos als deze openhartige, een
voudige spotternij. Op geene klaarder, door-
klinkender wijze zou men de volmaaktheid
en het bestaan van God kunnen loochenen.
En voor eenen christen, bekwaam om na te
denken is er geen lompere, onbeschoftere en
afschuwdlijkere goddeloosheid dan eene be
devaart naar Lourdes.
André Téry.
In de zitting van 20 November 1900,
vroeg M. Nolf aan den minister van spoorwe
gen, posterijen en telegrafen of hij het ver
trekuur niet kon vervroegen van den recht-
streekschen trein die Brussel verlaat ten 9
ure 30 naar Kortrijk. Die trein, zegde hij,
zou moeten in de statie van Kortrijk aanko
men ten 10 ure 30; dan zou hij de corres
pondentie geven naar Yperen, Roeselaere,
Doornijk, Ronse, enz, terwijl hij nu maar
dient voor de inwoners van Kortrijk alleen.
M. Liebaert, minister van spoorwegen,
posterijen en telegrafen, antwoordde in de
zitting van 27 December daarna
Het is mij onmogelijk te beslissen over
de uuraanwyzing aangeprezen door M. Nolf
vooraleer den uitvoeringsdienst gehoord te
hebben: De zaak zal onderzocht worden.
Wij beslatigen met voldoening dat de heer
minister van spoorwegen recht gedaan heeft
aan de vraag van M. Nolf. Inderdaad, vol
gens den Nieuwen offlcieelen Reisgids dien
wij komen te ontvangen, zal de rechtstreek
sche trein Brussel naar Koririjk, voortaan
ten 8 ure 56 vertrekken om in de statie van
Koririjk aan te komen ten 10 u. 39 en cor
respondentie te geven aan den trein die ten
9 u 43 te Yperen aankomt.
Het openbare gevoel jubelt over de nieu
we overwinningen door onze broeders in
Zuid-Afrika behaald, en bewonderend zien
wij tot hun heldenmoed en hun geloofs
vertrouwen op.
Maar ook brengt ons het medelijden nog
eens samen met de ellende hunner vrouwen
en kinderen, die alle beschrijving te boven
gaat.
En aan dat medelijden paart zich diepe
verontwaardiging over Engeland's handel
wijze tegenover het volk der Boeren.
Verontwaardiging hierover, dat eene
christen-natie, zooals Engeland zich acht,
tot zulk eene diepte zinken kan als blijkt
uit de proclamatie van Kitchener, die se
dert den 15 September in werking is ge
treden. Verontwaardiging hierover: dat de
andere natiën het onrecht aanzien zonder
blikken of blozen. Verontwaardiging hier
over, dat men in het land onzer Noorder
buren samenkwam om te bepalen dat de
geschillen tusschen de volken langs vrede-
lievenden weg zouden beslist worden en de
oorlogen die altijd onmenschelijk zijn
toch op zoo min onmenschelijke wijze als
mogelijk is, zouden gevoerd worden en nu
toch in dezen oorlog alle menschelijkheid
met de voeten worden vertrapt. Veront
waardiging hierover, dat het Volkenrecht
en de oorlogsgebruiken bij beschaafde vol
ken nog steeds van kracht, door Engeland
worden geschonden, en men in de 20,te
eeuw onzer jaartelling oorlog voert, zooals
alleen in de tijden der barbaarschheid moge
lijk werd geacht.
Elkeen weet wat de hierboven vermelde
proclamatie beveeltAlle Boeren moeten
uit hun land verdreven worden en van hun
ne eigendommen beroofd 1Maar daarmede
zjju de Engelschen reeds zoo lang bezig l!
Het schandelijkste is dat het nu openlijk
proclameert voor de ooren der gansche
wereld, dat het recht meent te hebben zóó
te handelen. En de wereld hoort het
en zwijgt
Stelt u het volk der Boeren voor, strij
dend voor vrijheid en recht en behandeld
als schelmen.
De vrouwen en kinderen bij elkaar ge
jaagd als vee in omheinde kampen, waar
het hun aan alles ontbreekt 1
Ziet die moeders, schamel gekleed, gebo
gen over hare kinderen, hare zuigelingen,
die uitteren en den hongerdood sterven, tot
geraamten vermagerd 1
Ziet dat land, waar de mannen en jonge
lingen vogelvrij verklaard, vrouwen en
maagden onteerd worden, hoeven verbrand
het vee gestolen en de oogst vernield wor
den. Is er dan in de 20ste eeuw geen recht
meer? zoo vraagt en a}s weerlooze jam-
Ti m q