ELZA
Groot CONCERT
De wet op de jacht.
Schandelijke misdaad te Halluin
STADSNIEUWS.
Vlaamsche Ster.
Elisa de Kantwerkster
Onvoorzichtigheid
Maatschappij Burgerwacht
Société des Anciens Pompiers.
Gheluwe.
Wervick.
J oris De Sloovere.
is op het punt overeen te komen met de ge
meente St. Jan.
M. Lemahieu verklaart zich voldaan.
M. Fraeys herinnert den heer Burge
meester dat er in deze zitting geen sprake
geweest is van de begrooting der kostelooze
lagere knechtjesschool (1).
M. Golaert bekent het en de begrooting
der kostelooze stadsschool wordt aangeno
men zonder bespreking.
Zij beloopt in ontvangsten en uitgaven tot
de som van fr. 12,075-00.,
Niemand het woord meer vragende, wordt
de zitting ten 6 ure 45 m. geheven.
Met het regiem der doode hand en het
militaire strafwetboek is onze wet op de
jacht een schandig en wreed overblijfsel uit
de feodale tijden.
Zij dagteekent van het tijdstip toen alleen
de ridders het recht hadden wapens te dra
gen, van den tijd toen hun uitsluitend recht
op jacht samenging met hun recht op het
leven hunner onderdanen, op de eer der
meisjes en der vrouwen. Nu het recht om
te jagen niet meer een privilegie is der
edelen, maar toch een voorrecht der begoe-
de menscheu, draagt zijne verordening nog
gansch zijn feodaal karakter in zich. De
jachtbezitter eischt nog nagenoeg gendarmen
op naar zijn goeddunken om de fazanten of
de hazen te bewaken die hij 's anderendaags
zelf zal kapot schieten, hij stelt garde-
chasses aan, en kiest ze nagenoeg hoe hij
wil. De rechtbank, zonder van den nieuwen
jachtbewaker de minste waarborg van eer
lijkheid of menschlievendheid te vragen,
keurt bijna altijd de keuze goed, en geeft aan
iemand die gister misschien een landlouper,
of zelf een wildstrooper was, een bijna on
beperkt gezag. Zijn getuigenis in al wat
jacht betreft zal van morgen af als Evange
lie klinken, en al de misbruiken die hij ma
ken zal van zijn onbepaald recht van liegen,
of desnoods van zijn niet te kontroleeren
recht van dooddoen, zullen voortaan onge
straft voorbijgaan of nagenoeg.
Jachtbezitters, jachtbewakers en jagers-
rechters maken als het ware eene bijzondere
juridictie uit in ons land zoo grof on
rechtvaardig en wreed als de militaire.
Iedereen voelt en weet, ja iedereen zegt
nochtans *el dat onze wet op de jacht eene
schande is- Iedereen weet ook dat zij tevens
ondoelmatig is, en dat zelfs de strengste
straffen er niet toe kunnen leiden, uit het
gemoed van den landman de passie om te
jagen en om te visschen weg te rukken,
omdat ze hem in het bloed zit, en dat men
niet met gevangenisstraffen noch met ge
weerschoten den aard eener bevolking
verandert. Iedereen voelt en weet ook dat
het onzedelijk is om het plezier van zekere
rijke heeren, die alle andere plezieren in
hun bereik hebben, de vrijheid en het leven
van honderden menschen jaarlijks ten offer
te brengen. Iedereen weet ook wel dat bij
die rijke menschen de jacht dikwerf een
passie wordt, hen noopend tot het offer van
veel geld, dikwerf aan onwaardigen ver
strekt, tot het offer van hun gezondheid, tot
het prijsgeven van hun waardigheid of van
hun goedheid wanneer ze er bezitten. Ieder
een kent zeker ook wel het boerenspreek-
woord: steek den braafsten heer een twee
loop in de handen, en ge maakt er altijd een
botterik en dikwijls een moordenaar van.
En ieder weet ook wel dat bij vele andere
heeren de jacht niet een passie is, maar
enkel een ijdelheid; dat, evenals zekere
menschen fier zeggenik heb zooveel koers-
paarden in mijn stal, anderen zeggenik
heb zooveel gardechasses op mijn jachtdat
indien snobjes van 25 jaar er graag mee
pochen, dat ze eens een avond in de intimi
teit van Emilienne de Pontoise of van Cléo
de Bayonne hebben doorgebracht, ij dele
menschen van veertig fier zullen antwoor
den dat ze dit jaar zooveel honderd fezanten
in hun bosch hebben losgelaten. Iedereen
hoort wekelijks, nagenoeg na elke zitting der
boetstraffelijke rechtbank, vergelijkingen
opmaken tusschen de goedertierendheid der
rechters tegenover erkende kwaaddoeners,
en hun strengheid tegenover wildstroopers.
Iedereen voelt, weet, bekent en verklaart
dat onze wet op de jacht onrechtvaardig,
wreed, ijdel, menschenschennend is. Men
zegt en herhaalt het sinds jaren en jaren
en nochtans komt er geen verandering.
En waarom 1
Omdat de wet op de jacht in de Kamer te
durven bekampen, evenveel zou beteekenen
als durven oprecht strijden tegen de twee
elementen van onze maatschappelijke on
dergeschiktheid, die heeten passie en voor
recht.
Omdat het welgemeend en doelmatig
bestrijden van het alcoolisme de passie van
geneverdrinkende kiezers zou te keer gaan,
en de belangen of liever het voorrecht van
eenige gezag- en ontzaghebbende stokers zou
in gevaar stellen, durft men geen ernstige
wet uitvaardigen tegen de grootste plaag
onzer samenleving. Omdat eene ernstige wet
op het spel de passie der fils Papa zou
remmen, en tevens de belangen van eenige
speelzaalhouders met hun gevolg van lichte
kooien en af troggelaars tegenkanten, heeft
men nog niet durven eene oprecht doelmatige
wet op het spel doen stemmen.En eveneens,
omdat ze, met de wet op de jacht af te
schaffen, zouden raken aan de passie en
het voorrecht van invloedrijke menschen met
wie ze graag opgoeden voet leven, zullen onze
wetgevers er nog al zoo gauw niet aan den
ken, deze schande van ons openbaar leven
te doen ophouden. In 't bedrijven van kwaad
zijn ze handig en rijn; voor 't stichten van
het goede zijn ze onbehendig, onmachtig en
laf. Zij hunnen, zij durven, mogen en
zelfszij willen niet En daaraan komt
nooit beternis, dan wanneer door ons poli
tiek leven eens een oprecht demokratische
wind zal waaien en daar zijn we op verre
na nog niet.
Het schijnt nu evenwel te blijken dat er
soms iets machtiger is dan de traagheid of
de onwil onzer wetgevers. Dat iets is het
toeval, of het is de logische gang der om
standigheden.
Nu, bij voorbeeld, melden ons de bladen
dat onze Minister van landbouw verschrikt
is geraakt over het ontzaggelijk getal wilde
konijnen die dit jaar in onze velden en bos-
schen rondloopen. Hij heeft eene kommissie
gelast, te onderzoeken welk middel het beste
zou zijn om zich van de overtollige viervoe
ters te ontdoen, en er schijnt in die kommis
sie ernstig sprake te zijn van eene algemeene
klopjacht op de konijnen toe te laten.
Dat ware een groot ongeluk voor de ja
gers, en een geweldige slag voor hun opzien.
Tot hiertoe mochten enkel geldhebbende
menschen den tweeloop hanteeren, en nu
zou het gemeen mogen konijnen schie
ten. 't Ware eene onheiliging van het recht
op jacht, en moest het geval zich nog eenige
keeren voordoen, dan verloor alrap de titel
van jager zijne aantrekkelijkheid, 't Ware
geen adeltitel meer, noch ten minste een
titel die laat vermoeden dat men een voor
naam heer is.
'tZou zeker geen tien jaar duren, of de mees
te heeren zouden niet meer kas meer maken
van hun recht op jacht, dan een rijke auto-
mobielrijder van een velocipède. En dan zou
den 't de politieke menschen schoon hebben
't ware een gelegenheid om boerkens te
paaien zonder heeren onaangenaam te zijn.
Een echte opperkans. Geen twijfel of elk
kandidaat schreef dan de afschaffing van de
wet op de jacht op zijn programma, en
eenige maanden later ware 't spel geklonken.
Potverdikkewat waro dat een goeie
affaireZIM.
Een 11 iarig meisie onteerd en ver
moord.
Een afgrijslijk drama had Maandagmorgen
plaats te Halluin.
Het II jarig dochterken, Marie Desutter,
werd schandelijk onteerd en daarna ver
moord in het huis haren ouders.
Deze laatsten waren naar hun werk
gegaan en hadden dit meisje alleen thuis
gelaten met een kindje van zeven maanden.
De vader, wever, had zich begeven naar de
fabriek Wallaert en de moeder, naar de
steendrukkerij Lansberg, waar zij in dienst is.
Wanneer de vrouw, roni 42 1/2 uren
terug thuis kwam, meldde haar een buur
vrouw dat het kindje, toevertrouwd aan
de waakzaamheid van het meisje, gansch
den voormiddag niet had opgehouden te
schreien.
Ook M. Desutter kwam weldra thuis.
De ouders riepen op hun dochterken
Marieniemand antwoordde. Ongerust,
doorliep de vader spoedig gansch de woning
en in de slaapkamer stond hij plotseling voor
het lijk van zijn dochter welke te midden
van het bed lag. Alles gaf eene onbeschrijfe
lijke wanorde te kennen.
De hals van het arm meisje droeg sporen
van verwurging de opgezwollen tong hing
uit den mond. Het dochterken werd bezoe
deld en vervolgens door den onmensch ver
moord.
Het jeudig slachtoffer moet met haren
moordenaar geworsteld hebben want het
beddegoed werd aan stukken gescheurd.
Het parket, ten spoedigste verwittigd,
opende een onderzoek nog denzelfden dag.
Een 13 jarig jongentje, die Marie Desutter
meer dan eens gekweld had en aan wie de
ouders toegang tot hunne woning ontzegd
hadden, werd langdurig ondervraagd, doch
zijne onschuld bleek zonneklaar en hij werd
dan ook terug in vrijheid gesteld.
De magistraten zijn hedendinsdag te ander
maal te Halluin afgestapt en zetten hun
onderzoek ijverig voort.
Zekere L....,36 jaar oud, wonende rue
d'Arcole, werd aangehouden. Hij kende
Marie Desutter en had herhaalde malen het
kind bij hem willen binnenlokken, zoodat de
vader hem den toegang tot zijn huis had
verboden. L. werd reeds dinsdag aangehou
den en zal woensdag worden ondervraagd.
Op Zondag 6 November geeft deze maat
schappij hare eerste vertooning met de me
dewerking van Mej. M. DEURBROECK, too-
neelspeelster te Brussel, en bestaande in
tooneelspel in 4 bedrijven
EN
Blijspel met zang in één bedrijf.
Eene schoone vertooning zooals men ziet.
De personen die een abonnement begeeren
worden vriendelijk verzocht zich te begeven
bij M. K. Deweerdt, Rijselstraat, 50 alhier,
waar de lijsten berustend zijn.
Maandag avond, rond 6 ure, ging er een
onbekende bij M. Plancke, meester kleerma
ker in de Statiestraat om eene kostuum te
koopen, zooals hij verleden jaar gekocht
had. Toen hij zijne keus gedaan had, zei hij
dat hij geen geld meer genoeg had om te be
talen daar hij eene hoeveelheid andere com
mission gedaan had en vroeg aan M. Plancke
hem te willen vergezellen tot aan de herberg
De Bascule dat hij daar gekend was en het
noodige geld zou leenen.
Buiten de Meenenpoort gekomen wilde de
onbekende het paksken uit de handen van
M. Plancke rukken maar er niet in geluk
ken gaf hij hem zoo een geweldigen slag
dat hij ten gronde viel.
De dochter van M. Plancke die hem ge
volgd had riep om hulp, eenige menschen
kwamen toegeloopen hetgeen de kwaaddoe
ner op de vlucht zette.
Schieting van 3 November.
Naar de Kar tors.
Froidure R.
20
25
20
15
20
100
Masschelein A.
20
15
20
15
25
95
Burgho A.
15
20
20
20
20
95
Fol J.
25
25
15
10
20
95
Legon E.
25
25
10
20
15
95
Vermeulen H.
25
25
5
15
20
90
Butaye E.
25
10
15
20
15
85
Pinteion M.
15
10
20
25
10
80
Poelemans D
10
5
20
15
25
75
Gaimant A.
5
20
20
15
15
75
AVIS.
Les intéréts des obligations (coupon n* 11),
sont payables partir de cette date chez
M. Amand Dechièvre, banquier, rue de M
nin a Ypres. e"
La remise du coupon n° 10 sera exigée
moment du payement.
Door plaatsgebrek bevinden wij ons
genoodzaakt een artikel uit Gheluwe
te verschuiven tot binnen acht dagen.
Met waar genoegen, vernemen wij,
heer Georges Guillot, moniteur-oversté, der
turnmaatschappij La Libre Wervicquoise
zich komt te onderscheiden in den indivi-
duëelen turn wedstrijd, die op 30n October
1904, te Rijsel plaats greep.
Wij lezen in de dagbladen dezer stad
Kunstwedstrijd.
Tweede afdeeling. Groep A.
isU M. Guillot Georges van Roubaix.
Dit schitterend succes, strekt tot de groot
ste eer aan M. Guillot, die de eerste plaats
van zijnen groep bekomt op 71 geklas-
seerden.
Wij bieden M. Guillot onze vurigste ge
luk wenschen aan.
STAD WERVICQ.
Op Zondag 20 November 1904,
om 5 ure 's avonds,
in den Cercle Musical gezegd Halve Maan,
gegeven door de fanfaren Les Amis Réunis,
onder het bestuur van den Heer
Gust a. af BONNEEL,
met de welwillende medewerking van:
M. Leon Bonneel, fluit, 1® prijs met onder-
derscheiding van het conservatorium ta
Brussel.
M. Armand Delcampe, klarinet, 1® prijs
met onderscheiding van het conservato
rium te Brussel.
M. Michel Vanneste, viool, 2d* prijs met
onderscheiding van het conservatorium te
Brussel.
M. Alphonse Bonneel, piston solo der Ja
gers Verkenners te Brugge.
M. Omer Ramou, piston solo der fanfaren
Les Amis Réunis
M. Deraedt, kluchtzanger.
MGeorges Callebert, pianist.
Prijzen der plaatsen
Voorbehoudene 2 fr.1" i fr. 25; 2d* 0,75.
N. B. De voorbehoudene en de eerste plaat
sen zullen genummerd zijn.
(Vervolg en slot).
III.
Een tweede vak der schilderkunst, door
Joris De Sloovere met voorliefde beoefend,
is het groot figuur en het portret: de be
haalde prijs in 1897 en de aanmoedigings
premie van het Staatsbestuur, met het werk
Mijne Zusters (Salon van 1900), bewijzen
dat zijn talent reeds in de offlciëele wereld
erkend wordt.
In het figuur heeft de kunstenaar minder
vrijheid, dan in 't weergeven van een land
schap. Dit kan hij voorstellen, naar eene
persoonlijke stemming; bij 't behandelen van
't figuur, echter, moet de gewaarwordingen
de stemmingsvertolking des kunstenaars
by na geheel op den achtergrond blijven, en
hij moet zich beyveren een trouw konter
feitsel te leveren, onder dit beding, noch
tans, dat hij zijn model zóódanig bestudeere,
om het op een psychologisch oogenblik te
te kunnen pakken 't. t. z. wanneer de
geheele gelaatsuitdrukking door het samen
werkend spel van oogen, neusvleugels, mond
en kin eene eigenaardigheid verkrygt, welke
slechts bij dat model en bij geen ander
behoort.
Bij het malen van portretten laat De Sloo
vere nog al dikwijls den lichtgloed op het
aangezicht concentreeren, om kleedij en bij
zaken opzettelijk in een halfduister te laten
verloren gaan.
Onder de portretten, door hem geborsteld
en mij persoonlijk bekend, schijnen mij die
van den kunstschilder K. Rousseau, van den
Heer E. Bouchout en van advocaat A. Thoo-
ris het best aan hooger gestelde voorwaar
den te beantwoorden.
Op het wezen van den uit een lange ziekte
herstellenden Rousseau, liggen droeve zorg
en zwaarmoedige lijdzaamheid, eene volle
dige overgeving, een berusten in 't wreed®
(1) Dit verwondert ons niet, M. Fraeys
Onze eerste magistraat was zoodanig ingenomen
met de les te spellen aan de liberale drukpers dat
hij de punten in bespreking vergeten heeft.
Men zou voor min verstrooid zijn.
i »nnnm
v n m