VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws*. Handels- en Annoncenblad. Philips Van Arievelde. 2,50 fr. 's jaars, 3,00 fr. 's jaars, Negentiende jaar. Zaterdag 30 December 1905. Nummer 51 Frère-Orban. Gelukkig België AJtfmnamentsprys voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Armoncen 15 cent jjpAruk'vJgeL Reohteiiijke eerherstellingen1 ft*, per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 k"81 icbten van terkoopingen of andere bekendmakingen ten bureel* dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der M ie Vlaanderen, a!.- tffèt dK voor bet buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij <01 #nderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende morden niet opgenomen. De aboanenten of de personen die wekelijks het weekblad niet ontvan gen worden vriendelijk verzocht het onmiddelijk te laten weten aan den uitgever rijselstraat, 59. te Yper. De nieuwe inschrijvers aan het Weekblad kunnen een abonnement •bekomen aan den prijs \an voor den buiten, (met, den post) dit blad verschijnt wekelijks den zater dag namiddag. De inschrijvingen worden ontvan gen ten bureele van het blad. Voor de herbergiers die een abon nement nemen op ons blad worden prijskampen en vermakelijkheden, wel ke door hun gegeven worden zonder kosten opgenomen. De niet geabon- neerden betalen voorop. De jonge leider van het liberalismus in de Kamer, de geleerde en schoone spreker, Paul Hymans, heeft het eerste deel van een boek uitgegeven dat ophef zal maken in ons land, zoowel bij katholieken als liberalen en socialisten, namenlijk de levensbeschrijving van Frère-Orban. Het is een groot, belangrijk werk, rijk aan letterkundige waarde en stoffelijken inhoud. Niemand beter dan de jonge liberale volksvertegenwoordiger was in staat, het figuur van eenen der grootste staatsmannen van België weer te geven en het te plaatsen in de schoone lijst, gevormd door de groote liberale werken, die ons jong staatkundig leven hebben opgeluisterd. Hij is opgeleid geweest in zijne school; hij is de erfgenaam en, in zekeren zin, de voorzetter van zijnen staatkundigen arbeid. Dat beteekent even- Geschiedkundig Roman. «Wel zeker; bevestigde Simon;» te meer daar er ruimschoots genoeg was om al de gezellen eeBS duchtig te laten proeven. Ik tel meer dan veertig tonnen met inge slagen bodem «Zoo iets behoorde gestraft te worden; 'tis ware moewilligheidonderbrak de edelman. Maar mij dunkt dat Gozewijn hier niet kan opgesloten geweest zijn voegde hij er bij, want de zaak lag hem natuurlijk nauwer aan het hart dan al de wijn der aarde. Neen, neen; ontkende de deken. 't Was enkel de nieuwsgierigheid, die mij naar hier dr^ef. Zoo uw zoon op den Burg gekerkerd zit, moeten wij hem in het ge vangensteen of in het Gijzeinuis der Proost dij vinden. Snellen wij daar heen. Maar op de bedoelde plaatsen, kon men evenmin sporen van Gozewijn van Herzeele entwaren. De meeste krochten waren reeds opengebroken en bijgevolg ontruimd en in wel niet dat hij blijft stilstaan bij deD voor uitgang, want hij is voorstaander van het algemeen stemrecht, terwijl Frère-Orban er zich uit al zijne macht tegen verzette en, door de uiterste linkerzijde gedrongen om die hervorming in te voeren, met klem uit riep; Noch in één, noch in twee, noch in drij keeren. Ik wil enkel zeggen dat de geest vau Frère-Orban den heer Hymans bezielt; dat de heer Hymans eene gelijke opvatting van de staatkunde en de gebeur lijkheden van het sociaal leven heeft en, evenals hij, een hooger begrip van de zending van den afgevaardigde en den staatsman. Ofschoon men in de tegenpartij nog al gaarne gekscheert met zijne groote bewon dering voor Frère Orban, zal men doorzijn boek, dat stap voor stap de geschiedenis van het liberalismus volgt, wel zien dat het door de overweging, de ontleding en de wijze toepassing van alle hulpmiddelen is dat de schitterende afgevaardigde van Brus sel er toe kwam te kunnen besluiten, dat Frère-Orban nooit overtroffen zou zijn ge worden door geene enkele beroemdheid der hedendaagsche staatkunde, zoo zijn werk kring uitgebreider ware geweest. Frère-Orban, die men op het einde zijner loopbaan voorstelde als het hoofd van een onhandelbaar doctrinarismus, vijandig aan alle nieuwe gedachten, was integendeel in zijne jeugd en zelfs gedurende een ruim deel van zijnen lateren leeftijd, een doortastende invoerder van nieuwigheden. Dat blijkt op schitterende wijze uit het eerste deel van het werk, dat handelt over de 45 eerste jaren van den grooten staatsman. Voor de eerste maal minister zijnde van 1847 tot 1852 vatte hij al de staatkundige geldelijke en huishoudkundige vraagpunten aan, zoowel in het grondbegin als in de uit voering. Hij loopt zijnen tijd vooruit, zegt de schrijver, de eenen schrikt hij af, de anderen onthutst hij. Op huishoudkundig gebied vindt hij oplossingen voor welke de gewone denkwijze afschrik heeft, b. v. zijn inrichtingsplan van het grondkrediet (crédit foncier). Hij toont zich stichter en hervor- m ?r, brengt de nationale bank tot stand, bereidt de inrichting der spaarkas, herstelt de andere, wier sloten de smedersgasten deden springen, was geen levend wezen te zien. Deze vruchteloosheid zelve, van de pogin gen, ter ontdekking der verdwenen gelieven, scheen Raas van Herzeele moed te geven. Hij begon te hopen dat hij zijnen zoon nog behouden zou wederzien en spoorde zijne makkers aan zonder dralen in de opzoekin gen voort te gaan. Deze taak werk trouwens nu moeielijker dan de ridder het vermoedde. Niet alleen waren de Steenen, welke men moest doorsnuffelen talrijk en in al de wijken der stad verspreid, het gebod van Ruwaard daarenboven waardoor alle ge weld ten strengste gestraft werd, deed Simons gezellen aarzelen. De edelman was genoodzaakt zich voor hunne daden borg te stellen en hun plechtig te beloven voor den namiddig eene uitdrukkelijke toelating van Artevelde te bekomen, eer zij hand aan werk wilden slaan. Maar, wat pogingen het viertal ook mocht aanwenden, alles was vruchteloos. Al waren op den tijd van twee dagen meer dan drie honderd sloten van kelders, kerkers en krochten onder de ruwe slagen van den het evenwicht in de begrootingen of budget ten, begint de hervorming van het post wezen, verandert het belastingstelsel. Tegen alle veroordeelingen in, breekt hij de banden van het beschermingstelsel, werpt de be weegbare schaal der granen omver en behandelt wederlandsche (internationale) overeenkomsten, die tot den vrijhandel leiden. Wij mogen daar wel bijvoegen, wat ook in het volgende deel zal voorkomen, dat hij een merkelijk deel nam in de vrijmaking der Schelde, dat hij de Octrooirechten afschafte en de hand had in alle groote hervormingen, die ons klein landeken groot maken in de rij der Europeesche staten. Dat alles bewijst hoe vruchtbaar zijne staatkundige loopbaan was. Hij bezat in groote mate den geest van inrichting, die het kenmerk is van den staatsman. Al zijne opvattingen waren zoo stevig dat zij hem overleefd hebben, Wat men er ook van zegge, de schoolwet van 4895 is zijne wet van 1879, die men haast niet heeft durven veranderen, zelfs het geven der godsdienstlessen na de klas niet, noch de toelating aan de ouders om te eischen dat hunne kinderen de godsdienstlessen niet zouden moeten volgen. Aan iemand die hem zegde dat men hem zegde dat men hem beschuldigde van den godsdienst te willen uitroeien, riep hij uit Ik, den godsdienst van iemand willen afnemen En met welk recht zou lk dat doen? Waarom zou ik aan mijnen naaste datgene willen ontnemen, dat misschien zijn eenige hoop, zijn voornaamste troost is. Ik zou het even schandelijk vinden als hem zijnen geldbeugel te rooven. Daar steekt heel de man. Hij had eene hooge opvatting van het gevoel van recht, van de vrijheid, van den plicht. Zoo men hem vJor eenen doctrinaire aanzag, omdat hij werkelijk eenen godsdienst had, en daardoor van veel anderen verschilde, die van gedacht veran deren volgens de omstandigheden, dan heeft men wel gelijk gehad. Deze standvastigheid, deze trouw aan zijne grondbeginselen, die hij als wetten be schouwde, de eensgezindheid die hij toonde gespierden Cokermoes en diens gezellen gevallen, nergens vermocht men iets te bespeuren dat Gozewijns opsluiting of tegen woordigheid kon doen vermoeden. Ook was de deken radeloos en wist niet meer welke redenen verzinnen om den thans geknakten moed van den heer van Herzeele op te beuren. Nog eene kans; zegde hij eindelijk, zich den tweeden dag, tegen den noen, met de hand op het voorhoofd slaande. Wij hebben het slot van Male nog niet door snuffeld.- Inderdaad, Simonantwoordde de edelmandaar zouden wij misschien mijnen Gozemijn kunnen ontdekken. En het gelaat door eenen straal van hoop verlicht, stormde de ridder, met zijne drie gezellen, door de Kruispoort naar het kasteel van Male. Eenige soldeniers alleen waren nog op het slot. Zij boden geenen tegenstand, want zij kenden de nederlaag der hunnen in Beverhoutsveld en hadden liever zich over te geven dan onder de slagen der woedende VlamiDgen te vallen. Raas van Herzeele, als aanvoerder van in geheel zijne werkzame loopbaan van bijna eene halve eeuw treffen zijne verheer- lijkers én dwingen hunne bewondering af. Niet alleen bewees Frère-Orban onschat bare diensten aan zijn land, maar hij stierf bijna in armoede. Hij gaf zich heel aan de staatkunde over, maar deze gaf hem niets. Hij was onweerstaanbaar tot het behartigen van het openbaar nut gedreven, maar hij aasde niet op fortuin. De schatrijke bankier; de groote aannemer van openbare werkeD, die hadden willen zijne eerlijkheid op de proef stellen, zouden vast en zeker zijnen bliksemden oogopslag moeten verdragen hebben. Hymans zegt het zeer welNiemand bezat in hoogere mate het begrip van een staatsbestuur, van zijne plichten, van zijne waardigheid, dan Frère-Orban; en nooit werd door eenen staatsman het liberaal gedacht strenger gevoeld en uitgedrukt niemand als hij maakte er beter samenvat ting, een schooner ideaal van. En nevens Frère-Orban, misschien wel in wat minder mate, maar met dezelfde eerlijkheid kunnen wij nog zoovele liberale Staatsmannen stel len. Bijvoorbeeld Fudore Pirmez, Rogier, Alf. Van den Peereboom, Rolin-Jacquemijns Berger, Graux, Buis, enz. enz. Eene schoone galerij voorwaar. Kunnen onze tegenstrevers dat ook Hebben zij zooveel Thonissen? Ik geloof dat zij meer Jacobsen en Malou's hebben. Ze zullen er niet mee afkomen. X. Het algemeen verslag over uitgaven en inkomsten onzer zeer heilige regeering is onlangs verschenen. Het betreft nu het jaar 4906, jaar vol hin derlagen en gevaren voor onze ministers en de klerikale meerderheid. Dit algemeen verslag klept in al zijne cij fers vermeerdering, - dan vermeerdering 1 Ziehier het lijstje vermeerdering, niets Grondbelastingen Persoonlijke belastingen Vermeerdering 343,000 477.000 den tocht, doet deu overste voor zich ver schijnen en verneemt dat een jonge ridder in een der onderaarsche kelders opg sloten zit- Met kloppend hart gebiedt de edelman; Vooruit dan om hem ons te toonen En de overste stapt door eenen langen gang, ten einde van welken hij eene zware deur opent. Dan daalt hij den trap af, gevolgd door den ridder en Simon Cokermoes. Niet zoodra heeft het blakerend licht der toorts zijne stralen in de krocht geworpen of de ongeduldige vader springt vol bange ver wachting vooruit en laat zijne nieuwsgierige blikken door het nare vertrek ronddwalen. In eenen hoek on: waart hij eene mensehe- lijke gedaante, ineengekrompen op eenen steen neergezeten. Gozewijn! loept hij met bevende stem. «Vaderl ach vader! gij hierl juicht de gevangene, terwijl de Ketenen die hem aan den muur kluisteren hun akelig germkel laten hooren. In eenen enkelen sprong is de gelukkige vader bij zijnen geliefden zoon en liggen beiden, weenend van geluk en zaligheid, in eikaars armen Wordt voortgezet, HET WEEKBLAD - (38° Vervolg).

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1905 | | pagina 1