TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-Handels- en Annoncenblad. Achttiende jaar. Zaterdag 19n Maart 1904 Nummer 12. Vlaansch-Liberale Weekbladpers. Kamer yan V ol ks vertegenwoordigers Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor dea buiten. 9 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden i fr. Annoncen; 15 cent ftr drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 ft*. per regel. Akkoord per jaar of por maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als- Made die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenasiraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij dB onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende orden niet opgenomen. BOIVD Liberale Propaganda. Met het oog op de aanstaande Wetgevende en Provinciale Kiezingen, heeft het bestuur van den Bond een bestendig bureel ingericht, gelast met het nemen van de practische maat regelen, om de Liberal* Propaganda, door gansch Viaamsch België, te verzekeren. Dit bureel gelast zich met het opstellen, uitgeven en uitdeelen van liberale weekbla den en vlugschriften, tracts, plakbrieven, en het geven van conferenties in de Vlaamsche provinciëu. Alle verdere inlichtingen zullen met de meeste bereidwilligheid worden verschaft door het bestuur van den Bond, Portstraat, 17, te Gent. Zitting van Woensdag 9 Maart 1904. Bespreking der artikelen van het budjet van 't ministerie der spoorwegen, posterijen en Telegrafen. 4 Redevoering van M. Nolf. M. Nolf. Mijnheeren, ik begeer hier eenige aanmerkingen te maken die ik reken de voor te stellen in den loop der algemeene bespreking, indien ik had kunnen tegen woordig zijn in de zitting van Vrijdag laatst. Eerst en vooral heb ik den slechten staat der correspondentiën aan te stippen op de lijn Armentiers-Oostende uitgebaat door den Staat. Geen een trein geeft eene rechtstreek- sche correspondentie naar Dunkerke de rei zigers verliezen een kostelijken tijd te Corte- marck. In den zomer, vooral gedurende net badseizoen, zijn de correspondentiën op deze lijn ongenoegzaam. De Staat zou er met kleine kosten eene wederlandsche lijn kun nen van maken met het fransch Noorden aan de zeekust te verbinden. Het ware hem voldoende daarom het spoor in twee te verdeelen. Er zouden geene onteigeningen te doen zijn; de Staat bezit de genoegzame gronden. Ik onderwerp het vraagstuk aan dea achtbaren minister. Maar ik wil de Kamer bijzonderlijk spre ken over de uitbating onzer spoorwegen door de Maatschappij van West-Vlaanderen. Het grootste deel der lijnen in onze pro vincie zijn aan deze maatschappij afgestaan, die ze uitbaat voor het grootste voordeel harer aandeelhouders. Menigmaal zijn er klachten daarover gedaan geweest. In den loop der tegenwoordige bespreking, hebben de achtbare heeren Vandenbogaerde en Gillès de Pelichy hebben op deze tribune de klachten gebracht der bevolkingen in wier midden zij wonen. Den 8 April 1891, heeft de achtbare heer Liebaert, die alsdan maar enkele afgevaar digde van Kortrijk was, tegen de Maat schappij der spoorwegen van West-Vlaan deren een rekwisitorium in orde uitgespro ken. i Ik houd er aan eenige volzinnen er van te herinneren In het net van West-Vlaanderen, zei het achtbare lid, telt men tot 162 kilometers afgestane spoorwegen. De vergunning ervan is gedaan aan de engelsche Maatschappij, die thans den naam draagt van caamlooze Maatschappij van West-Vlaanderen en die eertijds met meer juistheid den naam droeg van uitbatings Maatschappij't Is door een soort van behaagzucht dat zij dien naam verlaten heeft. De naam is verdwenen maar het ding is gebleven. Die Maatschappij werkt overigens op een zeer gunstig terrein, want het publiek denkt in 't algemeen, ik heb het honderd maal bestatigd, dat het haar zonder verde diging overgelaten is. Reist op de lijnen van West-Vlaandeien, gij zult de reizigers hooren morren en kla gen, maar zij eindigen altijd met te buigen gelijk voor een soort van noodlot, 't Is eene lijn van maatschappij, zeggen zij, er is niets aan te doen! En zij zijn overtuigd dat de Regeering niets te zien heeft in de zaken eener bijzondere maatschappij. Dit is eene we- zentlijke vergissing tegen dewelke het noo- óig is te protesteeren. Ik geloof dat de beste manier om bet te doen, ware van te vragen aan den heer minister van spoor wegen zijn recht van toezicht op eene strengere wijze te willen gebruiken. Het zal weldra dertien jaren geleden zijn dat die redevoering uitgesproken werd. De klachten van het publiek zijn nu niet min hevig dan in 1891de toestand is sedert Diet veranderd. Alleen deze van den achtbaren heer Liebaert is gewijzigdvan eenvoudige afgevaardigde van Kortrijk is hij minister geworden. Hij bewoont Brussel en 't schijnt dat de klachten zoo rechtstreeks aan zijne ooreD niet meer komen. Glimlachen Maar wat is er sedert 1891 verbeterd in de uitbating der Spoorwegen van West-Vlaan deren i Is het rollend materieel, waarover de acht bare heer Liebaert in 1891 klaagde, vervan gen geweest Neen, het zijn dezelfde voor- historiesche rijtuigen die de reizigers vervoe ren. Zij zijn sedert dien ouder geworden Ziedaar de eenige verandering die gebeurd is. Zij zijn ongemakkelijk, smerig, slecht ver licht, slecht verwarmd in den winter. M. Liebaert, minister van spoorwegen, posterijen en telegrafen. Ik bestatig met genoegen dat gij bezig zijt met den lof te ma ken van de rijtuigen van den Staatspoorweg. M. Nolf. Ik ben vooral bezig met te klagen over de rijtuigen der maatschappij van West-Vlaanderen. Wanneer de Staat een oude lokomotief te verkoopea heeft en waarvan hij zich ten allen prijze wil ontma ken, mist de maatschappij van Vlaanderen de gelegenheid niet zich dezelve aan te schaf fen. Ook zien wij op onze lijnen ongevallen gebeuren zooals dat den 27 november 1903 voorgevallen te Aerzeele, waar de ketel ge sprongen is eener locomotief aan een koop- warentrein gespannen. Zware wonden ver oorzakende aan den machinist, den stoker en den trein overste die zich in den fourgon bevonden. Zijn de correspondentiën beter ingericht M. Liebaert, iniuister van spoorwegen, posterijen en telegrafen. Er is vooruit gang. M. Nolf. Maar het is voldoende den reisgids te raadplegen om er het tegenover gestelde te bestatigen Gij zult er namelijk zien dat de reizigers die van Yper naar Brus sel of van Brussel naar Yper gaan, verplicht zijn een half uur te verliezen te Kortrijk. M. Liebaert, minister van spoorwegen, posterijen en telegrafeD. Omdat ik de treinen verbeterd heb op de groote lijnen. M. Nolf. Ik klaag niet over den dienst van den Staat, maar over dezen der maat schappij van West-Vlaauderen, die geenen harer treinen in verband stelt met deze van den Staat. Zijn de gemeenschappen sneller Men had ons eene verbetering onder dat opzicht laten voorzien tijdens de toepassing der trems Westinghouse, welke de maat schappij eindelijk aangenomen heeft ten gevolge der talrijke ongevallen die op hare lijnen gebeurden en die telkenmale voor haar eene zooveel te zwaardere verantwoordelijk heid na zich sleepten dat men haar mocht verwijten verwaarloosd te hebben. Onze hoop is verijdeld geweest. Het schijnt dat men de nieuwe trems niet kan doen werken dan met duizend voorzorgen te nemen, uit vrees het rollend materieel aan stukken te slaau, dat te oud is eu ten gevolge daarvan is de gewon nen tijd bij de stilstanden onbeduidend. Voor Je toepassing van tremstoestellen legde men den afstand van Yper naar Kortryk af, 't zij 34 kilometers, in één uur, nu heeft men den zelfden tijd noodig. De snelheid en de regelmatigheid der cor respondentiën zullen maar verzekerd zijn wanneer de maatschappij er in zal toestem men hare bijzonderste lijnen in twee te ver deelen of genoegzame afwijkingssporen in hare statiën te leggen. De inrichting van het dubbel spoor dringt zich namentlijk op op de afdeelingen van Poperinghe naar Kortrijk en van Kortrijk naar Brugge. De handel is te groot om de uitbating met een enkel spoor voort te zetten. Welnu, zonder de tusschenkomst van den Staat, zal de maatschappij nooit het dubbel spoor leggen, omdat de uitgaaf die er zou uit voortspruiten te groot is en dat er andere werken te verrichten zijn bijna overal om aan de noodwendigheden van den dienst te beantwoorden. De inrichtingen van al de statiën van een zeker belang zijn onvoldoende. Er zijn zeer groote werken uit te voeren in de statiën van Thourout, Roeselaere, Iseghem, Ingel- munster, Meenen, Wervick, Comen, Yper, Poperinghe en Thielt; de dienst, in't alge meen lijdt er uitermate door. Bestaat de veiligheid der reizigers meer De statiën blijven gevaarlijk gelijk in 't ver leden. Haar toegang is moeilijk, bijzonderlijk op zekere tijdstippen van het jaar, waar zij letterlijk belemmerd zijn, zooals de statiën tusschen Yper en Kortrijk, op het tijdstip der vlasrooterij. Maandag laatst nog is een reizigerstrein gebotst tegen eenen riem koop- warenwagons te Poperinghe. De lossing- plaatsen ontbreken bijna overal. De maatschappij heeft maar eene voorin genomenheid aan hare aandeelhouders groo te winsten te verzekeren. Het gemak van het publiek bekommert haar zeer weinig! Zijn wij veroordeeld dezen toestand te on derstaan tot het einde der vergunningen, 't is te zeggen tot in 1945 i Het is niet aannemelijk. De Regeering is verplicht aan het Parlement wapenen te vragen tegen de maatschappij, indien zij er geene heeft. En indien zij er heeft, moet zij er gebruik van maken. In 1891 schatte de achtbare heer Liebaert dat de Regeering gewapmd was. Indien zulks heden nog zijn gedacht is, dat hij han- dele De klachten onzer bevolkingen zijn ge grond, zij moeten aanvaard worden. Al de dagbladen onzer provincie hebben verleden jaar aangekondigd dat het ten ge volge is van hooge tusschen komsten dat de maatschappij er in toegestemd heeft den weg der exprestreinen Rijsel-Oostende te wijzi gen en ze te doen gaan langs Moskroen, Ingelmunster, Roeselaere en Thourout, het spoor van Meenen-Roeselaere verlatende dat zij eertijds volgdendat het ten gevolge der zelfde tusscheDkomsten is dat de maatschap pij besloten heeft dea gang der wederland sche treinen te versnellen en hem van 45 op 80 kilometers per uur te brengen; dat het is om te voldoen aan dezelfde bevelen dat zij beslist heeft eene leening aan te gaan die, zoo het schijnt, bestemd is om het spoor van Kortrijk-Lichtervelde in twee te verdeelen. De Maatschappij van West-Vlaanderen is dus toegankelijk voor den invloed die van hoogerhand komt. Ik vraag u, mijnheer de minister, opnieuw tusschen te komen en ik heb de overtuiging dat, indien gij het wilt, gij voor Onze bevol kingen zult bekomen wat de maatschappij niet heeft durven weigeren wanneer het vreemdelingen gold die onze badsteden kwa men bezoeken. Zitting van Vrijdag 11 Maart 1904. Bespreking der begrooting van financiën en openbare werken. M. Colaert. Mijnheeren, een onzer acht bare collega's zegde zooeven dat de kwestiën van plaatselijk belang moeten behandeld worden in het kabinet van den minister. Ik ben er over met hem eens Er zijn nochtans kwestiën die een open baar debat vragen omdat, bij gebreke der Regeering haar initiatief uit te oefenen, de Kamer kan tusschenkomen en d8 Regeering dwingen. M. Antoine Delporte. 't is hetgeen gij nooit doet I M. Smeels. Men werpt den minister omver, ziedaar alles. M. Colaert. Eene dezer kwestiën is het voltooien der vaart van de Lei naard'Yper- lee, eene oude kwestie, aangezien zij bijna dagteekent van sedert de inkomst in de Kamer van den achtbaren heer Tack. 't Is te zeggen, mijnheeren, dat de kwestie zeer oud is. De achtbare heer Tack heeft ze menig maal opgeworpen dikwijls heeft hij zijne pogingen gevoegd bij deze zijner collega's van Yper om eindelijk de voltooiing der vaart te bekomen. M. Tack. Die het aanvulsel is der vaart van Bossuyt naar Kortrijk. M. Colaert. Ik ging het zeggen, en ik voeg er bij t is ook het aanvulsel der vaart van den Yzer. Zooals ik het kom te zeggen, deze kwestie is zeer oud en het is meer dan tijd dat de werken voltrokken worden, ten ware de heer minister zou beweereu dat de vaart dient gevuld te worden, wat een groot ver lies zou zijn niet alleen voor het arrondisse ment Yper, maar ook voor de financiën van HET WEEKBLAD DER

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1904 | | pagina 1