Rene Colaert.
Rekeningen.
Openbare gezondheid.
Diefstal.
Eene goede vangst.
Naar Brugge
Liberale Jonge Wacht van Yper.
Sportsleven.
gers de stad moeten verlaten om werk te
gaan zoeken by den vreemde en aldus te
voorzien in het onderhoud van vrouw en
kinderen.
Twaalf jaren lang zag men de voorkeur
geven aan verslaafde mannen, aan overdra
gers en sleppeslepers van eenen Colaert en
consoorten, in het uitdeelen van openbare
werken.
Sedert twaalf jaren zijn alle vrijgezinde
ambachtslieden gebroodroofd, geene wei-ken
werden nog aanbesteed, alles was voor de
vriendjes en handlangers van ons hatelijk
stadsbestuur.
Sedert twaalf jaren werken die modelbe
stuurders aan den ondergang van het offi
cieel onderwys, doen al wat mogelijk is om
de wereldlijke scholen te ontvolken ten voor-
deele der klooster- en dompersscholen, zij
zyn begonnen met ons stadscollegie af te
schaffen, de scholen voor volwassenen te
sluiten, de hoogere leergangen op te schor
sen en al te doen wat mogelijk is om de kin
deren van den werkman en van den kleinen
burger van alle degelijk onderwijs te beroo-
ven.
En wat is het gevolg van zulk armzalig
bestuur? Ü8 handel en nijverheid verkwijnen,
de stadskas is uitgeput, de nuttigste en drin
gendste werken zijn verwaarloosd, bijna al
de stadseigendommen zijn verkocht, men
heeft lasten gelegd op alles wat eenigzins
nuttig en aangenaam kon zijn, men heeft
uwe vrijheden ontnomen, kortom men heeft
in de stad Ypsr gehandeld als in een ver
overd land tot groot nadeel van al hare
inwoners.
En die mannen die aan het bewind geko
men zyn onder den kreet vanMin politiek
sn beier beslier, hebben van den eersten
dag hunner aankomst getoond dat al hunne
beloften maar valsche beloften waren en dat
zij voornemens waren al de Yperlingen te
onderdrukken en armoede en ellende te doen
heersehen in eene stad die zoo bloeiende en
zoo welvarende was.
Doch de wet geeft ons een wapen om ons
over zoovele onrechtvaardigheid, foltering
en verdrukking te wreken. Dat wapen moe
ten wij gebruiken om het slaafsche juk af
te schudden dat de volksbedriegers op onze
schouders gelegd hebben. Als één man moe
ten wij ter stembus gaan en vastberaden al
die mannen aan de deur van het stadhuis
kegelen en mannen kiezen die de belangen
der ingezetenen zullen inzien en leven weer
geven aan nijverheid en koophandel.
Niet meer geslapen dus, werken wij on
verpoosd voor de ontvoogding onzer geboor
testad en bereiden wij ons tot den strijd
onder de kreten van: Weg met de dwinge
landen! Weg met de dweepers! en Leven de
liberalen 1
Dat de dag van 18 October voor ons een
dsg van zegepraal en verlossing woze, een
dag van vreugde voor de liberalen en een
tan vernedering voor de vijanden onzer
vrijheid! H. V.
Volgens het Journal d' Ypres is het hui
dige stadsbestuur een model; nooit zal het
voordeeliglijk kunnen vervangen worden;
van den eersten tot den laatsten raadsheer
zyn allen beroemde mannen.
Nemen wy aan dat er onder het getal
verstandige zijn, maar dezen trekken zich
terug voor het gebiedend gezag van den
eersten magistraat, 't is alsof zij niet be
stonden.
M. René Colaert, door zijne fyne spotter
nijen en zyne roekeloosheden drijft er op
meesterlijke wijze den spot mede, 't is om
er medelijden mede te hebben.
In vele zittingen van den Gemeenteraad
heeft hij een gansch bijzonder talent om hen
de stilzwijgendheid op te leggen en hun
dommigheden zonder naam te doen slikken, j
Wat moet men er uit besluiten? Dat onze
eerste magistraat alleen wil heersehen en j
een pocher zonder weergè geworden is.
Ontleden wij eens de zoo geroemde daden
door het Journal d' Ypres, de moniteur van
het stadhuis, welks redactie een weinig ver
sterkt is, ter gelegenheid der kiezingen.
Wij beweeren dat M. René Colaert maar
een dingen kent: zijne belangen; hij is on
verschillig en kommerloos voor al de vra
gen die door de kooplieden of de nij veraars
gedaan zijn.
Wanneer een Raadslid, volkomen op d e
hoogte der oorzaken van den stilstand der
zaken van onzen handel en van onze nijver
heid, den heer Burgemeester ernstig durft
ondervragen over de onverschilligheid en de
werkeloosheid der Regeering in de kwestie
van de voltooiing der vaart Leie-Yperlee,
behandelt onze eerste magistraat, met een
spottend voorkomen en eene kwetsende
scherts voor den ondervrager die zijnen
plicht gedaan beeft, zijnen Raad als eene
vergadering samengesteld uit eene collectie
pijpekoppen, met hun te zeggen dat men het
water van Dickebusch en van Zillebeekvijver
zal noodig hebben om de vaart te spijzen, en
dat men nog zal moeten wachten daar de
studiën nog niet geheel voleindigd zijn. En
zeggen dat die domheid niet gelaakt is ge
weest I
En 't is die man die in al de vergaderingen
van 't Volkshuis, in tegenwoordigheid van
eenen hoop gedwongene lieden, onbekwaam
om iets te verstaan van deze stoffelijke en
financiëele kwestien van het beheer onzer
meesters, zijn eigen lof durft maken en al
dezen die van zijn gedacht niet zijn, voor
onnoozelen uitmaken.
Het is maar hij die op de hoogte is van de
ware behoeften der stad en die een zuiver en
waar begrip heeft van de openbare werken
die noodzakelijk zijn om de toekomst onzer
stad te verzekeren.
Wanneer een Raadslid zich in den Raad
als tolk aanstelde van de misnoegdheid der
Yperlingen, die de voltrekking der vaart
willen, met aan den eersten magistraat te
vragen pogingen te doen by de bevoegde
ministers, spoedig sprong hij op, verhief de
stem en bestreed het voorstel met woede,
beweerende dat het nutteloos is, dat hij de
stellige belofte heeft van den minister en
dat de werken in 't kort gingen beginnen
worden.
En zeggen dat er verstandige kooplieden
en nijveraars zijn die zich sedert jaren laten
beet nemen door eenen kluchtspeler van het
gehalte van M. René Colaert. Is dat ver
staanbaar.
't Is niet met het mandaat van Raadslid
te aanvaarden dat die kooplieden en nijve
raars, een weinig door hoogmoed en eerzucht
aangedreven, den bevaarbaren weg zullen
bekomen, 't is wel met aan M. René Colaert,
gansch ingenomen met zaken die vreemd
zijn aan deze die hij gewetensvol zou moe
ten bekeeren en ongelukkiglijk te dikwijls
verwaarloosd zijn worden, eenige rust te
verschaffen. Yper moet een onafhankelijken
deftigen man hebben, die zich op eene ern
stige wijze wil bezighouden met de belangen
der stad, een anderen man eindelijk als M.
René Colaert, die te groote kluchtspeler is
voor de stad Yper.
(Vervolg in het volgende nummer.)
Onder dezen titel, tracht het Nieuwsblad
te bewijzen dat de katholieken ons beter
bestieren dan vroeger de liberalen. Met dit
inzicht doet het bemerken wat Yper ont
vangen, uitgegeven en overgekomen heeft
tijdens de drie laatste jaren van hel liberaal
bestier, en vergelijkt vervolgens de sommen
met de ontvangsten, uitgaven en overschot
ten sedert dat de katholieken hier aan 't
hoofd staan.
Het liberaal bestier zegt onze katholieke
konlrater had een overschot,
in 1888 van fr. 40,165.36
1889 47,771.22
1890 - 53,104.12
Het katholiek bestier sloot met een over
schot, in 1891 van fr. 25,465.21
1892 - 43,052.96
1893 59,779.47
1894 - 72,185 25
1895 - 119,180.43
1896 115,038.91
1897 100,199.50
1898 1. 80,234.37
1899 96,028.44
1900 79,088.66
1901 100,109.59
1902 n 89,859.78
Deze uitslag verwondert niemand met de
listen en trucs die onze meesters gebruiken
ten einde den waren toestand te verbergen
of te verbloemen.
Wij hebben immers reeds verscheidene
malen gezegd en bewezen dat de groote
overschotten waarmede Mt,r Colaert en zijne
aanhangers in alle gelegenheden stoffen en
boffen, eene ware oogenverblinding is, en
slechts in schijn en op het papier bestaan.
Om die groote sommen te kunnen overko
men laat men op de rekening van een jaar,
eene menigte, zoowel gewoDe als buitenge
wone uitgaven achter, die men op het vol
gende jaar brengt onder den titel van her
halingen en regelingen. Het laatste jaar
van het liberaal bestier had er voor slechts
5601 fr. 50 c. Onder het onvoorzichtig
en geldverkwistend bestier van Mter Colaert
zijn er van het jaar 1902, op de begrooting
van 1903 voor 79,365 fr. 04 overgebracht.
Nooit is deze som herhalingen en regelingen
onder geen bestuur, bereikt geweest.
Wat aangaande de vergelijking die het
Nieuwsblad maakt tusschen de rekeningen
van de liberalen en de katholieken zij gaat
mank, daar het liberaal bestier op verre na
over zooveel middelen niet beschikte dan
onze hedendaagsche stadhuishoofden.
Inderdaad, deze hebben gedurende de 12
jaren (1891-1902) van het gemeentefonds en
het bijzonder fonds, gemiddeld, ruim 35.000
fr. per jare meer ontvangen dan de libera
len. Daarenboven hebben zij voor ongeveer
21.000 fr. per jare gronden en stadseigen
dommen verkocht. Dat maakt dat zij ge
middeld over 56,000 fr. per jare meer
beschikt hebben dan hunne voorgangers. Ten
is geene kleinigheid zooals men ziet en men
kan daarmede iets doen ware deze som wel
gebruikt.
Indien deze som moest afgetrokken wor
den van de bedriegelijke overschotten der
stadsrekeningen, wij laten de lastenbetalers
rekenen wat voor magere bonis er zouden
overblijven.
Het Nieuwsblad dat van leugens aaneen
hang!, om ons klerikaal beheer te doen gel
den, schrijft onder andere niettegenstaande
de liberalen, om de 53,104 fr. ta kunnen
overkomen, vele rekeningen van 1890 on-
betaald gelaten hadden, konden de katho-
lieken het jaar 1891, algelijk nog iets
overkomen.
Wij kunnen dit gezegde zonder bewijs
niet voorwaar aannemen.
Zou het klerikaal orgaan ons niet kunnen
zeggen welke rekeningen onbetaald waren
gebleven in 1890 en ons het bedrag er van
laten kennen
Indien het kiezerskorps geen einde stelt
aan de schandelijke geldverkwistiugen van
onzen zeemenden Burgemeester zal deze de
stad geheel ruïneeren onder voorwendsel van
veel te doen werken.
Op de honderd en zooveel straten te
Ieperen, zijn er, bevestigt het Journal
d' Ypres, twee of drie geheel opnieuw ge
kasseid geworden en vier andere wat her
steld
't is waarlijk om er mede te boffen, als dat
geheel het werk is der klerikalen, geduren
de de twaalf jaar, dat ze op het stadhuis
zetelen!
Het onbeschaamd Journal durft ook de
herkasseiding der staatswegen op het actief
der klerikalen plaatsen. Daar zijn onze
plaatselijke kalootjes voor niets tusschen: de
Staat doet zijne wegen herstellen en opnieuw
plaveien, wanneer de verslagen zijner inge
nieurs en conducteurs betoogen dat het noo
dig is.
Binnen 5 jaar, stoeft het Journal, zal
Ieperen de best gekasseide stad van ons land
zijn! Daar zullen Brussel en Antwerpen mo
gen op pruimenBinnen 5 jaar, als de
veelbelover Cola9rt maar niet eerder in zijne
beloften verstikt.
De waarheid is, dat er te Ieperen nog do
zijnen straten gevonden worden, geplaveid
met roode, rondgeslopen bergsteenen, glad
als glas wanneer er regen of dauw opvalt.
Die soort van steenen worden sedert lang in
al de steden van ons l and verwezen en ver
vangen door porfiersteenen van Quenast,
Ecaussines, St. Raphael, enz.
Veertien dagen geleden zagen we krengen
van doode katten en konijnen op het Minne
plein liggen. Dat pleit natuurlijk niet, voor
de stipte werkzaamheid van den vuilnis-
dienst. Het Journal d'Ypres spot er mede
omdat die spotvogol zoodanig verblind is in
zijne rol van schoenpoetser, dat hij ofwel
alles afliegt, ofwel alles vergoelijkt en ver
schoont, wanneer zijn meester in fout is
Daar hij ons gezegde nopens het Minne
plein schijnt te betwijfelen, zullen wij er no?
bijvoegen, dat men Vrijdag 18» September
van op de Steenenbrug, drie doode konijnen'
met opgezwollen buik, in het water der vaart
zag bovendrijven; en dat er Zaterdag, 19..
September, eene doode kat met witte en
zwarte vlekken, op het stadswater aan de
Meenenpoort (kant der zwemplaats) dreef
En dat water dient om de zwemplaats te
reinigen en door te spoelen
Lach maar op, Journal, maar indien de
diensten waarvan uwe meesters de verant
woordelijkheid dragen, wat beter opgepast
werden, zouden natuurlijk zulke misbruiken
geen plaats grijpen.
Onder de donkere poort, op eenige meters
afstand van het politiebureel, heeft men ge
stolen teD nadeele van eenen Rousselaer-
schen handelaar, die aldaar zijne koopwaren
bergt.
Zooals voor de reinigingsdienst, zooals
voor het plaveisel onzer straten, is natuur
lijk ook de nachtdienst, onder het bestuur
van M. Colaert, de best ingerichte van heel
ons land en laat in niets te wenschen. Dat
zult ge reeds aantsaande week lezen, in het
vleiblad van M. Colaert, in antwoord op ons
schrijven van vandaag.
Dinsdag 11. heeft Hubert Igodt, eenen pa
ling gevangen met de lijn, van 1 meter 25 c
lang,wegende omtrent 2 1/2 kilos, 't is onge'-
looflijk en toch is het zeker daar het vel van
het beest te zien is ten huize van sieur Igodt.
Een goed mondje voor 'nen liefhebber,
Morgen Zondag om 7.43, vertrekt het
muziek der oud Pompiers naar Brugge om
deel te nemen aan het feest, gegeven door
't Van Gheluwe's genootschap.
Van 12 tot 1 ure Concert op de markt
om 2 ure vorming van den stoet aan de
Statieplaats. Vertrek om 2. 25 van de statie-
plaats, na eenige straten doorloopen te heb
ben, naar het lokaal van het Van Gheluwe
s Genootschap.
Vertrek uit Brugge om 6. 31 aankomst
te Yper om 8,09.
Er zal wederom geen volk aan de statie
zyn. Daar er niemand vermaand, nog ver
plicht is geweest, gelijk by de kaloten!
want daar is verplichting en dwang'
m
•if!
a
De leden der liberale Jonge Wacht die
deelnemen aan de liberale betooging van
Brugge, den Zondag 27 dezer, worden ver
zocht zich den zondag morgend om 7 1/4 ure
te bevinden in de zaal der Oud-Pompiers,
waar de reiskaartjes hun zullen behandigd
worden.
Voor het Comiteit
De Schrijver,
A. Maas.
De kleinen Vanderstuyft welke dezen zo
mer te Yper op meesterlijke wijze verschil-
lige eerste prijzen liep in de velokoersen en
kampioen is van Yper, komt zich te onder
scheiden te Brussel, alwaar hy Zondag
laatstleden het kampioenschap van België
heeft gewonnen op 100 kilometers, voor den
beroemden rijder Samson; den afstand is ge
daan geweest in 3 uren 2 minuten zonder
gangmakers. Bravo voor onzen kampioen.
Wij wenschen hem profleiaat en voorts veel
geluk. Zondag neemt hij deel in de wed
strijden te Genève, vanwaar wy den uitslag
verwachten. Het is te hopen dat hy toeko
mende jaar zich zal onderscheiden in het
kampioenschap van Europa.
Wij hebben het hier reeds meer dan eens
gezegd en wij herhalen het nogmaals, de
financiën van stad zijn in zeer slechten toe
stand, niettegenstaande onze onvoorzichtige
en geldverkwistende stadhuisbazen alle jare
voor eene aanzienelijke som gronden, nage
laten door de liberalen moeten verkoopen om
hunne begrooting in evenwicht te brengen.
I
ï'-i
3)1
M
i1
«aHHBe