TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en liet Arrondissement. EENDRACHT MAAKT MACHT. FEisJ 3 MANIFEST VAN HET MARNIXCOMITEIT VERSPREIDING VAN GEDACHTEN VAN REGHT ËN VRIJHEID. Volksvertegenwoordigers. Vijftiende jaar Zaterdag 30" November 1901. Nummer 48. LEEST O^ZEIsT FEUILLETOIT. Militaire kwestie. Kamer van In China. 't Is proper. Eene zonderlinge bescherming. STADSNIEUWS. Stadswater. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden i fr. Annoncen: 15 cent Sper drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij un onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. TOT Zitting van 21 November 1901. Verklaring gedaan door M. Nolf, in zijnen naam en in den naam van verscheidene zijner vrienden, nopens het amendement Lorand. Het amendement Lorand beeft in de zit ting van 21 November 1901 aanleiding ge geven tot eene woelige woordenwisseling. Dit amendement luidde als volgt Art. 1. Wanneer het vaderland in gevaar is hebben al de burgers voor plicht mede te werken tot zijne verdediging. Om in staat gesteld te worden dien plicht te vervullen, moet alle gezonde Belg, in vredes tijd, een jaar persoonlijken militairen dienst doen, terugroepingen medebegrepen, besteed tot het aanleeren der kennissen en der hoeda nigheden van den soldaat. De opstellers van het amendement vroe gen de stemming per afdeeling op de eerste zinsnede, luidende als volgtWanneer het vaderland in gevaar is, moeten al de bur gers medewerken tot zijne verdediging. M. Nolf heeft gemeend zich bij die ziens wijze niet te kunnen voegen en heeft het gezegd in de volgende bewoordingen M. Nolf. Ik beweer mijne stem en deze van eenige mijner vrienden te wetti gen, nopens het amendement aangeboden door den achtbaren heer Lorand. Indien het er maar op aankwam te stem men over het princiep aan 't hoofd van het amendement ingeschreven dat wanneer het vaderland in gevaar is, al de burgers ver plicht zijn tot zijne verdediging mede te werken, zouden wij niet aarzelen eene be vestigende stem uit te brengen. Maar om op de toepassing van dit prin ciep te komen, somt het achtbare lid eene reeks schikkingen aan waarvan eenige ons voldoening geven, waarvan eenige ons schij nen te moeten verworpen worden. Wij zijn t'akkoord met bet achtbare lid om de loting en de plaatsvervanging af te schaffen en om den persoonlijken dienst plicht in te stellen. Wij denken insgelijks dat het noodig is den duur onder de wapens te verminderen op den stipt noodtgen tijd om de opvoeding van den soldaat te maken en eene zekere schadeloosstelling toe te staan aan de militianen die in regimenten van langdurigen dienst ingelijfd zijn. Wij zouden dezen willen zien vergelden die zouden geroepen zijn om de werking der bijhoorige en bestuurlijke diensten te ver zekeren. Eindelijk wij zijn van gevoelen dat maatregelen zouden moeten vastgesteld worden om tot een goede lichting der ka ders te komen, alsook om de militaire op voeding der jeugd te maken. Maar wij vreezen dat het amendement door hel achtbare lid voorgesteld, afgezon derd van de schikkingen die het volledigen en er de toepassing van regelen, ons leiden tot uitslagen die wij niet zouden kunnen aannemen. Wij willen het land geen werk zaam leger, sterker in mannen, opdringen dan dat, welk naar het gevoelen der mili taire overheden voldoende geoordeeld wordt voor de nationale verdediging en het be houd der orde. Het stelsel der beperkte lichting beant woordende aan de huidige noodwendighe den, denken wij dat het dient behouden te worden, behalve zijne toevlucht te nemen tot eene rechtvaardiger en verstandelijker wijze dan de loting: zooals de uitbreiding der oorzaken van vrijstelling, namelijk ten voordeele der talrijke huisgezinnen, waarvan men geen overdreven getal van zonen meer zou eischen en van behoeftige huisgezinnen aan de welke men geen nood zakelijken steun meer zou kunnen ontrukken. Wij zullen ons dus onthouden. De missionnarissen-plunderaars. Sedert eenige dagen houdt de drukpers zich bezig met het'verslag door den generaal Voyron, opper-bevelhebber van het fransch expeditiekorps van China, aan zijn gouver nement gedaan, tijdens de laatste gebeurte- niss: n. Er wordt in dat verslag gezegd dat de fransche soldaten medegesleept zijn geweest om stelselmatig en in massa te plunderen voor de rekening der missiën op het ingeven en onder de geleide der missionnarissen. De opperbevelhebber voegt er bij De missionnarissen, zeker goed inge- licht, kwamen naar het Paleis van Prins Li in den morgend van den 27. Zij hwa- men er toe met een veertigtal harren en twee a drie honderd inlandse he krist e- nen, als coolies aangeworven, en bc~ gonnen alles stelselmatig te doorsnuft e- ten. Zij namen zilveren staven en vergader- - den alzoo eene belangrijke som. Zij deden zich in dit werk helpen door soldaten en matrozen, staande te Peï-Hang, wien zij ah gratificatie, afzonderlijk chèquen gaven ter waarde van 2000 fr. op de zusters van St. Vencenlius-a-Pauto, in Frankrijk. De fransche klerikale dagbladen; zooals le Gaulois, l'Autorité, enz., het schandelijk gedrag hunner missionnarissen-plunderaars niet kunnende verrechtvaardigen, roepen: Hoe kan dat vertrouwelijk verslag in de handen gevallen zijn van afgevaardigden en dagbladschrijvers?'t Is hatelijk, afschu welijk. Het moest in de geheimste kassen gesloten zijn. Breekt men dan in in onze ministeriën? 't Is al wat de fransche klerikale drukpers weet te antwoorden op die beschuldigingen I Allen huichelaars, dieven en bedriegers 11! Op het oogenblik der toepasstng van de wet ^p de kloosters, komt zekere Pivert, eertijds veroordeeld tot 20 jaren dwang arbeid voor diefte, zich als gevangene over te geven. Hij was sedert zeven jaren in een klooster van Rennes gevlucht. Indien men wist wat er in de kloosters al omgaat!!! 't Is proper Het is over het algemeen aangenomen dat sommige kasteelheeren en grondeige naars hunne eigendommen doen bewaken, om het wild: hazen, konijnen, fazanten, lijsters, sneppen, waterhoens, enz. te be schermen tegen de strooptochten der pense jagers. Met dit doel stellen zij mannen aan, jachtwachters genoemd, die de jacht van hunnen heer en meester bewaken en alzoo de vernieling van het wild beletten, ofschoon noch haas, noch konijn, noch fazant enz. aan iemand toebehoort. Indien de jachtwachters zich vergenoeg den met hunDen dienst te doen en alle schade te beletten, zou men er nog over kunnen; maar wij komen te vernemen dat, in vele gemeenten, zij niet alleen de wildstroopers trachten te verdrijven, te vervolgen en te doen straffen volgens de wet, maar dat zij er op schieten en het leven van een stuk wild boven dat van eenen rnensch zetten. Als die mannen op hunne nachtronde zijn, loeren zij overal of zij geene stroppen, licht bakken of verdachte jachttuigen vinden die de nabijheid van eenen wildstrooper aan kondigen, en zoohaast er een den top van zijnen neus laat zien. paf!.... zij schieten er op alsof hetzelve een wild beest ware. In sommige gemeenten, welbekend, drij ven zij hunne dwingelandij nog verder Zij schieten onmeedoogend op al de honden en katten die zij over het land zien loopen en berokkenen alzoo vele schade aan de land bouwers, die noch honden noch katten af richten om het wild te vangen. Dit alles straffeloos. Het is niet genoeg dat de landsman zijne vruchten ziet verdelgen door hazen of konij nen zonder dat hij het recht hebbe op die dieren te jagen, hij moet nog zijnen hond of zijne kat, die nochtans nuttige huisdieren zijn, zien aan den hals brengen door die zoogezegde wildbeschermeis. Er dienen maatregelen genomen te wor den tegen die misbruiken der jachtwachters, (die zelf bijna allen gewezen wildstroopers zijn) en somtijds, onder voorwendsel van hunnen dienst te doen, gebruik maken van hunne vuurwapens om eenen vijand nêer te te vellen of te benadeelen. Welnu, als het wild maar kan beschermd worden ten koste van menschenlevens of ten kóste van nuttige en onmisbare huisdieren, zou men veel beter doen van die bescher ming af te zien, want het leven van eenen mensch is meer waard dan al de hazen en konijnen die in de bosschen loopen. Een landman. Aan de boeken der bijzonderste straten is, sedert acht dagen, een bericht aangeplakt bij hetwelk Burgemeester Colaert kenbaar maakt dat er nog slechts drie uren per dag water kan gegeven worden; de inwoners uitnoodigt het gebruik er van te bepalen op het strikt noodzakelijke en verbiedt 't water der waterleiding te gebruiken voor het kui- sciien van voorlanden en straten. Ziedaar! wat iedereen, van den beginne af voorzeid en voorzien heeft, gebeurt en zaj dikwijls gebeuren. Met het oud stetsel was er nooit geene schaarsheid van water; met naraMftft» HET WEEKBLAD n—1I»I'—ini-U-_jMLmn_Miw.li i———li MntiTTriTTTmi-rrrTir-rr 5ü2rcnB5ZS2EïZ2aSZS3K TEGEN DE

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 1