TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad.
Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en liet Arrondissement.
EENDRACHT MAAKT MACHT.
Nummer 9.
Kamer van Volksvertegenwoordigers.
staatsgreep.
Bij de 30 millioen nieuwe
belastingen.
Waar te kort.
Senaat.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent
far drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 cantietnen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd Do annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
ud onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Zitting van donderdag 12 Februari 1903.
(Vervolg).
Vergunningsrecht.
De volgende amendementen, die een art.
3bis moeten uitmaken, worden voorgesteld:
Amendement der heeren HoijoisDuquen-
ne, Léon Cambier en Vayderheyde
Het vergunningsrecht ingesteld door de
wet van 19 Augusti 1889, op zekere drank
slijterijen, wordt afgeschaft.
M. Buyl stelt voor bij het art. 2 de vol
gende alinea's te voegen
Het art. 4 der wet van 19 Augusti 1889
wordt vervangen door het nieuw art. 4
hierna
Behalve de belastingen, thans geldig, zal
alle persoon die, te rekenen van ln Januari
1904; eene slijterij in het klein van alcoho
lische dranken zal houden, zal onderworpen
worden aan het vergunningsrecht hierna
aangeduid, dit recht is jaarlijks en voorop
betaalbaar door den slijter op de verklaring
door hem gedaan op het belastings kantoor
van het gebied.
Het vergunningsrecht mag niet toegestaan
worden aan dezen die eene veroordeeling
ondergaan heeft bij toepassing der art. 368
en 391 van het strafwetboek.
Het art. 5 derzelfde wet wordt gewij
zigd als volgt
Het bedrag van het vergunningsrecht
wordt vastgesteld als volgt
In de gemeenten van 60.000 inwoners
en meer 100 fp.
In de gemeenten'van 30.000 tot 60.000
inwoners uitsluitelijk 75 fr.
In de gemeenten van 15.000 tot 30.000
inwoners uitsluitelijk 50 fr.
In de gemeenten van 5.000 tot 15.000
inwoners uitsluitelijk 40 fr.
In de gemeenten van min dan 5.000 in
woners 30 fr.
De artikels 7 en 8 derzelfde wet worden
afgeschaft.
Aan het artikel 10 derzelfde wet is het
woord sterke afgeschaft.
De heeren Smeets en Buyl stellen voor
de volgende paragraaf bij het art. 2 te voegen:
Het vergunningsrecht ingesteld door de
wet van 19 Augusti 1899 op zekere drank
slijterijen, wordt afgeschaft.
M. Peron stelt voor den tekst van het bo
vengemeld amendement aan art. 2 door de
heeren Buyl en Smeets (afschaffing van het
vergunningsrecht) door de volgènde schik
king te doen volgen
Er wordt aan het bijzonder fonds der
gemeenten, ingesteld door het artikel 1 der
wet van 19 Augusti 1889, eene som van
3,500.000 fr. toegekend, die jaarlijks zal ge
heven worden op den opbrengst der inkom
en accijnsrechten op den brandewijn.
De heeren Smeets en Buyl stellen voor
In geval van verwerpiDg van het voor
gaande amendement, de volgende paragraaf
bij het art. 2 te voegen
Het vergunningsrecht voor 1903 zal we
ggegeven worden aan de herbergiers die,
vóór den 31 Maart van het tegenwoordig
jaar, zullen ophouden sterke dranken ta
verkoopen.
En op ondersteunende wijze dezen tekst:
Het vergunningsrecht voor 1904 zal van
50 t. h. verminderd worden.
Eindelijk die-heer en Demblon en Van Lan-
gendonck stellen het volgende amendement
voor
Het vergunningsrecht voor 1904 zal ver
minderd worden op 45 t. h.
De bijgevoegde begiftiging van uitbeta
ling, ingesteld door art. 2 der wet van 24
April 1902 wordt gebracht op 3.50 t. h.
Aangenomen met 83 stemmen tegen 27.
Art. 7.
Geen nieuw recht is gelegd uit hoofde
der artikels 5 en 6 der tegenwoordige wet,
ten voordeele van dragers van titels der
openbare schuld.
De schikkingen van gezegde artikels zul
len voor de eerste maal toegepast worden
aan de begiftigingen van uitbetaling in te
schrijven in de begrooting der openbare
schuld van het dienstjaar 1904.
Aangenomen door zitten en rechtstaan.
Een amendement der heeren Vandervelde
en Denis stellen voor het jaartal 1904 door
1903 te vervangen. Het wordt verworpen
met 85 stemmen tegen 25.
Art. 8.
Ontwerp der Regeering
Bij wijziging van het art: 11 der wet
van 10 Mei 1900, wordt de jaarlijksche ver
leening aan het bijzonder fonds der begifti-
gipgen op 15 millioenen gebracht te rekenen
van het dienstjaar 1903.
Het volgende amendement van M. Lemon-
nier wordt verworpen
Indien de opbrengst der belastingen door
de tegenwoordige wet geheven 75 millioenen
fr. overtreft, wordt er jaarlijks op het over
schot eene vooraflichtiag gedaan:
1° Tot beloop van 5 millioenen ten voor
deele der verzekeringskas tegen de werk
ongevallen, iDgericht door de algemeene
spaarkas, gelijkvormig het art. 31 der wet
op de voldoening der schade spruitende uit
de werkongevallen.
2° Tot een bedrag van 1 millioen, ter be
schikking der Regeering met het doel het
lot te verbeteren van het Staatspersoneel
welks jaarwedden of dagloonen beneden de
1.800 fr. 's jaars zijn.
De heeren Buyl, Frangois, Ouverleaux
Verheyen en Vandewalle stellen voor:
1° In het ontwerp 15 millioen te vervan
gen door 20 millioen2° bij het art. de vol
gende alinea te voegenDe jaarlijksche ver
gunning van 65 fr. voorzien bij art. 9 der
wet van 10 Mei 1900 (werkmanspensioenen)
wordt gebracht op 100 fr. Verworpen.
Het art. 8 van het ontwerp wordt aange
nomen.
Een art. 8bis voorgesteld door de heeren
Denis en Vandervelde en luidende als volgt:
Het tiende deel van 't overschot der op
brengst van de belasting boven het bedrag
der ontvangsten van het vorig dienstjaar zal
besteed worden aan den strijd tegen het
alcoholisme; een koninklijk besluit zal er
het grbruik van regelen wordt ver
worpen met 85 stemmen tegen 26.
Art. 9.
Al de opbrengsten opgesomd in art. 1,
die zullen verklaard geweest zijn in verbruik
ti rekenen van den 12 februari 1903 inbe
grepen, zijn onderhevig aan de rechten door
dat-artikel bepaald.
De inlandsche brandewijn, in de open
bare stapelbuizen bestaande, die zullen in
verbruik verklaard zijn geweest te rekenen
van 12 februari 1903 medebagrepen zijn on
derhevig aan het recht vastgesteld door het
art. 2.
Aangenomen bij zittenen rechtstaan.
Art. 10.
Worden afgeschaft
1° Te rekenen van 12 februari 1903, de
1 van het art. 1 der wet van 17 Juni 1896;
2° Te rekenen van ln Januari 1904, de
wet van 30 Juni 1887.
Aangenomen bij zitten en rechtstaan.
Art. 11.
De tegenwoordige wet is verplichtend te
rekenen daags na hare afkondiging.
Aangenomen bij zitten en rechtstaan.
Verklaring van M. Feron.
In den naam der oppositie.
Deze wet brengt een zwaren slag aan de
rechtvaardigheid van ons belastingsstelsel,
zij treft vooral het volk. Nevens de twee
eenige aanbevelenswaardige punten die zij
aanbiedt: de vergunning aan de kas der
pensioenen en de ontlasting der koflj, zou
den wij gewild hebben dat zij een ander ge
wicht had dan de kassen van den Staat te
vulienzij hadde moeten een ernstigen strijd
inrichten tegen het alcoholisme.
Onze ontkennende stemming zal ook eene
laatste protostatie zijn tegen het geweld der
minderheid aangedaanmen heeft getracht
al de ernstige beraadslagingen onmogelijk te
maken. Niettegenstaande dat hebben wij den
protestatiekreet van het openbaar geweten
kunnen laten hooren.
Na het handteeken van den koning geno
men te hebben, heeft de Regeering de rech
terzijde vereenigd en, trots al de parlemen
taire overleveringen, is men met haar over
eengekomen vooraleer het ontwerp op het
bureel der Kamer neergelegd te hebben.
't Is daar dat, onder voorwendsel bedrie-
gelijke speculatiën te beletten, men beslist
heeft de stemming in éénen dag te verove
ren. Wij hebben weerstaan.
Gij hebt uw doel bereikt. De wet is ge
stemd, maar wij hebben ook het onze be
reikt. De oppositie heeft de noodzakelijke
dingen gezegd die, in den naam van het
openbaar geweten moesten gezegd worden.
(Zeer wel links).
Gij hebt u verschuild achter de stilzwij
gendheid en de onthouding. Er is maar een
schijn van bespreking geweest voor eene
voorafgaande kwestie: 't is te zeggen dat gij
maar gesproken hebt om ods te beletten
te spreken
Wij hebben oprecht onzen plicht gekwe
ten misschien hebben wij ook medegehol-
pen door onze poging de rechten van den
Senaat te vrijwaren. Hij kent nu uwe wet
en wij rekenen op onze collega's der hoogere
Kamer om het volle licht te spreiden over
uw wetsontwerp, in den naam der twee
deelen van de linkerzijde. Wij hebben de
rechten der waarheid en de rechten van 't
land verdedigd. (Zeer wel! Driedubbel
salvo van toejuichingen op al de banken
der oppositie. De linkerzijde roept
Weg met de belastingenWeg rriet de
belastingen
M. Furnémont zich wendende tot M. de
Smet de NaeyerGij zijt de ridder van
het treurig gezicht
Het geheelp wetsontwerp wordt aangeno
men met 83 stemmen tegen 24 en eene ont
houding (M. Smeets die eene overeenkomst
gemaakt had met M. Verhaegen.)
De zitting wordt ten 7 ure 45 's morgens
geheven.
De zittingen van Dinsdag 24, Woensdag
25, Donderdag 26 en Vrijdag 27 Februari
1903 zijn besteed geweest voor de algemeene
behandeling van het wetsontwerp op de her
stelling der arbeidsongevallen.
Zitting van Maandag 16 Februari 1903.
Bij den aanvang der morgendzitting be
krachtigt de Senaat de geloofsbrieven der
heeren Surmont de Volsberghe, in de hoe
danigheid van senator der provincie West-
Vlaanderen (in vervanging van M. Henri
Iweins d'Eeckhoütle, overleden), en van
den heer Baron de Vinck de Winnezeele
plaatsvervangende senator, geroepen om M.
Surmont te vervangen.
Zonder eenige pleegvorm geeft de heer
Ridder Deschamps lezing van een verslag
der Commissie van financiën die, met 6 stem
men tegen 3 besluit tot het aannemen van
het wetsontwerp op den alcohol.
M. Lambiotte doet uitschijnen dat, sedert
1884, nieuwe of verhoogde belastin
gen gelegd zijn geweest op: het vleesch, de
boter, de margarine, ingelegde eetwaren,
den room en de melk de fruiten, het meel,
het voedseldeeghet mout, de haver, de
kleeding stukken en den linnenhandel, de
gist en den deesem, de peperkoek, de con
serven van ®fsc/2,den tabak, enz. enz. enz.
De waarde van den opbrengst der belgische
stokerij is jaarlijks van 12.000.000 fr., maar
voor den Staat is de ontvangst voortkomende
van den alcohol van 60.000.000 fr. en zij zal,
met de nieuwe wet, van 90.000.000 fr. zijn.
Als antialcoholische maatregel hemelt M.
Hanrez de afschaffing der rechten op het
bier en de vermindering der rechten op
den wijn.
M. Fléchet protesteert krachtdadig tegen
de vrijpostige handelwijze der Regeering.
Dit zijn nieuwe, rampspoedige, schandalige
parlementaire zeden.
M. de Smet de Naeyer gaat voort met
stout weg en niettegenstaande alle klaarblij
kelijkheid te houden staan dat er geen tekort
is. Ik zal de belasting op het bier en den
wijn noch afschaffen noch verminderen.
Te lande, zegt hij, bedrikt men zich de
feestdagen en de 52 zondagen, zoowel
met bier als met alcohol. (Zie Beknopt
Verslag bladz. 65).
M. Magis zegt dat boven de behoudene,
ingebrachte en verhoogde belastingen, de
klerikale Regeering insgelijks de tarieven
der spoorwegen en de patent verhoogd heeft
en twee verwisselingen verwezenlijkt heeft.
In tegenwerking der huidige Regeering
heeft het ministerie van 1883 oprecht en
nauwkeurig gehandeld.
M. Decoster toont aan dat de Regeering
eene politiek van gewoonte en uitwegen heeft.
M. Grimard hekelt vooral bij het kabi-
netshoofd zijn gebrek aan oprechtheid. De
bekentenis van het tekort schijnt uit bij
eiken regel der toelichting van het wets
ontwerp.
HET WEEKBLAD
Art. 6.
4-