TOOVERNIJ Stadsrekening. De melomanen. Het Hotel de Gand. Middelbare School ?an den Staat. Zou er voor de Yperlingen alleen, gedu rende ten minste vier jaren geen verzekerd werk geweest zijn, voor het bouwen van het hervormingsgesticht, Meenenschen steen weg, voor hetwelk de Regeering, geene re kening houdende van de voorwaarden van het testament van M. Godtschalck een liberaal die geheel zyn lortuin aan de Gods huizen van Yper gegeven heeft voor het bouwen en het onderhoud van een liefdadig heidsgesticht te Wytschaete, gesticht waar van de eerste steen nog niet gelegd is zonder zwichten, vooraf 700 000 franken van deze nalatenschap genomen heeft. En nochtans 't zyn al vreemde werklieden die er arbeiden Licht u dus in en gij zult vernemen dat, terwyl onze metsers, onze timmerlieden, onze schrijnwerkers, onze schilders hier zonder werk zyn en de stad moeten verla ten, de vreemdelingen hen het gras onder de voeten komen maaien. Ondervraag de smeden, de stovenmakers, de zinkwerkers, de loodgieters over hunne betrekkingen met zeker huis dat in alles alleen wil handel drijven. Ondervraag ook en vooral de tim merlieden, werklieden en bazen, over de samentrekking van al de timmerwerken in de handen van eenen vriend van den Ge meenteraad. Gy moet die lieden zien, M. Struye, met hen spreken, hunne klachten aanhooren. Dan alleen zult gij u rekeniDg geven van den toestand en indien gij er in gelukt er eenige verzachting aan te bren gen, zult gij u mogen onthouden tranen te storten. Wanneer de tranen van M. Struye ge droogd waren, is M. Golaert opgestaan en, met zijne gewone vastheid, heeft hij begon nen beloften doen, nog en altyd beloften aan de werklieden. Hoogdravend heeft hij begin nen stoeffen met het overschot van 90,000 fr. dat hij verklaard heeft voor het dienst jaar van 1902 (1). En terwijl M. Colaert aldus zijn financieel beheer roemde hoorden wij eenen gebuur tot zijnen vriend zeggen Waartoe goed een overschot van 90.000 fr. te hebben, indien menom tot dien uitslag te komen, de werklieden laat kre- veeren van honger! Dat men dit geld voor nuttige werken uitgeve en M. Struye zal geene tranen meer in zijne oogen hebben, bij het vernemen, der ellende zij ner ongelukkige stadsgenooten(authen tiek.) Dit was waarachtig zoo slecht niet geredeneerd Om te eindigen heeft een spreker van zeer klein aanzien aan de klerikale jeugd bevolen de liberale herbergen te verkeeren, nota te nemen van de gesprekken en politieke be twistingen en er verslag over te geven aan het kiescomiteit. Ziedaar wel de klerikale zedeleer in oefe ning! Pouah! Weg met de mouchards! Weg met de bespieders Maar niets zal er aan helpen 1 Den 18n October moeten de kaloten wegLang ge noeg hebben zij de Yperlingen gepaaid, be drogen en gefopt!!! N* 6885231. FAR-AZIL, Jan-oom wilde dan ook stellig eene too- verij zien. Willem verzette zich eerst en scheen maar eindelijk toe te geven, na het lang pramen en smeeken van zijnen vriend. Dan haalde hij een oud verfrommeld en be duimeld boekjen te voorschijn, dat hij by geval op zak had. Wat verlangt gij van mijne zwarte kunst? vroeg hij met eene holle stem, die scheen op te stijgen uit eene heksenspelonk. Wel, antwoordde Frans los weg, de kan ledig schenkende, het bier is uit, ik zoude nu liefst een glas wijn hebben. Dat ware een echt mirakellachte Jan oom, ik heb nooit wijn in mijn kelder gehad Maar, schertste hij voort, waarom geen gansch avondmaal Inderdaad, zegde Frans ernstig, waar- 't Nieuwsblad van 15 dezer zegt: De rekening van de stad Yper voor 1902, sluit met een overschot van 89,859 fr. of rond de 90,000 fr. Iedereen, zoowel katholieken als libera len, weet waaraan zich houden te aangaande de groote overschotten van onze klerikale stadbuisbazen. Wy hebben het reeds gezegd en wij her halen het hier nogmaals dit overschot van 89,859 fr. 75 c. is eene ware oogenverblin ding. Dat men zulke dwaling wijs make aan den onnoozelen hoop van 't K. Volks huis, dat verstaan wij, maar bij de Yper lingen die eeD weinig verstand en kennis van zaken hebben, dal kan niet pakken noch geloofd worden. De stad komt 89,859 fr 75 c. over zegt Mt,r Colaert en zijnen loftuiter het weinig rechtzinnig Nieuwsblad Och armeer is zeer veel van af te doen. Dit overschot is in schijn en op 't papier ja, maar in wezen lijkheid neen Om tot zulken uitslag te geraken ziet hoe onzen zeemenden Burgemeester te werk heeft gegaan In 1902 heeft hij, zonder rekenen en zon der oordeel geld verteerd, zeggen wij maar vlak weg verkwist, dat het eene schande is, bij zoo verre dat hij voor 84,686 fr. 37 C. uitgaven, eene kleinigheid niet waar heeft moeten doen overzetten op het volgen de jaar. Iedereen kan zich daarvan overtui gen met de begrooting van 1903 na te zien; zij staan er ingeschreven onder den titel van herhalingen en regelingen. Het is onloochenbaar dat er nooit zoo veel en voor zulke aanzienelijke sommen, uitgaven gebracht zijn geweest van het eene jaar op het andere, dan onder het ellendig en partijdig beheer van den weinig gezag- hebbenden Burgemeester Colaert. Menigeen heeft het nog onthouden, vol gens de wijze van rekenpleging voorgehou den door M. Surmont, toen hij op het stad huis geraakt was, moet het overschot of boni verminderd worden van al de uit gaven en betalingen in het jaar gedaan en die in de rekening van hetzelfde jaar niet gebracht zijn geweest. Zoo dan, de 84,686 fr. 37 c. afgetrokken van het bedriegelijk overschot van 89,859 fr. 75 c. blijft er slechts een wezentlijk boni over van 5.173 fr. 38 c. 't Is geen verschil zooals men ziet!! Met zulke advokatestreken zooals M. Co laert gebruikt, is het niet moeilijk eene rekening te sluiten met een schijnbaar overschot van 150 en zelfs 200,000 fr. Deze truc door den arglistigen heer Sur mont ingevoerd en die zijnen opvolger M. Colaert op een veel grootere schaal navolgt, is sedert lang gekend. Burgemeester Colaert, de grootste geld verkwister die ooit op het stadhuis gezetell heeft en zijnen lofbazuiner 't Nieuwsblad, mogen zeggen wat zy willen, de flnan- cieelen toestand, in schijn goed, is we zen tljjk zeer slecht. Ware het zoo niet, zou M. Colaert ver- om geen gansch avondmaal, een schoon ge braden hoen, bijvoorbeeld Tante beefde in al hare ledematen zij verstond dat zij bespied was geweest en wist niet of zij hopen of vreezen moest. Jan-oom was niet gansch op zijn gemak, want hij schraapte gedurig zijne kin met den rug zijner hand, iets wat hem eigen was in gewichtige omstandigheden. Hij volgde met gespannen aandacht al de gebaren van Willem. Deze begon kruisen en kabalistische tee kenen te maken en las vreemde onver staanbare woorden uit zijn boekje. Na wei- s nige stonden verklaarde hij met een gezwol- len hoogdravendheid, dat wijn en hoen in huis waren en dat men ze slechts hoefde uit de kast te halen. Toe, tante, breng gij ons eens die lek kernijen op tafel I riep Frans. Tante, meer dood dan levendig, ging naar de kast en haalde er de flesch en het hoen uit. Jan-oom viel bijna achterover van zijnen stoel; waarlijk dat was nu too very in den vollen zin van 't woord... ook teekende hij zich godvruchtig met een kruis. - Duivelskost! stamelde hij, neen, daar plicht zyn geweest in 1902, eene tijdelijke leening te moeten doen van 40,000 fr. voor vier maanden aan 3 °/o, (leening verschei dene maal reeds vernieuwd en tot heden nog verschuldigd) om de verbreeding van de voorlanden te kunnen betalen Herhalen wij hier in 't voorbijgaan dat, volgens het bijna algemeen gevoelen, dit een koste lijk, zinnelijk en nutteloos werk is welk Mt,r Golaert mordicus en uit eigenzinnigheid heeft doorgevoerd in weerwil van de tegen kanting en beknibbeling van de raadsheeren Boone, Bouquet en schepen Fraeys. Ook hebben deze twee laatste zooals men weet er tegen gestemd, voor reden gevende dat den slechten geldelijken toestand zulks niet toeliet. Hoogst betreurlijk is het te zien in welke onkundige handen de belangen der stad en dei' lastenbetalers gevallen zijn Hoewel Yper, over mper aanzienelijke middelen beschikt dan menige andere ste den van Vlaanderen en oneindig min lasten af te dragen hebbe, is M. Colaert door zijn slecht beheer evenwel verplicht alle jaar van 20 tot 30.000 fr. gronden te ver- koopen om zijne geldverkwistingen voort te zetten, zijne politieke vriendjes te bevoor- deeligen en zijnen zetel op het stadhuis te behouden, of hij meent het. De geldelijke toestand van Yper is zoo slecht geworden, dat zonder dezen buiten gewonen ontvangst, men geene begrooting meer in evenwicht kan brengen, en dat nog wel niettegenstaande M. Colaert er eene menigte kredieten en uitgaven voor werken die hy doet of zich voorstelt in het jaar te doen, niet inschrijft. Alzoo kan hij de begrooting met een schijn baar overschot sluiten en de eenvoudige Yperlingen verblinden. Kiezers, onthoudt het wel. Het onvoor zichtig en verkwistend bestier van Burge meester Colaert zal de stad tot over den kop in schulden dompelen, en hij zal zich verplicht vinden leeningen op leeningen te doen om dezelve te betalen. In de zitting vau den Gemeenteraad van Maandag 11. is er spraak geweest, gelijk het Journal d'Ypres het aangekondigd had, feesten in te richten in de maand September aanstaande. Volgens er gezegd werd, is er eene uitnoo- diging gedaan aan de koormaatschappij van Gent, de Melomanen. Tot nu toe is hare aanvaarding nog altijd twijfelachtig. Indien de heerlijke maatschappij gewaar- digt ons op een Concert te vergasten, zal een stoet samengesteld worden van al de maatschappijen der stad, die haar zal afhalen aan de statie om haar te geleiden naar de Halle, waar de ontvangst zal plaats hebben. Een schuchter voorstel zou gedaan ge weest zijn om het feest te sluiten met een volksbal, maar het werd verworpen op de verontwaardige protestatie van eenige be- deesden van den Raad. Dit feest zou ons wel aangestaan hebben indien het gegeven ware geweest gedurende onze kermis, maar nu zijn het vijgen na eet of drink ik nooit vanhoe is het Gods mogelijk 1 O! zegde Willem, terwijl hij het hoen aan stukken sneed, met eene uitdrukking van trotsche onverschilligheid en onbeperkte zelfbewustheid, dat is nog niets 1 Neen, Jan-oom, bevestigde Frans op den zelfden toon, terwijl hij de kurk van de flesch trok; neen, dat is nog niets, ik heb al wat anders van hem gezien Ja, ging Willem even winderig voort, als de flesch uitgeschonken en het hoen ver slonden was, ik kan den duivel in persoon doen verschijnen. Dat geloof ik nu wat stout gesproken, bracht aarzelend Jan-oom in, die wel be nauwd was, maar nog meer nieuwsgierig. Dat zal hij laten zien 1 snoefde Frans ik ga de deuren open zetten, want zulken vervaarlijken gast moet men niet lang in huis houden. En ik ga den duivel bezweren, ging Willem voort, weder zijn zwart boekje uit den zak halende. Jan-oom was angstvallig van zijnen stoel opgestaan en had zich in eenen diepen hoek verscholen. Met strakke puilende oogen, volgde hij de zonderlinge gebaren van Wil- Paschen. Het ware zeer verkieslijk boven die boogschietingen, gegeven te Brielen en te Vlamertinghe, of boven die vogelpik- en kaartspelen, enz. enz., ondersteund met het geld van iedereen en die maar profijt bren gen aan een weidenkenden brouwer of aan een twijfelachtigen en misnoegden herber gier. Een wijs bestuur dat wel de belangen der stad verstaat, zou vinden dat het noodi- ge geld voor dat feest, welke na de kermis gegeven wordt, eene nieuwe en nuttelooze lating zal geven aan de reeds zo0 zie>ie stadskas, en beter zou kunnen gebruikt worden. Waarom altijd het leggen der voorlanden uitstellen die sedert twee jaren beloofd zijn en waarom de bijzonderste straten der stad niet verlichten bij middel der Auërbekken. Ons bewonderenswaardig stadsbestuur heeft liever het nuttige voor het aangename op te offeren en het geld der lastenbetalers in politieke feesten te verkwisten. Aan de kiezers in de maand October aan staande na te denken; Yper moeteen ernstig bestuur hebben, dat meerzorge zou dragen voor het geld der lastenbetalers. Wij hebben genoeg van die verkwistingen. Wij roepen de aandacht van hem die ze- delijk gelast is met het behoud onzer oude en schoone gevels, die zoovele vreemdelingen in onze stad lokken, op een der zeldzaamste en zonderlingste, die wel deze is van het Hotel de Gand, een huis dat in de toeko mende maand, open baarlijk zal verkocht worden. De stad of de Regeering moet het aan- koopen, 't is een gevel die moet bewaard en hersteld worden; het ware een groote mis slag het te laten vallen in de handen van een persoon die onbekwaam is er de kunst waarde van te schatten en hem misschien zou afbreken voor eene kleinigheid. De middelbare school van den Staat bevat eene voorbereidende afdeeling en eene middelbare afdeeling. De voorbereidende afdeeling heeft zes studiejaren waarin de volgende vakken onderwezen wordende godsdienst, de vlaamsche taal, de fransche taal, het schoon schrijven, het rekenen en het stelsel van maten en gewichten, de geschiedenis en de aardrijkskunde, de begrippen van natuur kunde en gezondheidsleer, de begrippen van teekenen, de lichaamsoefeningen en de zang. De fransche en de vlaamsche talen wor den dus, tegelijker tijd van in de laagste klas aangeleerd. De lessen van godsdienst worden in alle klassen door eenen priester gegeven en voor de zedelijke opvoeding der leerlingen wordt vooral gezorgd. Om in de voorbereidende afdeeling aangenomen te worden moet men hoegenaamd geene kennissen bezitten; het is voldoende ten volle zes jaar oud te zijn. In bijzondere gevallen kan men hiervan ont slagen worden. lem. Deze had zich voor de kast geplaatst, streek de vingeren door zyne zwarte lokken, en na eenige vreemde geheimzinnige teeke nen, strekte hij statig zijne rechterhand uit en sprak met plechtige stem in de doodsche stilte der kamer Amen! amen dico tibi, Atra toga: non mcechaberis, nee desiderabis uxorem pro- ximi tui! (1)et nunc... exi 1 Op het zelfde oogenblik bonsde de kas open., en eene spookachtige gedaante vloog door net huis met een dofruischend rokken gerucht.., en verzwond langs de straatdeur in den donkeren nacht. Dood van schrik, stond Jan-oom te sidde ren; het hart klopte hem hoorbaar inde borst. Frans moest hem uit zijnen boek gaan halen. Eiwel! Jan-oom, wat denkt gij er au van? riep hij hem zegevierend toe, Jan-oom sloeg zyne handen te samen en, na eerst adem geschept te hebben, stotterde hij met bevende lippen Oef! wat trekt dien duivel fel op onzen onderpastoor 1 Far-Azil. (1) Leest daarover het bijzonder artikel in het nummer van heden. DOOR Begeert niemands bedgenoot. Tien geboden Gods. (3® Vervolg en slot.) (1) Exod. cap. XX. Gij zult niemands bedgenoot ontnemen of begeeren 1 En nu... trek er van onder I

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2