STADSNIEUWS.
De nederige Dorpspastoor.
Maeseyck.
Liberale zegepraal in 1906.
Zwijgen of buiten.
l
Groote brand.
Kruisboogschutters.
Hoe men de zaak. ook beschouwe, stellig
is het dat een gevoelige knak aan Rome's
macht op politiek gebied, in Frankrijk, is
toegebracht.
Telegrammen uit Rome melden dat de
paus tot middernacht gister opbleef om den
uitslag der stemming van de Fransche
Kamer te vernemen.
Wanneer hem de cijfers: 341 tegen 233,
werden voorgelegd, bleek hij er niet het
minst verwonderd om.
Hij zou zelfs aan zijne omgeving hebben
gezegd dat het kwaad zoo groot niet is als
wel gevreesd wordt.
De waarheid is, dat de godsdienst er veel
bij winnen zal. Nu de politieke en twist-
stokende kloostergemeenten over de grenzen
zijo gejaagd en de priester zich voortaan
alleen met zijne kerk en dezer behoeften zal
hoeven bezig te houden, verre van de poli
tieke woelingen, zal hij rond zich een kern
goede chrisienen scharen, die naar de kerk
komen uit overtuiging en niet uit belang,
winstbejag, of met andere bedoelingen,
in betto, den brui gevend van hemel, hel en
godsdienst, zooals wij er hier in Belgie ook
allerlei specimens kennen en naar waarde
schatten.
Ja, wij zijn overtuigd dat de scheiding
van Kerk en Staat, eerder goed dan kwaad
zal doen aan den waren godsdienst, die niet
moet verward worden met de aanleiding
van 't gulden Kalf.
't Ware te wenschen dat wij hier in
Belgie 't zelfde bekwamen.
De Burgemeester op het stadhuis en de
pastoor in de kerk.
Ik ben de herder van mijn dorpken
En mijne kudde mint mij veel,
Ik word om mijn gedrag geprezen
Van hoeve en hut tot op 't kasteel.
Als d'andre pastoors oorlog blazen.
Toon ik mij vriend van rust en vreê.
Ik wijd mij aan mijn heil'ge zending
En daar alleen moei ik mij mee.
Als ik sermoenen doe, men luistert;
Want 't politiek is nooit mijn werk,
't Gewoel der strijdende partijen
Sterft aan den drempel van mijn kerk.
Ik volg de wetten van mijn meester
En 'k zeg tot al de brave liên
Mijn kind'ren wij zijn allen broeders,
Gij moet uw' naasten geern zien.
Al die naar mijnen biechtstoel komen,
Hebben zij maar het hart op d'hand,
Wat geeft het mij wat of zij peinzen
Over zaken van het land.
Ik geef hun zachtjes een vermaning
En daarmede is hun biecht gedaan.
Ik kwetste niemand, 'k laat ze allen
Getroost en brave henen gaan.
Zeer liberaal is mijn notaris
En toch drukt hij mij gul de hand,
En zie den oom van mijnen koster
Stel ik een beetje aan den kant
Want de notaris peist op d'armen,
En komt hij naar de kerk wat min,
Hij is toch braaf, hij is liefdadig,
Hij is een kristen naar mijn zin.
Wanneer het kiezing is dan vraagt men
Wien of men 't beste kiezen kan
Zij komen naar mijn huis geloopen
En spreken mij daar vriendelijk van.
Ik geef hun raad en als opinies
Hé, dat en raakt mij niemendal,
En 'k kies met mijn parochianen,
Ik kies den besten uit en al.
Als ik door mijn dorpken wandel,
Och, wat zoet geluk ik smaak,
Als ik op ieders trekken leze
De vreugd, de liefde, 't blij vermaak.
Toch in dit heil gevoel ik smat te,
Men zegt, en dat mij verdriet,
Ziedaar ten minste een goede pastor,
Waarom zijn ze allemaal zoo niet
Nemo.
j Dat het klerikale kraam zeer aan 't wag
gelen is, weet iedereen en indien overal onze
liberale vrienden werkzaam optreden en
j reeds van nu af in de bres springen, om bij
i middel van voordrachten, voiksvergaderin-
j gen, dagbladen, vlugschriften, enz, de mislei-
de kiezers in te lichten, dan is het a. s. jaar
i voorzeker amen en uit met de klerikale
I meerderheid.
Indien wij zekere cijfers afkondigen, dan
was het enkel om het gevaar te doen uit-
I schijnen dat klerikalen liet onmogelijke zul
len doen om hun kraam recht te houden.
De 20 stemmen meerderheid der Roomsche
geld verbrassers en ullramontaansche kerken,
kloosters en fortenbouwers kan en zal heel
en al vervallen, indien er moedig gewerkt
wordt.
Met elf zetels in het gansche land te ver
overen, klinken we den Roomschen bazar
letterlijk omver.
En daar de ontevredenheid onder de kleri
kalen, de tweedracht onder de meerderheid
zich meer en meer doet gevoelen, hebben
wij ditmaal al den troef in handen.
In 1906 zullen moeten de liberalen winnen
want reeds uit vele arrondissementen komt
ons het goede nieuws toe dat de halfslach
tige kiezers de twijfelaars ja zelfs ka
tholieken, openhartig durven verklaren dat
ze ditmaal voor de liberalen zullen stemmen.
Dus verwachten wij ons aan een zegepraal,
zooals de klerikale reeds sidderend en bevend
eene nederlaag te gemoet zien
DE PEDAGOOG.
Men verzekert ons dat Mijnheer Colpart
geenszins tevreden is over ons laatste artikel
en dat hem ons schrijven zoo ongerust heeft
gemaakt, dat hij slecht heeft kunnen bidden
in de processie van verleden Zondag. Dat
verstaan wij gemakkelijk. Gelijk de jonge
katten, kan de heer Colpart niet verdragen,
dat wij zijne lange neus, wij spreken niet
van zijne lange ooren, in zijne vroegere hel
dendaden steken.
Den 10 Mei 1884, na al de liberalen van
Yperen gesmeekt te hebben, werd de heer,
Colpart door het liberaal gemeentebestuur
van Yperen, hulp-onderwijzer benoemd. Pas
eenigen tijd daarna, om zijne danktuiging te
toonen,onderscheidde hij zich te Breedene bij
Oostende; het was niet met eene kaars in
zijne hand, gelijk in de processie van Zondag.
Den 1 Februari 1891 kwam te Yperen een
klerikaal bestuur aan het roer en eensklaps
kreeg de heer Colpart de gratie Gods en ge
lijk Clovis aanbad hij, hetgeen hij eerst zou
verbrand hebben. De hevige liberaal Colpart
werd de hevige klerikale Colpart.
Tot belooning van zijn VERRAAD werd
hij door zijne nieuwe vrienden hoofdonder
wijzer benoemd, niettegenstaande dat een
ander candidaat meer titels telde dan hij.
Ziedaar in eenige woorden de historie van
die klerikale Paljas, die hier den grooten
man speeld en ons lessen wil voorschrijven.
Zijne woorden, gebaren en brieven, doen ons
de schouders ophalen en wij denken aan
de verzen van Musset
(Namouna, chant II, IX)
Patdie en Cie loopen hoog op met de cijfers
die we mededeelden over het getal te winnen
liberale zetels in zekere Vlaamsche arrondis
sementen.
Er was ne keer ergens in Vlaanderen eene
stad met eene sloetsenschool. En daar wa
ren de kinders en de groot opgeschotene
jongens slecht gevoed. Mannen gelijk hoo
rnen kregen 's noens een pekelharing met
een patate, eu andere dagen was 't nog erger.
Die ratatoelje noemden de jongens onder
malkaar potje rietje
Over een week of twee diende men, zoo
als gewoonte, slechte kost aan de weezen.
En een van de weezen zei aan zijn maatje
die er bij zat't is van dagè nog ne keer al
potje rietje en de beste brokskens zijn
voor de meesters.
Die jongen die dat gezeid had heette Emiel
P...., en hij stond in de gratie niet van den
gekruinden heer direkteur, want hij was
niet buitengewoon godvruchtig.
Hij was dus ook de keppe niet van Mijn-
j heer den onder-direkteur, die juist bachten
j hem stond als hij aan zijn maatje sprak van
J potje rietje
Je gaat gij zes dagen op de zolder sla-
1 pen, zei den onder-direkteur, enwuk
j hebt ge nu gezeid.
En Emiel P...., die een eerlijk karakter
j heeft, en trok zijn tonge niet door zijn
j knieën, en antwoordde
'K heb gezeid, menheere, dat weeral
a potje rietje was.
'K zou 't jandorie gelooven, d'honden en
zouden het niet gewild hebben.
Maar menheere den onder-direkteur en
was daarmee niet kontent, en zei in de
plekke van zes dagen gaat ge nu tien dagen
op de zolder slapen
Emiel P. leert een stiel in de stad, en
doet er lastig werk. En dan.... onder de
brandende pannen slapen en op harde plan
ken na eenen dag hard gewerkt te hebben! 1
ge ziet dat van hier of het hem aanstond.
Hij vroeg explikatie, maar werd niet aan
hoord en moest buiten, de deur wat straf
toetfekkendDat beviel de meester niet en
p.... moest cachot binnen en kreeg daar van
j meester en knecht eene deftige trommeling,
werd bij de keel gepakt, terwijl hij nog
i schoppen tegen de beenen bekwam. (Verkla-
ring van P....)
En de arme jongen, die onrechtvaardig
vond zoo hard gestraft te zijn om te zeggen
aan tafel wat al de andere jongens onder
I malkaar herhalen, ging klinken aan de bel
1 van Mijnheer den Voorzitter van de kom-
missie der Godshuizen. En Mijnheer de Voor-
zitter deed zeggen dat hij niet thuis was.
Dat is te verstaan, Mijnheer de voorzitter
1 is in zooveel commissies, en in zooveel an-
I dere dingen.
Maar P.... kwam nog weer, en nog ne
1 keer, en dan nog ne keer, en Mijnheer de
'i voorzitter en was nooit thuis.
Hij had evenwel Mijnheer de direkteur
f hooren spreken natuurlijk niet van de
wees Pen hij kloeg den leerling aan bij
de commissie der Godshuizen.
3 De commissie wierd bijeen geroepen, en
j. zonder zelfs P.... te ondervragen, schopten
zij hem buiten.
Maar 't was niet gedaan. Men stelde een
i onderzoek in, en de jongens die kwamen
getuigen in den zin dien P.... verklaard had,
werden weeral gestraft.
i--v Ken tweede, N.... genaand werd Woens
dag laatst, 5a Juli weeral aan de deur
gezet
Hij was cok in de gratie niet van Bestuur-
I der en onder-bestuurder.
Waar dat dat gebeurd is, 'k en wete 't
niet t En kan t'Yper niet zijn, godshuizen,
gaze, alles gebeurt hier in 't openbaar, en
moest er iets geschied zijn, dan zou men er
in d'herbergen van gesproken hebben. Ten
tijde van de liberalen, ja dan was alles be
ter, eten, leering en bestuur. Maar nu is 't
wat anders. Vraag het ne keer aan meneere
Fraeysals hij tijd heeft.
Of liever, en spreek er hem niet van. Hij
zou zeggen dat hij niet weet waarvan er
sprake is, en misschien zou hij er van krij-
schen, de schamele bloed.
Is dat niet belachelijk dat zulks in eene
weezen^chool gebeurt, waar de weezen ge
zonden zijn onder 't bestuur van de heeren
dei hospicen. Is het dan oen huis van cor
rectie geworden waar men de ongelukkige
kiuders moet dwingen door geen eten, cachot
en stokslagen? I
Men kan begrijpen dat sommige kinders
moeilijk van karakter zijn. Welnu, zijn de
meesters niet betaald om die jongens te cor-
rigeeren, tot goed orde te brengen of zijn zij
betaald om de arme kinders te mishandelen.
Vroeger tijd waren de weezen hier in
Yper ook bestuurd door een groote lange
geestelijk man, 't was toen de tijd van de
planke, cachot en geen eten. De oude wee
zen weten er iets van.
De bestuurleden zouden moeten zorgen dat
zuIks niet voorvalt en wat meer de gestich
ten bezoeken en zien v t i r al omgaat, en
ue mannen wegzenden die de weezen mis
handelen.
Hebben zij wat moeite, zij zijn er voor
betaald.
Woensdag nacht rond 2 ure is de gew
zen bloemfabriek van Mad. wed. Becuw6"
staande buiten de statiepoort langs den stee6'
weg naar Dickebusch, door eenen geweldi"
gen brand vernield. Dit gebouw bestaand"
uit vier verdi pingen, twee zijdvleugels van
omtrent gelijke hoogte en twee kleine woon
sten, behoorde nu toe aan M. Louis Van"
doorne, graankoopman te Yper, en was
verzekerd voor veertig duizend franks. Het
was verpacht als suikereifabriek aan de hee
ren A. Rabau, van Yper en Desmyter van
Roeselaere, die hun gerief en waren voor
zestien duizend fr. verzekerd hadden Er
waren in magazijn nog 8 duizend kilos erw
ten, toebehoorende aan M. Maurice De Bergh
graanhandelaar te Yper.
Rond 1 1/2 ure werd de wed. Vandamme
wier zoon toeziener is in de fabriek en die
in eene der kleine huizen van de fabriek
woont, wakker door een zonderling gerucht
Weldra ontwaarde zij vlammen op den lin
kerkant van het groot gebouwzij verwit
tigde haren zood, die in'allerlei de geburen
opriep welke seffens de pompiers liepen
verwittigen.
Ondertusschen werd de brand heviger en
heviger en toen de pompiers toekwamen
was het hen onmogelijk hem te blusschen.
Zij moesten zich vergenoegen de aanpalende
huizen te vrijwaren en de instortende deelen
omver te trekken om verdere ongelukken te
vermijden. Geene menschenlevens zijn te
betreuren.
Het huisgerief van de bewoners der kleine
huizen heeft deerlijk geleden. Alles wat in
de fabriek was, chicoreiboonen, bloem, erw
ten, al het getuig, de machienen, vier vaten
benzine, dienende voor de machienalles is
verbrand. Van het groot gebouw zijn de
muren alleen gebleven.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Heden Vrijdag brand het nog altijd voort.
Bronzen Hoofd.
Eenige leden der maatschappij zyn zondag
11. zooals alle jare naar de schieting van
Dunkerke geweest, waar zij alle succes
bekomen hebben. M. C. Vannieuwenhuyse
schoot er den oppervogel en eenen gepri-
meerden. M. G.Gillis eenen geprimeerden
en 1 klein vogel. M. Brunfaut een kleinvogel,
dat zij samen rond de honderd franken
gewonnen hebben, en 2 eeremetalen.
Bij die mannen vindt men liefhebbers en
dappere schutters, een jaar geleden met
Thuindag, bij de vrije schutters (Hotel d'alle-
magne), dezelfde mannen /gingen bijna met
gansch de som weg.
De voorzitter Brunfaut mag fier zijn over
zijne leden die nog geld nog tijd sparen om
zijne maatschappij te doen bloeien.
Dees jaar vierd deze maatschappij haar
50e jaarbestaan, ter dier gelegenheid was
de maatschappij van gedacht eene groote
schieting te geven en veel volk aan te
lokken.
Maar ongelukkiglijk ons mild stadsbe
stuur, wanneer er kwestie is, van door
liberale maatschappijen feesten te vieren, is
gereed om er tegen te werken. Deze maat
schappij vroeg 300 fr. en ging er nog zooveel
bijdoen om een schoon feest te kunnen
geven, maar in plaats van 300 fr. krijgt zij
150 fr. wat moet men daarnede ver
richten I
Maar 4000 franken om niets beduidende
feesten te geven en het muziek van 't vierde
te doen komen daarvoor is er geld I waren
er dan geene muzieken in stad, die misschien
eene betere programma zouden uitvoeren
dan het vreemde muziek en die zooveel niet
zou kosten.
En ook waarom van eene nationale feest
een politieke feest gemaakt 1 En wat subsi
dies hebben ze niet gegeven voor pompiers
en harmonie om op eene vreemde te gaan
verteeren I I
Maar voor stad niets
Wij raden iedereen aan eens 't groot
programma te gaan bewonderen, van de 75*
jarige feest der onafhankelijkheid, 't is
iets proper, vele gemeenten geven iets dat
beter is, en ze zal nochtans geld genoeg
kosten.
Nu, nu, 't is 't werk van onze katholieke
meester Izij zijn zoo patriotique 1 I
t Wordt meer dan tijd dat het verandert I
Rien n'apparttent a rientout appartient A tous
11 faut être ignorant comme un maitre d'êcole
Pour se flatter de dire une seule parole
Quepersonne ict-bas n'ait pu dire avant nous
C'est imiter quelqu'un que de planter des choux