ONVERDRAAGZAAMHEID! Terugkomst van M. Surmont. Maak uw pakske, M. Golaert. Sterfgeval. Het bal van den wereld lijken schoolpenning. Maatschappij der burgerwacht. burgerstand 386 kubieke maters in eene pressing geven de die tot 22 meters hoogte op de nedemarkt kan gaan. Zonder nogtans op dit cijfer te mogen rekenen, is de pressing echter vol doende, om in meest al de voorkomende ge vallen de pompen niet te moeten gebruiken in geval van brand. Nevens den watertoren heeft men nog drie bassins of waterkommen die te samen een voorraad kunnen inhouden, om gedurende elf dagen en halfdestadte bedienen. De pressing zou daarenboven kunnen benuttigd worden om de straten en openbare plaatsen van electrieklicht te voor zien. Dit alles was zeer schoon op het papier, maar och Godgeheel anders in pratiek 1 Het bleek inderdaad, dat al deze schattin gen en opgegevene hoeveelheden misrekend onnauwkeurig en ver beneden de wezenlijk heid waren. De Ingenieur Timmerman scheen zelf van zijn werk niet al te zeker te zijn, vermits zijn verslag voorhoudt dat, bij schaarsheid van water, men het waterkasteel zou moe ten verbinden aan de vestingswallen. Hij had ook niet voorzien dat de machiene da gelijks van 100 tot 115 kubieke meters wa ter zou verkwist hebben, dat de inhoud van den reservoir van zelf zou afgeloopen heb ben in 4 of 5 uren tijs, en dat onze knappe brandweermannen, in hunne zondagsche oe feningen met de spuiten, er zoo veel tegen de muren en op de daken zou verspild heb ben ter bewondering van den onnoozelen hoop Dit alles te zamen gerekend maakt eene aan- zienelijke hoeveelheid kubieke meters water uit, die verloren gaan en onttrokken zijn aan de 12000 inwoners die met het nieuw stelsel bevoordeeligd zijn. Wordt voortgezet.) Het gerucht van het ontslag van minister van Nijverheid en Arbeid en der terugkomst naar Yperen van M. Surmont blijft voort durend in omloop. Wij zouden geneigd zijn het te gelooven sedert vier of vijf dagen zijn de papieren weggenomen die de vensters bedekten op het verdiep van het huis van M. Surmont, Rijselstraat. De vensterluiken blijven niet temin dicht gesloten, gelijk zij het geweest zijn sedert februari 1900. Binst de twee jaren dat M. Surmont in het ministerie is geweest, heeft hij niets, volstrekt niets gedaan voor de stad Yperen en voor het arrondissement. Hij is aan zijn eenvoudigsten plicht te kort geble ven. De invloed dien hij moest hebben in den Raad der Kroon zou moeten ten dienste zijn gesteld geweest van ons arrondisse ment. Welnu dit werd gelijk vroeger, stel selmatig verwijderd gehouden van het gou vernementeel manna, 't Is een verwijt dat wij M. Surmont zeer dikwijls zullen doen. Alfons Vandenpeereboom verstond anders zijne plichten. Ongelukkiglijk zijn de tijden veranderd en de menschen ook Den 9 December 1900, tijdens het banket dat het Gemeentebestuur het Pompierskorps TEGEN DE Manifest van het Marnixeomiteit Verspreiding van Gedachten van Recht en Vrijheid. Oorlog aan de Israëlieten, protestanten en vrijdenkers. Overigens, deden de priesters, zich bij de eerste Republiek aansluitend, vrede hebbend met de Verklaring der Rechten van den Mensch, den eed van vrijheid en gelijkheid afleggend, niet mêe aan werkdadige poli tiek? Kon het beletten dat, tijdens de her stelling van het koningdom, tusschen het zelve en de Kerk eene nog nauwer vereeni- ging tot stand kwam dan ooit het geval was vereeniging die zich kenmerkte door de moorderijen van het wit schrikbewind? Pater Maumus geeft (bl. 27) lucht aan zij ne bewondering voor paus Clement VI om dezes tusscheDkomst toen, in 1348, Joden dwaas vermoeden dat zij de fonteinen had- aanbood, ter gelegenheid van het St0 Bar door Christenen werden vermoord op het barafeest, liet M. Surmont reeds in zijn heildronk zijne terugkomst naar Yperen voorzien als Burgemeester. Het deerlijk ge zicht dat M. Colaert trok, die in dit banket tegenwoordig was, is nog in het geheugen van al de genoodigden. De Burgemeester die zich tot dan toe onafzetbaar waande, moest zich wel aan de wezenlijkheid onderwerpen: hij was inderdaad maar een Burgemeester mortjepaaier. Nu moet M. Colaert zijn pakje maken en zijne sjerp aan M. Surmont wedergeven. Al met eens ondergeschikte woorden, 't is hard1 Maar ook leert de katholieke gods dienst niet dat, wanneer men ergens eenen schop krijgt, men moet kunnen lijden en zwijgen!!! 't Is gelijk, er zyn van die toestanden welke de waardigheid van een mensch belet te verdragen Dinsdag 11. had alhier de plechtige begra ving plaats van den diepbetreurden heer Alfons Verduyn, oud-onderwijzer, bestuur der der stadsschool voor knechtjes. M. Verduyn had de achting en de vriend schap weten te winnen zijner stadsgenooten ook waren dezen in groot getal in zijue be grafenis aanwezig, want iedereen hield er aan eene laatste hulde te bewijzen aan den man die zich altijd zoo gewetensvol van zij ne plichten gekweten had, van hem, die ie ders gunst, zoowel van den kleine als van den groote had weten te winnen. Twee lijkreden werden op zijn graf uitge sproken, de eene in 't vlaamsch door M. R. Cordenier, onderwijzer in de stadjongens- school, de andere in 't fransch door M. De- leu, hoofdonderwijzer te Meesen. Mijne Heeren, In de stad Mainz alleen doode men er twaalf duizend. De schrijver blijft bij zijne bewondering: niet een oogenblik denkt hij er aan te jam meren omdat de paus niet vroeger kon of wilde tusschenkomen; omdat hij de ver schrikkelijke slachting niet kon of wilde voorkomen; omdat dechristene bevolking in de ketterij van het geweld verviel, aange moedigd door het noodlottig voorbeeld der kerk die zich, sedert meer dan twee eeuwen, aan dergflijke ketterij schuldig maakte. Op het einde der XII0 eeuw, namelijk steunde paus Lucius III op een uittreksel van het Evangelie volgens Sint Jan om de straf van den brandstapel, den ketters voor- behouuen, te rechtvaardigen. Dan kwam paus Innocentius III, de ziel van den kruis tocht tegen de Albigenzers. Vervolgens Gre- goriut IX en Innocentius IV die aan de chris- tene wereld de schrikbare wetgeving der heilige inquisitie oplegden. Sprekende over de verdraagzaamheid der kinderen Israels voegt Pater Maumus erbij (blz. 29); Zijn wij niet bij rechte te ver langen dat de Israëlieten, evenals in 1807, zicht herinneren wat de Kerk voor hun deed? Dat zij dus vermijden hunne macht en in vloed tegenover de katholieken te misbrui kenDe geleerde Dominikaan, in zijn geschiedkundige studiën verslonden, weet dus niet water tijdens de laatste jaren in zijn land gebeurde. Hij die den Joden beza- digheid aanpredikt, weet niet dat de christe nen menigmaal door Joden werden geholpen; hij kent, tusschen meer andere aan te halen gebeurtenissen nog, de schrikkelijke brand ramp niet die, in de Jan Goujonstraat, tijdens een uitsluitelijk katholiek weldadigheids feest zooveel slachtoffers maakte en tot wel ker leeniging eene rijke Israëlietsche vrouw, de barones de Hirsch. de lasteringen en be- leedigingen versmadend hare geloofsgenoten dagelijks door eene vuige drukpers in het gelaat geworpen, een millioen gaf. Pater Maumus die den Joden gematigd heid met de Christenen aanraadt, weet niet dat het de Katholieken zijn die de Joden na jagen, vervolgen en uithongeren omdat zij de geloofsgenooten zijn van eenen onschuldi ge, valsch beticht en onrecht waardig ver oordeeld. W. v. Messieurs, Wij vernemen met genoegen dat het Co- miteit van den wereldlijken schoolpenning een gemaskerd bal zal inrichten ten voor- deele van dat liefdadigheidswerk, dat zal plaats hebben op 9 Maart, Zondag van Halfvasten, Kaarten zijn voorop te bekomen bij den heer Deweerdt, Rijselstraat, bij al de Com missarissen van het Comiteit en in de vol gende koffyhuizen De Gouden Spoor, Café du Uiroir, Zilveren Hoofd, Klein Yper en Café de commerce, aan 1 fr. voor de heeren en 50 centiemen voor de damen. De kaarten aan het bureel genomen kosten 1 fr. 50 voor de heeren en 75 centiemen voor de damen. Schieting van 6 Maart 1902. Gewone Schieting. FolJulien 25 25 25 25 25 125 FroidureRob. 25 25 20 25 25 120 ButayeE. 20 25 20 25 25 115 Ommeslagh 20 25 25 20 25 115 Begon 20 25 25 20 25 115 Vermeulen H. 20 25 20 25 20 110 Deweerdt 25 20 25 20 20 110 van den 28 Februari tot den 7 Maartl902. Geboorten. Dubois Agnes, Paddepoelstraat. Denaegel Victor, Doorgangstraat. Coppens Rachel, Hondstraat. Vandenabeele Cyrillus, Rijselsteenweg. Dewitte Robertus, Dixmudesteenweg. Vermeulen Valerius, Moscoustraat. Goemaere Albertus, zaalhof. Callewaert Mauricius, Bukkerstraat. 4 TOT (9* Vervolg.) Wij aanzien het als onze plicht op dit droevig oogenblik, hier bij dit gapend graf, waarin een der verdienstelijkste mannen voor altijd neergela ten is, namens het onderwijzend personeel der stadsjongensschool, eene laatste, openbare en wel gemeende hulde te brengen aan den diepbetreurden heer Alfons Verduyn, den goedhartigen ambtge noot, den uitstekenden oud-schoolbestuurder, den braven burger, wiens onverwacht afsterven, wij allen terecht en innig betreuren. In de Normaalschool reeds muntte hij uit door gewetensvolle plichtsbetrachting, door zijn min zaam karakter en zijn stil, eenvoudig en voorbeel dig gedrag. Dat vernamen wij uit den mond van meer dan een zijner oud-studiemakkers. In 1862 trad hij op als hulponderwijzer bij onze stadsjongensschool, waar hij zijue lange en heerlijke loopbaan begon. Door zijnen ijver, zijnen vlijt, zijnen takt en zijne stiptheid in het uitoefenen zij ner bediening wist hij de liefde zijner leerlingen, de achting en het vertrouwen zijner oversten te winnen. In 18T9 werd hij door het Gemeentebestuur ge roepen om de school te besturen, waaraan hij werkzaam was en waar hij reeds zooveel goeds gesticht had. Nu is zijn heilzame werkkring rui mer, het veld, waarop hij met zooveel goeden uit slag werkte, uitgestrekter. Het is ook van dien dag af dat de veelzijdigheid van zijn vernuft als opvoeder doorstraalt. Hij omvat zijne geliefde leer lingen en zijne hulponderwijzers in hetzelfde gevoel van hartelijke toegenegenheid en liefde. Hij bemint ze allen evenzeer. Het geluk van de eenen, zoowel als dat van de anderen ligt hem nauw aan het hart. De kinderen, aan zijne zorgen toevertrouwd, be den vergiftigd, en aldus de zwarte pest Had den veroorzaakt. jagende hij immer met eene echt vaderlijke goed heid, niets anders beoogende dan hun heil, hunne lichamelijke, zedelijke en verstandelijke ontwikke ling en volmaking; niets anders verlangende dan hun den rechten weg te wijzen en hen op te leiden tot brave, eerlijke en deftige burgers, tot nuttige leden der samenleving. En met welke toewijding steunde hij de pogin gen zijner onderhooorigen Immer was hij bereid hen met raad en daad bij te staan, hunnen moed op te beuren in de oogenblikken van neerslachtigheid. Hoe graag stelde hij zijne rijke ondervinding ten dienste der jonge onderwijzers, die onder zijn be stuur werkzaam waren. Velen van ons zijn aan hem onze practische opleiding als onderwijzer verschuldigd. Gestadig streefde hij er naar zijne school tot eene modelschool in te richten en zijne hulponderwijzers derwijze te bezielen, dat zij toon beelden worden moesten. Plicbt was steeds voor hem een heilig woord, een heilig iets I Plicht was de drijfveer en het doel van al zijn doen en laten. Wij getuigen het hier gaarne, zelden ontmoet men mannen gelijk de heer Verduyn, die den moed hebben alles voor den beroepsplicht ten offer te brengen, bij zooverre dat bij hem alle gedachte van zelfopoffering verdween en plaats maakte voor de innigste en wezenlijkste voldoening, die hij in zijn leven smaken mocht. Hij heeft ons schoone voorbeelden nagelaten. Geen huurling was hij, maar een trouwe, groot hartige werker en strijder voor het goede. Zooveel verdienste mocht en kon niet onbeloond blijven. Ook stond Z. M. de Koning hem het Bur ger Kruis van le klas toe voor bewezene diensten aan het Openbaar Onderwijs. Nooit prijkte dat eereteeken op eene waardigere en verdienstelij kere borst. Ja, duurbare Oud-Bestuurder, uwe dood is voor ons, die u zoozeer vereerden en beminden, eene wreede, hartverscheurende tijding geweest. Gij wist ons allen tot u te trekken door uwe grenze- looze verknochtheid aan de opvoeding der jeugd, door uwe openhartigheid en door uwen liefderij ken aard. Ootmoedig, van nature lieftallig en hulpvaardig, zonder de minste verwaandheid, uwe verdienste en bekwaamheid schier onbe wust, vriend der waarheid en toonbeeld van rechtschapenheid, dienstwillig zonder berekening, waart gij een edelhart, een heldere en rijkbegaal'de geest. Is het dan een wonder dat gij bij ons in zulke hooge achting stond, dat wij u, in menige omstandigheid als onze leidsman en als de vertrou weling onzer wederwaardigheden verkozen Maar was de heer Verduyn een voorbeeldige on derwijzer, een knappe bestuurder, hij was tevens een goed burger. Gezellig in zijnen omgang, ver wierf hij de liefde en de achting van allen, die hem kenden. Zijne burgerdeugd evenaarde zijne toe wijding aan de jeugd. Hij was tevens een man van wilskracht en overtuiging. En voor de zijnen was zijne liefde onuitputte lijk. Wij waren meermaals getuige van zijne onbe grensde genegenheid voor gade en kinderen, van zijne groote bezorgdheid voor hunne toekomst, hun geluk en welzijn. Wat al huiselijk genot was daar niet te vinden; m6t welke verknochtheid en toewijding schiep hij, vooral sedert hij de zoowel verdiende rust genoot, om zoo te zeggen, een ver- standelijkeu dampkring in zijn huisgezin, terwijl hij alles in 't werk stelde om den huiselijken aaid lief en aangenaam te makèn. Maar de onverbidde lijke dood is gekomen en dat alles is als eene scha duw verdwenen I Ja, ween, diepbeproefde gade; uwe tranenzijn maar al te billijk. Benijdenswaardig was uw lot aan de zijde van dien beminnenden echtgenoot, die steeds bereid was alles aan uw geluk op te offeren. Weent ook gij, bedroefde kinderen; gij verliest den besten der vaders, die immerom uwe toekomst bekommerd was. Vergeet nooit dat zijne laatste gedachte voor u geweest is, want hoe menigmaal zegde hij ons: Als zij hunne toekomst verzekerd zien, dan mag ik gerust het hoofd neerleggen. Wij ook, wij voelen den boezem geprangd en het hart benepen; want wij verliezen den trouwsten raadsman, den goedhartigsten bestuurder en den edelsten vriend I Vaarwel dan, edelmoedige Oud- Bestuurder, dat uw stoffelijk overschot zacht ruste in den schoot der aardel De dood heeft u ons wel kunnen ontrukken, maar wat hij niel venna dat 'is uw aandenken uit ons geheugen wisschen. Vaarwel I vaar eeuwig wel Yper, 4 Maart 1902. R. D. Cordenier. Au nom des instituteurs du canton scolaire, et principalement du cercle des conférences d'Ypres, je viens exprimer, au bord de oette tombe, les sentiments qui nous animaient a l'égard du sym- pathique collègue qui, beaucoup trot tót, hélas I vient d'ètre enlevé de ce monde. Une autre voix que la mienne a déja dit les mé rites de M. Verduyn comme instituteur et direc teur d'école, et les efforts qu'il n'a cessé de faire pour maintenir a Ia hauteur du progrès l'ensei- gnement donné dans l'école primaire communale d'Ypres, qu'il dirigeait avec autant de science que de tact. Dans les rapports que nous avons eus avec lui pendant des années, nous avons toujours trouvé en M. Verduyn un collègue plein d'aflfabilité et de bienveillance, qui, loin de se braver de l'excellente organisation de sou école, savait apprécier le tra vail fait par d'autres, se trouvant dans des circon- stances plus difficiles, et. no pouvant arriver qu'avec peine aux résultats qu'il pouvait obtenir. Toujours prêt h communiquer a ses collègues les fruits de sa riche expérienee et de ses essais sur le terrain pédagogique, il savait a l'occasion reconnaitre ce qu'il trouvait d'excellent chez d'au tres et en faire son profit. Dans nos discussions aux conférences, M. Ver duyn, tout en se montrant toujours plein de cour toisie pour chacun de ses collègues, savait le plus souvent présenter des arguments décisifs, aux- quels généralement tout le monde finissait par se rallier. Conservateur du musée scolaire cantonal, il se distinguait par le soin avec lequel il classait mé- thodiquement et entretenait en bon état tous les objets qui s'y trouvaient. II prenait un véritable plaisir a faire voir aux visiteurs le mérite des collections; il connaissait les qualités et défauts des divers appareils, et se mettait volontiers a la disposition des instituteurs et do leurs élèves pour les éclairer sur leur valeur et leur en montrer le fonctionnement. Attaché corps et ame a l'école, il l'était aussi au corps enseignant dont il était un membre si dis- tinguéil aurait voulu que tout instituteur put être considéré avec une soi te de respect par la population dont il élève et instruit les enfants; pour cela, il estimait particulièrement les institu teurs qui savaient en imposer au public par une conduite toujours digne et comme par une certaine extension de l'autorité et de la confiance qu'ils savaient acquérir dans leur classe. Nous perdons en M. Verduyn un homme qui a rêvé toute sa vie le relévement de notre profession, et qui n'a cessé de y travailler. Aussi, nous saluons avec respect la dépouille de eet ami sincère et dévoué, et nous lui disons, le cceur plein de regret et d'émotion: Adieu, cher collègue, adieu I F.-J. Deleu.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1902 | | pagina 2