4- a— Wanneer krijgen wij ons Vliegplein De tegenwoordige snelle uitbreiding van het vliegwezen, de merkwaardige luchttoch- ten die t'allen kante ondernomen worden, vestigen eenieders aandacht op dit uitstekend vervoer- en verbindingsmiddel, dat nu reeds zoo onschatbare diensten bewijst en onver mijdelijk geroepen is om binnen kort een der meest belangrijke rollen te vervullen. Om een klein gedacht te geven van het nut en de belangrijkheid, welke een vliegplein nu reeds oplevert, geven wij hieronder een statistiek van de bedrijvigheid der luchthaven van Le Bourget, in Frankrijk, op 17 Oo^ st 11. vertrokken 26 vliegmachines van vervoer hebbende aan boord 180 passagiers, 3.285 kg. colli's, 2.7/5 kg. reisgoederen en 342 kg. postbrieven toegekomen 23 vliegmachines met 120 passagiers, 3.425 kg. colli's, 2.145 kg. reisgoederen en 433 kg. postbrieven, 't Zij in 't geheel 49 vliegmachines, 3oo passagiers en 12 ton lading in één dag. Deze cijfers bewijzen dat de handelslucht vaart in zeer korten tijd op een buitengewone manier is vooruitgegaan. En dit is waar, niet alleen in Frankrijk, maar in alle landen, zoo danig dat alle klaarziende gemeentebesturen zich ernstig bezig houden met het inrichten van een gemeentelijk vliegplein, dat weldra voor de behoeften hunner stad onontbeerlijk zal zijn. Binnen weinige jaren, immers, zal alle belangrijke stad evenmin een vliegplein kunnen missen als een spoorwegstatie. De kwestie der vliegpleinen is dus aan de orde van den dag. De reeds bestaande wor den onmetelijk uitgebreid en in Engeland o. m. is men bezig met honderde nieuwe vliegpleinen aan te leggen. Hier te Yper, is er ook spraak geweest dat wij een vliegplein zouden krijgen. En waai om niet Yper, het belangrijkste centrum van het toeristiek verkeer, het middenpunt der vrome en grootsche bedevaarten naar de gewezen slagvelden, heeft er alle belang bij te zorgen dat de duizende vreemde bezoekers en voor namelijk onze goede Britsche vrienden hier zoo rap en zoo gemakkelijk mogelijk kunnen toekomen. Waarom noe langer die uiterst belangrijke kwestie uitstellen en wachten tot andere, nabijgelegen steden, ons vóór zijn en al het profijt en voordeel datervan voortkomt weer voor zich hebben De tijd is gekomen, ons dunkt, om de kwestie van het vliegplein, die sedeit eenigen tijd reeds aan 't sluimeren is, eens ernstig weer op te rakelen. En hieivoor rekenen wij op de krachtdadige werking van ons gemeentebe stuur dat, samen met onze ijverige Handels kamer, de zaak tot een goed einde zal weten te brengen. Dech het komt er op aan goed zorg te dra gen dat, bij het inrichten van een vliegplein, dezelfde fouten :üet begaan worden als tijdens de verschijning der spoorwegstaties. Zekere steden, immers, 'die al het belang van, het nieuv vervoermiddel niet konden begrijpen, hebben de keus en de schikking eener statie aan kleingeestige beweegredenen opgeofferd en, meer dan een halve eeuw nadien, lijden zij nog onder de gevolgen der vroeger begane fout. Heden schijnt zulks zooveel niet meer te vreezen. Nochtans, van zoodra er spraak is de geschikte plaats te kiezen of het ontwerp van de te bouwen luchthaven op te maken, dan eerst beginnen de moeilijkheden. Daarom is het onontbeerlijk het oordeel van bevoegde deskundigen onvoorwaardelijk te aanvaarden. Door hun opgedane ondervinding zijn zij alleen in staat te oordeelen welke grond voor het inrichten van een vliegplein best geschikt is, en welk ander perceel land er hoegenaamd niet voor dient, niettegenstaande dit laatste voor een oningewijden soms dezelfde voor waarden schijnt te vervullen. Heeft men hier te Yper weieens niet hooren vragen waarom men het Minneplein niet bezigde als vlieg plein in plaats van daar ievers, buiten de stad, een zeker aantal hectaren land aan den landbouw te ontnemen. Dit laatste valt zeker lastig, daarmede zijn wij ten volle t'akkoord, maar alswanneer er hoogere belan gen op het spel staan, moet men zich enkele opofferingen kunnen getroosten en zekere toegevingen kunnen doen. Bij het aanleggen van spoorwegen vraagt men zich niet af zoo het goed of slecht land is dat men hiervoor zal moeten onteigenen en, bij het delven der ni< uwe vaart van Luik naar Antwerpen, zal men zich evenmin om die kwestie bekreunen. In dergelijke zaken heeft het algemeen belang steeds de bovenhand op het privaat belang. Opdat eenieder des te gemakkelijker zou kunnen vatten waarom een vliegplein tamelijk groote afmetingen moet hebben, geven wij hieronder eenige inlichtingen nopens het opstijgen en dalen der vliegmachines. De moderne vliegmachine is, in vlucht, een wonderbaar tuig dat met de elementen schijnt te spelen. Daarentegen, voor het verlaten van den grond en voor zijn terugkeer is een vlieg tuig onderworpen en voor langen tijd nog, naar het schijnt aan onvermijdelijke nood wendigheden, die klaarblijkend zijn voor mannen van het vak maar die een oningewijde niet kent of reeds overwonnen meent. Men kan ze als volgt samenvatten Van den eenen kant, moet een vliegtuig op gevaar aan een ongeluk te komen merkelijk tegen wind opstijgen en dalen. Van een anderen kant mag de vlieger, hoe behen dig hij ook weze, nooit de helling van zijn vliegtuig vermeerderen. De stijgingssnelheid hangt immers af van de densiteit der lucht, van het gezamenlijk gewicht van het vliegtuig en van de kracht van zijn motor. Bij het vertrek, doet de stuurman den motor gansch zijn kracht geven er blijft hem dus geen enkel middel meer over om een der hoogergenoemde factoren,noch hunne uitwer king de opstijging, te verbeteren. De te ge weldige bewegingen van het stuur hebben alsdan, in strijd met den schijn, een verkeerde werking, daar zij ten nadeele van het vlieg- vermogen een deel der ontwikkelde bewé- gingskracht opslorpen. Deze noodwendigheden vergen dus de klassieke bewegingen van het stijgen en dalen, die van iedereen gekend zijn. Het vliegtuig, na in matige snelheid op den rand van het vliegplein gerold te hebben om zijn vertrekpunt te bereiken, vanwaar het over de langst mogelijke loopbaan zal beschik ken, plaatst zich rechtover den wind. De wer king van den motor wordt dan, in enkele seconden, tot zijn uiterste gedreven, opdat de loopsnelheid, die rap vermeerdert, in den kortst mogelijken tijd de snelheid van het vliegvermogen, t. t. z. de houding van het vliegtuig in de ruimte, bereike. De wind, wanneer hij rechtover de vliegmachine blaast, vermindert den duur dezer handeling, dus de lengte van den loop van het vliegtuig om aan het zeilwerk de aërodynamische snelheid, onontbeerlijk voor het vliegvermogen, te geven en de opstijging geschiedt aan een zooveel te geringer loopsnelheid navolgens de wind fel is. De wind langs achter zou de op stijging vertragen, ze zelfs onmogelijk maken en in alle geval altijd gevaarlijk, want de noodige aërodynamische snelheid zou maar zeer laattijdig en na een aanzienlijken loop van het vliegtuig bekomen worden. Eens de snelheid van het vliegvermogen bereikt, verlaten de wielen den grond en het vliegtuig neemt bezit van de luchtelementen. Gedurende eenige seconden behoudt de stuur man, op eenige decimeters hoogte van den grond, een horizontale vlucht (hetgeen men in beroepsterm noemt faire un palier opdat het vliegtuig een grootere snelheid, nuttig voor de bewegingen die op het vertrek moeten volgen, zou verwerven daarna, 0p het stuur der diepte drukkende, begint hij de opstijging. Het is dus klaarblijkend dat de stuurman slechts het vertrek mag nemen op voorwaarde dat het vliegtuig netjes boven de hinderpalen, die in de nabijheid van het plein gelegen zijn, vliegt op het oogenblik dat deze bereikt worden. De landing geschiedt juist door het omge- keerde. De kracht van den motor op zijn minste gebracht, daalt het vliegtuig recht vóór het plein, volgens een rechtlijnige loopbaan die de vlieger, met op het dieptestuur te drukken, door een boog in een horizontale vlucht, eenige decimeters boven den grond uitge- voerd, verandert. In den loop van dezen palier vermindert de aërodynamische snelheid van het vliegtuig steeds meer en meer en zoodra zij onder de snelheid van het vliegvermogen valt, genaken de wielen den grond. Het vliegtuig rolt alsdan en zijne loop- snelheid, gestremd door de kruk van het achterstel, vermindert snel. De landing is geëindigd. Zooals voor het vertrek, wanneer de wind rechtover het dalend vliegtuig blaast, verkort hij de lengte van den horizontalen palier en de loop van het vliegtuig, begonnen aan een mindere snelheid dan wanneer er hoege naamd geen wind is, wordt des te rapper gestremd. Om een gedacht te geven, stippen we aan dat, zonder wind, de tegenwoordige groote vliegtuigen van openbaar vervoer, bij het opstijgen, een looplengte van 3oo a 400 meter moeten hebben en dat de horizontale vlucht, die het voorzichtig is te doen, zich uitstrekt over een lengte van 400 meter ongeveer. De helling van hun hoogste stijgingsbaan is van 6 tot 10 °/o. Bij de landing, nogmaals in de afwezigheid van allen wind, is de helling der dalingsbaan (die afhangt van de fijnheid van het vliegtuig, van zijn totaal gewicht en van de bewaarde bewegingskracht) van 12tot i5 °/0de «palier» strekt zich uit over 5oo meter ongeveer, maar de looplengte overtreft zelden 200 meter. Dit geldt evenveel als te zeggen dat men, om den rand van het plein op een hoogte van 20 meter te overvliegen en het ware on voorzichtig dit lager te doen practisch over een opstijgingspiste van 900 tot iooo meter lengte moet beschikken. In dezelfde voor waarden ware een landingspiste van ongeveer 800 meter voldoende. Zooals men uit het voorgaande ziet, komt het er op aan een zoo ruim mogelijk vliegplein te hebben. De meeste vliegpleinen tot op heden gemaakt hebben den vorm van een cirkel of van een polygoon. Nochtans is dit geen algemeene regel die stipt dient nageleefd te worden en, navolgens de omstandigheden, kan voor ieder plaa'selijk geval een verschil lende aanpassing genomen worden. Het bij zonderste is dat het plein goed open is en wel voornamelijk in die richtingen vanwaar de wind meest komt, dat het met de stad verbon den zij door een goede baan en door den telefoon. Daarbij moet men ook nog de noodige ruimte voorzien voor de op te richten gebouwen, die steeds zeer belangrijk zijn, hangars voor vliegmachines, herstel- lings- en werkplaatsen, gebouwen voor het publiek en de verscheidene diensten, enz. Bij dit alles ware het ook zeer voorzichtig van nu reeds over grond genoeg te kunnen beschikken voor mogelijke uitbreidingen, die later, gezien den gedurigen vooruitgang die men verwezenlijkt, onvermijdelijk zullen noo- dig blijken. Deze kleine gegevens zullen voldoende zijn om al het belang van een vliegplein beter te doen begrijpen. Wij verhopen dat zij ertoe zullen bijdragen om dezen te overtuigen die thans nog aarzelen of die, voor de kwestie van het vliegplein te Yper, nog niet gansch gewonnen zijn.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1929 | | pagina 4