STADSNIEUWS.
1000 PAASCHEIERS
Gemeenteraad van Yper.
Aanranding.
Diefstal
Aftroggelarij.
In den grooten goedkoop.
ZONDAG 23 APRIL
Maatschappij Kruisboegschotters.
Een vertelsel
voorgeschreven rustpoozen door de regle
menten vastgesteld worden. Deze laatste
bepaling is insgelijks toepasselijk op de
onderneming van vergunde spoorwegen of
buurtspoorwegen, voor zooveel het regle
ment, de rustpoozen inrichtend, goedgekeurd
zij door den minister van spoorwegen, pos
ten en telegrafen.
Art. 12. Bij.de uitoefening van de bevoegd
heden, hem bij de artikelen 5, 7 en 8, toe
gekend, vraagt de Koning het advies: 1. van
de bevoegde afdeelingen der raden van nij
verheid en arbeid2. van den hoogeren raad
voor openbare gezondheid; 3. van den hoo
geren arbeidsraad4. van en hoogeren raad
voor nijverheid en handel.
Deze verschillende collegiën brengen hun
advies uit binnen twee maanden na het hun
daartoe gedane verzoekbij gebreke daar
van, wordt er buiten hen ook beslist.
Ten allen tijde kan de regeering, hetzij
ambtshalve, hetzij op verzoek van een der
collegien waarvan het advies moet worden
gevraagd, opnieuw de belanghebbende colle
gien raadplegen en de verleende machtiging
intrekken of wijzigen.
Art. 13. Degenen, die door de regeering
met het toezicht over den arbeid zijn belast,
hebben vrijen toegang tot de lokalen be
stemd voor de endernemingen die vailen on
der toepassing van deze wet. Zij houden het
oog op hare uitvoering en stellen de over
tredingen vast bij proeessen-verbaal die gel
den als bewijs zoolang het tegendeel niet is
bewezen. Een afschrift van het proces-ver
baal wordt, op straffe van nietigheid, binnen
acht en veertig uren, aan den overtreder ter
hand gesteld.
Art. 14. De hoofden van ondernemingen
of hunne gelastigden, die de bepalingen van
deze wet en de voorschriften van de be
sluiten betreffende hare uitvoering overtre
den, worden gestraft: met eene boet van
26 tot 100 frank, indien het getal der in
strijd met de wet of met de besluiten gebe
zigde personen tien niet overtreftmet eene
boete van 101 tot 1.000 fr., indien het getal
dier personen honderd niet overtreftmet
eene boete van 1.001 tot 5.CO0 frank, indien
er meer zijn.
Art. 15. De hoofden van onderneming of
hunne gelastigden, die het uit krachte van
deze wet ingesteld toezicht verhinderen,
worden gestraft met eene boete van 26 tot
100 frank, onverminderd, zoo er grond voor
is, de toepassing van de straffen vermeld in
de artikelen 269 tot 274 van het Strafwet
boek.
Art. 16. Er bestaat strafbare herhaling,
zoodra een nieuw misdrijf ten bate van een
persoon, die reeds is gestraft wegens over
treding van deze wet, wordt vastgesteld
binnen een tijdsverloop van vyf jaren na de
eerste veroordeeling.
Art. 17. De vader, moeder of voogd, die
hun minderjarig kind of pleegkind in strijd
met de voorschriften van deze wet doen of
laten arbeiden, worden gestralt met eene
boete van 1 tot 25 fr. Ingeval van herhaling
binnen twaalf maanden, te rekenen van de
vorige veroordeeling, kan de boete op het
dubbel worden gebracht.
Art. 18. Hoofdstuk VII en artikel 85 van
het le boek van het strafwetboek zjjn van
toepassing op de overtredingen voorzien bij
deze wet.
Art. 19. De openbare rechtsvervolging,
voortspruitende uit eene overtreding van
deze wet, verjaart door verloop van één
jaar te rekenen van den dag waarop de over
treding werd begaan.
Art. 20. De vrederechters nemen, in eer
sten aanleg, kennis van de overtredingen
van deze wet.
Art. 21. Deze wet treedt in werking één
jaar na hare bekendmaking.
Art. 22. Artikel 7 der wet van 13 Decem
ber 1889 wordt ingetrokken.
Die wet is nu naar den Senaat gezonden,
doch men weet nog niet wanneer zij er zal
besproken worden.
Zitting van 15 April 1905.
Al de leden zijn tegenwoordig uitgenomen
Mijnheer Edmond Canepeel.
Het schijnt dat, vooraleer de openbare
zitting te houden, onze bazen een klein
vergaringje gehouden hebben met. gesloten
deuren, zooals het somwijlen gebeurt.
Volgens men ons vertelt het ging er
schuw want het publiek die wandelde in de
collidoor hoorde die heeren kijven en kra-
keelen juist gelijk in 't Klaverstratje.
Er was kwestie van de gaze.
De Burgemeester vertelde dat hij geen
ruste meer heeft en dat hij alle week moet
naar Brugge gaan om de belangen van M.
De Brauwer te verdedigen en voren te staan.
Af. Sobry. Gij zoudt beter doen van te
zorgen voor de interesten van de stad die
volgens mij in groot gevaar zijn, met al die
vreemde schuifelaars dat gij in Yper trekt.
Af. Fraeys. - Permettez. Permettez ik
ben ook van Brugge wee, en M. den deken
ook. Onthoudt dat goed, M. Sobry, of wel
met de naaste kiezing, vliegt gij aan de
deur. De Bruggelingen hebben de sleutel
van de coffre-fort.
Af. Sobry. Gij verlreegt iedereen met
al uw geld.
De BurgemeesterIndien gij zoo voort
gaat M. Sobry, zal ik niet meer zeggen.
Af. Sobry zeg maar voort, maar gij zult
mij nooit dwingen noch doen kruipen.
De BurgemeesterIk geloof dat alles
om zeepe is De Permanente deputatie zou
nu willen hebben dat wij seffens de socië
teit intercommunale maken omdat Poperin-
ghe en Waasten zoo spoedig mogelijk de
gaze zouden hebben. He wel, ik heb vier
kant gezeid aan M. de Gouverneur dat zulks
onmogelija is
Af. Sobry. Ik begrijp u niet goed, .VI.
de Burgemeester. Gij hebt dat ontwerp van
Intercommunaal uitgevonden. Gij hebt het
ons opgelegd, 't Is omdat M. Valcke het
niet wilde aanvaarden uit reden dat dien
eerlijk man de vaste overtuiging heeft, dat
eene intercommunale eene slechte zaak is
voor de stad, dat hij aan de deur gezet is,
en als de Permanente Deputatie zegt
maakt dus uwe intercommunale gij
trekt u in en gij wilt er niet van weten. Dat
gaat mijn kleen verstand te boven.
De Burgemeester. 't En is maar
Veurnambacht's verstand.
Verscheidene leden protesteeren hevig te
gen die woorden en men verstaat niets meer,
zoo groot zijn het geweld en het gerucht.
Maar het gebeurt in de gemeenteraad van
Yper gelijk op het Groot Oceaan na de
storm, de stilte.
De Eurgemeester vraagt aan de raads
leden dat zij hem zouden helpen en ter zijde
staan om zijne menigvuldige tegenstrevers
en vijanden te bevechten en te overmees
teren.
Af. Sobry. Reken toch op mij niet,
M. de Burgemeester, voor deze zaak ten
minste.
De Burgemeester. Mag ik op u reken
M. D'Huvettere.
Af. D'Huvettere. We zullen daarover
spreken in mijne studie. Les affaires sont
les affaires.
M. Fraeys. Et.... et l'argent n'a pas
d'odeur I
Binst dat M. Golaert dien warmen oproep
doet aan de eendracht van al de raadsheeren
om Yper in het stilte te laten uit eten van
de vreemde ratten, zegt
Af. Vandenpeereboom aan M. Bouquet
't laatste nummertje van 't Weekblad was
plesant, hé
Af. Bouquet. Geheel de stee heeft er
leute mee. En op den buiten ook, wee! 't is
ongeloovelijk hoe dat er daarmee gelachen
is. Karei Deweerdt gaat geld winnen I
Af. Vandenpeereboom. Hewel, 'k jeu-
nen 't hem.
M. Bouquet. Maar 't geen dat ik nie
en verstaa, 't is dat het Journal d' Ypres
hem daarvoor zoo dikke maakt. Als gij dat
nu wel overpeist, 't en is toch geen kwaad
van de schoooe vrouwspersonen te gaan
zien in de barakken als 't foore is en van de
nieuwe orgels te gaan probeeren. 't En is al
maar voor een lachertje gezeid, maar er
zijn menschen, die nie en kunnen lachen,
die nie en verstaan dat jongheden hun amu
seeren en die alles draaien en keeren dat
het een geheelen anderen zin heeft en zij
vinden kwaad in alles.
Ik heb gaarne dat ze van mij spreken in
t Weekblad, t is eene goe reclame voor
mijn commerce I
Af. Vandenpeereboom. 't Is van eigen
De menschen meugen van mij al zeggen dat
zij willen, iedereen kent mij.
M. Bouquet. Karei Deweerdt heeft
mij gesproken van dien ongehoorden en
schandeleuzen aanval tegen hem in het Jour
nal. Die mensch was er geheel in gedaan
en stijf ontroerd, van ezoo mishandeld te
zijn voor een prulletje van niet. En ik heb
hem gezeidCharel, doe maar voort. Gij
hebt daar een goed vat ontsteken, iedereen
heeft leute. Yper herleeft met uw gazette,
en als het Journal hem dikke maakt, zijt
wel overtuigd dat het maar en is pour la
forme want zyne redakteurs houden ook
geerne leute, maar zij willen het nie gewe
ten hebben.
Hebt je 't vast
De Burgemeester. Het woord is aan
M. Lemahieu.
Af. Lemahieu. Mijnheeren, in den
nacht van zondag Halfvasten, is er in Yper
een ongehoord schandaal gebeurt. Eene ben-
dé maskers, waaronder ik moet het be
kennen vele katholieken waren, hebben
geheel de bevolking verontwaardigd door
hunne boosheid.
Af. D'Huvettere. Een masker aan
trekken is geene zonde. Ik heb zoo dikwijls
gemaskerd en mijn biechtvader heeft mij
telkens gezeid dat het niet verboden is door
de kerk, ter contrarie.
Af. de BurgemeesterZoo dat ik ook
zou mogen maskeren
Af. D'Huvettere. Ja, zeker M. de
Burgemeester, en zelfs twee maskers ter
zelfder tijd aantrekken, aangezien de libe
ralen zeggen dat gij twee aanzichten hebt
en dat de katholieken het gelooven.
Af. Sobry. (aan zijn gebeur), attrape,
champagne, c'est du lard
Af. Lemahieu. Dus eene groote bende
maskers heeft in Yper een ongehoord, een
afgrijselijk schandaal veroorzaakt. M. Le
mahieu haalt een papiertje uit zijne broek
beurze en zegt; M. de Burgemeester ik kan
niet goed uit met het vlaamsch. Ik had mij
geprepareerd in'tfransch. Ik had zelfs af
geschreven 't geen die 'k wilde zeggen. Meug
ik het 'ne keer lezen?
De Burgemeester. A votre choix M.
Lemahieu.
M. Lemahieu rechtstaande leest:
Mécheux 1
A peine je sortais de la porte du cloitre
ïT-j étaient sur leur char avec un grana empihtre
Ous qu'il y avait dessus, pelés et mi nus
Avocats, bourgeois, gendarmes et juges chevelus.
Notre maïeur aussi, mécheux etait du nombre
Et cescochons ne l'avaientpas laissé daas l'ombre.
Tampé au premier plan de l'immense tableau
II prenait dans un bock un grand absinthe h l'eau,
Le dernier sans doute, car dérision amère,
La loi proscrivit depuis cette boisson si chère.
C'était vilain et laid, effrayant et zhideux
Abominable et bêle, sale et monstrueux 1
Représenter ainsi la justice des hommes
Tirer sur des bouteilles tout ce qui est. en somme
L'Honneur d'un parti, la gloire d'une ville,
Est l'oeuvre d'un damné ou bien d'un imbécile.
Malheur a lui s'il passe par chez nous
On lui mettra, morbleu, la corde autour du cou
Pour le couperen pièces. Puisrentré dans son trou
On le mange en familie comme saucisse aux choux!
Ainsi soit-il.
Af. Lemahieu neerzittende. Eh bien,
mecheu le Bourgmestre, qu'est ce que vous
en dites?
De Burgemeester rechtstaande:
Messieurs, je pense que notre ami M. Le
mahieu qui est comme vous venez de l'en-
tendre, poète a ses heures et bon poète, a
fait bonne justice des éguominies de la jour-
néede la Mi-Carênae. La morale publique
est vengée (neerzittende), seulement je sou-
haite que M. Lemahieu n'ait pas d'indiges-
tion.
Af. Lemahieu. II n'y a pas de danger,
j'en mangerais bien dix comme ca.
Af. Bouquet. M. le Bourgmestre, est-
ce qu'on ne pourrait pas imprimer ga et
répandre ga dans le public, je crois que ga
serait une bonne affaire, savez-vous
De BurgemeesterLe collége exami-
nera la proposition de M. Bouquet.
Wordt voortgezel).
Zondag avond rond zeven ure, waren de
heeren A. Vardenberghe, landbouwer te
Boesinghe en Pieter Yerly, smid te Pilkem
naar Yper gekomen in velo om aan eene
kennis buiten de Rijselpoort wonende een
bezoek te doen. In de herberg Den Engel
binnentreden, bleven zy daar een weinig
om hun pijpken te aansteken en een el
bier te drinken. De herberg uitkomende om
te vertrekken werden zij door 4 kerels aan
gerand, die hun sloegen en hunne rijwielen
verbrijzelden. Vandenberghe weri zoo ere
gestampt en geslagen dat zijn kaakbeen
verbrijzeld was en een zijner oogen uit bet
hoofd gestampt was. Verly bekwam erge
wonden.
Onze dappere politie heeft niet lang ge_
wacht om de hand op de misdadigers te leg.
gen en proces-verbaal op te maken. Dezen
zijn Hoet Alphonse, Hoet Emile, Verleure
Henri en Doolaeghe Emile, die zullen be
loond worden naar verdiensten.
Zondagavond bij 't slapengaan, bevond de
wed. Seghers, wonende aan de Kalfvaart
dat er uit eene kas, staande op de slaap
kamer, eene naaidoos, inhoudende eene som
van 200 frank in 5 frankstukken, twee paar
oorbellen met diamanten, eene broche even
eens in diamant en drie gouden ringen, ver
dwenen waren.
Men veronderstelt dat de diefstal gepleegd
werd tusschen 6 en 7 uren 's avonds, ter
wijl de weduwe Seghers zich in haren hof
bevond.
Volgens er gezegd wordt zou de dader
aangehouden zijn die bij de familie Iweins,
door valsch geschrift, het bedrag der begra
ving, elf honderd twintig fr. ontvangen
heeft, in het gevang zitten te Brussel, en zal
toekomende week, voor den onderzoeksrech
ter te Yper verschijnen.
HOEK DER RIJSELSTRAAT
EN GROOTE MARKT, YPER.
om i 1 ure 's morgens
Uiideeling aan de kinders van stad
van
in chocolade.
Schieting van Maandag 17 april.
Naar de vogels.
1® vogelVan Nieuwenhuize Cyrille.
2® vogel: Vaudevyver Arthur.
De geestelijkheid is talkrijk en machtig in
België ook bestemmen de boeren gaarne
hunne zonen tot den priester staat.
Ongelukkiglijk zijn die jonge levieten niet
altijd bronnen van wetenschap, verre van
daar
Zekeren dag, een boer wetende dat zijn
zoon zijn laatste examen ging afleggen en
dat hij zeker niet ging lukken omdat hij te
dom was, nam een heldhaftig besluit
De brave man doodde zijn zwijn nam er
de helft van, laadde het op zijnen ezel en
richtte zich naar de woning van den bis
schop, die ten minste 6 uren van zijn huis
afgelegen was.
De boer gerocht bij den bisschop en zegde
hem
Hoogedele heer, ik breng u de helft van
een zwijn.
Ik dank u brave man, draag het naar
de keuken, was het antwoord.
Indien gy het mij veroorlooft, waarde
heer, zou ik u mijn zoon aanprijzen die
morgen zijn examen moet afleggen, hernam
het boertje.
De bisschop nam de naam op van den se
minarist, beloofde hem aan te prijzen en
deed hem inderdaad ontvangen.
Bij zijne terugkomst lachte de boer in
zijnen baard, hij streelde vriendelijk de rug
van zijnen ezel en zegde hem
Hadde ik eengansch zwijn medegedregen,
gij waart ook priester gewyd.
""iBfaaa m»