STADSNIEUWS. Gemeenteraad van Yper. Persoonlijke dienstplicht, willen wij ook. Indien het mogelijk ware, zouden wij u zeg gen: Laat ons allen verbroederen, om slechts eene menschheid uit te maken, waar broe derlijkheid en vrede zouden heerschen. Maar, ongelukkige vooroordeelen, onafge storvene rassenstrijden, zooals deze tusschen Franschen en Duitschen die 1870 niet kun nen vergeten, maken de legers afschaffing onmogelijk. Wij liggen aan de grenzen van machtige staten. En, alhoewel wij geen mi litaristische partij zijn, moeten we 't bestaan van een leger als noodzakelijk aanschouwen. Maar hoe? Die inrichting moet op demokra- tische gronden steunen. Op wiens schou ders drukt nu de ransel? Op uwe schouders werklieden. De burgerszonen kunnen zich voor 1600 franken van alle plichten ont slaan. Is dat rechtvaardig? Wij, willen gelijkheid in rechten, maar ook in plichten. En indien we naar de grenzen moeten op trekken, moeten allen, rijken en armen, de wapens in d'hand nemen om vrijheid en va derland te verdedigen. Voor de dood, voor 't vaderland allen gelijk Langdtoej.) De derde hervorming is het zuiver en al gemeen stemrecht met toepassing der even redige vertegenwoordiging. In aller waar heid, Mijnheeren, moet ik u bekennen dat ik lang tegenstander geweest ben van algemeen stemrecht. Ik wenschte eerst en vooral ver plichtend onderwijs, omdat er een geslacht zou ontstaan, genoeg ontwikkelt naar den geest, om verantwoordelijk te kunnen zijn van zijne daden. Maar, toen ik het gebruik gezien heb door de klerikalen gemaakt, van 't meervoudig stemrecht, toen ik de pastoo- ren in kiesdravers heb zien veranderen, heb ik mij ook gezegd: Het meervoudig stem recht moet, met de klerikale partij bezwij ken. Zuiver en algemeen stemrecht zal een nieuw tijdvak merken, waarin gelijkheid en rechtvaardigheid zullen heersschen. Het is niet genoeg dat alle mannen gelijk zijn, alle partijen moeten het ook zijn en daarom eisschen wij evenredige vertegen woordiging.Een enkele partij mag het staats nog het gemeente bestuur alleen in handen hebben. Er moet overal control, toe zicht .bestaan.En niet alleenlijk in kamer hëïds en hospize bureelen. Daarom, willen wij evenredige vertegenwoordiging. Don derende toejuichingen En laat ons nu zien hoe onze tegenstrevers den strijd tegen ons zullen weten te voeren. Gij zijt godlochenaars! Indien gij 't be wind in handen krijgt zult gij kerken en kloosters sluiten gij zult de klerikale scholen sluitengij zult fransche paters en nonnen weer over de grenzen, naar hun vaderland, zenden 1 Dat zelfde liedje hooren wij sinds 50 jaren, 't fs 't oude liedje dat gezongen wordt om d'onnoozele men- schen te bedriegen, aan te lokken en te foppen Wat leert ons de geschiedenis In 1857, zijn Bara en Frère-Orban aan 't bewind gekomen en er aan gebleven tot 1870. In dit tijdperk hoeveel kerken zijn er gesloten geweest Hoeveel kloosters en klerikale scholen Aan wie heeft men ge vraagd geloofd gij of geloofd gij niet Aan wie heeft men kwaad gedaan Aan nie mand, omdat de liberale partij de partij der verdraagzaamheid is. Zoolang de priesters in hunne kerken blijven en zich bezig houden met sakra- meuten toe te dienen, met de armen te hel pen.... Welnu, zoolang zij in hunne rol blijven, en hun met godsdienst bezig houden, hebben wij voor hun niets dan eerbied. Maar, wanneer wij ze zien, hals over kop. in de kiesstrijd zich werpeD, wanneer zij stemmen gaan afbedelen en eerlijke men- schen in den preekstoel hooren uitschelden, dan zeggen wij dat die he< ren geene priesters meer zijn, dat het haatdragende kiesdravers geworden zijn en voor zulke kerels kunnen wij geen eerbied hebben. Toejuichingen Er bestaat nog een ander gevaar voor ons. Terwijl de katholieken zeggen, indien ge voor liberalen stemt, zult ge verdoemd worden, steken ze geld in de handen. Waar zij niet kunnen dwingen, koopen zij uit. Eu dit gevaar is groot. Maar, Mijnheeren, zegt aan allen Het stemrecht is geene koop waar, het is een recht waarvoor het bloed der werklieden vergoten is geweest, voor u dus, werklieden is dat recht heilig Toe juichingen En nu, Mijnheeren, een laatste woord. Laat ons allen eerlijk werken om den val der klerikalen, toekomend jaar, te verze keren, en de principien van gelijkheid en rechtvaardigheid te doen zegepralen, om het licht der wetenschap overal te doen stralen. Laat ons ten strijde trekken, hand aan hand, het hoofd fier opgeheven,en verzekerd dat 1906 een nieuw tijdvak van vrijheiden voorspoed voor ons dierbaar Belgie zal beginnen. Donderende en langdurige toe juichingen.) Zitting van 10 Juni 1905. Al de leden zijn tegenwoordig, buiten M. Struye die onpasselijk is. Het publiek is heel talrijk. Men bemerkt er de kopstukken van de katholieke partij en onder anderen M. Edmond Canepeel, de ge wezen conseiller, bestuurder van de labattore. Het verslag der vorige zitting is goedge keurd. De Burgemeester. Het woord is aan M. Sobry. Af. Sobry. Mijnheeren, over eenige weken had ik de eer u te spreken van iets die gebeurd heeft in het politiebureel en waarover ik uitleg vroeg aan M. de Burge meester. Den uitleg is niet gekomen. M. de Burgemeester heeft mij eenige woor den van dank toegestuurd en beloofd dat hij zou zijn beste doen omdat het publiek zich niet meer zou te moeien hebben met hetgeen onder de agenten geschiedt en daarmee was het uit gelijk op de feeste. Ik weet niet of het Parket eene instructie gedaan heeft aangaande die feiten en wat er bestaligd geweest is, maar juist omdat er daarover niets officieel verklaard ol bekend gemaakt is geweest, vertelt men van alles en de gazetten van heel Belgie, in plaats van zich uitsluitelijk bezig te houden met de het verslag, misschien fantaisist, van de pan doering van februari laatst. Zoo lees ik in het dagblad van Brugge, het volgende: Chose étrange, cette représentation théa trale venait peine d'avoir lieu, qu'un évé nement qui semble calqué sur celle-ci, se passait.... au bureau de police de notre ville. II y a quelque jours, devait avoir lieu la répartition des primes payées par le Gouver nement, pour l'exécution des ordonnances de captures de condamnés efïectuées pendant le 4e semestre 1904. Bonne aubaine, se disaient les policiers Pas tant bonne que les fois précédentes ce- pendant, car, k l'encontre de tous les usages, deux part avaient été retenues et attribuées aux grands chefs 1 Les agents, cela se congoit, récriminèrent, tout au moins quelques-uns d'entre eux ceux, notamment, qu'on appelle, les laids par opposition aux beaux nouveaux ve- nus dans la carrière, oü les a fait entrer notra féministe maïeur bien connu, M. Co- laert. Deux camps se formèrent et un moment donné, un bel éphèbe lance a un vieux grognard le qualificatif luiaard Un maitre coup de poing s'abattit sur le cratère qui avait vomi Pipjure et un tohu- bohu indescriptible s'ensuivit. Finalement les laids l'emportèrent Une enquête a été ouverte dont voici la sanclion bien prévue: Les chefs conser- vent leurs parts de captures; une peine lé- gère a été infligée au bel éphèbe provocateur et levée quelques jours après. La revocation fut le cbhtimeat du vieux grognard. Nous apprenons a l'instant que ce dernier est remplacé par un candidat patronné par notre aimable maïeur qui consacre tous ses soins k améliorer notre police. X. Heel de provincie, heel Belgie, heel Europa houdt dus de zot met onze politie. 't Is noodig dat wij weten wat er gebeurd is. In naam van mijne collegas, eisch ik dat men hier ons de waarheid zegge. Af. Fiers. Vertaalt dat nu eens. Ik en verstaan dat niet. De Burgemeester. -- Wij zouden te veel tijd verliezen. Al. Fiers. Als gij mij geene voldoening wilt geven, dan moet ik protesteeren en zal hier niet blijven. Af. Bouquet. Monsieu le Bourguemai- tre, eet homme a raison. II est un fait sur et certain, e'est que e'est vous qui l'avez de- mandé pour venir ici. Sans cela eet homme était bien tranquille lè. dedans savez-vous. Alors vous deve.z le mettre content Af. Struye. Oh! Bossuetl De Burgemeester. Als het u belieft, spreekt toch vlaamsch, menheere Bouquet 1 Al. Bouquet. Ce n'est pas ma faute, du ne m'a pas appris De Burgemeester. Ik vind het nutte loos en gevaarlijk van de vertaling te doen. Het verslag dat M. Sobry hier komt te lezen moet in zijnen oorspronkelijken tekst gehou den worden. Moest men dat in het vlaamsch schrijven, al de mannen van het Volkshuis zouden het lezen en ik vindt dat zulks niet noodig is. Mag ons volk den Bijbel lezen in zijnen oorspronkelijken tekst? neen, niet waar? Het zou sefiens gewaar zijn dat onze priesters dien tekst al doen zeggeD dat zij willen om hun meesterschap te wettigen. Ehwel, het zij ook zoo met de fransche liberale bladen. Vertaalt ze niet aan ons vlaamsch volk. Het zou te gouw klaar zien en te wel weten wat er in ons midden omgaat. Af. Fiers. Als het zoo is, heb ik hier niet meer te doen. M. Fiers staat op en verlaat de zaal. Al. Sobry. Ik begeer en verwacht ant woord, M. de Burgemeester. De Burgemeester. M. Sobry, ik moet u zeggen dat gij mij van uwe interpellatie niet verwittigd hebt,zooals het reglement het voorschrijft. Ik zal u dus niet antwoorden. Al. Sobry. Zoudt gij willen nota ne men, M. de Burgemeester, dat ik u daarop in de naaste zitting zal ondervragen. De Burgemeester. Neen. De zaken van de politie gaan den raad niet aan. Al. Sobry. Wij zullen dat zien. Het woord is aan M. D'Huvettere. Al. D'Huvettere. In de laatste zitting heeft M. Sobry het collegie ondervraagd over de werken van de Rijkeklarenstraat en M. den Burgemeester heeft antwoord dat er nnrfoan nf to WP.fite Was. De Gazette van M Nolf heeft daarover een goed artikel gegeven en beweert dat men daar de kasteelgracht opvult en de geheele bevolking is daarvan getuige. Een derde van de gracht is reeds gevuld. Zal M. de Burge meester dat nu nog loochenen De Burgemeester. 't Zijn al prullen 1 Men heeft daar eenige schuppen schoone aarde gesmeten om de vuiligheid te duiken. Al. D'Huvettere. Hewel, hebt gij gee- nen toupet, gij hebt veel front! Een heer schap die er belang in heeft, verzekert mij dat hij daar bij honderden driewielkarren aarde en steengruis gevoerd heeft, zelf dat hij den sleutel van de poterne in zijn huis had om altijd toegang te hebben aan den gracht. Wat zegt gij nu, M. de Burgemeester en gij M. Vandenboogaerde. De Burgemeester. Wij zullen daarover handelen met gesloten deuren. Het publiek moet daarmee al niet bezig zijn. Al. Vandevoorde. Alfons zegt dat zijn strate daar zal komen, spits den duivel. Al. Bouquet. Hij heeft het mij ook gezeid. De Burgemeester. Hij zegt dat aan alleman. Wij zullen zien in comité secret De Burgemeester. Eene aanbesteding heeft plaats gehad voor levering van twaalf wagens kolen voor het waterkasteel. Af. Bouquet. De levering is gegeven aan Alphonse Latour, een liberaal, mits 15.28 per duizend kilos. De Burgemeester. Inderdaad. Maar hoe weet je gij dat AlBouquet. Staf Angloo heeft het pu bliek verteld in den Bok. Moet het misschien sekreet blijven De Burgemeester. Neen. Al. Bouquet. Hewel, waarom zijt gij toen verwonderd De aanbesteding is goedgekeurd. I)e lijsten der kindei s die recht hebben op e kosteloos onderwijs zijn goedgekeurd. De afschaffing van den vervoerdienst tus schen Yper en Woumen uitgeoefend door Vanthuyne is gestemd. Eene subsidie van 500 fr. is verleend aan de commissie van inrichting van de peerde- feeste gesteld op St Jansdag. Dat is voorzeker eene poging die aaQ_ moediging verdient. Mocht ze lukken Wij wenschen het De BurgemeesterWij hebben eene aanvraag ontvangen van de nieuwen kring De gekeerde kazakken tot bekomen van een hulpgeld voor liet vieren van de 75» verjaring van onze onafhankelijkheid ofte verslaving van ons landeken aan den wil onzer heilige moeder, de katholieke kerk! Wij zullen daarover later spreken. Al. Bouquet. Hadde Papa zaliger nog moeten leven, hij zou daarin ook meege daan hebben Eene stem. Ik vraag het woord. De Burgemeester. Wie stoort onze besprekingen Abdon Aloreau. 't Is M. Canepeel De Burgemeester. -- Leid hem naar de labattore. Daar is zijne plaats! En dat ik hem hier niet meer en zie I De Burgemeester. - Er is een voorstel van een trottoir te maken in de waterkas teelstraat. De menschen vragen dat, ik weet niet waarom. Wij zouden het kunnen doen. Het moet maar 4000 fr. kosrin Er wonen daar nog al eenige kiezers die wij alzoo zouden kunnen winnen. Al. Vandenboogaerde. Van wie is dat voorstel De Burgemeester. Van het kollegie. Al. Vandenboogaerde. Ik weet van niet. Wie heeft het bestek gemaakt De Burgemeester. M. Coomans. Al. Vandenboogaerde. Wie heeft hem dat bevolen De Burgemeester. 't En is ikke nie Al Vandenboogaerde.Ik ook nie! Wan neer heeft het kollegie daarover beslist De Burgemeester.In uwe afwezigheid. AD. Vandenboogaerde. Ehwel, 't is proper 1 Als gij mij wilt moe maken, 't ga rap gedaan zijn. Ik heb geene kennis van het ontwerp en nogtans ben ik schepen van de werken, Ik protesteer daartegen. De BurgemeesterMaakt u niet dikke, Hippolietje Wij zullen het uitstellen en gf/ zult het mogen onderzoeken op het gemak Al. Vandenboogaerde. - Me gaan het ne keer zien Al. Sobry. A propos. Wie heeft er or ders gegeven voor een trottoir van vier me ters te maken voor de huizen van M. Coo mans en M. Veys. De Burgemeester. 't En is ikke niel Al. Vandenboogaerde. 't En is ikke niel Al. Sobry. Is het misschien M. Struye De Burgemeester. 'K en peinze het nieDe mensch en houdt hem met niets an ders bezig of met zijne zielenzaligmaking en een beetje met de gaze van zijn nichtje. M. Sobry. Wie is het dan! Wie is er inderdaad schepen van openbare werken. Al. Begerem. 't Is M. Vandevoorde I Al. Vandevoorde. 'K zou der mijn kat te van spreken Al. Begerem. - M. Ch. Baus, misschien! AI. Fraeys. Hij zou wel willen,maar.... als ik schepen was, heb ik altijd ondervon den dat Charles Vlaemynck van de groen- selmarkt meer te zeggen hadde of ik en it heb dikwijls advies gevraagd. Maar den ifl' genieur doet ook somtijds iets voor de stad, als hij een beetje tijd over heeft. Maar het is toch zeker hij niet die dit werk gecomman deerd heeft. Want iedereen zou er moet® uit besluiten dat hij voorbatig is en dat is hij niet, ik weet het. De BurgemeesterWij zullen 't on' derzoeken voor de naaste vergadering- Af. Sobry. Wie zal het betalen! Het is ongehoord dat een werk gedaan is, zonder dat er iemand iets wete Af. Vandenboogaerde. - Ik en kan toen niet ol doen. Het is ongelooflijk hoe dat mijn commerce gewonnen heeft sedert een jaar van hier Af. Bouquet. Doe gelijk ik: z*Üé>' daarover en houdt uwe oordjes 1 De Burgemeester. -- Wij hebben ver scheidene aanvragen tot aankoop van groB den bij de statie. nr Verscheidene vragen zijn gedaan vrienden voor dewelke wij zullen moeten 1® uit onze zin doen en daarom zullen wij 8 behandelen onder ons met gesloten ne111'®11'

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1905 | | pagina 2