Dynamietaanslag Volksvertegenwoordiger M. Verhaegen Kamer van V olks vertegen woordigers Redevoering van M. Nolf. STADSNIEUWS. Liberale Associatie Rekening en begrooting der Hospicen. mijne reden dat op die manier de boeren dom zijn als zij nog voor de katholieken stemmen. Ik voor mij, mijnheer, ik zal uwen raad volgen en op 25 Mei aanstaande voor de lijst van M. Ernest Nolf stemmen. bij den te Gent, Groote schade. Een gansche wijk van Gent werd maan dagavond rond 9 u. 45 m. in opschudding gebracht door een dynamietaanslag, gepleegd op de Begijnhoflaan, tegen de woning van M. Arthur Verhaegen, klerikaal volksver tegenwoordiger voor Gent-Eecioo. Eene bom was aldaar gelegd geworden. Het uitwerksel der ontplofling was zeer hevig. De ruiten der woning werden ver brijzeld, deuren en ramen erg beschadigd, terwijl de dynamiet groote verwoestingen had aangericht op de kamers van het gelijk vloers. Gelukkig bevond M. Verhaegen zich op dit oogenblik met zijne familie in een ver trek, uitgevend op den koer, zoodat hij en de zijnen slechts leden door de ontroering. De politie werd dadelijk over den aanslag verwittigd, evenals het parket dat denzelf den nacht reeds zijn enkwest begon. Uit dit onderzoek blijkt het reeds dat ge- buren eenige stonden voor de ontploffing, drie kerels bemerkten die ijlings heenvlucht- ten. Zij veronderstellen dat het de schuldi gen waren en liepen ze na doch konden die personen niet inhalen. Het gerucht van den aanslag verspreidde zich dadelijk door de stad en duizenden per sonen snelden toe, dezen nieuwen en laffen aanslag afkeurende. Natuurlijk, na de dyna- mietaanslagen van Binche, La Louviëre, Thinéon, Wellin, enz. is de opschudding zeer groot. Nadere bijzonderheden. Een gat is door de ontploffing, van onder aan de ingangdeur gemaakt, van een deci meter vierkant en een deel van het onderste paneel der glazen portaaldeur is gebroken. Een der meiden bevond zich in de vesti- buul, wanneer de ontploffing plaats had. Zij heeft het vlammend poeier gezien in het voorportaal in stukken vliegen. Zij had juist de brievenbus gelicht. Te 10 ure was de doorgang voor het huis van M. Verhaegen door de politie verboden. Het parket is spoedig ter plaats gekomen. Het omhulsel der kardoes is gevonden, welke aan het gerech is overgeleverd. De heer Verhaegen was eenige minuten voor de ontploffing tehuis gekomen. In het huis van den heer notaris Nowé zijn ook ruiten gebroken. De slag is zeer verre gehoord en een groote schrik heerschte in den omtrek. Een jongeling is aangehouden. De reden zijner aanhouding is niet gekend; hij zat omtrent het uur van den aanslag met de kaarten te spelen bij Bisard in de Brand straat. De professor-scheikundige M. Swartz zal onderzoeken, waarmede de kardoes geladen was. Dat dit geval eene groote opschudding te weegbracht kan men denken. De aard van het springtuig is nog niet ge kend. Men weet nog niet of het eene kardoes of bom is geweest. Het was geplaatst aan den rechterhoek der ingangdeur. Bij de ont ploffing, die een vreesehjken knal gaf, zijn de stukken hout der deur verscheidene me ters ver gevlogen. Geheel 't huisgezin van M. Verhaeghe was nog op. De jongeling die aangehouden werd, is on- middelijk daarna losgelaten, daar niets te zijnen laste bevonden werd. De dader of daders zijn nog niet ontdekt. Er is een stuk van de arduinen trap afge rukt. Dinsdag morgen bevond er zich veel volk voor het huis. De glazenmakers waren reeds bezig met de ruiten in te zetten. Het parket, samengesteld uit de heeren Wurth, prokureur des konings, De Ryck- man, onderzoeksrechter en Philippo, griffier, zijn ter plaats geweest. Er zijn eenige ijzerdraden gevonden, waaruit men opmaakt, dat het een bom moet geweest zijn. Men heeft de ontploffing tot buiten de Brugsche Poort gehoord. De schade is nog al aanzienlijk. Zitting van Vrijdag25 April 1902. Begrooting van 't ministerie van fïnantiën. M. Tournay bestatigt dat de redevoering daags te voren uitgesproken door den heer Heynenen die den lof zong van het flnan- tieël beheer des heeren de Smet do Naeyer, ingegeven is geweest door een hoogen ambtenaar van het departement van fï nantiën. M. Heynen heeft het zelf ver klaard in het hotel Ravenstein, waar hij den 26 Maart 11. het woord gevoerd heeft. M. Rorlait bestrijdt het recht op het zout, opgehemeld door den heer Visart, kle rikale afgevaardigde van Brugge. M. de Smet de Naeyer weigert de ont- vangst der volledigmakende rechten voor een jaar uit te stellen welke zijn departe ment geëischt heeft van herbergiers van ze kere plaatselijkheden die in eene hoogere klas getreden zijn ten gevolge der laatste tienjarige optelling, waarover de heer Buyl gesproken heeft. M. Frederic Delvaux bestatigt dat in de belgische lastenbetalers 164 millioenen lasten be taalden in 1UOO betaalden zij er S31 millioeneii 't zij 61 mfllioeiien meer. Een oud katholieke minister, M. DeLants- heere heeft in den Senaat gezegd dat wij naar den afgrond loopen. In 1884 schreeuwden de klerikalen: Weg met de belastingenen zij hebben ze allen behouden behalve twee, deze op de verzeke ringen en deze op den tabak, die een weinig verminderd zijn geweest. M. Tournay doet uitschijnen dat onze openbare schuld, mer kelijk verhoogd sedert 1884, van mil liards en liali is. m. Ren- kin, katholieke afgevaardigde, zegde daarop dat de Regeering handelde gelijk verkwis ters, die ontleenen om in hunne noodwen digheden te voorzien. Interpellatie der heeren Van Ryswyck en Delbeke nopens de uitbreiding der zeein stellingen, de ontmanteling van Antwerpen en de ontwerpen van wijzigingen van het bed der Schelde. Zitting van Woensdag 30 April 1902. Begrooting van het ministerie van openbare werken. Vaart Leie-Yperlée. Kantonniers. Onderbrigadiers der Douanen. Ik wil den heer minister maar eene vraag stellen. Verleden jaar had ik da eer hel voorstel te doen, op de buitengewone bcgrooting voor 1901 een krediet uit te trekken van 250,000 frank voor het voltooien van de vaart van de Leie naar de Ieperlee, reeds in 1864 aangevangen. In de zitting van 8 Augustus 1901, ver zette de heer minister zich tegen mijn amen dement in de volgende bewoordingen Er is niet de minste kans de studiën vóór zes maanden te zien voltooien, 't Is nutteloos dit krediet in de begrooting op te nemen, doch ik beloof het achtbaar lid dat ik mijn best zal doen, om die ongelukkge vaart te onttrekken aan de waarnemings- periode waarin ze zoolang reeds verkeert. Ik zelf zal het noodige krediet vragen, zoodra het oogenblik zal gekomen zijn. Het krediet dat ik vroeg in Augustus laatstleden staat dit jaar uitgetrokken op de begrooting. Ik vraag aan den heer minister, of daaruit moet besloten worden dat de stu diën voltooid zijn, de vaart thans onttrok ken is aan de waarnemingsperiode en de werken eerlang zullen aangevangen worden. 't Is de eerste maal niet dat men ons een krediet van 250,000 frank toekenthet laat ste werd uitgetrokken op de beprooting voor 1889, insgelijks bij 't naderen der wetge- vende verkiezing. De Regeering besteedde er 100 frank van, en liet vervolgens de wer ken onverlet. Het voltooien der vaart van de Leie naar de Ieperlee moet overigens thans meer dan ooit de gansch bijzondere aandacht der Re geering wekken. In Frankrijk werd onlangs besloten tot het graven eener vaart, die Mezières met Duinkerke moet verbinden. Deze vaart zal meer dan 200 millioen kosten en zal met groote moeilijkheden gepaard gaan voor de uitvoering. Zij zal de scheidsheuvelen tus- schen Schelde en Samber en verder die tus- schen Samber en Maas moeten doortrekken ze zal noodzakelijk een aantal sluizen tellen, die evenveel hinderpalen voor de scheeps vaart zullen zijn. Die vaart zal men moeilijk kunnen spijzen en men voorziet dat ze voor twaalf of vijf tien iaar niet zal kunnen benuttigd worden. Waarom zouden wij, onder die omstan digheden, niet handelend optreden; het hangt om zoo te spreken van ons af aan het Fran- sche ontwerp een groot deel van zijne reden van bestaan te ontnemen, vermits wij, lang vóór de werken in Frankrijk kunnen aan gevangen worden, onze vaartlijn Duinkerke- Mezières zouden kunnen voltooid hebben die op ons grondgebied ligt en zoo niet beter zou zijn dan toch de mededinging zou kun nen doorstaan met de ontwerpen Fransche lijn. Het ware daarom voldoende de hand aan 't sedert jaren begonnen werk te slaan en eenerzijds een eindje van de vaart van 't Centrum, 1 of 2 kilometers, te voleinden en anderzijds onze vaart van de Leie naar de Ieperlee te voltooien. Ik vraag dus aan de Regeering niet uit het oog te verliezen dat het van zeer groot belang is, de door mij aangeduide werken te voltooien, vermits zij het ons mogelijk zouden maken eene internationale vaartlijn van eerste gehalte tot stand te brengen. Om te eindigen, veroorloof ik mij de op merkingen te ondersteunen, in 't midden ge bracht door den achtbaren heer Lorand, die aan den achtbaren heer minister van open bare werken een vertoog der kantoniers van de provincie Luxemburg heeft aanbevolen, waardoor eene verbetering in hunnen toe stand wordt gevraagd. Ik vestig de aandacht van den heer minister op een soortgelijk verzoekschrift, dat hem door de kantoniers van 't arrondissement Ieperen wordt toege zonden. Ik vestig eindelijk de aandacht van den heer minister van openbare werkeD, opdat hij ze aan zijnen achtbaren collega den mi nister van financiën overmake op eene klacht die reeds werd geuit en ingediend is door de tolbeambten en brigadiers van den toldienst die, in zekere grenskantoren, verplicht zijn lokalen ter beschikking van 't publiek te stellen, waarvan zij den huurprijs en 't on- houd moeten bekostigen. Het ware billijk aan die bedienden daarvoor eene vergoeding toe te kennen. M. Colaert bekent. Ook ontvangt hij de gelukwenschen van den heer de Smet de Naeyer dat de regeering veel gedaan heeft in het belang van het arrondissement Yper. M. Colaert, die in het wild beloften ge daan heeft welke hij nooit gehouden heeft, heeft beslist alle stoutmoedigheid en aanziet zijne kiezers voor onnoozelaars. M. Nolf stemt ten voordeele van het amen- demont des heeren Bertrand, luidende als volgt Art. 1. Te rekenen van 1 Januari 1901, ontvangen de hierna aangeduide officieren, burgerlijke ambtenaren en beambten van het leger, wanneer zij pensioen gesteld worden, te weten 1° De officieren-generaal van het leger en van de gendarmerie en de officieren en militaire ambtenaren, die den rang van ge neraal hebben, eene vergoeding gelijkstaande met twee maanden jaarwedde voor werke- lijken dienst; 2" De hoofdofficieren en de onderge schikten officieren van het leger en van de gendarmerie, alsmede du officieren en mili taire ambtenaren, die den rang hebben van hoofdofficier of van ondergeschikt officier, eene vergoeding gelijkstaande men twee maanden jaarwedde voor werkelijken dienst der officieren van het voetvolk; 3" De burgerlijke ambtenaren en beamb ten, eene vergoeding gelijkstaande met twee maanden hunner jaarwedde voor werkelij ken dienst.» De heeren Van Merris en Colaert stem- men er tegen. De begrooting van flnanliën wordt aan genomen met 67 stemmen tegen 27 en 6 onthoudingen. De contrakten betrekkelijk Staatsgoede- ren, worden goedgekeurd door 66 stemmen tegen 11 en 1 onthouding. Zitting van Donderdag1a mei 1902 Bespreking over de fabrikeering en den invoer der alcools. van het arrondissement Yper. KIESVE RGADERING van Zondag 21 April 1902. Aan het bureel zetelende heeren Ernest Nolf, Ludoxe Victoor, Hector Bossaert August Brunfaut, Théophiel Maleveys, Emiel Iweins, August Lesaffre en Arthur Dalmote M. Nolf, voorzitter der Associatie, stelt aan het publiek zijne twee kollega's der Ka mer voor, de heeren Paul Hymans, liberale volksvertegenwoordiger van Brussel, en Camille Liefmans, liberale volksvertegen woordiger van Oudenaarde, en bedankt hen vuriglijk naar Yper gekomen te zijn om het liberaal programma uit te leggen, 't Is uit ganscher harte dat hij hun welkom wenscht. De liberale Associatie van Yper heeft nooit geene onderscheiding gemaakt tusschen de liberalen: zü heeft ten allen tijde eene po litiek van eendracht geoefend, de emige die de zegepraal kan verzekeren [toejuichin gen). M. Nolf is zooveel te gelukkiger zijne vrienden de heeren Hymans en Liefmans aan zijne zijde te zien, dat beiden veel medege werkt hebben om de liberale eenheid in het land weder samen te stellen, 't Is de heer Liefmans die de aanhitser geweest is van den oproep gericht tot de liberale Associaties van t land, oproep die door het gansche li beraal land gehoord is geweest en die de on derhandelingen voorbereid heeft tusschen de Ligue en de liberale Associatie van Brussel, ouderhandelingen, die de liberale eendracht te Brussel voor gevolg had. Het is voor nie mand een geheim dat de heer Hymans al zijne krachten ingespannen heeft om die on derhandelingen te doen gelukken en dat het grootendeels aan zijne pogingen te danken is dat wij heden het geluk hebben de libera len van Brussel naar den strijd te zien trek ken met ééne en zelf le lijst waarop men de meest geëerbiedigde namen vindt van het belgisch liberalisme [langdurige toejui chingen). M. Nolf bedankt de heeren Liefmans en Hymans over den grooten dienst welken zij aan de liberale partij bewezen hebben, dan laat hij het voorzitterschap der vergadering over aan den heer Eudoxe Victoor, burge meester van Meesen, le Onder-Voorzitter der Associatie, die het woord geeft aan den heer Paul Hymans. Getrokken uit het verslag der zitting van den gemeenteraad van 19 April 1902. M. D'Huvellere stelt voor de goedkeu- ring tot eene naaste vergadering te ver- schuiven om nadere inlichtingen af te wachten over de fondatie Godtschalck. 't Is nu reeds tien iaar dat M. Godtschalck overleden is, en 't wordt liooge tijd zijn testament uit te voeren. M. de Voorzitter. Niets en belet de begrooting en vooral de rekening goed te keuren. In 't korte zullen wij de nieuwe plans ontvangen en ge zult er dan kunnen over oordeelen. M. D'üuveltere. 't Plan is ingetrokken. Als het nieuw plan nèergelegd is, zullen wij ons er een gedacht van maken. M. Iweins d'Eeckhoutte. Het eerste plan werd niet goedgekeurd, omdat het niet beantwoordde aan den toestand. Mde Voorzitter. Niels en belet de rekening goed te keuren M. D'HuvettereIk stol voor de be- grooting te verschuiven tot eene naaste zitting.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1902 | | pagina 2