VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement. EENDRACHT MAAKT MACHT. Zeventiende jaar. Zaterdag 9" Mei 1903. Nummer 19. De afgod De predikant Bidon en de klerikalen. Priester Daens. Gehoord en gezien. HerbergiersVergeet dit nooit Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 8 50 fr. voorstad. Per 6 maanden i fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen; 15 cent par drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der bei Ie Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. .Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij ua onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Een katholiek priester, onlangs bekeerd tot het protestantismus, schreef het volgende over de feesten die te Rome gevierd werden, ter gelegenheid van het jubeleum van den paus Leo XIII Over zestien jaren vierde dezelfde paus zijn vijftigjarig jubileum van priester. Dezen dag was op Sint-Pieter Wanneer na de pracht van eenen langen stoet, de draperijen der kapel van Pitié zich openden en dat daar de ondergod zich vertoonde, ontsnapte de kreet van Leve de Paus uit 60,000 borsten. Uit al mijne kracht huilde ik met de Pranschen, in tegenstelling met de Italianen den kreet: Leve de Paus-Koning Het scheen me dat de paus naar mij ge keken hal, mij toelachte en zegende. Ik trok mij ontroerd, fier als een over winnaar, terug. Oh! dwaasheid, oh! verblinding... Maar van eenen anderen kant, oh leugen Het verhaal der laatstte feesten heeft me herinnerd wat vroeger mijn geloof was en ik had schrik gelijk de schipbreukeling beeft, bij het herdenken van den afgrond, die hem ging verzwelgen. Stadhouder van Jesus-Christus met door nen gekroond, de man die een dtiedubbelen diadeem droeg van 2 millioen frank Stadhouder van Christus, die geen steen had om het vermoeide hoofd te rusten te leggen, de man die een paleis bewoont van 12000 zalen, het schoonste en het rijkste van de aarde!... Stadhouder van Jesus-Christus, die, over winnaar van de bekoring, de glorie der men- scheiijke koningdommen vei stiet, de man die zich grooter en machtiger voorstelt dan de monarken en koning der koningen Opvolger van den heiligen Petrus, die noch goud, noch zilver bezat, de man die eene for tuin bezit van meer dan 2 milliarden en die niet ophoudt het goud en het zilver der wereld opeen te stapelen in het Vatikaan.... Welke teleurstelling 1... En de paus doet zelfs God dienen in zijne triomfantelijke heiligschennis. Wanneer men op dien dag den man, overladen met edelgesteenten en goud en die men op de schouders droeg als een afgod wel toegejuichd had, celebreerde een kardinaal de mis. Niemand dacht er aan. Dat heb ik ge zien over 16 jaar. De oogen waren droog men rustte uit. En nochtans op dit altaar bevond zich Je sus-Christusvolgens de katholieke leering. Maar stoort men zich om Jesus-Christus? Bevindt hij zich niet in het kleinste dorp Het was de man van het Vatikaan die men wilde zien. En wanneer de ongelegene mis gedaan was, wanneer de man opnieuw zich vertoonde, herbegonnen de toejuichin gen: leve de paus Niemand dacht op dit oogenblik aan den oppersten rechter, alle oogen waren gericht op den ondergod die de verblinde me nigte als een afgod huldigde Wat zeggen de kakabladen over de ziens wijze van dien katholieken priester?... Wat ze zuilen zeggen?.... Oh! ze zullen zwijgen Oh ze zullen zwijgen, dat ze zweeten, omdat ze overtuigd zijn dat die priester niets anders dan de waarheid schreef. De fransche pater Didon predikte in de hoofdkerk te Parijs over de hedendaagsche vrijheden met die der kerk te verzoenen. Geven wij nu het woord aan dien wereld- beroemden predikant Ge vraagt mij wat de klerikalen zijn. Ik hoor dat woord niet geerne Het duidt de partij aan die den gods dienst gebruikt om hetgeen men de heden daagsche instellingen noemt te bevechten. In dat opzicht kunnen wij, die instellingen niet bestrijden, noch, omdat ze liberaal, noch omdat ze republikeinsch zijn, geene klerikalen zijnde, we trachten integendeel den godsdienst in overeenstemming te bren gen met het republikeinsch, eerlijk liberaal, demokratisch regiem. En verder Ik ben verontwaardigd als ik die man nen het altaar als een voetzuil, het kruis als een degen, de godsdienst als een kieswapen zie gebruiken. Ik begrijp goed dat men koningsgezind, republikein zij, maar ik wil niet dat men zich van Christus bediene, om hem te men gen in onze partijtwisten. Iedereen heeft nog in 't geheugen welke hatelijke, onmenschelijke vervolgingen Pries ter Daens van«wege de katholieken heeft te verduren gehad. Zij hebben bem evenals de Joden het met Jesus deden, begekt en be schimpt en gelasterd. Zij hebben hem zijne bediening ontnomen en in zijne eer van pries ter gekrenkt. Zij hebben hem gebroodroofd en zouden hem wellicht tot den bedelzak gebracht hebben, zoo niet eenige liefdadige personen hem ondersteund en geholpen had den. Onder die laatste bevonden zich enkele liberalen, die verontwaardigd over de wraak roepende handelwijze der kaloten, niet aar zelden hunnen politieken tegenstrever eene hulpzame hand toe te reiken. De kalotebladen drij ven nu de onbeschaamd heid zoover dat ze aan Priester Daens ver wijten dat hij geleefd heeft met het geld van vrijdenkers en frammassons I onder die menschlievende bladen schittert op den eer sten rang de Courrier de Bruxelles. Doch iedereen weet dat Priester Daens geen kat is om zonder handschoenen aan te pakkenen ziehier het antwoord dat hij aan hoogergenoemd blad stuurt Omdat die enkelen vrijdenkers, hierin beter uan gij het Evangelie toepassende, mij 80 fr. gezonden hebben, ben ik de be- zoldigde knecht der vrijmetselaarslogie 1 In der waarheid, in uwen fanatieken haat breidt gij nog de grenzen uit de mensche- lijke beestachtigheid. Weet dan, mijnheer, dat l°ik nooit iets gevraagd heb aan welke logie ook2° nooit eene logie iets gevraagd heeft aan mij. Waar is dus de misdaad, die ik gepleegd heb Eenige dagen geleden woonde ik de begrafenisdienst bij van eenen liberaal vrijdenkers en frammassons gingen ten offer en legden hunne gift in de schaal. Is die priester ooa een bezoldigde van de Lo- gie Heeft die priester ook een afgrijselijk schelmstuk bedreven Wanneer üe Groot-Meester van al de Vrij metselaarslogies van Engeland ge- schenken en gelukwenschen stuurt aan Paus Leo XIII, staat gij vol bewondering toa te juichen; en wanneer eenige leden der logie aan Priester Daens eene kleine som geld zenden om hem ter hulp te komen, roept gij schande en slaakt gij kreten van verontwaardiging en afschuw Wat zegt ge daar zoo van, Wrekertie Goed getroffen hé! En wel verdiend ook Jan. Dag Pier, hoe gaat het Pier. Goed Jan.... Willen wij nog wat praten Jan Jan. Ik wil wel Pier; maar over wat? Pier. Ik heb gehoord dat er in de Ka mer nog al 't een en 't ander is gezegd ge weest over de kloosters; is 't waar Jan? Jan. Ja Pier; en ik heb met veel aan dacht die besprekingen gevolgd. Pier. Zoo Jan! Zooveel te beter; gij zult er mij dan zoo al het een en 't ander willen over vertellen, niet waar Jan Jan. Zeker. Pier. Begin maar Jan, ik luister. Jan. Voor ik begin Pier, moet ik u doen opmerken dat in Kamerzitting van 10 Decem ber 11. zekere heer Crombez, van Doornijk, aan de minister van justicie gevraagd heeft, welke het getal was, alsook het geslacht der vreemde kloosterlingen die naar ons lande- ken waren overgewaaid. Pier. Dat zijn dan van de deze die men zegt uit Frankrijk weggejaagd te zijn? Jan. Juist Pier, maar die zijn niet weg gejaagd; zij vertrekken er uit eigen bewe ging, omdat zij de fransche wetten niet wil len naleven. Pier. En wat heeft de minister geant woord Jan. Dat hij de gevraagde inlichtingen niet kon verschaffen omdat hij het zelf niet wist. Pier. Of dat hij het voor de omstandig heid niet wilde weten?.... Nochtans, Jan, moeten de vreemdelingen toch ingeschreven worden in de bevolkingsregister? En bijge volg moet de minister daarover ingelicht zijn van het eindje tot den draad Jan. Ik stem volkomen met u in Pier maar ik denk ook zooals gij dat de minister, voor de omstandigheid en uit eerbied voor dat goedje het niet wil zeggen. Maar toch Pier moeten er gemeentebesturen zijn die de inschrijvingen van vreemdelingen verwaar- loozen, want na den aanslag door Rubino op den Koning gepleegd, zond de minister van justicie een omzendbrief naar al de gemeente besturen van 't land waarin hun de plicht werd herinnerd, al de inwoners op te zoeken die niet op de bevolkingsregisters waren in geschreven, gezien die verplichting te dik wijls werd verwaarloosd. Pier. Maar die omzendbrief moet dan ook betrek gehad hebben op de kloosters? Jan —Volgens het gezond oordeel, maar niet volgens het oordeel van den minister van justicie. Pier. Maar ik vraag mij af, waarom er op dit gebied een verschil moet bestaan tusscben kloosterlingen en gewone burgers de wetten zijn toch wel gemaakt voor al de Belgen, alsook voor de vreemde die onzen bodem bewonen Jan. Gij hebt volkomen gelijk Pier Alle Belgen zijn gelijk voor de wet. Maar onder ons katholiek ministerie moet er zoo nauw niet toe gezien worden, bijzonderlijk als het vreemde paters en nonnen geldt. Gij zult het zien Pier; het zal nooit geen half jaar van hier zijn, of de minister zal de deur onzer staatskas wijd open zetten en hun in 't oor fluisteren dat zij maar met volle hands vollen te grijpen hebben. Pier. Wij mogen ons dus in 't kort nogmaals aan eenige millioenen belastingen op den genever verwachten Jan. Het zou mij ook niet verwonderen. Pier. Maar weet gij niet Jan, hoeveel kloosterlingen nu reeds Frankrijk verlaten hebben? Jan. Volgens de opzoekingen door M. Crombez gedaan, uit officieele oorkonden, gingen ten gevolge der wet van 31 Juli 1901 2,770 fransche kloostergemeenten vrij willig uiteen. Pier. Dus: vrijwillig? Jan. Zooals gij zegt. Anderzijds wer den 454 gestichten door zes achtereenvol gende decreten uiteengedreven. Pier. Uiteengedreven Jan. Ja Pier, omdat zij Opstonden te gen de wet... Dus werden in 't geheel 3.224 kloosters gesloten. Maar in januari i902 dienden 64 mannelijke en 685 vrouwelijke orden eene vraag in om toelating te beko men. Het gezamentlijk getal gestichten be droeg op 15 januari 1902, 13,000. Pier. Maar Jan, hoeveel kloosterlin gen hebben er zoo het fransch grondgebied verlaten? Jan. Volgens M. Crombez moeten er 38.688 kloosterlingen uit Frankrijk ver trokken zijn, waarvan het grootste gedeelte naar Belgie is overgewaaid. Pier. Maar welke zijn dan deze die in Frankrijk blijven of mogen blijven. Jan. De nuttige en verdienstelijke ge nootschappen, die een liefdadig doel hebben. Pier. Dus, is het maar riptje-raptje die naar hier afgezakt komt? Jan. Al die naar hier komen overge waaid, zijn van die gasten, die onder den dekmantel van godsdienst, nog meer de lichtgeloovigheid en de godsvrucht zullen uitbuiten, overal zullen indringen, ons staatsonderwijs in den grond zullen boren, en onze onzijdigheid in gevaar zullen bren gen met strijd te voeren tegen de fransche Regeering. Pier. En 't is voor die rakkers dat onze katholieke ministers wagenwijd de staatskas gaan openzetten? Jan. Juist Pier. Pier. Arme Belgen! Waar gaan wij naartoe? Jan. Ja, waar gaan wij naartoe?.... Maar het wordt laat Pier, en ik ben haastig om te vei trekken, ik zal u dus te naaste keer nog meer vertellen over die zaak en u eens uiteendoen hoe wij hier in ons gezegend landeken ingeschutteld zijn met dat kloos tergoedje. De Vlieg. En weest gerust, Jan en Pier, dat ik ook op mijnen post zal zijn. Toen 't werkmanspensioen gestemd was, moest er naar middelen uitgezien worden om die twaalf miljoen te betalen. Men stemde nieuwe rechten op den genever, en niet te weinig. Het eerste jaar brachten die nieuwe rech ten de som van 20 miljoen op, en het tweede jaar 22 miljoen. HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 1