VAN IJPEREN EK HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Zeventiende jaar. Zaterdag 12n December 1903 Nummer 50. Bericht. De openbare schuld. Onze klerikalen en het volksonderwijs. Klerikale Handelwijze. STADSNIEUWS. Gemeenteraad van Yper. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor dea bulten. 2.50 fr. voor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fir. Annoncen: 15 cent ftr drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centlemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten Tan verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als- •tede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij uo onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend. of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Alwie van heden af, een abonne ment neemt aan het Weekblad voor 1904, ontvangt het blad kosteloos tot den leQ Januari 1904. Als in de vrijzinnige bladen ge wezen wordt op het aanzienlijk ver meerderen der openbare schuld, dan „laten de klerikale papierkens, die niets anders kennen dan ophemeling van onze regeering, steeds doorschij nen dat het gedaan wordt uit poli- tieken haat. Maar hier hebben wij onder 't oog eene beoordeeling, die wel niet uit eene verdachte bron kan komen, daar het een orgaan geldt, dat alleen op economisch gebied zich inlaat. Het is de Moniteur du Commerce beige, die ons 't volgende meedeelt De begrooting der openbare schuld is verdubbeld sedert 20 jaar: ze be loopt voor 1904 tot 154 millioen 564.274 frank, hetzij eene vermeerde ring van 11 millioen op het loopend jaar. Ofschoon Belgie nu een rijk land is, kan men niet zonder achter docht nagaan dat er 154 millioen en half uitgegeven worden voor het be talen der schulden, dan, als er enkel 530 millioen inkomsten zijn. Het is die toestand, die aan een der vrienden der regeering in de Kamer 't volgende deed zeggen De vermeerdering der openbare schuld wekt veel onrust. Ik zal er wel niet toe besluiten te verklaren dat onze geldelijke toestand slecht is, maar deze biedt toch ongetwijfeld erge dingen aan. Het is wel geoorloofd deze woor den aan te halen, door een lid der meerderheid uitgesproken, want thans is de toestand, die dan reeds als on rustbarend werd beschouwd, nog verergerd. Het algemeen budget van 1904 (ge wone uitgaven) geeft eene vermeerde ring van 23 millioen op dat van 1903. Ongetwijfeld komt alles, dat op de begrooting der openbare schuld staat, niet rechtstreeks van de leeningen; er zijn vergeldingen en pensioenen. Het is niettemin waar dat wij tegen woordig 90 millioen betalen alleen voor de eigenlijke openbare schuld, interesten, delging en onkosten, ter wijl wij in 1880 slechts 52 millioen betaalden. Er bij in acht genomen dat de interest van 4 ten honderd was, en nu, door twee op volgenlij ke omzettingen, in 1886 en 1895, deze gebracht is op 3 ten honderd. Het is maar al te zeker dat onze financiëele toestand erge dingen laat veronderstellen. Ook is het even wicht van het budget enkel maar op papier. Overal is er uitvluchtsel en nergens zekerheid. Dus, zonder de omzettingen, zou eene som van 120 millioen noodig zijn alleen voor interest, delging en kosten voor hetgeen de Staat schul-" dig is, en 't is dus met 120 millioen tegen 52 miliioen, dat men de ver gelijking moet maken tusschen den toestand van 1904 en deze van 1880. En in de toekomst zijn er nog voor 500 millioen werken aangegaan, waarvoor nieuwe leeningeu zullen noodzakelijk zijn, want men heeft de laatste kunstgroepen uitgeput om het tekort van 't gewoon budget te dekken. De schreeuwers van 1884: Weg met de belastingen beginnen het kwaad te krijgen! Ia een katholiek weekblad oazer provin cie dat aau 't hoofd de volgende kenspreu ken draagt: Voor God en Volk; Alles voor Vlaanderen! en Vlaanderen voor Chris tus», lezen wij onderden titel van 121.000 kinderen op straat, het volgende, dat wij de moeite waard achten onze lezers voor te leggen Te vergeefs zal men beweren dat ge leerdheid, onderwijs geen invloed hebben op de zedelijkheid van een volk. Engeland, Noor wegen, Denemarken, Duitschland, enz. ver geleken met Italië, Spanje en Vlaanderen zijn daar om het tegenstrijdige te bewijzen. Hoe meer geleerdheid, hoe meer bescha ving, plichtbesef, moraliteit. Zijn er eenige uitzonderingen, deze bevestigen enkel den algemeenen regel. Ten tweedehoe geleerder een land is, hoe meer het vooruitgaat, hoe rasser de stof felijke toestand van het volk verbetert. Geleerdheid vermeerdert het opbrengst vermogen, de productieve waarde van den mensch. Men vergelijke nogmaals de loonen van Denemarken, Duitschland, Engeland met deze van Zuid-Italie, Spanje en de vlaamsche boerenge westen. Men vergelijke in België alleen de loo nen onzer onwetende boeren werklieden met deze der geleerde en goed onder wezene me- kaniekwerkers of letterzetters, de opbrengst van de hofstede van een onwetenden land bouwer en deze van een Dumon de Cbassart in Brabant of van een hertog van Arenberg in de Polders. Geleerdheid opent dus een dubbelen weg den weg naar verbetering op zedelijk en stoffelijk gebied. Is bet bijgevolg geen schande voor ons staatsbestuur ons onderwijs op zulke schan delijke wijze te verwaarloozen Volgens het verslag van 't ministerie van binnenlandsche zaken zijn er in België 121.000 hinders die naar school niet gaan. Een zeer aanzienlijk gedeelte, van deze die ter school gaan, volgen de lessen slechts 100 dagen op het jaar. Op 100 milicianen zijn er in de twintig die noch lezen kunnen noch schrijven. Wij vragen ons af wat voor een geweten onze ministers en onze klerikale volksverte genwoordigers hebben. 't Is hunne schuld dat de opleiding van de volksklas op zulke gebrekkige wijze ge schiedt. 't Is hunne schuld dat honderd duizende belgiscue werklieden hun leven lang zich in een ondergeschikten toestand zullen bevinden tegenover de vreemde en bijgevolg min loon zullen verdienen dan het met een degelijk onderwijs wel mogelijk zou geweest zijn. 't Is dank aan ons klerikaal ministerie dat een groot gedeelte van ons vlaamsche volk vooral tegenover de meer ontwikkelde Duitschers, Nederlanders en Engelschen een minder ras worden zal. En die menschen schijnen daar geheel gerust in. Ik kan hun geweten niet beter vergelijken dan aan dat van veD onzer kwezels. Gerust spreiden zij den meesten laster uit tegen hunne vijanden, haten en benijden en wanen zich de beste menschen van de wereld, omdat zij veel bidden of een heiligen afschuw toonen van een kus, dien zij de ge legenheid niet hebben te krijgen. Veel klerikale volksvertegenwoordigers hebben juist zoo een geweten. Zij belasten de armen, zij verwaarloozen de opvoeding van honderd duizende volkskinderen maar zij zijn katholiek. Katholiek zijn is niet slecht, maar ka tholiek zijn en zijne politieke plichten jegens zijn volk verzuimen, daar komt een land niet ver mede. Geleerdheid, dat is er noodig, en die het onderwijs van 't land tegenwerkt, bedrijft een schelmstuk tegen ziju vaderland. Daar dit geschreven werd door een per soon die honderdmaal christelijker is dan al de gekruinde en zwartgerokte opstellers on zer papenbladen, achten wij, liberalen, het onnoodig daar nog eenige bemerkingen bij te doen. Het zijn maar de klerikalen, niet waar, die zulks kunnen uitvinden! Wilt gij weten hoe de klerikalen te werk gaan om zich van de volksgezindheid te verzekeren Luistert wat er gebeurt in een dorp niet verre van Brugge gelegen. Wanneer de tijd aankomt van de vereffe ning der ouderdomspensioenen, bekomt de weldenkende burgemeester eene procuratie van het grootste getal ongelukkigen moge lijk. Dan, den volgenden zondag zijn zij bijeen geroepen in het samenwerkende melkhuis derstreek. De pastoor en de onderpastoor wonen natuurlijk de plechtigheid bij en de uitdeeling der pensioenen wordt gedaan alsof het eene gunst ware door den burgemeester en zijne gekruinde meesters geschonken De arme grijsaards moeten noodzakelijk gelooven dat het dank aan hun is dat zij de aalmoes van achttien centiemen daags ont vangen. De Kerk legt deze nieuwe weldaad op haar te goed. Openbare zitting van den Zaterdag 5 December 1903. Da openbare zitting wordt ten 5 ure 12m. geopend. Zijn tegenwoordig de heeren Colaert, Burgemeester-VoorzitterStruye, schepen; Begerem, Boone, Fraeys, Fiers. Vanden- boogaerde, D'Huvetlere, Vandenpeereboom, Bouquet, raadsleden; M. Gorrissen, secre taris. Afwezig: M. Surmont. Het proces-verbaal der zitting van 26 September 11. wordt goedgekeurd; dat der zitting van 7 November wordt neêrgelegd ter inzage der leden. 1. Mededeelingen. Het blijkt uit een stuk op het bureel neer gelegd dat de familie Vandevy ver zich voor stelt gebouwen te verkoopen en te maken op hare eigendommen gelegen in de Water kasteelstraat, Poperingschen steenweg, enz. De familie Vandevy vei' is niet gemachtigd geweest die gebouwen te maken. Ofschoon dat gedeelte der stad afhangt van de eigen dommen der familie Vandevyver, bestaat die weg officiëelijk niet. De toelating hun ge geven zou hierop uitkomen: plaveiïng, voorlanden, gaz te leggen; dit alles zou de stad tot aanzienlijke onkosten leiden, die er volstrekt niets zou uittrekken. M. D'Huvettere. Heeft de stad er be lang bij zich te verzetten en het maken van eenen weg te verbieden M. Boone. Het is nochtans 't inzicht der stad de gebouwen te verlengen. M. Colaert. Wij hebben het doen op merken, de Waterkasteelstraat bestaat daar niet. M. D'Huvettere. 't Is een openbare weg. M. Colaert. Daar waar hij ophoudt heb ben wij het recht te zeggen gij zult niet ver der gaan. M. D'Huvettere. Gij belet de eigenaars te verkoopen en te bouwen. Laat ze doen met hunne gronden wat zij willen. Het ver wondert mij dat de stad zich daar tegen stelt. M. Colaert. Onze voorgangers hebben op diezelfde wijze gehandeld. Eene lange bespreking ontstaat over deze kwestie tusschen de heeren Boone, D'Huvet tere en Colaert. Eindelijk beslist de Raad de de belanghebbenden te waarschuwen om een misverstand te vermijden. M. Boone zou willen dat de leden van den Raad ingelicht worden over de inzichten van het Collegie nopens de nieuwe afschet sing der buurtlijn van Yper naar Gheluwe. De Nationale Maatschappij der buurtspoor wegen is voornemens den tram te doen gaan langs de Meenenstraat, de Groote Markt, enz. Met dien weg te volgen, zegt het acht bare raadslid, zult gij de schoonheid der markt volstrekt breken. M. Boone heeft de eer gehad in eene voorgaande zitting den Gemeenteraad over HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 1